Logeren bij Belgen in Frankrijk
Peter Jacobs
Peter Jacobs (Auteur), Erwin De Decker (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Polis, 2018 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : GESCHIEDENIS : 927.4 JACO |
Marc Reynebeau
em/ov/09 n
Hoe is het om ramptoerist te zijn? Meteen aan het einde van de Eerste Wereldoorlog ontstond op de voormalige slagvelden een intense toeristische industrie, voor bezoekers die uit piëteit voor gesneuvelde dierbaren kwamen, maar ook voor wie de historische sensatie wilde beleven en de verschrikkingen wilde bekijken die tot dan alleen bekend waren uit de krant of van teruggekeerde soldaten. In 1917 had Michelin al reisgidsen voor de slagvelden klaar, waarin patriottisme en morbide sensatiezucht om voorrang streden. Want niet alleen de oorlog, ook de vrede moest worden gewonnen.
Tot de toeristische parafernalia van de tijd behoorden de prentbriefkaarten die het belangrijkste illustratiemateriaal leverden voor Parijs-Berlijn, het boek dat onze collega Peter Jacobs schreef met Erwin De Decker over hun reizen langs plekken die een rol speelden in de nasleep van de oorlog. De prenten waren zowat de selfies van de tijd, visuele souvenirs van ter plekke, om te bewaren of om ze naar het thuisfront te sturen, met dit verschil dat de makers ervan zelf de boodschap bij de beelden bepaalden. Al die plekken krijgen in dit boek reliëf via een veelal uitstekend gedocumenteerd achtergrondverhaal.
Jacobs en De Decker maakten een reis met omwegen, van vierend Frankrijk naar overwonnen Duitsland, via België, Nederland, Denemarken en Polen - en reduceerden de oorlog gelukkig niet tot de loopgraven. Het boek bevat veel praktische informatie voor wie de auteurs wil nareizen. Wie in Parijs wil logeren in het hotel waar de Belgische delegatie verbleef tijdens de conferentie die in 1919 tot het Verdrag van Versailles leidde - en dat George Orwell ook opvoert in zijn boek Down and out in London and Paris (1929) - verneemt waar hij terecht kan: in het Lotti.
Het geheel geeft vooral een beeld van hoe de oorlog vanaf 1918 bleef nazinderen - en dat soms nog altijd doet. Want niet alle verhalen zijn af- of uitgewerkt. Zoals blijkt in de epiloog van het boek, over Gent, waar De aanbidding van het Lam Gods van de broers Van Eyck vanaf 1920 weer integraal te zien was. Dat was een direct gevolg van het Verdrag van Versailles. België had de zes ontbrekende, want een eeuw eerder verpatste panelen van het retabel als oorlogsbuit (officieel: compensatie) van Duitsland kunnen afdwingen. Ze kwamen uit een Berlijns museum, dat ze nochtans legitiem had gekocht. De terugkeer 'uit ballingschap' gaf Gent een opstoot van een eigen soort ramptoerisme.
Het boek toont hoe de oorlog het leven had veranderd, onder meer met de nieuwe diversiteit van Noord-Afrikaanse ex-soldaten of Russische bannelingen die na de Oktoberrevolutie in Parijs neerstreken. Het appartement waar de Franse premier Georges Clemenceau herstelde van een moordpoging in 1919, getuigt dan weer van een veel oudere trend, die van de anarchistische aanslagen, die al in het slot van de negentiende eeuw was begonnen, en waartoe ook de dubbele moord in Sarajevo in 1914 behoorde, die de Eerste Wereldoorlog zijn aanleiding gaf.
De keuze van de plekken die Jacobs en De Decker voor hun boek bezochten, is in zekere mate arbitrair; ze hadden in plaats van het slagveld van Vimy dat van Verdun kunnen bezoeken en niet over de wederopbouw van Arras maar over die van Ieper kunnen schrijven. Maar hun selectie wordt nooit triviaal, zeker als het verhaal erachter weinig bekend is. Het boek is vooral voor Belgen verhelderend: zie het Parijse hotel Lotti, de Oostkantons (nog steeds oorlogsbuit), de plekken in neutraal Nederland waar Belgen van in 1914 naartoe gevlucht waren, of de getuigenis van de in 1918 naar Berlijn gevluchte dichter Paul van Ostaijen over de politieke onrust in de Duitse hoofdstad. 'Sympathiseerde' Van Ostaijen met de revolutie die toen in Berlijn broeide? Helemaal zeker is dat niet; hij 'gruwde' alvast van het geweld van de repressie ervan. Ook die wisselvalligheden behoren tot de complexiteit van de onmiddellijke nasleep van de oorlog. Jacobs en De Decker slagen erin om die erg tastbaar te maken.
Polis, 304 blz., 29,99 €
Beitj van Ek
Reisbeschrijving van een journalist bij het Belgische Dagblad de Standaard en een freelance reisschrijver die samen van Parijs naar Berlijn trokken om stil te staan bij diverse plekken die markant zijn voor de gebeurtenissen in de Eerste Wereldoorlog. Ze reizen als het ware hun eigen verzameling prentbriefkaarten uit die tijd achterna op zoek naar sporen van de wapenstilstand in 1918 en het vredesverdrag uit 1919. Foto’s van deze prentbriefkaarten zijn ook in grote getale opgenomen evenals diverse landkaarten met de belangrijkste plaatsen. Bij elke plaats waar stilgestaan wordt krijgt de geschiedenis van wat zich in die plaats afspeelde aandacht en de ontwikkelingen in de jaren daarna. Elk hoofdstuk sluit af met een zogenaamde reisgids waarin belangrijke te bezichtigen plekken op betreffend stukje route worden aangeduid. Het is een bijzonder gemakkelijk leesbaar boek geworden dat ook degene die niet zo bekend is met de gebeurtenissen in de Eerste Wereldoorlog inspireert om zich hierin verder te verdiepen en/of zelf de plaatsen te gaan bezoeken. Tot slot een uitvoerige bibliografie.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.