Een onberispelijke man : roman
Jane Gardam
Jane Gardam (Auteur), Gerda Baardman (Vertaler), Kitty Pouwels (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Cossee, © 2018 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : GARD |
Hans Bouman
ua/an/26 j
Het boek heet De dochter van Crusoe (Crusoe's Daughter) en inderdaad, van de eerste tot de laatste bladzijde hangt er een 'eilandgevoel' over de pagina's. Na de geweldige 'Old Filth'-trilogie - Een onberispelijke man, Een trouwe vrouw, Laatste vrienden - brengt uitgeverij Cossee opnieuw een roman van Jane Gardam (90) in vertaling. En opnieuw is de lezer de grote winnaar. Ook in deze roman kunnen we ons laven aan een buitengewoon elegante, beeldende schrijfstijl, waarin naast ingetogen humor en geamuseerde satire bij tijden ook plaats is voor een scheut venijn.
Naar verluidt is de hoofdpersoon, Polly Flint, gebaseerd op Gardams moeder. Als de roman begint, in 1904, wordt de 6-jarige Polly door haar vader ondergebracht bij twee ongehuwde tantes, die in een groot huis nabij de kust van Yorkshire in Noordoost-Engeland wonen. Polly's moeder is al jaren geleden overleden en haar vader is zeekapitein en moet weer op reis. Het zal niet lang duren of ook hij ontvalt haar.
Vergeleken met de tehuizen in Wales, waar ze eerder woonde, is Polly's bestaan in het grote gele huis dat Oversands heet zo slecht nog niet. Tante Frances is de opgewektheid zelve en tante Marty is weliswaar somber van aard, maar heeft geen kwaad in de zin. De ziekelijke, inwonende mevrouw Woods, met haar groene gezicht, mag dan op het vijandige af stug zijn, ze geeft Polly wel Franse en Duitse les.
Eenzaam als ze is, raakt Polly al snel in de ban van de literatuur. De studeerkamer van haar overleden opa telt de verzamelde werken van alle grote Engelse schrijvers. Polly ontdekt al snel wat haar levenslange favoriet zal blijven: Daniel Defoe's Robinson Crusoe.
Het is niet lastig in te zien wat Polly zo in de schipbreukeling uit de titel aantrekt: net als hij beschouwt zij zich als een eenling, geïsoleerd van de rest van de wereld. Ze bewondert zijn vindingrijkheid, zijn veerkracht, de manier waarop hij op een zuiver rationele manier vorm geeft aan zijn leven. Voor niet-rationele zaken heeft Polly weinig belangstelling: ondanks druk van haar omgeving weigert zij het vormsel te ontvangen.
In de persoon van Polly schetst de roman een beeld van de beperkte positie van de vrouw in de eerste helft van de twintigste eeuw, met name een vrouw zonder geld en sociale status. In de praktijk biedt alleen een huwelijk kans op sociale mobiliteit.
Tot tweemaal toe komt er een potentiële echtgenoot in beeld. De eerste is Paul Treece, Oxford-student en dichter. Hoewel veel hoogdravender van gemoed dan de broodnuchtere Polly, lijkt hij een geestverwant. Maar als in 1914 de oorlog uitbreekt, meldt hij zich onverwacht als vrijwilliger. Pauls ambities eindigen in de loopgraven. Als later zijn gedichten boven tafel komen, blijkt hij niet een van de grote War Poets te zijn.
Polly's tweede verliefdheid is Theo Zeit, die deel uitmaakt van een schatrijke, naar Engeland geëmigreerde Duits-Joodse familie. Zoals veel in Engeland woonachtige Duitsers gedurende de Eerste Wereldoorlog worden de Zeits geconfronteerd met discriminatie en erger. Niet alle Duitse Engelsen hadden de mogelijkheid zich van Saksen-Coburg-Gotha te laten omkatten tot Windsor. Dus gaan de Zeits terug naar hun geboorteland, waar zich vanaf 1933 een nog veel ernstiger dreiging zal aandienen.
Het is bewonderenswaardig hoe Gardam, via een personage dat door omstandigheden en temperament grotendeels buiten de maatschappij blijft staan, haast tussen de regels door de grote gebeurtenissen van de twintigste eeuw haar roman binnenhaalt. Niet alleen de twee wereldoorlogen, maar ook de teloorgang van Groot-Brittannië als wereldmacht is een impliciet thema in deze roman.
Als de inmiddels 87-jarige Polly op de slotbladzijden een gesprek voert met haar held Crusoe, heeft haar jarenlange 'eiland-situatie' een nieuwe status gekregen. Een mooi slotakkoord van een eigenzinnig leven.
****
Uit het Engels vertaald door Gerda Baardman en Kitty Pouwels. Cossee; 288 pagina's; € 22,99.
Alice Grob
In 1904, als ze zes jaar is, wordt Polly gedropt bij haar twee vrome tantes in het gele huis aan zee. Ze ontdekt de roman 'Robinson Crusoe' van Daniel Defoe. Ze voelt zich verwant aan de hoofdpersoon omdat ook die alleen in het leven staat. Dan wordt ze gedropt bij Mr. Thwaite, die samen met zijn zus een pension voor verarmde schrijvers en kunstenaars heeft. Ze krijgt enkele relaties: een middelmatige dichter die sterft in de Eerste Wereldoorlog en de zoon van een rijke Duitse industrieel, die sterft in Auschwitz. Polly heeft moeite zich staande te houden in een steeds veranderende wereld, waaraan ze niet echt deel lijkt te hebben. Ze eindigt weer in het gele huis aan zee. Een erg Britse roman met veel innerlijke monologen met soms wat afstandelijke ironie beschreven. De auteur (1928) schreef meer dan dertig boeken. Dit vindt ze zelf haar beste boek.
Laura Van Baars
ob/kt/27 o
Kun je het ze kwalijk nemen, die Britten, dat ze zó terugverlangen naar hun Engeland van weleer dat ze er zelfs een brexit voor riskeren? Dat ze terugdeinzen voor verandering? Hoewel de brexit-situatie in het jaar dat Jane Gardam 'De dochter van Crusoe' schreef, 1985, nog onvoorstelbaar was, gaat dit boek wel over het Britse 'eilandgevoel': opgesloten zitten in een omgeving waar je, ondanks alles wat je erin tegenstaat, zo vertrouwd mee bent geraakt dat je die niet meer wilt of kunt veranderen. Als Robinson Crusoe, die als drenkeling aanspoelde op een onbewoond eiland en daar tot zijn ellende 28 jaar verbleef, maar in die afzondering wel gelouterd werd.
Gardam toont sympathie voor afzondering in 'De dochter van Crusoe'. Het onbewoonde eiland waarop hoofdpersoon Polly Flint verblijft, kent vele gedaanten. Zoals de literatuur, waarin Polly zich in haar eenzame jeugd terugtrekt. Ze is een meisje dat wordt wat ze leest, en voor wie het knap lastig blijkt om zich als volwassene nog aan te passen aan de werkelijkheid.
Polly Flint wordt in 1904 als 6-jarige door haar vader, een kapitein, afgezet bij de ongetrouwde zusters van haar overleden moeder in hun afgelegen gele huis Oversands aan de Noord-Engelse oostkust. Ze heeft er dan al akelige jaren op zitten bij een pleegmoeder in Wales, die in alles doet denken aan de pleegmoeder van Gardams latere held (die haar Nederlandse doorbraak betekende) Edward Feathers uit de 'Old Filth'-trilogie 'Een onberispelijke man', 'Een trouwe vrouw' en 'Laatste vrienden'.
Polly's tantes Mary en Frances slijten op Oversands hun dagen met kerkbezoek, een wekelijkse visite van pastoor Pocock en de zorg voor de verzuurde, verarmde mevrouw Woods die kost en inwoning betaalt door iedere zondag koffie uit Afrika te bestellen. Woods staat vanaf het begin vijandig tegenover Polly, die na de snelle dood van haar vader het middelpunt van de zorgen van haar tantes wordt. Polly gaat nooit naar school, maar krijgt haar opleiding thuis: vreemde talen van mevrouw Woods en muziek van tante Frances. Pas op haar zestiende komt zij voor het eerst buiten het dorp bij een familie in Yorkshire, de Thwaites, van wie pas later blijkt in welke relatie ze tot Polly staan. Hier begrijpt ze hoe haar tantes haar 'in een vacuüm' hebben laten zitten. Polly: "Ik hou van het moeras en van Oversands en ik weet dat ik in een heel boeiend landschap woon, zoals de gezusters Brontë. Maar tante Frances, ik heb zo mijn vragen over de gezusters Brontë. Ik vraag me af of het ooit de bedoeling is geweest dat mensen helemaal met een landschap vergroeien. Ik ben tenslotte helemaal niet mystiek, ik wil niet eens het Vormsel ontvangen."
Bij de Thwaites wordt nooit gebeden, en in plaats van pastoors lopen op hun landgoed excentrieke kunstenaars rond. Mevrouw Celia ontvangt personages als Virginia en Leonard Woolf en jonge dichters die later war poets zullen worden. Polly wordt voor het eerst verliefd: eerst op de veelbelovende, geëxalteerde jonge dichter Paul Treece uit Oxford en later op diens studiegenoot Theo Zeit, een mysterieuze, schatrijke Joodse jongen uit Duitsland. Het zijn deze liefdes die Polly, die hoewel zij de rest van haar leven zal doorbrengen op het afgelegen Oversands, toch de wereldgeschiedenis in zullen slepen.
Met Paul Treece voert ze, kort voor zijn vertrek naar de Belgische loopgraven, het 'enige echte gesprek van mijn leven', en natuurlijk gaat dat over haar lievelingsboek 'Robinson Crusoe'. Wie dat boek uit 1719, misschien wel de eerste Engelse roman, niet helemaal in het geheugen gegrift heeft staan: geen nood. Wat je er van moet weten om Polly te begrijpen, legt Gardam allemaal uit. Paul Treece waarschuwt Polly voor zijn vertrek voor haar innige band met Crusoe. "'O, er zijn van die boeken', zegt hij, 'boeken die je helemaal in bezit nemen. Je moet van die Crusoe af, anders blijft hij aan je vastzitten. Hij houdt je ontwikkeling tegen. Net als met de liefde. Vaak is het boek dat je het meeste aangrijpt het eerste dat je echt voor jezelf hebt gelezen of dat je op een belangrijk moment in je leven in handen hebt gekregen- in een periode na een emotionele gebeurtenis. Net als bij eenden. Jonge eendjes, je weet wel - het eerste wat ze zien als ze uit het ei komen zien ze aan voor hun moeder. Zelfs als het een koe is lopen ze erachteraan.'
Polly probeert het wel, veranderen. Een echtgenoot zou haar kunnen weghalen uit Oversands, 'maar is het huwelijk het enige en noodzakelijke dat alles compleet maakt?', vraagt ze zich af. Het is haar dienstmeid Alice die de klassenverschillen op hun kop zet en een doorbraak in Polly's leven veroorzaakt. Gardam maakt zo een symbolisch einde aan een Brits tijdperk en bevrijdt Polly.
Wie hield van A.S. Byatts 'Het boek van de kinderen' of Sarah Perry's 'Het monster van Essex' (over het Victoriaanse Engeland), zal ook genieten van 'Crusoe'. Wie, zoals ik, Gardam leerde kennen door haar 'Old Filth'-trilogie, zal zeker zijn hart weer ophalen aan haar elegante, grappige, sfeervolle verteltrant. Het personage van Polly wint het wat mij betreft zelfs van Edward en Betty Feathers: ze is uitgesprokener, excentrieker, dapperder en zwakker tegelijkertijd. Hoe ze zich (net als Robinson Crusoe) al jong verzet tegen de kerk, maar toch op haar eigen manier invulling aan het geloof blijft geven, is ontroerend.
Gardam vertelt het verhaal van deze 'schipbreukelinge' vol genade van de wieg tot het graf in bijna 300 pagina's, zonder enig hoofdstuk als reddingsboei in het verhaal te werpen. 'Crusoe' is haar het meest dierbaar van al haar werk, zei Gardam (90) in een interview, omdat het voor een deel gebaseerd is op haar moeder, die net als Polly nooit naar school ging, en haar eigen ervaring met literaire talenten die door haar familie niet op waarde geschat werden.
Een Britse collega schreef over Gardam dat ze 'schrijft als een 25-jarige met de wijsheid en subtiliteit van een messcherpe 100-jarige'.
En zo is het.
oordeel
Als personage wint Polly Flint het van Edward en Betty Feathers.
Cossee; 352 blz. € 22,99.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.