De maagd Marino : roman
Yves Petry
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Das Mag Uitgevers, 2019 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : PETR |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Das Mag Uitgevers, 2019 |
VOLWASSENEN : ROMANS : PETR |
Dirk Leyman
ru/eb/23 f
Is het een kwestie van lef of eerder een jennerige kwajongenstreek om je hoofdfiguren te bedenken met de namen Mark Oostermans en Jeroen Ullings? Literatuurvolgers weten meteen op wie Yves Petry zijn pijlen richt: De Standaard-recensent Mark Cloostermans en Vrij Nederland-redacteur Jeroen Vullings. Zij durfden het ooit aan om iets onwelgevalligs op te tekenen over Petry's boeken. Zo omschreef Cloostermans Liefde bij wijze van spreken (2015) als een 'grillige roman', die 'eigenlijk op en neer [gaat] als een vliegtuig in een luchtzak.'
Het zijn dan ook geen montere, aaibare heerschappen die Petry (°1967) opvoert in zijn nieuwe roman De geesten, al zal de sympathie van de lezer meermaals van kamp wisselen en krijgen beide hoofdfiguren uiteindelijk veel pigment. Mark Oostermans is een 'Dokter zonder Kleur', zeg maar een soort Arts zonder Grenzen. Na een liefdesbreuk met de kordate Kristien Fielinckx - we kennen haar uit zijn vorige boek - zoekt Mark zijn heil in een Afrikaans vluchtelingenkamp. 'Ga jij maar knutselen en sleutelen aan het wereldleed. (...) Want daar is Afrika goed voor: om jou de kans te geven voor Jezus te spelen. Met je wonderdoos vol medicijnen', werpt ze hem voor de voeten. In het (fictieve) Port-au-Bout en in kamp Bilonga stuit Oostermans op Jeroen Ullings, die hij zich herinnert als 'een buitengewoon ergerlijke windbuil' en nu de trom roert als hoofd van de medische staf. Toch blijken de heren gaandeweg een verstandhouding te cultiveren. Tot het gruwelijk misloopt.
Voodooritueel
"Tja, die namen", zegt Petry. "Het was een noodzakelijk voodooritueel om mezelf op te peppen bij het schrijven. Ik trek hun kop eraf en zorg voor een vulsel van eigen makelij. Ik zet een neus naar al die literaire critici die nog slechts praten over boeken op het niveau van Goodreads. Er zijn zoveel vlees- noch vis-recensies of zurigheden zonder argument. Dat punt wou ik even maken. Maar verder doen hun namen er weinig toe. Al zat ik met meer faalangst omdat dit mijn eerste boek is bij Das Mag. Je wilt je toch extra bewijzen."
In De geesten mogen de meeste personages uitblinken als wandelende vehikels voor welluidend geformuleerde ideeën. 'Het neerleggen van tegenstrijdige meningen en dierbare gedachten', daar is de roman tenslotte voor bedoeld, zo benadrukte Petry vaker. Een motto dat hij in de praktijk bracht in bijvoorbeeld zijn met de Libris bekroonde De maagd Marino (2010) of De achterblijver (2006). "Tegenwoordig wordt er buitensporig veel autobiografisch geschreven", merkt Petry. "Ik verdeel mezelf liever over verschillende personages. In elk figuur injecteer ik partikels van mezelf. Omdat mijn denkwereld niet afgebakend is. Ik schrijf om in beweging te blijven, al weet ik niet altijd waar dat toe leidt. Toch ga ik door. Wat niet belet dat ik mensen kan begrijpen die juist daarom kunst en literatuur flauwekul vinden."
In de eerste hoofdstukken van De geesten zijn we getuige van de 'lange crisis van zelfbevraging' waarin hoofdpersonage en verteller Oostermans verzeilt. Halsoverkop is hij teruggekeerd uit het vluchtelingenkamp Bilonga, alsof hij een traumatische ervaring achter de rug heeft. Hij gaat zich vertreden in het bos Mirandel, waar hij zichzelf theatraal een handvol humus over het hoofd strooit. Gaandeweg ontdekken we wat zich precies voltrok op Afrikaanse bodem. Welk aandeel heeft Mark in de brute dood van Ullings? Of koos de presuïcidale ex-jezuïet met een drankprobleem zelf voor zijn ondergang?
"Oostermans mag dan een geroutineerde dokter zijn, hij is ook een wat slappe, karakterloze figuur. Soms naïef, dan weer altruïstisch maar tegelijk ook egocentrisch", aldus Petry. Voortdurend stelt hij gewiekst morele kwesties aan de orde. Bestaat die zogenaamde gutmensch wel? Is een Afrikaans mensenleven evenveel waard als een westers? En hoe zit het met de status van hulpverleners als 'ongenaakbare weldoener', terwijl de vluchteling slechts de 'bescheiden status van beschermeling rest'?
Cynisme steekt geregeld de kop op. "Witte mannen die radicaliseren spelen in vrijwel al mijn boeken een hoofdrol", bekent Petry. "Hier is dat Jeroen Ullings. In dat 'landschap van laatste dingen' beseft hij dat je je je eigen leven slechts kunt omgooien als er iets fundamenteels verandert aan je begrip van de dood."
"Voor mij ontstaat een roman uit onenigheid", vervolgt Petry. "Uit onenigheid met de buitenwereld en met mezelf. De geesten komt voort uit een onvrede met het zogenaamde publieke debat, een wrevel over de al te makkelijke opdeling in goed en kwaad. Voor mij zijn beide eerder onontwarbaar verstrengeld. Maar op het publieke forum is ambivalentie blijkbaar niet langer van tel. Voor het gemak reken je jezelf tot het kamp van de goeden. Maar is dat werkelijk zo? Onze Facebook-achtige manier van discussiëren is erg dwingend geworden. Narcistische betweterij en gelijkhebberigheid gaan ten koste van waarheidsliefde, ironie, twijfel en nuancering. Ik ontkom er zelf niet aan. Telkens wanneer ik een stellig standpunt heb ingenomen, voel ik een zekere intellectuele schaamte. Gelukkig kan ik in een roman zoveel nuanceren als ik wil." (lacht)
Heilig geloof in het goede
Petry pikt met zijn roman ook in op het heersende debat over de gutmensch, hier gepersonifieerd door arts Margot, met haar heilige geloof in het goede, zij het niet vrij van persoonlijke motieven. "We zijn geëvolueerd naar een christendom zonder religie, naar een vermoeiend humanistisch moralisme onder 'aardige mensen'", stelt Petry. "Maar dat is evengoed conformistisch. Net waren we bevrijd van het katholieke moralisme. En zie, nu voert het linkse moralisme her en der de boventoon. Het zijn lastige tijden voor onafhankelijke geesten. Niemand mag nog ironisch zijn. Het wordt gewoonweg niet meer begrepen.
"Over het rechtse moralisme zwijg ik dan nog. Daar is helemaal geen debat mee mogelijk."
Ook bij de klimaatacties heeft Petry zo zijn bedenkingen. "Wat betekent dat, de wereld redden? Roerend hoor, die klimaatjongeren. Ik kan me hun opwinding heel goed voorstellen. Ik ben zelfs een beetje jaloers op ze. Zo'n buitenkans om op die leeftijd met een glasheldere boodschap op het maatschappelijk debat te wegen? Die heeft mijn generatie nooit gekregen. Ze hebben zelfs de wetenschap, onze enig overgebleven intellectuele autoriteit, helemaal aan hun zijde. Persoonlijk kijk ik zeer uit naar een toekomst met meer bossen, meer wilde dieren, minder auto's en vlietuigen en minder consumptieve megalomanie. Laat wetenschappers, ingenieurs, economen, de vrije markt en politici van goede wil dat nu maar uitzoeken.
"Toch zullen zij nooit de vraag kunnen beantwoorden hoe ik als individu moet leven. Als kunstenaar interesseert die kwestie mij veel meer." Voor Petry is het meteen een knipoog naar de titel: "Geest staat in mijn boek voor datgene wat ons verdeelt, wat ervoor zorgt dat we elkaar nooit echt kunnen doorgronden."
De vraag dringt zich op, aangezien een flink gedeelte van het boek zich in Afrika afspeelt en gedetailleerde evocaties biedt van het prangende vluchtelingendrama: is Petry ter plekke research gaan doen? "Mijn uitgever had me gewaarschuwd voor die vraag", grinnikt hij. "Nee, dus. Al heb ik het wel overwogen. Ik vroeg me af of het de geloofwaardigheid van mijn boek zou vergroten. Uiteindelijk leek het me beter om het niet te doen. Het zou me te zeer afleiden. Ik zou wellicht overweldigd worden door gevoelens van deernis en empathie."
Gemeen en gevaarlijk
En toch. Wie denkt dat De geesten een 'derdewereldroman' is, komt bedrogen uit. Zeker, de Afrikaanse passages zijn cruciaal (en waaieren nogal behoorlijk uit). Maar ook de liefde - zweverig omschreven als 'een botsing van duisternissen waaruit niet noodzakelijk licht ontstaat' - krijgt een ruim aandeel. Hoofdpersonage Mark Oostermans legt voortdurend zijn fluctuerende relatie met psychotherapeute Kristien Fielinckx op de rooster. We kennen Kristien uit Liefde bij wijze van spreken, waar ze, samen met haar broer Jasper, het weeskind is van verongelukte ouders. Nu krijgt ze meer contouren.
Even opvallend is hoe seks in deze roman vaak grimmige trekjes aanneemt: 'Wat is tenslotte een orgasme? Een wekker die afloopt en je doet ontwaken in het besef dat er niets is veranderd', lezen we bijvoorbeeld. Petry: 'Seksualiteit als louter pret en plezier is voor een auteur geen boeiend schrijfmateriaal. Over seksuele problemen kun je meer melden.'
Meer dan ooit heeft Petry in De geesten oog voor ensemblespel en weeft hij een paar licht burleske tableaus in. Denk maar aan het satirisch beschreven huwelijksfeest van Marks ex-vriendin Petra. Telkens weer tonen zijn personages zich rad van tong. Of gemeen én gevaarlijk, even 'listig als een orakel'. Als elegante stilist blijft Petry in de Vlaamse letteren een apart verschijnsel. Maar inhoudelijk ontdek je een subtiele koerswijziging. "Ik spreek me explicieter uit over de wereld. Voor mijn doen ben ik hier vrij betrokken op de tijdgeest. Wedden dat mijn volgende boek weer intiemer wordt?"
Das Mag, 304 p., 24,99 euro.
Maria Vlaar
ru/eb/15 f
Artsen Zonder Kleur heet de organisatie die in de nieuwe roman De geesten van Yves Petry (51) in Afrika een vluchtelingenkamp met ziekenhuis opzet. Het is een treffend beeld voor witte artsen in conflictgebieden. Petry stuurt er de arts Mark Oostermans heen op een moment dat de strijd tussen verschillende bevolkingsgroepen gevaarlijk oplaait - denk aan de Centraal-Afrikaanse Republiek.
Mark maakt een traumatische inval in kamp Bilonga mee waarbij zijn collega Jeroen Ullings wordt ontvoerd; de ware toedracht verneem je pas in het laatste hoofdstuk. Mark wordt in paniek op het vliegtuig gezet door de tolk Ibrahim, loopt verward door de straten van Brussel en over de stadsgrenzen heen het platteland op. Daar wordt hij overvallen door afkeer van het continent waar hij zoveel jaren heeft doorgebracht: 'Die bonte demonstratie van vitaliteit, dat onuitputtelijke Afrikaanse theater? (…) Ze leven en liegen en kletsen er lustig op los, geen moordpartij kan daar een eind aan maken.' Tot zijn eigen verbazing borrelen nationalistische gevoelens op: 'Nooit eerder heb ik me zo innig gerealiseerd dat er maar één plek op aarde is die ik met recht mijn thuis kan noemen. Nog zo'n gedachte die ik vroeger zou hebben gewantrouwd als zwemend naar bloed-en-bodemsentiment.'
Het is hierom dat uitgever Das Mag de roman aanprijst als een boek dat 'tegen de schenen van de tijdgeest aanschopt'. Maar Petry is meer een denker dan een schopper. Als een filosoof zet hij zinnige vraagtekens bij de drijfveren van westerlingen die Afrika gaan helpen. Doen ze het uit idealisme? Of uit persoonlijke noodzaak tot zingeving?
Idealisme, zo blijkt uit De geesten, stuit in oorlogsgebieden al snel op zijn grenzen. Hulpverleners worden gebruikt voor politieke doeleinden, en soms verraden door de mensen die ze net genezen hebben. Mark Oostermans bedoelt het allemaal goed, maar is eigenlijk naar Afrika getrokken omdat hij in België zijn draai niet kon vinden, zeker niet in de liefde. Zijn geliefde Kristien vindt hem maar een naïef jongetje en hij heeft zich laten wegsturen om in Afrika volwassen te worden.
Kristien is geen onbekende in het werk van Yves Petry. Zijn roman Liefde bij wijze van spreken uit 2015 gaat over de driehoeksverhouding tussen de schrijver Alex Jespers en Jasper en Kristien Fielinckx, van wie de ouders zijn omgekomen in een auto-ongeluk. In De geesten wordt Alex opgevoerd als liefdesobject van Jasper én verwekker van het kind van Kristien, die haar relatie met Mark verbreekt met de mededeling dat ze een kind wil van Alex en niet van hem. De ultieme vernedering. Kristien, die werkt als psychotherapeute voor gefnuikte kunstenaars, vindt hem een sufferd.
Gewoon zijn
In De geesten lezen we wat er allemaal in Mark omgaat. Zelden las ik iemand zichzelf zo in detail analyseren; niet dat zoveel zelfkennis maakt dat je beter functioneert. Wat Mark doet, is veeleer denken om niet te hoeven leven. Het is fascinerend hem te volgen in al zijn overwegingen, terwijl hij au fond helemaal niet zo interessant is. De wijze waarop hij zijn eigen en andermans doen en laten omstandig navertelt, als een getuigenis voor Kristien aan wie hij alles vertellen wil, wordt soms zelfs saai, ondanks treffende oneliners. Door zijn ogen bekeken lijkt een Afrikaans kamp, waar hij behalve de andere Artsen Zonder Kleur niemand kent, bijvoorbeeld een mislukt familiefeestje. Er is de belofte van een spektakel - wat is er gebeurd in het kamp? - maar toch vormt de gruwelijke ontknoping geen schok voor de lezer. Daar is Yves Petry ook niet op uit, hij lijkt juist een pleidooi te houden voor het gewone. Mark wil gewoon zijn: met een vrouw en een kind in een veilige buitenwijk. Het idealisme dat hij zichzelf heeft opgelegd, staat zijn geluk in de weg. Waarom heb jij geen kinderen, lachen de Afrikanen hem uit. En zo gaat hij verlangen naar veilige eigen bodem; België moet hem nu geven wat hij zichzelf eerder ontzegd heeft.
Wat Mark is overkomen in Afrika, met Ibrahim, met de opdringerige 'wereldverbeteringsagente' Margot en met chef-arts Jeroen Ullings, een fascinerende ex-jezuïet die zich opoffert en Mark in de rol van judas duwt, biedt stof te over voor een roman. Mark lijkt besmet door Jeroens nihilisme, wat not done is in een organisatie als Artsen Zonder Kleur; de twijfel aan hun rol maakt hem angstig.
Petry ruimt ook veel plaats in voor Marks leven vóór Afrika. Zo uitgebreid gaat hij in op bijvoorbeeld de moeder van de vriendin die Mark had vóór Kristien, dat het vermoeden rijst dat sommige bijfiguren een rol gaan spelen in een volgende roman. Schrijft Petry een romancyclus over Kristien en Jasper door eerst Alex en nu Mark voor het voetlicht te plaatsen, zoals ook in de romancycli van Van der Heijden zijfiguren hoofdpersoon kunnen worden?
En waarom verschilt de naam Mark Oostermans slechts twee letters van die van de Vlaamse criticus Mark Cloostermans en verschilt die van Jeroen Ullings maar één letter van de Nederlandse recensent Jeroen Vullings? Is alles dan niets meer dan een literair spel?
Misschien is na een volgend deel pas het evenwicht tussen de verhaallijnen te zien dat nu nog zoek is. Nieuwsgierigheid naar de rest van de levens van Kristien, Jasper, Alex en Mark en wie weet ook nog wel Jeroen Ullings wekt De geesten in ieder geval op.
Das Mag, 310 blz., 24,99 €
Marnix Verplancke
ru/eb/13 f
Mark Oostermans is net terug van zijn vijfde Afrika-missie voor Artsen zonder Kleur. Onder leiding van Jeroen Ullings probeerde hij in het West-Afrikaanse kamp Bilonga te redden wat er te redden viel, wat – aangezien de kampbewoners gemiddeld slechts 1,8 ledematen hadden – niet echt veel was. Geschokt door wat hij heeft meegemaakt, gaat hij op zoek naar zijn vroegere vriendin Kristien, misschien wel om de verloren jaren in te halen. Dat is het uitgangspunt van de nieuwe roman van Yves Petry, een hedendaagse pendant van Joseph Conrads Heart of Darkness . De cynische Ullings heeft immers veel gemeen met Kurtz, de koloniaal die in het hart van Congo zijn eigen despotische rijkje oprichtte. De verlichte mens is een voorspelbaar en vervelend wezen, meent hij, iemand die gelooft in de oprechte goedheid van de ontwikkelingswerker, terwijl het allemaal slechts ijdelheid is. Maar – the horror – Petry is geen Conrad. Zijn roman lijdt aan wijdlopigheid en overtuigt niet altijd, alsof hij iemand wil doodslaan met een halfvolle pmd-zak. En waarom zijn hoofdpersonages naar de critici Mark Cloostermans en Jeroen Vullings zijn genoemd is ons al helemaal een mysterie.
**
Das Mag, 307 blz., € 24,99.
Marita de Sterck
De Vlaamse auteur-filosoof (1967) werd bekend met ‘De maagd Marino’, bekroond met de Libris Literatuur Prijs, en met ‘Liefde bij wijze van spreken’*, waarin een ouderloze broer en zus verstrengeld raken in een destructieve driehoeksverhouding met de schrijver-verteller. In deze roman duiken deze personages weer op. De hoofdfiguur, een derdewereldarts, vertrekt na een relatiebreuk naar een afgelegen vluchtelingenkamp in Afrika. De teamleider, ex-jezuïet, capabele arts en stevige drinker, lijkt voor niets of niemand bang en steekt graag uitvoerige filosofische monologen af. Als er op een dag soldaten opduiken die een moordzaak in het kamp willen onderzoeken, stijgt de spanning. De roman schetst een weinig fraai beeld van westerse hulpverleners. De egocentrische hoofdfiguur probeert vooral de krenking die hij bij de relatiebreuk opliep te verwerken. Ondanks enkele wijdlopige passages een intrigerende, vakkundig gecomponeerde, eigentijdse roman die interessante vragen oproept over westerse hulpverlening en de wankele grenzen tussen goed en kwaad.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.