De ommelanden
Elvis Peeters
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Podium, 2018 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : PEET |
Dirk Leyman
il/pr/22 a
Schokkende experimenten in 'Wij' van Elvis Peeters
Seksualiteit &softReturn;kleeft ons aan
In de roman Wij – dezer dagen een populaire romantitel, zie hiernaast – volgt Elvis Peeters de (seksuele) esbattementen van een groep jongeren die alle moraal overboord hebben gezet. Het boek is griezelig accuraat geschreven en daardoor des te schokkender. De beste Vlaamse roman van 2009?
Ze zijn niet zo dik gezaaid, de auteurs die ook aan de kost komen als rocker, performer, vertaler en theaterman en op al die terreinen bovendien waardering en fijne kritieken oogsten. De Vlaamse auteur Elvis Peeters heeft er nooit zijn hand voor omgedraaid. Als een afgetrainde meerkamper blijft hij talloze artistieke disciplines bedrijven.
In de jaren tachtig was Peeters het haantje de voorste van de punkgroep Aroma di Amore en later zette hij zijn schouders onder muzikale projecten als Schnoll en De Legende. Spoedig kwam daar ook de literatuur bovenop. "Na een tijdje bevredigde het schrijven en brengen van rocksongs niet echt meer en wilde ik met de taal wat meer doen", zo noteert hij in zijn biografie op zijn website. Hoorspelen en theaterstukken, verhalenbundels als Calvados (2001) en een roman als Spa (1998) vloeiden aan een gestaag tempo uit zijn pen, steeds in co-auteurschap met Nicole van Bael. Maar voor het grote publiek bleef Peeters in Vlaanderen die hele, lange periode toch een literaire backbencher.
Het mag licht ironisch heten dat nét een Nederlandse jury Peeters' boeken op de voorgrond tilde. Met De ontelbaren (2006), een pertinente roman over de vluchtelingenthematiek, kwam hij terecht op de shortlist van de Librisprijs, waar zijn boek als "een apocalyptisch ondergangsverhaal" werd geprezen. Zo kreeg Peeters eindelijk waar hij al recht op had: meer lezers.
De kracht van Peeters' proza ligt in een franjeloze stijl die door zijn uitgepuurdheid een maximaal effect sorteert. Hij koppelt dat vaak aan een verontrustende thematiek. Die combinatie heeft hij tot het uiterste gedreven in zijn nieuwe roman Wij, waarover ongetwijfeld nog flink wat inkt zal vloeien. Neem het van ons aan: de kans is groot dat dit de beste Vlaamse roman van 2009 zal blijken te zijn – wie weet samen met Bart Koubaa's al even navrante De leraar. Dat het nu al de meest schokkende en radicale is, staat buiten kijf.
Markies de Sade
Je leest dan ook niet elke dag over een tros waanwijze minderjarige jongeren die zich consequent te buiten gaan aan steeds extremere seksuele experimenten. In de inventieve manieren waarop ze allerlei lichaamsopeningen aanwenden om ze op te vullen met pikken, vingers of scherpe objecten, waan je je af en toe in een 21ste-eeuwse variant van de boeken van markies de Sade. De talloze opstoten van perfide geweld registreert Peeters pregnant en droog, wat dan weer Bret Easton Ellis' American Psycho of het werk van Chuck Palahniuk in herinnering roept. De impact van het boek is evenredig met dat van een serie welgemikte mokerslagen, alsof je net de titelkamp met de bokswereldkampioen zwaargewichten hebt doorstaan.
Wij introduceert een aan elkaar klittend groepje van vier slimme, bijdetijdse jongens en vier meisjes die de waarde en capaciteiten van hun welgevormde lichamen feilloos kunnen inschatten. Ze hebben doodgewone namen als Thomas, Loesje, Karl, Jens, Liesl, Ruth, Sarah of Ena. Soms lijken ze onderling inwisselbaar, al is de voornaamste verteller wel degelijk de "intellectueel" van het kliekje die zijn lectuur van Cioran, Rimbaud, Nussbaum en Murakami in zijn kille verslag integreert. Peeters waakt ervoor dat de 'wij'-vorm als een mantra werkt.
Op een vreemde, achteloze wijze voelen de meisjes en jongens zich tot elkaar aangetrokken en beleven ze lankmoedig "de fysieke fantasie van elkaars lichamen". "Seksualiteit kleefde aan ons als boter aan de galg. We stonden ermee op en gingen ermee slapen, het zat ons in het lijf." Hun schuilhol is een afgelegen schuur achter een elzenbosje. Daar bezitten ze "de eeuwigheid" en houden ze de samenleving op een afstand. Toch blijken ze allerminst wereldvreemd, razend bedreven als ze zijn met technologische snufjes en games. Aan een half woord hebben ze genoeg om hun spelletjes op gang te brengen. Vooral delen ze een drang om de verveling de pas af te snijden: "Het was een verveling die om ideeën vroeg, die een leegte was waaruit een volheid kon groeien. Volgehouden verveling leidt tot een onvermoede begeestering, wanneer je je eraan weet over te geven."
Vileine creaturen
Al vrij vroeg in het boek veroorzaken de meisjes, daartoe aangepord door de jongens, een dodelijk ongeval, louter door op een snelwegviaduct post te vatten en voor voorbijrijdende auto's hun kut te ontbloten, als vilein geworden creaturen van de schilder Balthus. Schuldgevoelens koesteren ze niet, de op hun gsm gefilmde crashes zijn een bron van hilariteit. Vervolgens gaat het crescendo met hun experimenten, die steeds driester worden om nog een kick te veroorzaken. De jongens neuken om beurten een poes ("Het binnenste van een kat is niet smeriger dan het binnenste van een meisje") of laten – met stilzwijgende toestemming van de groep – een wesp los op de clitoris en tepels van een van de grietjes. Of er is het escalerende verzetje waarbij ze moeten raden welk voorwerp in anus of schede wordt gestopt: is het een slak, een fietspomp of een kurkentrekker? Dat loopt faliekant af wanneer Femke een ijskoude pegel in haar kut krijgt geschoven en haar hoofd tegen een boom belandt. Toch blijkt de dood van Femke haast een fait divers. Met een lichte toets deleten de groepsleden de gebeurtenis van hun harde schijf, alsof ze een grijsgedraaid liedje van hun iPod wissen. "Het leven bruiste verder, daar kon geen dood ons van weerhouden."
Geleidelijk aan ontstaat onder impuls van de jongens een gesmeerd lopend prostitutienetwerk, waarbij ze perfect inspelen op de wetten van de markt en vernuftig hun winst maximaliseren. De meisjes zijn maar al te bereidwillig om geld in het laatje te brengen. De mannen die in een strak tempo over hen heen gaan, worden gereduceerd tot een stukje lul: "Hun bewustzijn vernauwt zich, tot het zo eng is dat het precies in de gleuf tussen onze benen past." Het dedain voor de sullen spat ervan af. Een keer schreeuwen ze zo'n op een elektriciteitsmast geklommen loser de zelfmoord in. "Zoals neuken zonder zwanger te worden, zo moet je iemand kunnen doden zonder een moordenaar te zijn."
Peeters geeft geen verklaringen voor het gedrag van de tieners. Evenmin is hij belerend. Hij laat hun handelingen in al hun hedonistisch nihilisme voor zich spreken en is daarbij bijzonder accuraat, ook in zijn timing. Sporadisch voegt hij gitzwarte komische elementen toe of een licht elegische toon die bevreemdend werkt.
Dat de groep aan het eind versplintert, is niet onlogisch. Thomas, de opperpooier, moet nieuwe meisjes van buiten de groep rekruteren om de seksuele carroussel draaiende te houden. Dat loopt stroever. Wanneer er zo'n nieuw, 'onervaren' meisje zwanger wordt, krijgt ze met een baseballknuppel stompen in de buik tot de vrucht afgedreven wordt, in wellicht de gruwelijkste, misselijkmakende scène van het boek.
Hoe loopt het af met deze op hol geslagen welvaartskinderen? Peeters laat het in het ongewisse, een reden te meer waarom Wij maar in je geest blijft malen. Op hun achttiende hebben ze al geleefd op het scherp van de snee, geflirt met de dood en het leven. Maar dat deze genotzoekers zullen blijven verlangen naar extremere kicks, kun je blindelings aannemen: "Wij hoefden niks te bewijzen. Wij deden maar wat, wat ons te binnen schoot."
Elvis Peeters &softReturn, Wij, Podium, 172 p., 16,50 euro.il/pr/10 a
Stickers met Explicit lyrics waren we al even gewoon op Amerikaanse rap- en hiphop-cd's, maar nu zit er een gelijkaardig klevertje op de jongste roman van Elvis Peeters. Het is de eerste keer dat een roman met zo'n 'waarschuwing' in de boekhandel belandt.
Volgens Harminke Medendorp van de Nederlandse Uitgeverij Podium werd de sticker aangebracht bij wijze van promotiestunt. 'Omdat de kaft niet echt aangeeft over welk boek het gaat, wilden we het een beetje duiden. Het stickertje is dus bedoeld om deze buitengewoon sterke roman onder de aandacht te brengen. Het is een zeer expliciete roman en het stickertje is een vrolijke knipoog naar de stickertjes die je wel eens op cd's ziet.'
Van de auteur zelf horen we een iets ander verhaal. 'Op het oorspronkelijke coverontwerp zat geen sticker', aldus Elvis Peeters. 'Er stond gewoon Roman en dat kun je nagaan door de sticker weg te krabben. De klever is er gekomen toen bleek dat Nederlandse boekhandelaren zich afvroegen of de kaft wel genoeg duidelijk maakte om wat voor een boek het ging. Toen rees de vraag of er zoiets als niet voor gevoelige lezers op de kaft moest komen en uiteindelijk opteerden de uitgever en ikzelf voor een stickertje geïnspireerd op de bestaande cd-stickers.'
Hoe dan ook, Wij van Elvis Peeters doet het zowel in België als in Nederland uitstekend. Na een eerste druk van 2.500 exemplaren, zit er een tweede even grote druk aan te komen.
Wij gaat over een groepje jongeren dat de macht van hun lichaam ontdekt en die macht zonder scrupules, noch enige morele beperking aanwendt. (jdr)
www.elvispeeters.be
www.uitgeverijpodium.nl
jdr ■
Mark Cloostermans
il/pr/03 a
'Wij' is niet voor gevoelige zielen
1Moord met de vagina
Wij mist zijn start niet. In de eerste bladzijden gaan enkele tienermeisjes aan een viaduct staan en tonen hun vagina's aan de passerende automobilisten. Het is de bedoeling een ongeval te veroorzaken. Dat gebeurt ook. Met één dodelijk slachtoffer.
2Liaisons dangereuses
Nadat ze de macht van hun vagina ontdekt hebben ('Is het mogelijk dat onze kutten dit hebben veroorzaakt?'), besluiten vier meisjes en vier jongens, weldoorvoed en welopgevoed, geld te slaan uit de mogelijkheden. De jongens creëren de omstandigheden, de meisjes verkopen. Te weten: zichzelf.
Elvis Peeters maakt van zijn minderjarige pooiers en dito hoertjes geen eendimensionale personages. Er heerst in het afgelegen 'clubhuis' van de groep een prettige, vriendschappelijke sfeer; je zou er haast bij willen zijn. Het alledaagse vloeit soepel over in het grensoverschrijdende: 'Ena kon haar kut zo manipuleren dat ze een geishaballetje weer kon uitspuwen. We lachten en losten samen haar opdracht wiskunde op.'
Humor is nooit ver weg in dit stadium van het boek. Zo voelen de jongens zich helemaal niet schuldig voor het werk dat hun vriendinnen uitvoeren; ze worden integendeel jaloers op de meisjes. Die hebben namelijk zoveel seks als ze zelf willen, terwijl de jongens er de 'relationele administratie' bij moeten nemen.
3Moord met de ijspegel
Het kliekje begint uit elkaar te vallen na een seksueel experiment dat Femke het leven kost. Saillant detail: het moordwapen is een ijspegel, die al in de inleiding vermeld wordt. Daar symboliseert hij de onschuldige kinderjaren van een van de jongens.
4Wesp
Wie denkt dat je met de vaginamoord het heftigste moment uit de roman hebt gehad, zit er lichtjaren naast. Kort nadien wordt een geïrriteerde wesp losgelaten op schaamlippen en tepels.
Peeters zoomt trouwens wel vaker in op de natuur. De maan hangt in haar verschillende gestalten boven de gebeurtenissen, de wind ritselt in het maïs, een uil vliegt twee keer door het beeld. Er gaat een zomerse loomheid uit van Wij, die de lezer telkens weer in slaap wiegt - zodat Peeters des te harder kan toeslaan met nieuwe perverse ideeën en verontrustende wendingen.
5Abortus
Onvermijdelijk moet een van de meisjes vroeg of laat zwanger worden. Min of meer met de instemming van de aanstaande moeder gaan de jongens haar buik te lijf met hun vuisten. 'We maakten grapjes, we zullen een mooi figuur slaan.'
Nee, Wij is niet voor gevoelige zielen. Om de pil te vergulden, doorspekt Peeters zijn karige proza met mooie, rake zinnen. 'Als de liefde afgelopen is, wie ben ik dan om haar weer op te winden?' vraagt hij, met een woordspeling. Elders: 'We bewogen ons als roofdieren in het water der volwassenen, ze hadden niets door.'
6Zelfmoord
Wij speelt zich nadrukkelijk in het hier en nu af. Peeters recycleert onder meer een nieuwsfeit uit 2008, toen een Britse zelfmoordenaar door het toegestroomde publiek werd aangespoord om te stoppen met aarzelen en van het dak te springen.
7Koperdieven
De auteur laat het er éven op lijken dat de groep definitief het criminele pad zal opgaan, door hulp te verlenen bij een koperdiefstal. Maar na afloop verlinkt de groep de dieven bij de politie.
De 'wij' uit de titel bewandelen een eigen pad, tussen de brave burgers en de criminelen door. Vandaar dat je dit geen immorele roman kunt noemen: er komt geen moraal aan te pas. Peeters weigert ook, zeer verstandig, om het verhaal af te ronden. De laatste zin, 'De wereld ligt aan onze voeten', echoot de allereerste: 'Wij zijn vrij.' Dat zou wel eens kunnen kloppen: de tieners hebben zich intussen ontwikkeld tot wereldwijze opportunisten. Ze maken een goede kans om het te maken. Dat is misschien, na alle chills and thrills, het griezeligste moment in deze roman. Een aanrader.
Hilde Pauwels
il/pr/02 a
Immoraliteit tast onze hele samenleving aan
'De titel vloeit voort uit de inhoud van het boek', legt Elvis Peeters uit. 'Een aantal personages vormt een groep individuen. Ze stellen dat het individualisme hen collectief verbindt. Ze vormen een "wij" omdat ze geen grenzen stellen aan hun omgang met elkaar. Ze gebruiken elkaar en laten elkaar gebruiken. Dat weten ze ook, en daar kiezen ze voor. Ze laten niemand anders in hun groep toe.'
Voor wie is het boek bedoeld?
'Iedereen kan het lezen. De personages zijn allemaal jonge mensen, tieners. Het thema is vrij algemeen: de grenzen van onze moraal. Iedereen wordt ermee geconfronteerd. Volwassenen wellicht het meest, want van hen wordt van alles verwacht. Ze moeten hip zijn, er goed uitzien, op de hoogte zijn van wat er leeft, diëten enzovoort. Bij die jonge mensen is zoiets vanzelfsprekend, zij spotten met de wereld van de volwassenen. Zonder scrupules en remmingen weten zij die wereld te kopiëren. Hun lichamen zijn nog doordrongen van erotiek. Dat is iets waarvan veel volwassenen alleen maar dromen.'
Welke sfeer stopte u in het boek?
'Het manuscript werd door een aantal lectoren gelezen. Die vinden het een enorm rauw boek. Ik schrok er trouwens ook zelf van bij het schrijven en bij het nalezen. Want er is een verregaande immoraliteit bij de personages te vinden. Het boek is keihard, het is een doeltreffend portret van jonge mensen die op de vuilnisbelt van onze welvaart spelen. Het is weliswaar geen thriller, toch is het huiveringwekkend.'
Waar haalde u uw inspiratie?
'De roman is op de realiteit geënt die ik ken uit het nieuws en getuigenissen. Niet dat ik er speciaal naar op zoek ga, wel hou ik mijn ogen en oren open. De samenleving heeft een duistere kant en die kreeg in het boek vorm. Heel vanzelfsprekend groeide dat beeld. In de media vind je geregeld schokkende verhalen. In Duitsland roosterde een groep jongeren het gezicht van een dakloze, uit verveling. Dat voorbeeld staat niet in het boek, maar die dingen gebeuren dus wel. De krachtbundeling van dat soort gedrag, en het feit dat het boek zich in een provinciestadje afspeelt, maakt het extra confronterend.'
Hoe ging u tewerk voor dit boek?
'Het afgelopen jaar was ik heel intensief bezig met uitpuren en herschrijven. Ik werk samen met Nicole van Bael, we delen ons pseudoniem. Daarvoor waren we al langer bezig met het verzamelen van materiaal, we hebben veel gecomprimeerd. Wellicht schrapten we ongeveer de helft. Hard werken is zoiets.'
Ziet u een rode draad in uw werk?
'Niet bij de pakken blijven zitten, actief in je omgeving ingrijpen. Dat vind ik belangrijk. Misschien klinkt dat als rode draad nogal vaag. Maar ik wil niet te vrijblijvend werken. Het gaat er mij in dit boek niet om me uit te leven in immoraliteit. Jammer genoeg is immoraliteit vandaag de dag aan de orde, denk aan de economische crisis. Op veel zaken die vroeger werden verguisd, wordt nu zonder enige gêne teruggekomen. Nationalisering zou weer kunnen, net als kernenergie. Dat toont dat er absoluut geen moraal in de economie speelt. Voor winst moet alles wijken. Van vandaag op morgen kan alles anders zijn. Het is bijna grappig om naar economen te luisteren. Dat is het onderliggende thema van het boek. Immoraliteit tast onze hele samenleving aan. Ik wil kanttekeningen blijven plaatsen, niet zomaar alles aanvaarden wat wordt gezegd.'
Elvis Peeters,
Wij,
uitgeverij Van Halewyck,
192 blz., 16,50 euro
Herman Jacobs
i /un/10 j
'We waren een gesloten clubje, alleen de meisjes gingen open voor wie daarvoor betaalde.' Een zin die u al een idee geeft van wat u in Wij , de nieuwe roman van Elvis Peeters, zoal kunt verwachten. Nuchtere zakelijkheid geeft hier de toon aan - maar zit er niet ook iets van humor in?
Dat is inderdaad een vraag die je bij dit boek sowieso kunt stellen. Maar als in Wij al van humor sprake is, dan in ieder geval buitengewoon laconieke: deadpan , kalm als een overledene - en evenzeer in de regionen van de dood verzeild geraakt. En overigens van de soort die eigenlijk niet van sadisme te onderscheiden is. Zoals de vertellers van dit boek in meer dan één opzicht aan late nakomelingen van Sade doen denken.
Die vertellers, en dat is het werkelijk schokkende (of ook weer niet), zijn een groepje adolescenten. Zestien? Geen achttien, in elk geval. 'Wij zijn vrij', beginnen ze hun verhaal. 'Zonder slag of stoot zijn wij vrij. Wij zijn niet zo geboren, wij zijn niet zo opgevoed, wij zijn het omdat wij het zo willen. Waar of niet? We halen onze schouders op. Waar. Waar. Waarom niet?'
En die vrijheid, die gebruiken ze om te experimenteren met het eigen lichaam en dat van de anderen. Het begint ermee dat ze dat lichaam inzetten om automobilisten op de snelweg af te leiden. Al heel snel ontdekken ze dat de meisjes daar succesrijker in zijn dan de jongens. Ze hoeven hun rokje maar op te tillen, en - 'Vier jonge kutten. Wie wil dat niet zien? 's Ochtends om halfelf.' Op dag twee hebben ze al resultaat: iemand verliest de macht over het stuur. Eén dode, drie zwaargewonden, drie lichtgewonden. 'Het was grappig te beseffen hoe wij in het leven van die mensen hadden ingegrepen.' 'Wij waren jong, niet pervers', vinden ze zelf.
Vanzelfsprekend moeten op zo'n begin nog pittiger dingen volgen. Het groepje gooit zich in de prostitutie - in een ander verband heet het: 'We zouden het spel tot het einde spelen en het tot het einde als een spel beschouwen', maar ook hierop lijkt de zin geheel van toepassing. Vervolgens doen zich onder meer nog een dodelijk ongeval bij een van de seksspelletjes van de groep voor, verkrachting, iemand die met succes wordt aangemoedigd om de zelfmoord die hij zich ostentatief staat voor te nemen ook echt te begaan, een brute doe-het-zelfabortus.
Gaandeweg wordt de toon ook net dat ietsje grimmiger dan nodig is om Wij te doen uitgroeien tot een regelrecht beklemmende leeservaring. Deze roman kan nu al naast, of eigenlijk boven het identiek getitelde nieuwe boek van Jeroen Olyslaegers (zie ook Knack van 19 april) in het lijstje van de beste Vlaamse romans van dit jaar. En toch is er ook iets onbevredigends aan - en dan niet in de eerste plaats doordat Peeters, die over het algemeen gebald en krachtig formuleert, helaas soms toch ook stilistisch een lelijke schuiver maakt ('Seksualiteit kleefde aan ons als boter aan de galg': éven klinkt het als een meesterlijke zin, maar het is gewoon nonsens). Het is namelijk alsof de auteur zich af en toe toch zelf in het verhaal mengt, waardoor de zo effectrijke laconieke toon dan even plaats moet maken voor een soort boodschapperigheid. Al in de allereerste alinea is dat zo: 'Zonder slag of stoot zijn wij vrij', nietwaar? Het is alsof hier onbewust het zelfverwijt doorheen schemert: '(we weten wel dat we daar geen enkele verdienste aan hebben en er ook geen bijzonder goed gebruik van maken)', terwijl de 'wij' nu juist helemaal niet onder welk zelfverwijt ook gebukt gaat, en überhaupt introspectie resoluut de pas afsnijdt - dat wordt zelfs meer dan eens min of meer letterlijk zo gezegd.
Veel effectiever is natuurlijk de personages zelf het werk te laten doen, wat Peeters dan ook meestal doet, zoals wanneer een van de meisjes vrolijk zegt: 'Dat noem ik rendement.' Een concrete mededeling, die echter ook symbolisch mag worden opgevat - het is vast niet toevallig dat dit boek nu verschijnt, in deze tijden van algehele inhaligheid en doorgeschoten graaicultuur . Wij is onbetwistbaar een erg knap en beklijvend boek. Bijna een meesterwerk.
ELVIS PEETERS, WIJ , PODIUM, AMSTERDAM, 171 blz., 16,50 EURO.
31/12/2009
Jarenlang timmerde Elvis Peeters in de schaduw aan zijn oeuvre. Wat ruimere bekendheid verwierf hij dankzij de nominatie van De ontelbaren voor de Libris Literatuurprijs, maar nu is het tijd voor een definitieve doorbraak. Zijn onthutsende nieuwe roman Wij verdient niet enkel het respect van de critici, maar ook een groot lezerspubliek.
Het boek opent met een melancholische herinnering aan de winter. Thomas breekt een ijspegel af en bewaart het wonderlijke natuurverschijnsel in het vriesvak. Dit beeld van het ongerepte kind contrasteert fel met dat van de puber Thomas en diens vrienden in de volgende bladzijden. Het is een broeierige zomer en de jongeren vervelen zich te pletter. Ze staan verdoofd in het leven, hebben niets meer te bevechten ("Wij zijn vrij. Zonder slag of stoot zijn wij vrij.", zo opent het eerste hoofdstuk), niets meer te verlangen (de laatste regels van het boek: "We keerden een voor een terug naar huis. Waar het ons aan niets ontbrak. De wereld ligt aan onze voeten.") Om dat gevoel van verzadiging en banaliteit te doorbreken, beginnen ze te experimenteren. Wat begint met een onschuldig idee ? de meisjes uit de groep gaan naakt op een viaduct boven de snelweg staan wuiven ? eindigt met fatale gevolgen: een verschrikkelijk verkeersongeval. Meisjes kunnen met hun lijfjes de wereld naar hun hand zetten! Meteen is de sleur doorbroken en groeit het besef dat het lichaam misschien nog een bron van kicks kan zijn. Maar ook hier treedt gewenning op en de spelletjes nemen steeds perversere vormen aan. De erotische ontdekking van elkaar verwordt immers rap tot routinematige seks en er volgen dus steeds aberrantere vormen van seksualiteit. Wanneer ook die niet meer voor voldoening zorgen, ontpoppen de pubers zich tot hoeren en pooiers. De grenzen worden onnavolgbaar snel verlegd en telkens sneller overschreden, de verlangens worden al te gauw ingevuld, de voldoening wijkt alsmaar. De jongeren verliezen elk ethisch besef en zelfs wanneer een van de vriendinnen er het leven bij inschiet, zorgt dat niet voor een catharsis, maar integendeel voor nog grotere afstomping. Hun zoektocht naar sensatie(s) leidt uiteindelijk slechts tot (zelf)destructie en volledige gevoelloosheid.
Wij is een ontluisterend portret van een hedendaagse jeugd die er niet in slaagt haar doelloosheid te overwinnen. Het perspectief is dat van de jongeren die elk kader kwijt raken en niet merken dat ze met wat ze in hun eigen wereldje opbouwen steeds verder ontsporen. Een voor een komen ze aan het woord, de een nog illusielozer dan de ander. Met de meesterlijke combinatie van een doorgedreven emotieloze vertelwijze en een accumulatie van verdorvenheden slaat Peeters je van je stoel. Wij is een rauw, hard en nihilistisch boek, het is liefdeloos, hopeloos, verschrikkelijk, walgelijk, maar het is een adembenemende roman. [Carl De Strycker]
Marita de Sterck
De Vlaamse romanauteur-dichter-rockartiest (1957) haalde de Libris Shortlist met ‘De ontelbaren’, een confronterende toekomstroman over een explosieve migratiestroom. De vlijmscherpe, onderkoelde verteltoon van die apocalyptische vertelling keert terug in deze loeiharde roman. Op de cover waarschuwt een sticker: expliciete roman. Geen loze woorden bij dit verpletterend verontrustend boek. Bij het begin van de zomer trekken acht adolescenten rond, zich zeer bewust van de kracht van hun lijven, voortdurend op zoek naar grensoverschrijding. Op een brug over de snelweg trekken de vier meisjes hun slipjes omlaag, tot een fataal ongeval volgt. De groep gaat steeds verder met hun experimenten, tot een van hen overlijdt. Via het internet zetten ze een escortbedrijf op, ze schelden een aarzelende zelfmoordenaar uit tot hij springt en plaatsen het filmpje op YouTube. Genadeloos en wreed, onverschillig als roofdieren, laten ze een spoor van vernieling achter. Een pijnlijke, rauwe, maar ongemeen rake, grootse, grove roman, die dagen blijft nazinderen en vele huiveringwekkende vragen oproept. Vrij kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.