Schemerleven
Jaap Robben
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Geus, © 2018 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : ROBB |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Geus, © 2018 |
VOLWASSENEN : ROMANS : ROBB |
Maria Vlaar
te/ep/14 s
Brian is pas 13 jaar maar krijgt in Zomervacht, de nieuwe roman van Jaap Robben (34), toch een zomervakantie lang de verantwoordelijkheid voor zijn gehandicapte broer Lucien. Hij reageert volwassener dan de vier mannen om hem heen op het aftandse caravanveldje waar hij woont. Naast zijn alcoholistische vader, die hele dagen weg is en altijd zonder geld thuiskomt, wonen er twee louche buurmannen in een loods waar ze duistere handeltjes drijven. De 'huurder' van de andere vervallen caravan, Emile, is weggevlucht uit een kapot huwelijk.
De omstandigheden waarin Brian opgroeit, zijn schrikbarend en dat zélfs de politie niet de kinderbescherming inroept, is pijnlijk. Bij de scheiding van hun ouders zijn Brian en Lucien verdeeld: Brian werd met zijn vader weggestuurd, Lucien bleef onder de verantwoordelijkheid van de moeder. Hij is zwaar geestelijk en lichamelijk gehandicapt - Brians vader Maurice gebruikt het woord mongool. Als Lucien de puberleeftijd bereikt, is hij niet meer te hanteren en belandt hij in een instelling, waar hij 'woont in een bed' en waar 'met de geur van het buitenzwembad de vloeren worden gedweild'. Daar weet men geen andere oplossing voor zijn agressie dan hem medicatie voor te schrijven die hem permanent bedlegerig maakt. Andere patiënten zijn vastgebonden aan de spijlen van hun bed om te voorkomen dat ze zichzelf of anderen bijten.
Pinautomaat
Brian heeft redenen genoeg om bang te zijn voor zijn grote broer. Hij was nog maar zeven toen Lucien zijn oorbel uit zijn oor scheurde. Maar zijn liefde voor Lucien is veel groter dan zijn angst. Brian is de enige die het fijn vindt zijn broer te bezoeken - zijn vader duikt altijd meteen de kantine in, en zijn moeder heeft sinds ze een nieuwe man vond afstand genomen van beide zonen. Als ze op huwelijksreis blijkt te zijn wanneer de instelling overvol is door een verbouwing, biedt de directeur Luciens vader een leuk bedragje aan om zijn gehandicapte zoon een paar weken in huis te nemen. Voor geld doet de man namelijk alles.
Wandelende pinautomaat
Hilarische scènes volgen: van de installatie van het grote verstelbare ziekenhuisbed naast de caravan - het ding kan niet door de deur - tot de gretigheid waarmee de hond de pillen van Lucien opslobbert. Jaap Robben heeft een goede hand van vertellen en de originaliteit van zijn met droge humor beschreven scènes verrast. Hij vertelt vanuit het standpunt van de slimme dertienjarige Brian die veel aankan, maar ook door hormonen en jeugdigheid gestuurde dommigheden doet. De enige die hem steunt, is Emile, die helpt om Lucien 's ochtends uit bed te krijgen en een oogje in het zeil houdt - tot grote ergernis van de vader, die Emile als wandelende pinautomaat ziet en hem probeert af te persen met een vage verdenking van pedofilie.
Het zijn geen frisse jongens, daar op dat aftandse veldje tussen het vuilnis en de troep. Brian is een taai kereltje dat doet wat hij kan. Hij is de 'zomervacht' voor zijn vader, zijn broer en Emile, en probeert alle drie te beschermen in de hoop dat ook hij, de jongste, beschermd zal worden. Eigenlijk wil hij niets liever dan weer gewoon het broertje zijn en bij een gezin horen, desnoods een surrogaatgezin. Robben neemt het zonder ironie op voor de kwetsbaren: voor de jongen die vermalen wordt tussen zijn vader en zijn moeder, voor zijn grote broer die versuft van de medicijnen een niet te benijden leven leidt, voor het meisje in de instelling dat geen weg weet met haar ontloken seksualiteit. Zijn inzet is net zo oprecht als die van Griet Op de Beeck, maar zijn literaire beheersing is veel groter. Robbens stijl is verraderlijk eenvoudig. Je hóeft niet volwassen te zijn om Zomervacht te lezen, maar Robbens beelden, de subtiliteit van zijn humor en de verrassende plotwending raken ook de belezen lezer. Zomervacht geeft een ontroerend inkijkje in een jongensleven om bij stil te staan.
De Geus, 314 blz., 21,99 €.
(M.V.)
te/ep/12 s
Van tijd tot tijd – maar veel te weinig – gaat de dertienjarige Brian samen met zijn vader Maurice op bezoek bij zijn drie jaar oudere broer Julien. Die zit in een psychiatrische instelling waar een kettinkje verhindert dat de ramen meer dan een paar centimeter open kunnen en de vloer gedweild wordt met de geur van zwembad. Veel meer dan op zijn bed liggen en ‘Moe-wah-wah’ kreunen doet Julien niet, al kan hij soms ook agressief uit de hoek komen. Brian houdt er een uitgescheurde oorlel aan over. Tijdens verbouwingen zou een aantal kinderen thuis opvang moeten krijgen, legt de directeur Maurice uit, die daar niets voor voelt, tot hij hoort dat er een financiële compensatie wordt voorzien. Julien is daarop heel erg welkom, waarna Maurice de hulpbehoevende jongen overlevert aan de zorgen van zijn broer en de andere aangespoelden op de camping waar ze wonen. Brian ontfermt zich zich naar best vermogen over zijn broer en fantaseert intussen over seks met Selma, een zwakzinnig meisje van negentien dat heel graag met hem wil ‘buiken’. Intussen gaat het steeds steiler bergaf met Maurice, zowel financieel als psychologisch.
In zijn bekroonde en meer dan 50.000 keer verkochte debuut Birk nam Jaap Robben de lezer mee naar een kleine eilandgemeenschap waar de grens tussen moederliefde en incest flinterdun bleek. In Zomervacht schrijft hij over gelijkaardige mensen, geïsoleerd van de wereld, die er een eigen naïef-gewelddadige moraal op na houden. Robben schrijft snel en gevat, met korte, scherpe dialogen en creëert scènes die je een paar dagen bijblijven. Zoals die waarin Maurice ’s ochtends met een beurs geslagen kop wakker wordt op de betonnen vloer van het hondenhok. Brian opent de deur van de kooi, waarna Julien binnenslipt en al gierend en onder het krijsen van ‘Feffe… feffe’ flessen in gruzelementen begint te gooien, waarbij hij door de scherven loopt en een steeds dikker bloedspoor achterlaat.
Zomervacht is soms goor en rauw. Andere keren is het boek teder en breekbaar. Het speelt aan de zelfkant van de maatschappij, waar een aai en een neep slechts een zucht van elkaar verwijderd zijn en een vader graag met zijn zwakzinnige zoon gaat winkelen omdat zo’n jongen onstrafbaar is, wat de winkeldetective ook in zijn zakken moge aantreffen.
****
De Geus, 311 blz., € 21,99.
Marita de Sterck
De Nederlandse auteur (1984) publiceerde poëzie en verhalen voor kinderen, maar brak door met zijn meermaals bekroonde romandebuut 'Birk'*. Net als de jonge Mikael uit 'Birk' woont de 13-jarige Brian op een desolate plek bij één ouder, die het onmogelijke van hem verlangt. Met zijn gescheiden vader betrekt Brian een aftandse caravan. Zijn oudere broer Lucien zit wegens ernstige verstandelijke en fysieke beperkingen in een instelling. Als die instelling tijdens de zomer gerenoveerd wordt, weigert de vader eerst om Lucien tijdelijk op te vangen, tot hij hoort over een vergoeding en bedenkt dat Brian vakantie heeft. Dus haalt hij Lucien naar de caravan en maakt van Brian zijn verzorger. Een titanenklus want Lucien kan niet spreken en knalt uit elkaar van frustraties om zijn beperkingen. Hoe schrijnend en kansarm de situatie ook is, er groeit een aandoenlijke liefdevolle band tussen de broers. De compositie is ijzersterk, de stijl toegankelijk maar erg raak en nergens wordt de toon larmoyant. Een verpletterende roman over intense, basale emoties, die een ruim publiek verdient. Longlist Libris Literatuur Prijs 2019.
Elke Verhulst
ru/eb/06 f
De kaft en titel spreken me meteen aan. Je ziet een foto van een bij op een witte zachte achtergrond. Gele letters ‘Zomervacht’ geven me een zacht dromerig gevoel.
Brian, een dertienjarige jongen, vertelt ons zijn verhaal. Zijn verhaal: Hoe het is om met je vader in een bouwvallige caravan te wonen. Hoe het is om een broer te hebben die verstandelijk en fysiek gehandicapt is en die jij maar af en toe bezoekt in de instelling waarin deze verblijft. Hoe het is om een afwezige moeder te hebben.
Hij vertelt hoe hij de situatie beleeft, wanneer zijn vader plots wegens financiële voordelen beslist om zijn broer (weliswaar tijdelijk) in ‘huis’ te nemen. Dit zal gedurende de zomervakantie zijn en Brian wordt al snel verantwoordelijk gesteld voor zijn broer. De broederliefde tussen deze twee is zeer aanwezig, maar Brian wordt als dertienjarige toch opgezadeld met een verantwoordelijkheid die een normale puber niet zou moeten nemen.
Het boek vertelt hoe Brian dit alles verwerkt en het beste probeert te maken van zijn netelige positie. We maken ook kennis met enkele andere bewoners op het bouwvallige terrein. Een nieuwe huurder bouwt een band op met Brian en Brian is maar al te blij dat hij iemand heeft waarop hij kan terugvallen. Ook al lijkt deze persoon af en toe een duister verleden met zich mee te dragen, Brian en hij kunnen bij elkaar terecht met hun bezorgdheden.
Het is een verhaal met overwegend mannelijke personages. Dat maakt het ruw maar ook heel puur. Het gemis echter van een moeder of moederfiguur en vrouwelijke tederheid bij Brian is heel duidelijk. De auteur heeft geen schroom om dit duidelijk te maken. Zo wordt de relatie die Brian opbouwt met Selma, een meisje uit de instelling, hard en teder weergegeven.
Ik ben gegrepen door het verhaal en raad het zeker aan.
Yolanda Entius
te/ep/08 s
Lucien, de gehandicapte broer van de 13-jarige Brian is met zijn voet in een stuk glas getrapt. "Het is mijn schuld", zegt Brian, "ik heb niet goed opgelet." Emile, de man die bij Brian en zijn vader een caravan huurt, denkt daar anders over: "Je doet wat je kunt. Iemand als je broer bezeert zich snel. Je bent als een soort vacht voor hem. Zonder jou had hij vast nog meer schrammen en blauwe plekken opgelopen."
'Zomervacht' is de titel van de nieuwe roman van Jaap Robben. Zijn eerste roman 'Birk' werd goed ontvangen, kreeg prijzen en werd een verkoopsucces. 'Zomervacht' is een waardig opvolger en heeft alle ingrediënten in zich om hetzelfde pad te volgen.
Het uitgangspunt is goed: Lucien zit ('ligt' schrijft Robben treffend) in een instelling. Als de verbouwing daar uitloopt krijgt pa het verzoek zijn zoon voor een maand of wat in huis te nemen. Pa's ex, moeder van beide zoons, is op huwelijksreis met haar nieuwe vriend, zo weet de directeur van de instelling hem te vertellen. Pa heeft er geen trek in, tot hij hoort dat er een vergoeding tegenover staat. Geld kan pa wel gebruiken en hij heeft zijn jongste zoon 'Brai' om voor Lucien te zorgen. De jongen komt dus naar huis: een stacaravan op rommelig terrein waar, naast Brian en zijn vader, Jean en bruine Henry een loods hebben, de honden Rita en Rico rondscharrelen en voornoemde Emile (samen met zijn vissen) tijdelijk zijn intrek heeft genomen in een aftandse caravan die Jean en Henry nog wel eens gebruiken als ze 'een vrouwtje' laten komen. Dat terrein bevindt zich ergens in de buurt van het fictieve Saint-Arnaque (Frans voor 'zwendel') dat ik ergens in de Ardennen plaatste; de (eigen)namen, de heuvels, de rommelige sfeer; het had iets Belgisch.
Op zijn best moest ik ook aan 'De helaasheid der dingen' van Dimitri Verhulst denken, niet in de laatste plaats door de zo volkomen afwezige moeder die ook nergens echt gemist lijkt te worden. Het is een mannengemeenschap van weinig woorden en des te meer troep, bier, brommers en bougies. De enige vrouw van betekenis is Selma, het meisje uit de instelling met wie Brian wat rommelt. Maar waar het verhaal in de roman van Verhulst schrijnend wordt door de kanteling in het perspectief als de ik-figuur terugkeert naar de plekken uit zijn jeugd als hij zelf vader is geworden, blijft 'Zomervacht' wat aan de oppervlakte steken.
Het verhaal wordt verteld vanuit de vroegwijze Brian die met enige tegenzin, maar allengs liefdevoller, de zorg voor Lucien op zich neemt. Hij verschoont luiers, leert hem (weer) lopen, maakt de nodige ongelukken, en soms laat hij hem alleen, omdat hij op de brommer naar Selma gaat. En dan heeft Lucien rode striemen van de tiewraps waarmee Brian hem heeft vastgebonden. Of Brian is onhandig met de pillen van zijn broer die op de grond vallen en prompt door de honden worden opgelebberd. Het is op die momenten dat de sfeer van la-maar-zeggen 'de helaasheid' naar 'de familie Flodder' verschuift en dat is jammer. Bovendien wordt aan het einde in een dialoog nogal slecht verwoord wat we eerder veel beter en subtieler al lang hadden gezien.
"Waarom denk je dat Brian me steeds weer opzoekt?" vraagt Emile. "Je bent een vader van niks."
"Waar haal je het gore lef vandaan..."
"Raak me niet aan!" roept Emile (...) "Laat me los."
"Blijf van mijn jongens af. Of je gaat eraan."
Tsja. Is dit nou expres heel kinderachtig dan wel stripachtig, of vergaloppeert Robben zich hier in zijn opmaat naar het einde, waarin dat aquarium (we hadden het al gedacht) en meer dan dat aan diggelen gaat.
Robben kan eenvoudig en fantastisch schrijven - ik bleef de eerste hoofdstukken maar mooie zinnen onderstrepen ("Mijn broer woont in een bed op een half uur rijden van onze caravan.") - en toch bleef ik aan het einde enigszins teleurgesteld achter. Meer, dacht ik, ga nou verder, dieper, haal het onderste uit de kan, in plaats van dat je uitlegt wat al duidelijk was en de boel voorspelbaar laat ontsporen.
oordeel
Mooi uitgangspunt
maar niet het onderste uit de kan
De Geus; 316 blz. € 21,99.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.