Of heb ik het verzonnen?
Herman Koch
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Atlas Contact, © 2019 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : REIS |
Maria Vlaar
ru/eb/08 f
De oudste road novel is de Odyssee van Homerus (800 v.Chr.), en de bekendste On the road van Jack Kerouac (1968). Op weg gaan om je leven te ontvluchten of jezelf opnieuw uit te vinden is een aantrekkelijk onderwerp voor romans, films en sprookjes waarin de held de wijde wereld in trekt. In Adam vertelt Wanda Reisel hoe haar hoofdpersoon Adam een aanslag op het oorlogsmonument op de Dam in Amsterdam gadeslaat vanuit het raam van de 'Industrieele Groote Club' en een stem hoort: 'Jij moet je leven omgooien.' En net als Orpheus, die Eurydice uit de onderwereld wil redden, krijgt Adam ingefluisterd: 'Niet omdraaien.' Maar hoe gaat dat als je op de vlucht bent? Juist: hoe harder je wegrent van je verleden, hoe sterker het appèl wordt op je herinneringen en je vroegere verlangens.
Adam heeft zijn grote liefde Keet achtergelaten, met wie hij een zoon heeft, die hij eveneens in de steek heeft gelaten, ook al houdt hij nog van 'de jongen', die pas laat in de roman een naam krijgt: Jaffe. Adam is de financiële man van een aantal goede-doelen-organisaties en dat maakt hem in de ogen van de zakenlieden en weldoeners - de mannen en enkele vrouw die in de Industrieele Groote Club bijeen komen - een betrouwbare goedzak. Geen positie waarvoor hij zich op de borst kan kloppen, en de pijnlijke scheiding heeft zijn zelfvertrouwen ook al geen goed gedaan. Bovendien verwijt hij zichzelf het auto-ongeluk waarin zijn moeder het leven liet. Er broeit een plan om één keer een daad te stellen en iedereen te laten zien wie hij is: 'Elke dag was een verovering op zijn oude leven, dat door verkeerde beslissingen niet de koers had genomen die hem voor ogen had gestaan. De kentering had ingezet.' Hij sluist ongezien miljoenen donateursgeld door naar bankrekeningen in Zwitserland en het Verre Oosten en neemt de trein naar Zürich.
Verleidster
Roman- en toneelschrijver Wanda Reisel (63) zet haar elfde roman in met grote vaart en weet die tot het einde toe te bewaren. Dat is de kracht van een goede road novel: je reist mee met de hoofdpersoon en je wil hem onderweg behoeden voor valkuilen, hem waarschuwen, afremmen of juist opjagen. Adam spiedt voortdurend om zich heen: zoekt Interpol hem al? Toch valt hij, in de eerste trein al, voor de veel jongere Duitse fotografe Lili. 'Hij wilde haar zijn hele verhaal opbiechten om tenminste iemand in vertrouwen te kunnen nemen. Redt mij, dacht hij.' In zijn verliefdheid is hij blind voor het feit dat zij niet alleen een eigen leven heeft, maar ook een eigen agenda. Terwijl hij droomt van een leven met haar op een tropisch eilandje, is zij gefocust op haar eigen project. Ze maakt foto's van de vluchtelingencrisis, die ze aan internationale tijdschriften slijt; vluchtelingen zijn voor haar een bron van esthetiek en een verdienmodel. Daarin lijkt ze op Adam, maar Lili is veel onaangepaster en naast haar lijkt Adam burgerlijker dan hij wil. Adam beseftveel te laat dat hij niets te zeggen heeft over de toekomst van Lili, integendeel - in haar naam zingt 'Lilith' mee, in de Bijbel de eerste vrouw van Adam voordat God besloot Eva te scheppen. Lilith is de seksuele verleidster, de slang die de onschuld van de man in het paradijs vernielt.
Reisel speelt heel behendig met Adams mannelijkheid en Lili's vrouwelijkheid, en met de krachten die liefde zo moeilijk maken: vrijheidsdrang, de onmogelijkheid elkaar echt te kennen, de seksuele aantrekkingskracht waardoor het even lijkt alsof verder niets er meer toe doet. Wanneer schrijft een mannelijke auteur met evenveel psychologisch inzicht een overtuigend levensverhaal van een vrouw?
Er volgt een spannende tocht langs Zürich en Shanghai, waar Adams ouders vroeger woonden. De oude Zijderoute waarlangs Joodse handel gedreven werd, leidt Adam naar een pijnlijke ontmoeting met zijn broer. Intussen wordt Europa getroffen door een reeks dodelijke aanslagen op fallussymbolen: de Fernsehturm in Berlijn, de Eiffeltoren, de toren van Pisa. Adam strandt in Noorwegen, denkt daar onvindbaar te zijn en wacht op Lili. Eindelijk is er rust, eindelijk heeft hij tijd om zijn leven en voorbije huwelijk te overzien. Heeft hij wel genoeg mededogen voor Keet opgebracht? Tot nu toe heeft hij alleen maar gedáán, op een dieet van adrenaline, cocaïne en tequila, nu moet er terdege worden gedácht. Over zijn zoon Jaffe en over zijn familiegeschiedenis bijvoorbeeld, waarin de joodse diaspora zich spiegelt en leed en schuldgevoel zich per generatie verplaatsen. En er dient zich in het hoge noorden, naast een spectaculaire en nogal vergezochte ontknoping van de thriller rondom de roof en de aanslagen, óók een nieuwe vrouw aan, die nu eens níet spannend en beeldschoon is: Turid. In Reisels roman komt heel veel samen: onze eeuwige zucht naar zelfkennis, erkenning en liefde. Spannend en onontkoombaar.
Atlas Contact, 351 blz., 22,99 €.
Bo Van Houwelingen
ua/an/19 j
Met een snoeiharde knal spat het monument op de Dam uiteen. Adam, titelheld van de nieuwe roman van Wanda Reisel (1955), ziet in slow motion de betonbrokken op zich afvliegen. Als het puin is neergedaald komt hij in actie. Hij verbindt het been van een gewonde vrouw en stopt de bloedneus van een man die hij herkent als de bestuursvoorzitter van het fonds Vluchtelingen in Nood. Net de persoon die hij moet hebben. Als Adam, tussen het bloed stelpen door, zijn cv opsomt en de verdwaasde voorzitter een visitekaartje in de hand drukt, weten we dat we te maken hebben met een behoorlijk gehaaide held.
Reisel geeft na deze explosieve openingsscène haar roman een even denderend vervolg. Bam: in hoofdstuk twee is Adam al hoofd financiële controle bij Vluchtelingen in Nood. Pats: zo zit hij in de trein naar Zürich met een tas vol bankbiljetten en miljoenen op de bank, gestolen van dat goede doel. Boem: daar ontmoet hij de rebelse fotograaf Lili, prompt de vrouw van zijn leven. Het tempo ligt hoog, ook in de stukken waarin Reisel ingaat op het verleden van Adam. In twee pagina's is het gedaan met zijn tienjarige huwelijk: 'Dromen. Irritaties. Zondagochtend na enig porren vrijen. (...) Treurnis. De was stapelde zich op. Schimmel op van alles.'
Het stukje carrièreverloop wordt even voortvarend afgewerkt: 'en zo rolde hij de ideële stichtingen en goede doelen in, waar hij veel vrijheid genoot.' Jeugd: 'Veel was geoorloofd. Ze kwamen niets tekort. Er werd van ze gehouden.' Het zijn haast huishoudelijke mededelingen, ingelaste blokjes info, soms wat obligaat aanvoelende opsommingen en anekdotes in vogelvlucht.
Met dezelfde efficiëntie legt Reisel ook meteen maar even uit hoe haar hoofdpersonage in elkaar zit. Waarom zou je het karakter en de emoties van het personage laten blijken uit diens gedrag en gedachten als je er ook gewoon kant en klare uitspraken over kunt doen? 'Adam keek nooit achterom.' 'Voor vervelende gebeurtenissen had hij geen geheugen.' 'Adam was in de war, maar toch heel blij dat hij tot zijn broertje had weten door te dringen.' 'Je vrij en zelfstandig door de wereld begeven was van jongs af aan een van Adams grootste wensen.' 'Aan zijn dode moeder dacht hij veel, ze vergezelde hem op zijn schouder.' 'Door eindelijk te mogen bekennen wat hij had gedaan was hij bevrijd.' Zo, die conclusies hoeven we alvast zelf niet meer te trekken.
Adam reist de wereld over, van Shanghai naar Noorwegen, half op de vlucht, half op weg naar 'iets'. Maar wat? Elke nieuwe dag met het gestolen vluchtelingengeld is 'een verovering' op zijn oude leven, 'dat door verkeerde beslissingen niet de koers had genomen die hem voor ogen had gestaan'. En: 'Er was een ontwerp en een uitvoering die niet mis konden gaan.' Maar welke koers had hij dan ooit voor ogen? En hoe zien de plannen voor dat nieuwe leven er uit? Wat wíl Adam nou eigenlijk? Contact met de zoon die hij verwaarloosd heeft? Verzoening met het lot van zijn joodse familie (die, o ironie, zelf vluchtelingen waren)? Een betere band met zijn broer? Rust? Faam? Liefde? Luxe? Clementie?
Het schiet alle kanten op; een dragend thema ontbreekt. Daardoor gaan de verschillende episoden van het verhaal niet werkelijk een groter verband aan met elkaar. De gebeurtenissen stapelen zich min of meer willekeurig op, niets stuwt onverbiddelijk een bepaalde richting op. De urgentie ontbreekt, heet dat dan. Op een roman die maatschappijkritisch en spannend wil zijn is dat een flinke aanslag. Maar die weergaloze knal op de Dam, ja, díe blijft nog lang in de oren nadreunen.
***
Atlas Contact; 360 pagina's; € 22,99.
Marita de Sterck
Het werk van de Nederlandse romancier, toneelauteur en scenarioschrijfster (1955) werd meermaals genomineerd, onder andere voor de Libris Literatuur Prijs en de AKO Literatuurprijs. In deze maatschappijkritische roman volgt ze Adam Landau, een gewiekste bedrieger die zich boven de wet stelt. Na een terroristische aanslag op de Dam werkt hij zich binnen in de organisatie Vluchtelingen in Nood. Via een geslepen meesterplan licht hij de organisatie voor miljoenen op. Vanaf dan wordt hij zelf een reiziger-vluchteling, op weg naar Shanghai en daarna naar een desolate Noorse fjord. Zijn pad kruist dat van de flamboyante fotografe Lili die hij al snel als de vrouw van zijn leven ziet. Uiteindelijk overtreft ze hem met haar gewiekste kat-en-muisspel. Bij momenten expliciteert de auteur de emoties en drijfveren van haar hoofdfiguur te sterk, terwijl de lezer genoeg aanwijzingen heeft om dit zelf in te vullen, maar deze roman over de rekbaarheid van morele grenzen is vlot geschreven, bij momenten erg spannend opgebouwd, en kan een breed lezerspubliek boeien.
Rob Schouten
ua/an/26 j
Als Adam Landau zich in de Groote Club aan de Amsterdamse Dam bevindt, wordt buiten door terroristen het bekende monument op de Dam opgeblazen. Het is het begin van een verhaal over misdaad en terreur, maar ook over menselijkheid en tederheid, een combinatie die Wanda Reisel wel is toevertrouwd. Ze schrijft immers graag over tegenstrijdigheid als kenmerk van menselijk handelen, al haar personages hebben wel iets paradoxaals; daarin herken je ook de toneelschrijfster die ervoor waakt al te eendimensionale karakters neer te zetten.
Adam Landau, niet toevallig genoemd naar de eerste mens, is een zoeker maar ook een oplichter, hij gaat ervandoor met het geld dat hij beheerde voor een goededoelenstichting. Schurken die gedreven worden door het verlangen geaccepteerd te worden, hebben sinds Kaïn altijd onze literaire belangstelling gehad. Beroemd is 'Ontboezemingen van de oplichter Felix Krull' van Thomas Mann, over een man die zowel toneelspeelt als mensen oplicht, een gouden combinatie natuurlijk.
Ook Adam is een soort acteur. Geplaagd door een wijnvlek in zijn gezicht probeert hij zich in de eerste plaats ten koste van anderen waar te maken, als geslaagde man met onmiskenbaar wat machistische trekjes. Het gaat hem bij het goededoelengeld niet om het geld zelf, maar om de onafhankelijkheid en vrijheid die hij ermee kan verwerven. Hij is een typisch voorbeeld van de opportunist die anderen maar ook zichzelf van alles weet wijs te maken. "Hij koos zijn vrienden niet op grond van sympathie of een vage verwantschap. Hij had er baat bij dat een vriend hem bijstond. Met vrienden oefende je in onverwachte omstandigheden. Je leiderschap en je inventiviteit werden beproefd."
In veel opzichten deed hij mij sterk denken aan de hoofdpersoon van 'Daar komen de vliegen', het miskende meesterwerk van David Pefko uit 2017, gebaseerd op het verhaal van de Amerikaanse meesterfraudeur Bernie Madoff. Reisel schrijft: "Het vermogen van mensen om te liegen of zich te vermommen is groot, kinderen weten het al. Bluf blijkt nuttig gereedschap om je te wapenen tegen macht en misleiding die overal om je heen is."
Maar gedurende Adam Landau's verhaal kom je toch steeds meer op het spoor van zijn gevoeligheden, het schuldgevoel over de dood van zijn moeder, de verstoorde verhouding met zijn jongere broer, zijn ex-vrouw en zijn zoon; zelfs het verleden van zijn Joodse grootvader, die hij nooit gekend heeft, gaat hem aan het hart. Hij wordt kortom almaar menselijker.
Het omgekeerde geldt voor Adams tegenspeelster Lili, die hij in de trein ontmoet en op wie hij hopeloos verliefd wordt. Ze is sterk, sexy, aantrekkelijk maar blijkt aan het einde van het verhaal een meedogenloze femme fatale. Oftewel, niemand is precies wat hij of zij op het eerste gezicht lijkt. Het is deze gestage ontmaskering die Reisel tot in de puntjes beheerst, ook als het om de bijfiguren gaat: Turid de wat stugge, niet bijzonder knappe Noorse vrouw die een toonbeeld van ware liefde en warmte blijkt, de stoere backpackers Axel en Magnus die ruwe jagers lijken maar bij de politie blijken te zitten.
Ontmaskering betekent ook verandering en dat is wat Adams gestorven (door de nazi's geëxecuteerde) grootvader Josef hem zo nu en dan als levensmotto toefluistert, in navolging van Rilke's beroemde dichtregel 'Du musst dein Leben ändern': Gooi je leven om.
Terwijl als door een bizarre #Metoo-koorts in de wereld het een na het andere fallussymbool wordt opgeblazen, het Nelsonmonument op Trafalgar Square, de Toren van Pisa, de Eiffeltoren, is Adam op de vlucht voor die andere ontmaskering, namelijk van hem als fraudeur, eerst naar Shanghai waar de familie Landau wortels heeft en vervolgens naar een eenzame camping in de Noorse bergen. Ook hier weer contrasten, tussen de chaotische wereld van Chinese sloppen en markten (waarin de lezer enige reminiscenties aan Kuifjes Blauwe Lotus-verhaal herkent) en de serene stilte van het Noorse winterlandschap.
Het lijkt wel of Reisel zulke totaal verschillende locaties kiest om haar pen aan alles in de wereld te slijpen. Alleen door zulke tegenstrijdigheden te ervaren kun je tot de kern van je bestaan komen want dat is wat Adam ten slotte ambieert: "Rücksichtslos het pad van de waarheid af lopen, daar is het hem allemaal om te doen geweest. Zich van valse ballast ontdoen. Uitbreken. De essentie van je leven blootleggen. Ja, dat is het, en alleen hijzelf die de regie voert." Adam streeft, en wederom herkennen we daarin de toneelschrijfster, naar een catharsis die hem ook ten deel zal vallen.
Wanda Reisel beoefent in 'Adam', net als in haar vorige boeken, een brede, psychologiserende stijl waarmee ze haar veelkantige protagonisten met genadeloze empathie uittekent. Ze heeft een bijzondere gave om het menselijk tekort en het menselijk lot te verbeelden, vol nuances en gevoel voor paradoxen en contradicties maar vooral toch met rake formuleringen zoals hier, als Adam zijn vermeende verliefdheid voor Lili benoemt: "Maar zo is het toch niet gegaan? Herinneringen kunnen je met onopvallende slordigheid en mistigheid om de tuin leiden, alsof de grote choreograaf daarboven niets beters te doen heeft dan vlak voor je neus een afleidende sluierdans uitvoeren."
'Adam' is het démasqué van de door zichzelf beetgenomen mens. Reisels stijl maar ook haar benadering van het menselijk gedrag heeft iets analytisch; zelfs op de meest emotionele momenten, zoals in de erotische passages, houdt ze haar personages een spiegel voor. Dat levert in 'Adam' een voorbeeldige, rijke roman op, thematisch hecht, maar veelkleurig uitgewerkt.
Atlas Contact; 260 blz. € 22,99.
oordeel
Voorbeeldige roman, thematisch hecht, veelkleurig uitgewerkt.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.