Het museum van oorlog
Claudio Magris
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij, 2019 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : MAGR |
Ronald De Rooy
i /un/08 j
Deze Momentopnamen voelen niet als lange zware reizen maar als wandelingen waarbij Magris je slenterend vertelt over mensen, dingen en situaties die hem zijn bijgebleven. Momenten die het waard waren om voor te stoppen en vast te leggen. En dit laatste kan de Italiaan Claudio Magris als geen ander.
Hij verwoordt zijn scherpe waarnemingen elegant en glashelder, vaak met humor en ironie. Soms lijken het korte novellen, compleet met subtiele pointe die nieuw licht werpt of aanzet tot nadenken.
Magris zou Magris niet zijn als het nergens over de Europese geschiedenis zou gaan. Zo opent de bundel met een vrouwenbeeld - het zegevierende Italië - met op haar schouders de verslagen Habsburgse dubbelkoppige adelaar. De momentopname zoomt echter meteen naar de voet van het beeld waar een groepje duiven een bizar necrofiel ritueel uitvoert op een dode vrouwtjesduif, met een nog verontrustender einde: 'Eén duif treuzelt en blijft staan, wantrouwig rondkijkend met een uitpuilend oog dat net zo star is als dat van het kadaver.'
Verderop blikt Magris terug naar de Berlijnse Muur waarvan niemand zich de val kon voorstellen, zelfs niet op dat congres over Oost-Europa, begin november 1989: 'We horen de worm niet die aan het hout knaagt, we zien de pop niet die een vlinder zal worden, we merken het dichtslibben van de aderen van de Geschiedenis niet op.'
De hond Jackson
Vaker is de toon licht en ironisch. Zoals wanneer Magris' trouwe hond Jackson hem op een dag zijn identiteit teruggeeft. Nadat de wereldberoemde filosoof aan een onbekende vrouw op het strand heeft bevestigd dat 'dat' zijn hond is, hoort hij haar zeggen: 'Dan moet u Claudio Magris zijn.'
Heel mooi zijn ook de beschouwingen over liefde, bijvoorbeeld wanneer Magris verrassend een lans breekt voor stilte en eenzaamheid in een relatie: 'Liefhebben betekent ook de eenzaamheid die de ander nodig heeft begrijpen en beschermen.' Wat een schril contrast met de tirannie van massamedia en sociale media, waar iedereen het heerlijk vindt om 'in andermans leven te wroeten', en intimiteit te delen in een 'walgelijke emotionele striptease'.
De momentopnamen met kinderen zijn aandoenlijk. Dat Italiaanse jongetje dat op het strand zijn geadopteerde Duitse speelkameraadje aanduidt als 'dat meisje dat zo praat dat je er niks van snapt', of die Noorse grafsteen met een naam en één datum, geboorte én dood van baby Jens, die toch misschien 'op een bepaald moment, op de arm gehouden en met zijn mondje aan de tepel, gelukkig is geweest'.
Geestig zijn de schetsen van het academische milieu dat de emeritus hoogleraar Duitse letterkunde zo goed kent. Het befaamde Collège de France met die wekelijks uitpuilende zaal, tot verbijstering van de eminente wiskundige die uiteindelijk aan een dame op de eerste rij vraagt of zij denkt dat iedereen hem wel volgt, waarop ze doodgemoedereerd antwoordt: 'O, dat weet ik niet, wij zijn hier omdat na u in deze zaal Roland Barthes spreekt, en anders vind je geen plek meer.' Of de beschrijving van die hooggeleerde collega die naast Magris in slaap sukkelt, tot er een masker is overgebleven dat 'inwisselbaar is met dat van ieder ander'.
Ergernis
Naast alle sarcasme is er ook ergernis over hoe neoliberalisme en rendementsdenken de universiteit in hun wurggreep kregen.
Regelmatig uit Magris dankbaarheid en bewondering aan het adres van zijn vertalers die inderdaad heel wat in hun mars moeten hebben. 'Onvertaalbaar' luidt een van de titels. Magris' eerbied voor hun werk sluit naadloos aan bij zijn ideale wereld waarin grenzen tussen talen en culturen niet verworden tot scheidsmuren maar juist worden gekoesterd als doorgangen naar verrijkende ervaringen.
De Bezige Bij, 112 p., 24,99 euro. Vertaald door Linda Pennings.
Marijke Arijs
il/pr/12 a
Als filosoof denkt Claudio Magris na over de dingen. Als schrijver weet hij zijn gedachten op een elegante manier te verwoorden. De afgelopen twintig jaar publiceerde de Italiaanse auteur, die onlangs tachtig is geworden, talloze stukken in de Corriere della Sera. Een selectie daaruit verschijnt nu in het Nederlands onder de titel Momentopnamen. Deze achtenveertig snapshots vertrekken van een anekdote, een krantenartikel, een beeld of een willekeurige scène uit het dagelijks leven. Ze zijn bijeengesprokkeld in Boedapest, New York, Stockholm, Berlijn en Istanbul, Noorwegen, Canada en Indië, maar meestal is Magris in zijn geboortestad Triëst te vinden, op het kruispunt tussen Oost en West en tussen Noord en Zuid.
Zijn favoriete stek is het steenstrand van Barcola, bij voorkeur in de zomer, 'het ware seizoen van het leven'. De auteur is er geregeld getuige van interessante vormen van menselijke interactie. Meisjes worden er weleens lastiggevallen door vervelende jonge macho's en dienen vervolgens door oudere heren uit de nood te worden gered. En van een roomblanke Italiaanse kleuter die hij er met een ebbenhouten Duits leeftijdgenootje ziet spelen, kan de mensheid zijns inziens nog heel wat leren op het gebied van identiteit en diversiteit, want het verschil in huidskleur valt voor de kleine helemaal weg bij het verschil in taal.
Stropdas
Cocktailparty's en chique diners inspireren Magris tot overpeinzingen over de vervangbaarheid van de mens. Treinen en horecagelegenheden zijn gedroomde observatieposten voor wie het gedrag van jonge verliefden en oudere stellen wil bestuderen en op straat woelen graffiti gedachten los die hem bij Goethe, Steiner en Wittgenstein doen belanden. In een kunstgalerie in Manhattan, waar de schilderijen wegens een protestactie met zwarte doeken zijn bedekt, ziet hij een kunstliefhebster eerbiedig staren naar de lappen stof, waarin ze een nieuwe stroming meent te ontdekken.
De universiteit is dan weer een uitgelezen plek voor het observeren van tics, manieën en hebbelijkheden. De schrijver, die het gedrag van zijn medemensen doorgaans met milde ironie beschrijft, richt zijn scherpste pijlen op de academische wereld, waar 'van studiepunten bezeten maenaden en marktventers' universitaire vergaderingen monopoliseren en waar met getallen wordt gesmeten als bij een bingo in een buurtcafé. Daardoor blijft er geen tijd meer over voor de belangrijke dingen, zoals studeren, lessen en experimenten voorbereiden, 'zodat elk verschil tussen een echte wetenschapper en een onbenul verdwijnt'. Over het publiek dat bij colleges en lezingen komt opdagen, maakt hij zich geen illusies: 'Men gaat zitten, zet een serieus en beleefd geïnteresseerd gezicht op zoals men een stropdas omstrikt en geeft zich over aan de stroom van de eigen gedachten'. Na afloop 'verlaat men de zaal met het voldane gevoel iets belangrijks te hebben bijgewoond', waarna de stormloop op het buffet kan beginnen. Magris vindt het overigens vreemd dat je op wetenschappelijke congressen wel je partner, maar geen kroegmaatje of een sympathieke buur mag meebrengen.
Emotionele striptease
De bundel legt onvermoede verbanden bloot tussen bankiers en satanisme, kookkunst en de bolsjewistische revolutie, televisiereclame en de predikers uit de duistere middeleeuwen, maar zoomt evengoed in op actuele problemen. Dat overtollige ingevroren embryo's zomaar vernietigd worden, wekt de verontwaardiging van de auteur, die zich ook zorgen maakt over nieuwe vormen van censuur. Dat de Denen een verhaal van Andersen van zijn christelijke elementen hebben gezuiverd om andersgelovigen niet voor het hoofd te stoten, vindt hij ronduit verontrustend, want de aanpassing van boeken aan de vermeende behoeften van de lezers kan desastreuze gevolgen hebben voor duizenden werken uit de literatuurgeschiedenis. 'Op grond van deze absurde doch ijzeren logica zou er vooral een meedogenloze censuur moeten komen voor godsdienstige teksten, die buitengewoon onaangenaam zijn voor iemand die hun inhoud niet onderschrijft', concludeert Magris, die en passant een paar pedagogische tikken uitdeelt aan de 'walgelijke emotionele striptease' van zijn tijdgenoten op de televisie en de sociale media.
Vermanende vingertjes komen daar allemaal niet aan te pas, want de filosoof heeft een broertje dood aan schoolmeesters. Die moeten maar eens ophouden met in andermans leven te wroeten en, om maar iets te noemen, kritiek te leveren op mensen die op hun iPhone bezig zijn in plaats van sociaal te doen. Een mens heeft nu eenmaal behoefte aan eenzaamheid, 'om tenminste af en toe in dat Wilde Westen van ons hart te leven'. Het album wordt besloten met een ontluisterend zelfportret, want Claudio Magris, een scherp observator van andermans zwakheden, verliest zijn eigen kleine kantjes niet uit het oog. De auteur pendelt heen en weer tussen het alledaagse en het algemene, heeft een arendsoog voor details en weet uit de banaalste scènes verrassende inzichten te puren. Dat doet hij op een onnadrukkelijke, schijnbaar achteloze manier, met een benijdenswaardige sprezzatura, een nagenoeg onvertaalbaar begrip dat niet voor niets in Italië is uitgevonden.
Vertaald door Linda Pennings, De Bezige Bij, 144 blz., 24,99 € (e-boek 9,99 €).
Roderik Six
il/pr/17 a
Het was twintiger Flo Windey die een tijd terug beweerde dat een goede Instagrampost vergelijkbaar is met een kunstwerk creëren. Daar moest ik kwaad om lachen, want dat soort naïeve uitspraken getuigt van een tergende dwaasheid. Voor straf mag Windey Momentopnamen van Claudio Magris overschrijven. De Italiaanse romancier en essayist – lees zeker zijn verbluffende novelle U begrijpt dus – toont in deze filosofische bundel aan hoe meerlagig een observatie kan zijn, hoeveel schoonheid er in taal verborgen zit en hoe het menselijk bestaan tegelijk een tragedie en een komedie kan zijn.
Korte snapshots zijn het telkens, doorweven met erudiete bedenkingen en melancholische bespiegelingen die de waan van de dag een hak zetten. Zo schrijft Magris in ‘Alles goed’ ontroerend over een ontmoeting met een vluchteling, die hem simpelweg naar zijn welzijn vraagt. Of hij fantaseert een leven bij de grafsteen van een boreling die amper een dag mocht bestaan.
Momentopnamen is ook leerzaam: ‘Liefde betekent ook de eenzaamheid die de ander nodig heeft, begrijpen en beschermen.’ Zo’n zin staat, in tegenstelling tot de zoveelste erbarmelijke duckface, gebeiteld in de eeuwigheid.
****
De Bezige Bij (oorspronkelijke titel: Istantanee), 142 blz., € 24,99.
Danny Habets
Claudio Magris (1939) schreef romans, toneelstukken, novellen en essays en is ook als politicus actief geweest. Hij ontving zowel in Italië als in het buitenland belangrijke prijzen. Een aantal van zijn werken is ook in het Nederlands vertaald. Zijn schrijverschap is er een van betrokkenheid bij Europa, diversiteit en solidariteit. 'Momentopnamen' is een vertaling van 'Instantanee' (2016), een bundel van beschouwende stukjes, die het midden houden tussen column en essay. Ze stammen uit de periode 1999-2015. Veel van de stukken hebben een aanleiding die te maken heeft met de stad of omgeving van Triëst, de geboorte- en woonplaats van de auteur. Het is een bijzonder, karakteristiek stukje Italië, dicht tegen Slovenië aan. De columns beginnen vaak met een observatie, die tot nadere overpeinzingen leidt, soms luchthartig, andere keren wat diepzinniger, meestal prettig leesbaar. Er is niet één overheersend thema dat de bundel karakteriseert (of het zou een vage nostalgie moeten zijn). Dat geeft het iets vrijblijvends, want waarom zijn uit 20 jaar schrijverschap juist deze stukken geselecteerd? Deze bundel is de eerste vertaling in het Nederlands van beschouwend proza van Magris.
Ronald De Rooy
i /un/01 j
In 'Momentopnamen' kunnen Nederlandse lezers kennismaken met een heel andere kant van Claudio Magris (80) een erudiet schrijver die over het algemeen niet zo eenvoudig te lezen is. Dit prachtige bundeltje bevat een selectie van zijn korte, lichtvoetige krantenstukken, tussen 1999 en 2016 verschenen in de Corriere della Sera.
Deze 'Momentopnamen' voelen niet als lange zware reizen maar als wandelingen waarbij Magris je slenterend vertelt over mensen, dingen, en situaties die hem zijn bijgebleven. Momenten die het waard waren om voor te stoppen en vast te leggen. En dit laatste kan Magris als geen ander. Hij verwoordt zijn scherpe waarnemingen elegant en glashelder, vaak met humor en ironie. Soms lijken het korte novellen, compleet met subtiele pointe die nieuw licht werpt of aanzet tot nadenken.
Magris zou Magris niet zijn als het nergens over de Europese geschiedenis zou gaan. Zo opent de bundel met een vrouwenbeeld - het zegevierende Italië - met op haar schouders de verslagen Habsburgse dubbelkoppige adelaar. De momentopname zoomt echter meteen naar de voet van het beeld waar een groepje duiven een bizar necrofiel ritueel uitvoert op een dode vrouwtjesduif, met een nog verontrustender einde: "Eén duif treuzelt en blijft staan, wantrouwig rondkijkend met een uitpuilend oog dat net zo star is als dat van het kadaver."
Verderop blikt Magris terug naar de Berlijnse muur waarvan niemand zich de val kon voorstellen, zelfs niet op dat congres over Oost-Europa in november 1989: "We horen de worm niet die aan het hout knaagt, we zien de pop niet die een vlinder zal worden, we merken het dichtslibben van de aderen van de Geschiedenis niet op."
Vaker is de toon licht en ironisch. Zoals wanneer Magris' trouwe hond Jackson hem op een dag zijn identiteit teruggeeft. Nadat de wereldberoemde filosoof aan een onbekende vrouw op het strand heeft bevestigd dat 'dat' zijn hond is, hoort hij haar zeggen: "Dan moet u Claudio Magris zijn."
Heel mooi zijn ook de beschouwingen over liefde, bijvoor-beeld wanneer Magris verrassend een lans breekt voor stilte en eenzaamheid in een relatie: "Liefhebben betekent ook de eenzaamheid die de ander nodig heeft begrijpen en beschermen". Wat een schril contrast met de tirannie van massamedia en sociale media, waar iedereen het heerlijk vindt om 'in andermans leven te wroeten', en intimiteit te delen in een 'walgelijke emotionele striptease'.
De momentopnamen met kinderen zijn aandoenlijk. Dat Italiaanse jongetje dat op het strand zijn geadopteerde Duitse speelkameraadje aanduidt als 'Dat meisje dat zo praat dat je er niks van snapt', of die Noorse grafsteen met een naam en één datum, geboorte én dood van baby Jens, die toch misschien 'op een bepaald moment, op de arm gehouden en met zijn mondje aan de tepel, gelukkig is geweest.'
Geestig zijn de schetsen van het academische milieu dat de emeritus hoogleraar Duitse letterkunde zo goed kent. Het befaamde Collège de France met die wekelijks uitpuilende zaal, tot verbijstering van de eminente wiskundige die uiteindelijk aan een dame op de eerste rij vraagt of zij denkt dat iedereen hem wel volgt, waarop ze doodgemoedereerd antwoordt: "O, dat weet ik niet, wij zijn hier omdat na u in deze zaal Roland Barthes spreekt, en anders vind je geen plek meer." Of de beschrijving van die hooggeleerde collega die naast Magris in slaap sukkelt, tot er een masker is overgebleven dat 'inwisselbaar is met dat van ieder ander.' Naast alle sarcasme is er ook ergernis over hoe neoliberalisme en rendementsdenken de universiteit in hun wurggreep kregen.
Regelmatig uit Magris dankbaarheid en bewondering aan het adres van zijn vertalers die inderdaad heel wat in hun mars moeten hebben. 'Onvertaalbaar' luidt een van de titels. Magris' eerbied voor hun werk sluit naadloos aan bij zijn ideale wereld waarin grenzen tussen talen en culturen niet verworden tot scheidsmuren maar juist worden gekoesterd als doorgangen naar verrijkende ervaringen.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.