De dood in haar handen
Ottessa Moshfegh
Ottessa Moshfegh (Auteur), Tjadine Stheeman (Vertaler), Lidwien Biekmann (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Hollands Diep, 2018 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : MOSH |
Marnix Verplancke
te/ep/19 s
Elf jaar geleden schreef Don DeLillo Falling Man, een roman waarin een performancekunstenaar een man speelt die op 9/11 uit een van de Twin Towers naar beneden springt met de bedoeling zijn publiek te begeleiden bij het verwerken van de aanslagen. Het was geen geslaagd boek, was zo ongeveer iedereen het eens, een beetje te gezocht en niet overtuigend. Misschien was er gewoonweg nog niet voldoende tijd overheen gegaan om een echt goed boek over de betekenis van 9/11 te schrijven, opperden een paar critici. En misschien zou dat boek trouwens niet echt over de aanslagen gaan, meenden anderen dan weer, maar wel over de tijd waarin ze plaatsvonden.
Ottessa Moshfeghs Mijn jaar van rust en kalmte, dat eindigt met de zin 'Een mens, een vrouw die het onbekende tegemoet duikt en klaarwakker is', zou wel eens dat boek kunnen zijn.
In een lange flashback vertelt het vrouwelijke hoofdpersonage van die roman hoe ze in de zomer van 2000 beslist om een jaar te slapen. Ze gaat naar de dokter, laat zich een batterij slaappillen voorschrijven en duikt haar bed in. Op het eerste gezicht heeft ze helemaal geen reden voor deze vlucht in het onbewuste. Ze komt van een goede thuis, kreeg de kans te studeren en werkt als receptioniste in een hippe galerie. Nee, wanneer je haar vergelijkt met haar beste vriendin Reva, die boulimisch is, helemaal alleen, en dus zonder de door haar zo begeerde man en kinderen in een stinkend appartement in een slechte buurt van New York woont, heeft ze het goed getroffen.
Al kan dat natuurlijk ook schijn zijn. De vertelster gaat immers ten onder aan de intellectuele en emotionele leegte waaraan het solipsistische Manhattan lijdt. Dat ze in de knoop ligt door de dood van haar vader en de daaropvolgende zelfmoord van haar moeder kan ze aan niemand kwijt. Nog het minst aan haar veel oudere vriend Trevor, die weleens een echt onmens zou kunnen zijn wanneer hij haar mond gebruikt als een reservoir voor zijn zaad en niet alleen een ironische persiflage ervan.
Ook met de ingeblikte tegencultuurtroep die ze in galerie Ducat voor schrikbarend hoge bedragen aan de man brengt, heeft ze moeite. Wat bijvoorbeeld te denken van de 23-jarige puber Ping Xi die dripping-schilderijen à la Jackson Pollock maakt met zijn eigen ejaculaat?
Maar ze doet haar best. Net zoals de andere blonde vrouwen uit haar nette buurt die botox laten spuiten, borstvergrotingen nemen en hun kutje strak laten trekken voor hun man of personal trainer, onderwerpt ze zich ieder weekend aan het geritualiseerde masochisme. Het begint met een darmreiniging, daarna komen een gezichtsbehandeling en highlights, gevolgd door fitnessen in een veel te dure sportschool waar ze in een hammam gaat liggen tot ze scheel ziet. Het resultaat is dat ze net als Faye Dunaway of Farrah Fawcett een kilo of tien onder haar ideale BMI zit, waardoor de dokter vraagt of ze voedselvoorschriften neemt.
Nachtmerrie
Zoals u al gemerkt zult hebben, is Ottessa Moshfegh een meester in de vlijmscherpe maar tezelfdertijd ook ingehouden humor, iets wat ze ook in haar vorige, voor de Man Booker Prize genomineerde roman Eileen al toonde. En in het laten aanvoelen van de verveling die gepaard gaat met dit verdoofde leven. Moshfeghs vertelster kijkt dagenlang naar films en neemt zelfs een doos boeken mee die ze op straat vindt met daarin - knipoog knipoog - Don DeLillo's Mao II. 'O slapen', bedenkt ze, 'er was niets wat me zoveel plezier gaf, zoveel vrijheid, de kracht om te voelen, te bewegen, te denken, te fantaseren, op veilige afstand van de ellende van mijn wakende bewustzijn.'
In feite heeft de vertelster maar contact met één ander mens, de reeds genoemde Reva. Zij is het die op bezoek komt met spijs en drank en naast haar gaat zitten wanneer ze na het slikken van haar pillencocktail in slaap valt voor de tv. En zij is het ook die door haar baas, wanneer hij haar seksueel beu is, weggepromoveerd wordt naar een mooi kantoor in de Twin Towers.
9/11 was meer dan de dag waarop Moshfeghs vertelster wakker werd na haar jaar van rust en kalmte, het was ook de dag dat heel Amerika ontwaakte uit de solipsistische nachtmerrie die het al die tijd voor de realiteit had gehouden.
Kathy Mathys
te/ep/28 s
In het geval van seriemoordenaars is het makkelijk: we lezen en huiveren, leven liever niet met hen mee. Maar hoe zit het met personages die gewoon ronduit irritant zijn? Moet je geduld opbrengen, misschien zelfs begrip, voor iemand als het hoofdpersonage in Mijn jaar van rust en kalmte? Deze lezer had het er af en toe knap moeilijk mee.
De naamloze verteller, voormalig werknemer in een kunstgalerie, is een vrouw met een riante flat aan de Upper East Side in Manhattan. Over geld hoeft ze zich geen zorgen te maken; de erfenis van haar ouders is substantieel. Ze is een uitzonderlijke schoonheid, vergelijkt zichzelf zowel met Sharon Stone als met de jonge Lauren Bacall. Haar intelligentie is niet zichtbaar en dat stoort haar. Mensen doen aardig op een onzekere manier, geïntimideerd als ze zijn door haar uiterlijk.
De vrouw wil haar leven tijdelijk bevriezen. 'Ik neem gewoon een tijdje vrij', zegt ze. Ze leeft op een cocktail van pillen zodat ze bijna de hele tijd onder zeil is. Af en toe wordt ze wakker voor koffie en dierenkoekjes. Dat houdt ze meer dan een jaar lang vol. Als ze wakker is, bekijkt ze films uit de jaren 90 of denkt ze na over haar ex, een heel foute man.
Het is vooral de manier waarop ze omgaat met haar enige 'vriendin' die het de lezer lastig maakt. Reva zou oppervlakkig zijn, te conventioneel, te veel gefocust op uiterlijkheden. Dat mag dan wel ten dele kloppen, de hoofdpersoon is ronduit gemeen en sadistisch tegen Reva.
Jane Austen
In het Engels heet dit boek My year of rest and relaxation. Het woord 'relaxation' herinnert, meer dan 'kalmte', aan de wellness- en zelfhulpcultuur waar de verteller zo van gruwt. Verder beginnen beide woorden in de Engelstalige titel met dezelfde medeklinker. Dat doet dan weer denken aan titels als Pride and prejudice of Sense and sensibility. In wezen is de verteller een Austenachtig personage, maar dan net iets anders. Dat lijkt ook de cover van het boek te willen suggereren: de vrouw voorop poseert voor een ouderwets portret, maar haar tepel is zichtbaar. Net als Austens Bennet-zussen is de hoofdpersoon op zoek naar een manier van leven. Ze gaat slapen uit zelfbehoud. Het lijkt een passieve keuze, maar zelf ziet ze dat anders. Uiteindelijk wil ze een nieuw mens worden door al dat slapen. Al heeft ze een hartstochtelijke hekel aan zelfhulp en standaardtherapieën, ze wil wél dat haar emoties 'kwamen en gingen, als koplampen van een auto die zwak door een raam schijnen (...)'. Dat klinkt verdacht veel als mindfulness.
Slapende personages kunnen geen boeiende boeken opleveren, zou je denken. Wel dus. Moshfeghs roman ziet er op het eerste gezicht monotoon uit, maar dat is het niet. In het tweede deel gaat de hoofdpersoon zelfs de straat uit voor de begrafenis van Reva's moeder. Ze denkt na over de dood van haar eigen ouders. Koele kikkers waren dat, zo lezen we. De relatie met haar aan alcohol verslaafde moeder was getroebleerd. Deze passages brengen je dichter bij het hoofdpersonage.
Whoopi
Mijn jaar van rust en kalmte is een ideeënroman waarin de schrijfster op zelfverzekerde toon tal van onderwerpen meeneemt: verslaving, de therapiecultuur, de ijdelheid van de rijken, hedendaagse kunst, vrouwelijke seksualiteit, om er maar enkele te noemen. Over die hedendaagse kunst heeft de verteller een uitgesproken mening. 'Ingeblikte tegencultuurtroep' noemt ze de kunstwerken op haar voormalige werkplek.
De humor smelt naadloos samen met de duisternis en de somberte, verdiept die af en toe. Het is erg grappig hoe de verteller dweept met Whoopi Goldberg, iets wat ze overigens haarfijn weet te verklaren.
De schrijfster stevent af op een spannende ontknoping, net zoals in haar debuut Eileen. Over die finale blijf je lang nadenken, net als over enkele uitspraken van dit arrogante hoofdpersonage. Mijn jaar van rust en kalmte is een fascinerende leeservaring. Je voelt zowel bewondering, als afkeer voor wat Moshfegh schrijft.
Vertaald door Lidwien Biekmann en Tjadine Stheeman, Hollands Diep, 240 blz., 21,99 € (e-boek 9,99 €). Oorspronkelijke titel: 'My year of rest and relaxation'.
Persis Bekkering
te/ep/22 s
Ze is jong, extreem knap, rijk en woont in Manhattan. De naamloze hoofdpersoon van Mijn jaar van rust en kalmte heeft alle privileges aan haar kant staan, en toch wil ze ontsnappen aan haar leven in de New Yorkse kunstwereld. Met behulp van een enorme berg slaapmiddelen, verkregen op recept van een warrige psychiater, brengt ze een heel jaar slapend door. Soms, als ze half-wakker is, komt haar 'beste' vriendin langs, die ze het liefst vernedert, en af en toe een ex, voor wie ze ook weinig vriendelijke woorden heeft. Wanneer ze wakker wordt, blijkt ze van alles te hebben gekocht: vreemde outfits, tien bakken Chinees afhaalvoedsel.
Het uitgangspunt van de nieuwe roman van de Amerikaanse Ottessa Moshfegh is op zichzelf al een protest. Een boek over de existentiële angst en first world problems van een in alle opzichten bevoordeeld personage: wie zit daar nu nog op te wachten? De wereld staat in brand, girl. En toch schreef Moshfegh, wier handelsmerk onuitstaanbare personages lijkt ze zijn, een intrigerende roman.
Het helpt dat die gesitueerd is in 2000 en 2001; het einde van de periode-Clinton, het begin van de regeerperiode van Bush. De aanslag op de Twin Towers zie je in de roman al van mijlenver aankomen. Een 'period piece' dus, waardoor je geneigd bent in het verhaal van de slaapster een fabel te lezen, een metafoor. Haar innerlijke leegte en gebrek aan verlangens, maar ook aan echte problemen, staat voor het Amerika van voor de Irakoorlog en voor de crises van vandaag.
Toch weerstaat Mijn jaar een dergelijke interpretatie, daarvoor is Moshfegh te dwars. De laatste maanden van haar winterslaap legt haar personage zichzelf in handen van een oppervlakkige kunstenaar, Ping Xi, die met haar mag doen wat hij wil, als ze maar door kan slapen. Over de schilderijen die hij van haar maakt, zegt hij: 'Deze doeken laten zien waar wij doorheen slapen terwijl we de verplichte schoolboeken lezen. We worden in slaap gesust, gehersenspoeld door een systeem dat het geen bal kan schelen wie we werkelijk zijn. Deze schilderijen zijn opzettelijk saai.' De verstelster is er niet van onder de indruk: 'Dacht hij soms dat dat een origineel concept was?'
Misschien nodigt Moshfegh de lezer uit om wel degelijk enige empathie te voelen voor haar draak van een personage. Want ook al lijkt haar leven perfect, verdriet kent ze ook. Ze heeft haar ouders kort na elkaar verloren, de flinke erfenis gebruikt ze om haar winterslaap te financieren. Ook al had ze geen emotionele band met hen, toch heeft hun dood haar ontregeld, omdat de mensen die faalden haar lief te hebben nu verdwenen zijn, en ze die liefde nooit meer kan opeisen.
Daarnaast denkt ze door haar schoonheid gevangen te zijn in de oppervlakkige mondaine wereld in New York. Zelfs de kunst, overgeleverd aan kapitalisme, biedt geen uitweg: 'Ik had net zo goed op Wall Street kunnen werken.' Het verklaart het cynisme en de levensafwijzing van deze vrouwelijke Oblomov.
Zoals Ping Xi zijn schilderijen 'opzettelijk saai' noemt, zo saai is de roman. Ook wat dat betreft is Moshfegh een dwarsligger. Romans verkopen steeds slechter, uitgevers flirten met big data die bestsellers moeten voorspellen, en zij schrijft een monotoon (maar humoristisch) boek over iemand die ligt te slapen. Die pesterigheid is verfrissend, en emanciperend bovendien.
****
Uit het Engels vertaald door Tjadine Stheeman en Lidwien Biekmann. Hollands Diep; 240 pagina's; € 21,99.
(R.S.)
te/ep/19 s
Ambien, Solfoton, Valium, Xanax, lithium, Haldol, Noctec, Neuroproxin, Silencior, Nembutal: ze heeft ze allemaal geprobeerd maar de slaap wil niet komen. Soms dommelt ze een paar uur weg terwijl ze in haar luxeappartement oude VHS-banden bekijkt (liefst films met Whoopie Goldberg of Harrison Ford) maar eens echt goed uitslapen lukt niet.
Ze blijft naamloos, deze hedendaagse New Yorkse versie van Doornroosje. Nadat haar prins haar verlaten heeft en haar ouders overleden zijn, heeft ze besloten een jaar knock-out te gaan. Fuck de buitenwereld, fuck de ratrace, fuck meedoen. Op aanraden van haar psychiater annex kwakzalver Dr. Tuttle begint ze te experimenteren met Infermiterol, een Duits geneesmiddel dat haar drie dagen aan een stuk onder zeil brengt. Het levert haar slaap maar ook black-outs op: soms bestelt ze in haar slaap online lingerie, soms blijken haar nagels gemanicuurd, soms staat haar koelkast vol afhaalchinees. Tussendoor krijgt ze nog bezoek van haar hardnekkige vriendin Reva en er dwaalt een videokunstenaar in haar appartement rond die haar winterslaap wil documenteren maar zij kunnen haar eenzaamheid niet verlichten.
De grote vraag is natuurlijk: waarom? Rouwt ze om haar dode ouders, moet ze bekomen van haar knipperlichtrelatie met Trevor, is ze ontgoocheld in de kunstwereld waarin ze een tijdje vertoefde? Of staat haar slaap symbool voor een hoogmoedige natie die blind is voor het wereldleed dat ze veroorzaakt – is het toevallig dat deze nieuwe roman van Ottessa Moshfegh eindigt met het instorten van de WTC-torens?
Een roman over een vrouw die slaapt: klinkt als een recept voor saaiheid maar Moshfegh heeft duidelijk talent op overschot om de lezer wakker te houden. Vooral de spitse dialogen en de cynische observaties houden het leeslampje aan en haar slaapdronken protagonist is vaak zo bitchy dat je hardop moet grinniken. Insomnia was zelden zo grappig.
***
Hollands Diep (oorspronkelijke titel: My Year of Rest and Relaxation), 240 blz., € 21,99.
Naar gegevens van Drs. Madelon de Swart
In de herfst van 2000 wordt een vijf jaar eerder aan Columbia afgestudeerde, nooit bij naam genoemde jonge kunsthistorica ontslagen door een galerie in New York om haar toenemend pillengebruik. Ze vindt dat ze een jaar rust en ontspanning nodig heeft om haar leven weer op orde te krijgen. Op het oog heeft ze alles: ze is knap, goed opgeleid en met de erfenis van haar overleden ouders kon ze een mooi appartement in New York kopen. Toch is ze niet gelukkig, haar ex-vriend Trevor ziet ze af en toe, net als vriendin Reva op wie ze veel kritiek heeft. Met de pillen die ze van slechte psychiater krijgt, wil ze rust, die weinig lijkt te brengen, maar een project van kunstenaar Ping Xi, die ze kent uit de galerie, brengt haar terug bij zichzelf. In het werk van de Amerikaanse auteur (1981), wier tweede roman ‘Eileen’* werd genomineerd voor de Man Booker Prize 2016, staat zwarte humor centraal. Ook deze uitstekend geschreven, mooie derde roman, die een somber beeld lijkt te geven van de hoofdpersoon, geeft voor wie verder kijkt veel subtiele, vaak ook geestige kritiek op de Amerikaanse kunstwereld en maatschappij.
Vrouwkje Tuinman
te/ep/22 s
'O, slapen. Er was niets wat me zóveel plezier gaf, zóveel vrijheid, de kracht om te voelen, te bewegen, te denken, te fantaseren, op veilige afstand van de ellende van mijn wakende bewustzijn.'
Vermoedelijk zijn veel mensen het eens met de naamloze hoofdpersoon van 'Mijn jaar van rust en kalmte'. Ik wel, in ieder geval - er zijn tijden geweest dat kunnen slapen mijn grootste ambitie was. De vertelster van Ottessa Moshfeghs nieuwe roman maakt dat voornemen concreet. In plaats van door te modderen in haar New Yorkse twenty something-leven, met een baan onder haar niveau, een ongelijkwaardige relatie en sowieso eigenlijk niemand om werkelijk iets mee te delen, besluit ze een jaar te gaan slapen. Ze regelt medicatie en begint. Haar doel: een nieuw mens worden. Daarvoor wil ze best 'riskeren het loodje te leggen'.
Suïcidaal is deze jonge vrouw niet. Daarvoor heeft ze te weinig verwachtingen van de dood, sinds ze haar moeder zag overlijden. 'Ze zag er niet vredig uit. Ze verkeerde niet in een toestand van rust. Ze verkeerde in geen enkele toestand nu ze er niet meer was.'
Bijzonder, en ook wel gedurfd, aan het droogkomisch geschreven 'Mijn jaar van rust en kalmte' is de vrijwel onkreukbare vlakheid van de hoofdpersoon. Opgegroeid met ouders die geen millimeter verder konden kijken dan zichzelf, die hun dochter alleen zagen op een moment dat het hen uitkwam, is ze een soort lege huls geworden. Een slanke, blonde, knappe, goed opgeleide lege huls, dat wel, maar toch. Ze omringt zich met dusdanig overheersende persoonlijkheden dat ze nikserig kan blijven.
Er is de hysterische Reva, die in al haar zelfzuchtigheid toch 'idioot loyaal' is, en daarmee de enige basis vormt voor hun 'vriendschap'. Er is meervoudige ex Trevor, kampioen van de in New York blijkbaar verplichte (het boek speelt in de hoogtijdagen van tv-serie 'Sex and the city') bindingsangst. En er is de kunstwereld waarin ze werkzaam is.
Met name die laatste omgeving sabelt Moshfegh genadeloos neer. Ironie op ironie stapelend ontmaskert ze moderne kunst, en dan met name de 'conceptuele', die meer met ijdelheid dan met werkelijke ideeën te maken heeft. Ook de psychiatrie krijgt er van langs. De honderden dollars die de hoofdpersoon neertelt voor een sessie bij haar therapeut staan in schril contrast met het totale gebrek aan interesse dat haar ten beurt valt. De psychiater is er vooral om de gewenste recepten uit te schrijven, lijken beide partijen te weten. Zo wint iedereen. Of niemand.
Er is geen speciale aanleiding, zegt Moshfeghs hoofdpersoon over haar ongelukkigheid. Inderdaad heeft het iets van een luxeprobleem. Wie door een erfenis genoeg geld heeft, slim genoeg is om artsen te misleiden, en nauwelijks iets te verliezen heeft op sociaal vlak, kan doen wat zij doet: steeds langere periodes doorbrengen in verdoving. Alle anderen moeten hun misschien veel ellendiger of saaier leven gewoon uitzitten. Aan de andere kant: het boek maakt duidelijk dat de meeste van hen hun eigen manier van verdoving hebben. Zich dwangmatig richten op uiterlijkheden. Drank. Seks. Onzinkunst maken die steeds meer dollars opbrengt. Alleen zijn zij, anders dan Moshfeghs hoofdpersoon, te narcistisch om hun lusteloosheid en onnut toe te geven. Hoe zit dat met de lezer?
In haar vierseizoenenslaap leidt de vertelster een steeds wilder leven, zo ziet ze aan de sporen de dag erna. Ongeveer op de helft van het boek ligt ze voor het eerst wakker. Ze wil testen wat er nog over is van haar emoties. Heel even geeft ze toe aan haar traumatische jeugd - maar al snel beseft ze dat zelfs daar bar weinig bij voelt. Tijd voor meer pillen.
Op het laatst wordt de ik-persoon nog maar eens in de drie dagen heel even wakker om een beetje te bewegen, eten en drinken en halfslachtig wat aan hygiëne te doen (ook al een thema in Moshfeghs roman 'Eileen'). Bijna net zo 'zonder aanleiding' als ze haar slaapkuur begon, sluit ze hem ook weer af. Het gaat wat beter. Dat herken ik wel: als het slapen gelukt is, valt alles overdag best mee. Het grimmige eind van 'Mijn jaar van rust en kalmte' maakt duidelijk hoe sterk dat zelfbedrog kan werken.
Hollands Diep; 320 blz. € 19,99.
oordeel
Gedurfd, droog-komisch, koel, grimmig.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.