Tegen klimaatverandering
Nick Hunter
Nick Hunt (Auteur), Paul van der Lecq (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Thomas Rap, 2018 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : WETENSCHAPPEN : 555.3 HUNT |
Marcel Hulspas
ru/eb/16 f
Tot zover Nick Hunts kennismaking met de Bora, de ijzige stormwind die zich van tijd tot tijd vanuit de hogere delen van de Balkan door de nauwe bergpassen perst, richting de Adriatische Zee. Iedereen sloot deuren en ramen; Hunt reisde de Bora tegemoet. Hij wilde hem aan den lijve ervaren. Net als de Helm, de Föhn en de Mistral.
Hunt is pas gelukkig wanneer hij wordt weggeblazen. Het is ook een kwestie van geluk hebben. De Helm, een barre wind in het grensgebied van Engeland en Schotland, weet hem bijna te ontglippen. Andere wachten hem op en smijten hem neer.
Hunt kan schrijven. Meeslepend, zogezegd. Het zijn niet de gesprekjes hier en daar die de lezer vasthouden, en ook de meteorologische en geografische faits divers - nee, Hunt boeit vanaf het moment dat het lichte briesje wat sterker wordt, of kouder. Wanneer het licht verandert, wolken zich samenspannen en dennenbomen beginnen te kreunen. Wanneer het geweld hem langzaam insluit. Vanaf dat moment huiver je mee.
Soms wordt het hem te veel. De Föhn sloopt hem. Na een oorverdovende nacht weet hij nog steeds van geen wijken.
'Het gebulder hield aan zonder ook maar een moment af te nemen, als een treincrash waaraan geen einde komt. Er leek een onbegrensde hoeveelheid energie te zijn ontketend, een eeuwigdurende reactie. Ergens in de afgelopen twaalf uur was er in mijn hoofd een knop omgedraaid: ik had er geen lol meer in. Ik was van ver gekomen om de wind te vinden, maar nu wilde ik voor het eerst niets liever dan dat hij stopte. Ik wilde dat hij stopte toen ik naar adem snakkend mijn tent oprolde. Ik wilde dat hij stopte toen hij me met elke stap een zet gaf, treiterde en geselde...'
Hij is een Europese storm chaser. Met een gouden pennetje.
****
Thomas Rap; 350 pagina's; € 21,99.
Marnix Verplancke
em/ov/07 n
‘Ik heb verschillende tochten in de omgeving gemaakt, maar door die wind was het steeds onmogelijk iets te doen’, schreef Vincent van Gogh op 9 maart 1888 vanuit Arles aan zijn broer Theo. De mistral woei iedere dag keihard en ijskoud, ‘een knagend venijn,’ zoals de schilder zei. Uiteindelijk zette hij zijn ezel vast met pinnen van een halve meter lang die hij in de bodem sloeg en schilderde hij een paar van zijn meest fantastische doeken, waarop je de wind ziet en voelt hoe Van Gogh met hem worstelde. Twee maanden later liet hij zich opnemen in een psychiatrische instelling in Saint-Rémy- de-Provence, waar hij een jaar bleef en van Theo een brief ontving met de veelbetekenende vraag: ‘Waait de mistral daar net zo hard als in Arles? En ben je daar net zo gek?’
Er zijn verschillende verklaringen bedacht voor de waanzin van Vincent van Gogh, van het lood in zijn verf tot de alsem in zijn absint, maar dat de mistral hem geen goed heeft gedaan, is zeker. Hij bleef maar schrijven over die wind, en hij bleef hem maar schilderen. En hij was niet alleen. Ook Claude Monet, Paul Cézanne en Pierre-Auguste Renoir kwamen er niet van los. Wind, dat is meteorologie, denken wij nogal eens makkelijk. Fout dus, wind is cultuur, geschiedenis en politiek, ontdekte de Britse schrijver Nick Hunt toen hij zich begon in te lezen in de winden van Europa, en van de weeromstuit besloot hij er een boek over te schrijven, Waar de wind waait .
Europa kent een heel aantal periodiek terugkerende winden, zoals de sirocco of de halny. Om het een beetje behapbaar te houden, beperkte Hunt zich tot vier: de helm, de mistral, de föhn en de bora. De man wilde er immers niet alleen over schrijven, hij wilde ze ook aan den lijve ondervinden. Anderhalf jaar lang wandelde hij, wind mee of wind tegen, door grote delen van Europa, op zoek naar de verhalen die de lokale bevolking al eeuwen over die winden vertelt.
Starten deed Hunt thuis, in de Britse Pennines, waar de helm regelmatig hels uit de hoek kan komen, waardoor boeren naar eigen zeggen soms wel drie dagen lang hun schuurdeur niet konden openen. De helm zou aangekondigd worden door de bar, wist hij, een grote, eenzame wolk, bovenaan wit en door de zon beschenen, onderaan dreigend grijs. Hunt liep en liep, dacht soms het begin van de bar te zien, maar het werd uiteindelijk niets.
Als lezer moet je dus wat geduld hebben voor Hunt de wind in de zeilen krijgt, maar eens zover blijkt hij een reus van een verteller te zijn, iemand die van in de wind lopen een heldendaad kan maken, een saga over de verovering van de elementen en de ontdekking van de wereld. Hij vertelt hoe de föhn tot de onafhankelijkheid van Zwitserland leidde doordat die er onrechtstreeks voor zorgde dat Wilhelm Tell aan zijn Oostenrijkse bewakers kon ontsnappen, zodat hij nadien een leger op de been kon brengen om de bezetter terug richting Wenen te ranselen. Hij ontmoet een kruisvaarder op zoek naar heksen en in Triest raakt hij verzeild in een museum waar in talloze doosjes en tupperwarepotjes wind bewaard wordt.
Het intrigerendst van al is hij echter wanneer hij het heeft over de invloed van de wind op de mens. Individueel, omdat de föhn tot neusbloedingen en depressies kan leiden, maar ook collectief. Hunt volgde de bora van Kroatië, over Slovenië naar Noord-Italië. Iedereen had het over de positieve eigenschappen van die frisse wind, die kracht en gezondheid bracht. Dit in tegenstelling tot de jugo, die precies de omgekeerde richting opwaait, de ‘Afrikaanse wind’ werd genoemd en geassocieerd werd met ziekte en verderf. Hunt maakte zijn wandeling begin 2016, toen de vluchtelingencrisis nog hevig voelbaar was. Hij kwam ontelbaar veel mensen tegen die met hun hele hebben en houden het traject van de Afrikaanse wind volgden, hij zag hekken oprijzen en hoorde overal verwijten.
****
Thomas Rap (oorspronkelijke titel: Where the Wild Winds Are), 352 blz., € 21,99.
B. Schmidt
In zijn eerste reisboek wandelde reisschrijver en journalist Nick Hunt naar Istanbul. In dit tweede reisboek gaat hij op zoek naar beruchte streekwinden die hele gebieden van Europa soms dagenlang in hun greep weten te houden. Hij reist dwars door het continent, op zoek naar de plekken waar hij de wind op volle sterkte kan ervaren. Naar Engeland voor de Helm, naar Zwitserland voor de Föhn, naar Frankrijk voor de Mistral en naar Slovenië en Kroatië voor de Bora. In het gebied gaat hij te voet want, zo zegt hij, “alleen dan kun je de wind echt voelen”. Het resulteert in vier reisverhalen met persoonlijke belevenissen, natuurbeschrijvingen doorspekt met lokale geschiedenis en natuurlijk veel informatie over het weer. En als die beruchte wind, soms na dagen wachten, opsteekt dompelt hij de lezer ook nog eens onder in razende en kolkende luchtmassa’s, soms ijskoud en soms juist zo warm dat de sneeuw op de berghellingen smelt. Een klassiek reisboek met een originele, rode draad. Ook voor weer amateur meteorologen. Uit het Engels vertaald en geïllustreerd met simpele zwart-wit kaarten.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.