Het huis met de schaduw
Aminatta Forna
Aminatta Forna (Auteur), Aleid van Eekelen-Benders (Vertaler), Mariella Duindam (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Nieuw Amsterdam, © 2018 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : FORN |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Nieuw Amsterdam, © 2018 |
VOLWASSENEN : ROMANS : FORN |
Kathy Mathys
em/ov/16 n
Forna laat in De paradox van geluk lagen van de stad zien die je niet zo snel opmerkt. Je komt te weten dat Nigerianen in Londen in de beveiligingsector werken, Ghanezen in de horeca. Veel meer dan het verhaal van Attila en Jean is dit een roman over een gemeenschap, over mensen die elkaar helpen wanneer de nood hoog is. Dat de Afrikaanse personages plezier maken tijdens de zoektocht naar het verloren kind, verbaast Jean. Zij vertegenwoordigt de blik van het Westen. Gelukkig maakt Forna van de Amerikaanse geen zwakkeling die van het minste van slag is. Jean is een complex personage.
Het boek gaat breder dan de thematiek van weerbaarheid. Forna schrijft overtuigend over liefde, rouw en verdriet. Jammer dat de vertaling bij momenten stroef is.
Vertaald door Aleid van Eekelen-Benders en Mariella Duindam, Nieuw Amsterdam, 415 blz., 24,99 € (e-boek 12,99 €). Oorspronkelijke titel: 'Happiness'.
Hans Bouman
em/ov/03 n
Het is een koude winteravond in Londen. Dr. Atilla Asare is een paar uur eerder aangekomen vanuit zijn woonplaats Accra in Ghana en maakt een wandeling om zijn eten te laten zakken. Op Waterloo Bridge loopt een joggende vrouw per ongeluk tegen hem op. De twee maken beleefd excuses en vervolgen hun weg. Een paar dagen later ontmoeten ze elkaar opnieuw, nu in een voetgangerstunnel onder de Theems. Ditmaal raken ze in gesprek en daarmee wordt de verhaallijn in gang gezet van De paradox van geluk (Happiness) de vierde roman van de Schots-Sierra Leoonse schrijfster Aminatta Forna.
Atilla Asare is psychiater en expert op het gebied van posttraumatische stressstoornissen. Hij is in Londen vanwege een conferentie. De vrouw heet Jean Turage. Ze is een Amerikaanse biologe die twee jaar in Londen verblijft voor een studie naar stadsvossen, waarvan er inmiddels enkele duizenden in de Britse hoofdstad rondlopen.
De ascetische Amerikaanse en de forse, immer wat hongerige Ghanees hebben meer overeenkomsten dan je op het eerste gezicht zou vermoeden. Beiden zijn wat de Britse premier Theresa May geringschattend 'citizens of nowhere' zou noemen. Atilla heeft een groot deel van zijn leven als adviseur gewerkt voor de Wereldgezondheidsorganisatie, waarvoor hij van de ene brandhaard naar de andere reisde. Hij is onlangs weduwnaar geworden.
Jean is gescheiden van haar man, die met hun zoon in Massachusetts is achtergebleven, de Amerikaanse staat waar zij ooit het leven van coyotes en wolven bestudeerde. Bij haar studie naar de Londense vossen wordt ze geholpen door een veelkleurig netwerk van portiers, verkeersregelaars, straatartiesten, veiligheidsmedewerkers en andere mensen die op straat werken en voor haar bijhouden waar en wanneer ze vossen signaleren.
Jean houdt van de dieren en begrijpt dat hun trek naar de grote stad niet zozeer te maken heeft met het verbod op de vossenjacht - zoals conservatieve stemmen beweren - als wel met de menselijke gewoonte voedsel op straat te dumpen. Uiteraard worden haar wetenschappelijke conclusies overschreeuwd door lieden die de dieren willen terugplaatsen 'naar waar ze vandaan komen' of de populistische Londense burgemeester, die de dieren wil uitroeien.
Met behulp van enkele subplots geeft Forna niet alleen haar verhaal extra vaart, maar draagt ze ook haar thematiek uit. In een van deze subplots wordt Atilla als getuige-deskundige gevraagd in een zaak waarbij een uit Sierra Leone afkomstige vrouw haar appartement in brand heeft gestoken. Als hij kan verklaren dat ze dit onder invloed van PTSS deed, wordt ze niet het land uitgegooid.
En dan is er de naar Londen geëmigreerde vrouw die Atilla als zijn nichtje is gaan beschouwen. Zij is in de problemen gekomen met de immigratie-autoriteiten, waarop haar 10-jarige zoontje is weggelopen. Hier blijkt Jean een rol van betekenis te kunnen spelen. Ze vraagt haar internationale gezelschap van 'vos-spotters' naar de jongen uit te kijken. Hun bereidheid mee te werken komt mede voort uit een soort solidariteitsgevoel onder de uiteenlopende migranten, een ons-kent-onsgevoel dat Forna de hele roman door op allerlei niveaus gestalte geeft.
Al vroeg in de roman is duidelijk dat het vossenprobleem een tweeledige functie vervult. Via Jean stelt Forna de westerse houding ten opzichte van de natuur aan de kaak: die wordt niet geacht de mens hinder te berokkenen. Maar natuurlijk hebben de vossen ook en vooral een metaforische betekenis: zij zijn ongewenste nieuwkomers.
De paradox van geluk behandelt belangwekkende thema's, met als rode draad de grandeur en misère van de multiculturele samenleving en de veerkracht van hen die door het leven zijn beschadigd. Er zijn momenten waarop de morele boodschap van deze roman wat zwaar op de gebeurtenissen drukt. Tegelijk is het imposant hoe Forna van het rijkgeschakeerde, levendig geportretteerde Londen bijna een extra personage maakt.
De paradox van geluk is bovendien een krachtige state of the nation-roman, zoals Number 11 van Jonathan Coe en Autumn van Ali Smith dat elk op hun eigen manier ook zijn. Het boek geeft uiting aan de identiteitscrisis waarin Groot-Brittannië momenteel verkeert. Als Atilla door de herenmodestraat Jermyn Street wandelt, en zich verbaast over het excentrieke, overdadige Engelse kledingaanbod, constateert hij: 'De Engelsen gedroegen zich alsof ze zichzelf speelden in een klucht. (...) Wat was nostalgie anders dan fraai uitgedost gemis?'
****
Uit het Engels vertaald door Aleid van Eekelen-Benders en Mariella Duindam. Nieuw Amsterdam; 416 pagina's; € 24,99.
Naar gegevens van Drs. I.H. Jellema
In de vijfde roman* van de Brits-Afrikaanse auteur (1964) staat het hedendaagse Londen centraal in een samenspel van mens en dier. De Ghanees Attila werkt als psychiater in oorlogsgebieden en komt na de dood van zijn vrouw naar Londen voor een conferentie en om vrienden en verwanten op te zoeken. De Amerikaanse biologe Jane heeft man en kind verlaten om onderzoek te doen naar de vossenpopulatie in de stad. Straatvegers en andere nachtwerkers laten haar weten als er ergens een vos is gesignaleerd. Tijdens het joggen loopt ze Attila omver, die op zoek is naar zijn tienjarig neefje dat verdwenen is. Jane zet de straatvegers en nachtwerkers, die voornamelijk uit Afrikanen en Oost-Europanen bestaan, in om de jongen op te sporen. Deze ‘onzichtbaren’ hebben veelal een zwaar leven, doch ervaren de nieuwe saamhorigheid als geluk. Evenals de vossen (en de parkieten) in de stad zijn zij ‘survivors’. In verschillende flashbacks (in een andere stijl en lettertype) krijgt de lezer een beeld van het verleden van de personages. De literaire verteltrant is beeldend en gedetailleerd, ontroerend en complex. Voor een breed publiek.
Annemarie Van Niekerk
ob/kt/27 o
Het gebeurt ons allemaal wel eens dat we even toevallig als vluchtig contact maken met een onbekende. In Aminatta Forna's roman 'De paradox van geluk' overkomt het een man en een vrouw die elkaar op een Londense winternamiddag tegen het lijf lopen als ze Waterloo Bridge oversteken. Geen toeval want bij Forna is nooit iets toevallig. Elk detail past in het alomvattende web van haar verhaal. Zo ook deze ontmoeting. Die vormt het startpunt van een idee dat zich steeds nadrukkelijker opdringt: elk wezen, hoe klein of groot ook, is binnen het gemeenschappelijke leefsysteem verbonden met alles en iedereen, actief dan wel passief, ten goede én ten kwade.
Wie zijn die twee vreemdelingen op Waterloo Bridge? Attila is een Ghanese psychiater die in oorlogslanden onderzoek doet naar patiënten met posttraumatische stressstoornis, maar ook naar foutieve diagnoses van schizofrenie bij vluchtelingen en migranten. De Amerikaanse Jean bestudeert het gedrag van vossen die zijn binnengedrongen in stedelijke gebieden. Daarnaast legt ze 'natuurlijke ruimtes' aan op terrassen, balkons en daken.
Wanneer Atilla in Londen een congres bijwoont, probeert hij te achterhalen hoe het gaat met Ama, de dochter van Ghanese vrienden van wie haar ouders lange tijd niets hebben gehoord. Via zijn contacten in de medische en juridische wereld komt hij er achter dat de verdwijning van Ama te maken heeft met een actie van de vreemdelingenpolitie. Tijdens haar arrestatie is haar zoontje Tano verdwenen. Dankzij deze verwikkelingen worden we deelgenoot gemaakt van een derde verhaallijn, de actuele en urgente problematiek van de wereldwijde migratie.
Wanneer Attila en Jean elkaar na hun eerste ontmoeting opnieuw tegenkomen, raakt zij betrokken bij de zoektocht naar Tano. Daarbij komt haar netwerk van pas. Bij haar onderzoek naar de routes die vossen door de Londense straten volgen maakt ze gebruik van vrijwilligers, meestal migranten uit West-Afrika die werken als parkeerwachters, veiligheidsmedewerkers of nachtportiers en de stad op hun duimpje kennen. Forna zet ze neer als geharde overlevers die in hun land van herkomst allerlei rampen hebben doorstaan, om hun overlevingsstrijd in Londen voort te zetten.
Forna schrijft prachtig, met rake zinnen en trefzekere beelden. Nu eens loopt een vos 'in een metronomisch drafje' langs, dan weer blijft het dier staan, 'hief haar kop en snoof, alsof ze een verschuiving in de luchtmoleculen opmerkte'. Een oude man heeft 'wenkbrauwen die als zilveren vleugels boven de randen van zijn bril zweefden', een vrouw lijkt 'zwakker dan een pasgeboren kalf'.
In het verlengde van de projecten van Attila en Jean komen allerlei interessante vragen aan bod, zoals: "Hoe waren die tropische parkieten in Londen terechtgekomen? Hoe hadden ze hier kunnen overleven, de winters kunnen doorstaan, net als de coyotes toen ze van de westelijke vlakten naar het noorden en het oosten waren getrokken, van droge vlakten naar met sneeuw bedekte bergen, van veertig graden naar vijftien?"
Atilla en Jean komen geleidelijk tot de conclusie dat tegenslag en trauma niet noodzakelijkerwijs tot onherstelbare schade leiden. In lijn met de wetten van de evolutie wordt de soort onder druk eerder sterker dan zwakker.
Forna houdt haar lezers een nuchter en realistisch beeld voor van de schade die we de natuur en elkaar plegen aan te doen. Vreedzaam samenleven is voor haar iets wat gelijke tred moet houden met de 21ste-eeuwse realiteit van globaal verval en herstel, aanpassing en overleving. Als we op zoek zijn naar het geluk moeten we dat niet proberen te vinden in een verloren paradijs, maar door ons aan te passen bij de hedendaagse werkelijkheid.
Met deze prikkelende en goed gestileerde roman sluit Forna aan bij een recent literair genre, dat de metropool verbeeldt als een rijkgeschakeerde biotoop voor lang gevestigde bewoners en nieuwkomers, mensen en dieren, een schijnbaar chaotisch organisme waarin niettemin alles met alles samenhangt en iedereen de ander nodig heeft.
oordeel
Nuchter en realistisch, rake zinnen, trefzekere beelden.
Vert. Aleid van Eekelen-Benders, Mariella Duindam. Nieuw Amsterdam; 415 blz. € 24,99.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.