De regen voor hij valt
Jonathan Coe
Jonathan Coe (Auteur), Otto Biersma (Vertaler), Petra C. Van der Eerden (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij, 2019 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : COE |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij, 2019 |
VOLWASSENEN : ROMANS : COE |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij, 2019 |
VOLWASSENEN : ROMANS : COE |
Veerle Vanden Bosch
rt/aa/22 m
Het moet eind jaren 90 zijn geweest, een mooie zomeravond in Zuid-Engeland. Mijn vriend en ik waren al een poos op zoek naar een B&B in een gehucht dat zo onooglijk was dat we er al drie keer voorbij waren gereden. Toen we, zoekend en misschien wat aarzelend, een rotonde opreden, werden we bruusk ingehaald door een andere auto. De passagier hing uit zijn raam. ' Bloody foreigners!' brulde hij ons toe. Het is een scène die zo uit Klein Engeland zou kunnen komen: de nieuwste Jonathan Coe is een breed opgezet fresco van de jaren 2010-2018 in Groot-Brittannië. Het boek stelt scherp op de gebeurtenissen en sentimenten die de Britten ertoe hebben gebracht met een nipte meerderheid voor de Brexit te kiezen, en op de diepe verdeeldheid die daardoor werd blootgelegd. De verkiezingscampagne van Gordon Brown in 2010, de rellen in 2011, de Olympische Spelen, het austerity-beleid van David Cameron, de almaar giftiger campagne voor het referendum die culmineerde in de moord op Labour-parlementslid Jo Cox: het komt allemaal voorbij, met als brandpunt het referendum van 23 juni 2016 en de politieke chaos die erop volgde. Tegen die achtergrond voert Coe enkele oude bekenden op: de beminnelijke, eeuwige aspirant-schrijver Benjamin Trotter uit De Rotters Club en De gesloten kring, die in dit boek eindelijk een gepubliceerd auteur wordt en zelfs de longlist van de Man Booker Prize haalt. Hij trekt zich terug in een oude watermolen op de oever van de Severn en mijmert over ouder worden en het vlietende leven. Een ander vertrouwd gezicht is dat van zijn oude schoolmaat Doug Anderton, nog steeds een links georiënteerde politiek commentator. Samen met Benjamins nichtje, de kosmopolitische kunsthistorica Sophie, vormt dit duo de ruggengraat van de roman.
Onderkoelde boosheid
De breuklijnen van de Brexit lopen dwars door familiebanden en vriendschappen heen. Het huwelijk van Sophie met rijinstructeur Ian loopt haast op de klippen omdat ze bij het referendum verschillend hebben gestemd. Zij verwijt hem wij-zij-denken en een gebrek aan openheid, hij noemt haar naïef en ergert zich aan de morele superioriteit die zij - en bij uitbreiding iedereen uit het remain-kamp - uitstraalt. Benjamins vader Colin is boos omdat de Britten tijdens de Tweede Wereldoorlog Europa uit de klauwen van de Duitsers hebben gered en Europa als dank de wetten komt stellen in zijn land. Ians moeder Helena is van mening dat het VK gebukt gaat onder de tirannie van de politieke correctheid. Dat haar zoon een promotie misliep ten faveure van een gekleurde collega is daar voor haar de zoveelste illustratie van. Engeland past niet meer in het plaatje dat deze mensen ervan hebben. Coe maakt fijntjes duidelijk dat Brexit niet zozeer over politiek gaat, maar over identiteit. Het leidt tot een onderkoelde boosheid die witheet tot uitbarsting komt bij het referendum. Als Helena's Litouwse poetshulp Grete op straat wordt gemolesteerd door een xenofobe dronkenlap, biedt ze geen steun. 'Aan wiens kant sta jij? Aan wiens kant?' roept ze haar zoon toe als die haar daarop aanspreekt. Wie niet past in haar beeld van wat Brits zijn is, is een vijand.
De verongelijktheid blijft niet beperkt tot de rechterkant. Dougs dochter Coriander, lid van 'Students for Corbyn', ruïneert ei zo na Sophies carrière vanwege een verkeerd geïnterpreteerde opmerking tegen een transgenderstudent. 'Ik denk weleens dat ze alleen maar verslaafd is aan heilige verontwaardiging over andermans leed', zegt Doug, die af en toe wordt beslopen door moedeloosheid.
State of the nation
Over Jonathan Coe wordt vaak gezegd dat hij state of the nation-romans schrijft. Dat klopt wel, maar het klinkt pompeus en het doet dit boek onrecht. Want er valt veel te lachen in Klein Engeland. De onhandige seksscène tussen Benjamin en zijn jeugdvriendin Jennifer is meesterlijk, de off the record-gesprekken tussen Doug en Nigel, een jonge communicatiemedewerker van David Cameron, zijn pijnlijk hilarisch. Alsof je naar een scène uit Yes minister of The thick of it zit te kijken.
Coe schrijft niet alleen puntige dialogen, zijn roman zit ook perfect in elkaar. Hij schakelt vakkundig van de ene scène, het ene personage, het ene moment naar het andere. Zo krijg je een bedrieglijk luchtige roman die een breed canvas bestrijkt, en die zonder pardon de vinger op zere wonden legt: de onderhuidse - en vaak ook openlijke - xenofobie, de gevolgen van de financiële crisis en de bezuinigingen, de ongelijkheid, het lichtzinnige opportunisme van de politieke leiders, de treurige staat van een land in crisis. Tegelijk is het een melancholische reflectie over leven, liefde en ouder worden. 'Fuck Brexit', zegt een aangeschoten Benjamin tegen het eind van het boek, niet aan de oever van zijn geliefde Severn, maar aan die van de Sorgue. Hoe hij daar terechtkomt, moet u zelf maar lezen. Doen.
Vertaald door Otto Biersma en Petra van der Eerden, De Bezige Bij, 496 blz., 24,99 €. Oorspronkelijke titel: 'Middle England'.
Patrick Van Ijzendoorn
ua/an/19 j
The liberal politics of Adolf Hitler is de titel van het opmerkelijkste boek dat de afgelopen jaren in Engeland is verschenen. Auteur John King, de voormalige Chelsea-fan die bekend werd vanwege zijn célineaanse trilogie over voetbalhooligans, schetst in deze zwarte satire een toekomst waarin de Europese naties zijn opgegaan in een Europese superstaat die wordt beheerst door het grootkapitaal. Het is de enige eurosceptische roman binnen de snel groeiende Brexit-literatuur, ofwel BrexLit. De enige andere schrijver die weinig van de Europese Unie moet hebben is Frederick Forsyth.
Vrijwel alle andere Britse schrijvers hebben zich de afgelopen jaren negatief uitgelaten over de Brexit: Julian Barnes, Ian McEwan, Martin Amis, Jeffrey Archer, Howard Jacobson, Irvine Welsh, Zadie Smith, John Lanchester, Sarah Perry en John le Carré. Laatstgenoemde heeft de woede over het EU-referendum meteen verwerkt in Een erfenis van spionnen, waarin hij zijn alter ego George Smiley nadrukkelijk laat zeggen dat hij altijd voor Europa gespioneerd heeft en niet voor Engeland. Voor dit kind van de Koude Oorlog was het redden van Europa uit de Sovjet-klauwen zijn levensmissie.
De eerste grote Brexit-roman verscheen reeds in het najaar van 2016 met de passende titel Autumn, passend omdat de Schotse Ali Smith een droevige symfonie had geschreven over een eiland waar mensen veel tegen elkaar zeggen, maar waar geen dialoog ontstaat. Een ander vroeg Brexit-boek was Amanda Craig's The Lie of the Land, dat gaat over een stel dat wil scheiden maar dat vanwege financiële bezwaren niet kan. In hogere zin gaat het boek, waar ze al sinds de kredietcrisis mee bezig was, over de bittere verdeeldheid op het eiland.
Maar hét Brexit-boek moest welhaast komen van Jonathan Coe, de meester van de State of the Nation-roman, een Angelsaksisch genre dat teruggaat tot Dickens en Thackeray. Met Middle England (zie de recensie op pagina 22) heeft Coe geen Remain-propaganda geschreven, maar een verhaal waarin hij de absurditeit van de politieke leiders toont, maar ook compassie voor mensen die voor Brexit hebben gestemd. Met het heengaan van de moeder van Benjamin Trotter, zijn eeuwige alter ego, sterft ook het oude Engeland, om plaats te maken voor een onrustige natie vol verontwaardigde mensen.
Wat vrijwel alle Brexit-romans gemeen hebben?
Ze gaan over Engeland, niet over Europa.
Sam De Wilde
il/pr/02 a
In zijn als een neutrale state of the nation vermomde Remain-roman probeert de Britse bestsellerschrijver Jonathan Coe wat de politici van zijn land al enkele jaren weigeren te doen: de polarisering overstijgen om de sentimenten achter de brexit te doorgronden. Een even integer als bewonderenswaardig project, maar grootse literatuur levert het niet op. Inhoudelijk verzandt het in een belerend middenklassecompromis dat boven de hoofden is geschreven van diegenen die het Verenigd Koninkrijk in 2016 naar de Europese uitgang hebben gestemd. Jonathan Coe is doorgaans een nostalgische schrijver, maar aangezien de melancholische toon van romans als ‘De Rotters Club’ en ‘De gesloten kring’ te dicht in de buurt komt van de heimwee naar vervlogen tijden die ook tot de brexitfarce heeft geleid, moest de schrijver op zoek naar een andere toonaard. Dat hij er toch voor koos om de personages uit die twee romans opnieuw op te voeren, hoeft niet te verbazen. Coe had de familie Trotter, en het web van vriendschappelijke en andere relaties om hen heen, al ingezet om het politieke Engeland van de seventies en daarna ook de jaren onder Tony Blair satirisch binnenstebuiten te keren. De aanloop naar de brexit sluit daar vrijwel naadloos op aan. In ‘Klein Engeland’ is Benjamin Trotter, het alter ego van Jonathan Coe, van Londen naar het platteland verhuisd, trouwt zijn nichtje Sophie met een boze blanke man in wording en legt boezemvriend Doug premier David Cameron, de voorganger van Theresa May, het
BELGAIMAGE
journalistieke vuur aan de schenen als linkse columnist. Hoewel Coe zijn sympathie voor het Remain-kamp moeilijk kan verbergen, doet de geëngageerde schrijver toch een verdienstelijke poging om in het hoofd van de brexiteers te kruipen. Benjamins vader herkent zijn land niet meer, Sophies echtgenoot hekelt haar ‘morele verhevenheid’ en haar schoonmoeder ergert zich aan de ‘politieke correctheidsbrigade’. Veel verder dan goedbedoelde pogingen tot wederzijds begrip gaan die karaktertekeningen niet, en zo schiet de roman zijn ver-
zoenende doel enigszins voorbij. Jammer, want voor die vaak weinig subtiel geformuleerde handreiking schuift Jonathan Coe de superieure satireschrijver die hij ooit was aan de kant. Waar is de auteur gebleven die in zijn meesterwerk ‘Het moordend testament’ zijn politieke verontwaardiging over het Thatcher-tijdperk nog in zelfrelativerende maar bijtende humor wist te gieten? De schrijver van ‘Het huis van de slaap’, ‘De regen voor hij valt’, ‘Expo 58’ en ‘Nummer 11’ heeft zijn belangrijkste troeven laten kapen. Nostalgie is een politiek middel geworden, Britse humor heeft clowns als Boris Johnson aan de macht geholpen en politieke verontwaardiging is het goedkoopste stukje merchandising van elke verkiezingscampagne geworden. ‘Klein Engeland’ maakt bij momenten pijnlijk duidelijk dat de romancier geen afdoend antwoord op die patstelling heeft gevonden. Alle Coe-kenmerken zijn nog steeds aanwezig, en er valt zeker nog te lachen, zoals wanneer de verloren geraakte geurkaars van tante Julie in een donkere kast voor een penis in erectie wordt gezien. Maar in deze brexitroman spreekt vooral een schrijver die niet meer zichzelf durft te zijn. Een schrijver die niet langer genadeloos afrekent met de politieke mores van zijn tijd, maar in een misplaatste poging om zich boven het debat te plaatsen precies doet wat de ‘sukkelaars’ de culturele elite zo vaak verwijten: vanuit een moreel superioriteitsgevoel zijn medelijden betuigen.
Naar gegevens van J. Hodenius
Met zijn 13e roman schrijft de Engelse auteur (1961) een geactualiseerd vervolg op de familie Rotter, na De Rotters Club (2001) en De gesloten kring (2004). In de trilogie worden de levens van enkele schoolvrienden uit Birmingham tot op heden gevolgd, vanaf de financiële crisis van 2010 tot en met de Brexit (tot september 2018!). In het extreem gepolariseerde en in tribaal groepsdenken vervallen Engeland volgen we de drie hoofdpersonages: Benjamin Trotter als inmiddels gescheiden en in een oude molen op het platteland teruggetrokken schrijver die aan zijn magnum opus werkt; Sophie, de dochter van zijn innig geliefde zus Lois, is een kunsthistorica die op de universiteit waar ze les geeft het mikpunt wordt van beschuldigingen over transgenders, en tenslotte de linkse columnist Dough, die het aan de stok krijgt met zijn radicale tienerdochter Coriander. Het is een boeiende, helder geschreven tragi-komische satire voor een breed publiek, maar mist de diepgang en urgentie van andere ‘Brexlit’, zoals het recente werk van Ali Smith.
Romana Abels
rt/aa/09 m
Misschien is alles wel de schuld van de snelheidscamera's. Hebben we daaraan het populisme, brexit, de hele toestand van Europa of in ieder geval die van het Verenigd Koninkrijk te danken. Jonathan Coe suggereert het in zijn nieuwe roman 'Klein Engeland'. "Als je de mensheid in al zijn complexheid en diversiteit wil onderzoeken, moet je kijken hoe mensen autorijden", zegt rij-instructeur Ian ergens halverwege.
Ian is op dat moment docent bij een 'bewustwordingscursus' voor mensen die te hard hebben gereden. Beginnend universitair docent kunstgeschiedenis Sophie is in zijn klas beland na een poging op tijd de trein te halen. Zelf afkomstig uit een hoogopgeleide multiculturele bubbel treft Sophie in Ians klas de boze witte man nog ver voor die zo is gaan heten.
In 'Klein Engeland' draait het om mannen 'die allemaal iets verbolgens' hebben. Hun gezichtspunt: "Ze waren er willekeurig tussenuit gepikt door kwaadaardige, onzichtbare krachten die het leven wilden verzieken van doodgewone burgers."
Links of rechts is dat gevoel niet. Sophie's oom, de nooit gepubliceerde schrijver Benjamin Trotter, die Coe-ingewijden nog kennen uit zijn romans 'De Rotters club' (2001) en 'De gesloten kring' (2004), voelt zich net zo als de mannen in de cursus. Hij bevindt zich 'in een voortdurende staat van boosheid'. Ook bij Benjamin uit zich dat in woede over verkeerscontroles. Zo hoort Benjamin zichzelf bij het zien van een snelheidscamera zeggen: "Ze proberen je alleen maar geld uit je zak te kloppen." 'Ze' zijn de hogere machten en die maken een enorme agressie los. Zo voelt Benjamin 'hun arrogante, manipulatieve aanwezigheid en die riep een diepe weerzin in hem op'.
'Klein Engeland' ('Middle England') is aan de overkant van het Kanaal al een paar maanden oud. Het vormt het hoogtepunt van een nieuw genre, in Engeland Brexlit gedoopt. Ali Smiths 'Herfst' valt daar ook onder, net als 'De Muur' van John Lanchester en nog een stuk of zeven andere romans.
Dat ook Jonathan Coe aan brexit een roman zou wijden viel te verwachten. Hij maakte naam met zijn state of the nation-romans. In de bekendste daarvan, 'Het moordend testament' (1994), nam hij het politieke klimaat onder Thatcher onder de loep. In 'Klein Engeland' is hoofdpersoon Benjamin Trotter niet meer de omhoogstrevende kunstenaar uit 'De Rotters club' en 'De gesloten kring', maar een miskend schrijver en componist van 50, gescheiden en verhuisd naar het platteland.
In een verhaal dat loopt van 2010 tot 2018 verschuift het perspectief naar Trotters nichtje: universitair docente kunstgeschiedenis Sophie, net als haar oom 'remainer'.
Coe belicht via de elkaar met hun meningen bestrijdende personages hoe in het Verenigd Koninkrijk, dat het ene moment nog van zichzelf dacht dat het als collectief motto keep calm and carry on droeg, ineens de ene helft de andere voor geen cent vertrouwt. "Ze woonden weliswaar samen in dit land", denkt Sophie, "maar ook in parallelle werelden. Tussen die werelden stond een oneindig hoge muur, een muur opgetrokken uit angst en wantrouwen."
De woede die in andere delen van Europa al aan de oppervlakte is gekomen, schuilt in Engeland eronder. Dat leert Sophie letterlijk bij haar bewustwordingscursus van rij-instructeur Ian, die zegt 'dat er daarbuiten een hoop woede is'. Mensen, zegt Ians collega-instructeur Saheed, "maken zich graag kwaad om van alles en nog wat. Ze voelen niets meer. Worden niet meer emotioneel geprikkeld. Als je je ergens kwaad om maakt, voel je tenminste nog iets."
Sophie's vriend Sohan weet dat al lang. Hij, academicus en homo met een migratie-achtergrond, zegt: "Ze zouden je willen toevoegen dat je moet oprotten naar je eigen land - waar dat volgens hen ook is - maar ze weten dat ze dat niet kunnen maken. Ze weten dat het niet mag. Dus haten ze niet alleen jou, maar ook die lui hogerop - wie dat ook mogen zijn - die anonieme lui die hen ergens zitten te beoordelen en bepalen wat zij wel en niet hardop mogen zeggen."
Als 'leaver' Ian en 'remainer' Sophie een relatie krijgen, komt die door brexit onder druk te staan. Ze gaan in therapie, waar ze van de therapeut horen dat veel van haar klanten in problemen zijn gekomen door brexit. In het geval van Ian en Sophie vindt zij hem plots primitief, hij haar naïef.
Ian maakt zich zorgen over zijn positie als blanke heteroman uit de middenklasse. Hij voelt zich mikpunt van iedereen, zeker als hij een promotie misloopt die naar zijn collega met een migratie-achtergrond gaat. Hij verfoeit de klasse van politiek correcten, waartoe hij ook zijn vriendin Sophie schaart. 'Razend' wordt hij 'van de morele verhevenheid die jullie de hele tijd uitstralen'. Hij voorspelt Sophie: "Het brexitkamp gaat winnen. Door mensen zoals jij."
Toegegeven: het is bij vlagen weinig subtiel opgeschreven, de woedende tijdgeest waarmee de Britten kampen. Lang niet altijd kan de lezer die woede die steeds weer voeding biedt aan hoog oplopende gesprekken ook invoelen. Maar 'Klein Engeland' is vooral een boek dat inzicht en hoop biedt. Als het met het land zo afloopt als met de strijdende kampen in deze roman, dan kunnen we nog opgelucht ademhalen.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.