Casimir mène la grande vie
Jean D'Ormesson
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Horizon, © 2018 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : DORM |
Dirk Leyman
te/ep/12 s
'De slechtste timing om dood te gaan? Gelijktijdig met een muziekidool. Want dan sterf je zonder dat iemand het opmerkt", zo liet Jean d'Ormesson zich ooit ontvallen. Hij alludeerde daarmee op de bijna simultane dood van Jean Cocteau en Edith Piaf in 1963, waardoor Cocteaus palmares in de schaduw raakte. Ironisch genoeg overleed d'Ormesson (1925-2017) zelf exact 24 uur vóór de Franse rockster Johnny Hallyday, na een hartaanval op 5 december 2017.
Toch kwam de ijdele d'Ormesson geen spat media-aandacht te kort. De voorpagina's van Le Monde en Le Figaro puilden uit van zijn monkelende esprit, tv-journaals gaven zijn beruchtste causerieën een breed forum en op zijn staatsbegrafenis verdrongen ex-presidenten Sarkozy en Hollande zich rond de tombe. Macron liet - naar d'Ormessons wens - een eenvoudig potlood achter op zijn kist.
Gallische pedantie
"Hij was een antigif tegen de grijsheid van het bestaan. Een egoïst, gepassioneerd door de anderen. Een letterenprins die zichzelf nooit au sérieux nam", zo speechte Macron, die bij de verkiezingen nog d'Ormessons volle steun had genoten. Sociale media raakten gesatureerd met filmpjes waarin aartsoptimist d'Ormesson zijn bon mots over het leven rondstrooide. Tot op zijn 92ste bleef hij mateloos nieuwsgierig: "Ik heb veel van het leven gehouden, maar de wereld is pas mooi omdat hij eindig is. Onsterfelijkheid is een nachtmerrie", vertelde hij ooit aan France Inter.
Niet voor niets werd d'Ormesson de "schrijver van het geluk" genoemd. Elk drama gleed van hem af, tragiek veegde hij onder de mat. Ook toen de fiscus hem ooit op de hielen zat voor 16 miljoen euro belastingfraude, kneep hij liever de ogen dicht.
Franser dan Jean Bruno Wladimir François de Paule Le Fèvre d'Ormesson komen ze niet meer. Met zijn verbaal vertoon en kennis van de geschiedenis kon 'Jean d'O' (zoals hij zich graag noemde) als geen ander Frankrijks intellectuele glorietijden opwekken. Toch brak zijn oeuvre - ruim 40 boeken - buiten de Hexagone veel minder potten. Het postuum verschenen Ik leef altijd, nu vertaald door Johan Op de Beeck, is een zeldzame d'Ormesson-vertaling in de Lage Landen. Het boek is doordesemd van zwierige, Gallische pedantie die wat ouderwets kan aandoen.
Als telg van hoge afkomst - zijn vader was ambassadeur, zijn moeder van oude landadel - leek Comte d'Ormesson voorbestemd voor een gezapig leventje. Maar hij ontpopte zich als een eerzuchtige duivel-doet-al, begiftigd met een onstuimige energie.
Van briljant student aan de prestigieuze Ecole Normale Supérieure schopte d'Ormesson het in 1992 tot voorzitter van de Internationale Raad van de filosofie en de menswetenschappen van de Unesco. Van Paris Match-journalist en klom hij in 1974 op tot hoofdredacteur van de rechtse krant Le Figaro. En van onbeduidend debutant ging het naar bestsellerauteur. Welke schrijver kon er prat op gaan dat hij bij leven een keuze uit eigen werk in de fameuze Pléiade-reeks mocht maken? Bovendien werd d'Ormesson op zijn 48ste al in de Académie française geadopteerd, om er later als ouderdomsdeken de scepter te zwaaien.
Geboren met een zilveren lepel in de mond vertelde hij ooit dat zijn jeugd er vooral uit bestond om "drijfjachten met honden bij te wonen". Jeans moeder drukte hem op het hart niet te veel van zich te doen spreken. "Wie rijk is, moet niet opvallen."
In de wind geslagen
Een raad die d'Ormesson flagrant in de wind sloeg. Gulzig zocht hij het publieke forum op. Vanaf de jaren 70 en 80 was hij met zijn staalblauwe pretoogjes een graag geziene gast in radio- en tv-programma's. "Ik ben schrijver geworden. En nu een merk. Een soort culturele Schweppes."
Toch kende zijn schrijverscarrière een sputterende start. Zijn eerste boek pende d'Ormesson neer om "een jong meisje te behagen". "Maar ze gaf de voorkeur aan tennisspelers en automobielkampioenen", gaf hij genereus toe. Van L'amour est un plaisir (1956) kon uitgever Julliard maar 2.000 exemplaren slijten. Nochtans was d'Ormesson in de markt gepompt als een "mannelijke Françoise Sagan". In 1966, na veel ontgoochelingen, besloot hij zelfs de literatuur adieu te zeggen en publiceerde hij Au revoir et merci. Pas in '71 brak hij door met zijn roman La gloire de l'empire, bekroond met de Grand Prix de l'Académie française. Sindsdien schreef d'Ormesson geheide bestsellers, romans met veel verwikkelingen en personages, vaak geïnjecteerd met autobiografische elementen, of biografieën over God of Chateaubriand, zijn held. Bekende titels? Jean qui grogne et Jean qui rit (1984), L'Histoire du juif errant (1990) en Presque rien sur presque tout (1999). Au plaisir de Dieu (1974) werd in de jaren 70 omgeturnd tot een succesvolle tv-serie.
Niet alleen als schrijver, maar ook als schaduwfiguur in de politiek was d'Ormesson invloedrijk. Van hem komt de krasse uitspraak: "Als je op je twintigste niet links bent, dan heb je geen hart. Als je op je veertigste niet rechts bent, dan ben je niet goed bij je verstand", een echo van een Churchill-boutade.
Toch nam de conservatief gelabelde d'Ormesson ook weleens een overzetboot naar de linkerzijde. Berucht is zijn vriendschap met François Mitterrand, die hem als allerlaatste gast voor de machtsoverdracht aan Chirac op het Elysée ontving. Maar als hoofdredacteur van Le Figaro lag d'Ormesson vaak in de clinch met links en kreeg hij fors weerwerk als "vertegenwoordiger van de pers van de grote bourgeoisie" (zoals zanger Jean Ferrat het ooit zei).
Ook voor nieuwlichterij haalde hij soms de neus op. De bouw van het Centre Pompidou vond bij d'Ormesson geen genade: "Het is gruwelijk. Een fabriek, een pakketboot, een raffinaderij. Een veelkleurig skelet, met zijn ingewanden in de lucht!" Anderzijds stak d'Ormesson wél de nek uit voor Marguerite Yourcenar als eerste vrouw in de Academie Française.
Razende Roeland
Is zijn laatste postume boek Ik leef altijd de perfecte opstap voor een rondrit door zijn oeuvre? Ja en neen. Het is een hybride schepping waarin we als een razende Roeland door de wereldgeschiedenis hossen, 'un pied de nez sarcastique', zoals Le Figaro het omschreef. En een schop onder de kont van de dood. Ik leef altijd verwijst naar de Wandelende Jood, overigens een van zijn vorige boektitels.
De verteller rollebolt van de prehistorie naar Egypte, van Troje naar Rome, richting de schepen van Columbus. Of banjert door de middeleeuwen, en stoomt naar het Frankrijk van de Revolutie. Strooiend met zijn kennis drijft d'Ormesson ons vooruit.
Is dit een brave versie van Verhulsts Godverdomse dagen op een godverdomse bol? vraag je je soms af. D'Ormesson stoeit met de geschiedenis, met de bravoure van een hoogbegaafd kind dat een vernuftig mechaniek in en uit elkaar peutert. Vaak drapeert hij een milde glimlach op de lezerslippen, met zijn maskerades en zijn personages, van Don Juan tot Si-syfus. 'Ik ben de spiegel van uw grootsheid en uw verachtelijkheid.' Aan het slot viert hij pompeus het leven - ook een vluchtige passage op aarde valt niet zomaar weg te wissen: 'Zelfs de dood kan mij niet overwinnen.'
Nee, een Jean d'O legt men niet zomaar het zwijgen op. In november verschijnt alwéér een nagelaten boek: Un hosanna sans fin, bij zijn dochter, uitgever Héloise d'Ormesson.
Menno Gnodde
De publicatie van de 42e roman van schrijver-filosoof Jean d'Ormesson (1925-2017, lid Académie française) volgde versneld: een maand na diens dood op 5 december. De titel mag dan ironisch overkomen, maar is toch vooral een annotatie bij het centrale thema: de geschiedenis en balans van de mensheid. Millennia trekken voorbij, associatief gekoppeld aan de beleving van iemand onderweg, man of vrouw, en doorschoten met abstraherende, essayistische passages. Zo observeren oog en oor van de geschiedenis ons wel en wee, van holenmens tot hemelbestormer, uitdijend in tijd en ruimte, en alles wat daartussen zwermt. In hoog tempo kruisen dynastieën, oorlog en vrede, wetenschap en kunst, een Trojaanse soldaat, Socrates, een matroos van Columbus, Ronsard, een courtisane en een astronaut elkaar; kortom: ons expressieve voorkomen. Een erudiete panoramische roman die de menselijke exploratiedrift, al die aardse en bovenaardse bevliegingen in een gistende wereld illustratief belicht. In zijn voorwoord onderstreept vertaler Op de Beeck het charisma, de schrijfkunst en integriteit van deze verlichte geest.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.