Hamnet
Maggie O'Farrell
Maggie O'Farrell (Auteur), Lidwien Biekmann (Vertaler)
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Nijgh & Van Ditmar, 2018 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : OFAR |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Nijgh & Van Ditmar, 2018 |
VOLWASSENEN : ROMANS : OFAR |
Kathy Mathys
rt/aa/02 m
Wie op het nippertje aan de dood ontsnapt, kan verstijven door die ervaring en voortleven in een wolk van angst. De dood vooral niet opnieuw uitdagen, is dan het idee. Maggie O'Farrell (45) is van de tegenovergestelde aanpak. Als kind kwam de dood haar leven meermaals binnengewalst, maar dat joeg de schrijfster in spe geen schrik aan. Integendeel, net omdat ze op haar achtste bijna overleed aan een virale infectie ontpopte ze zich tot een durver, een avonturier.
O'Farrell reisde naar exotische bestemmingen, zwom de woeste zee in zonder te overwegen of er gevaar dreigde. In Ik ben ik ben ik ben. Zeventien keer rakelings langs de dood getuigt ze over al die momenten dat het bijna misging. En ja, enkele van die bijna-doodervaringen vonden plaats op exotische locaties. Water speelt in verschillende confrontaties met de dood een rol. Zo liet O'Farrell liet zich als tiener uitdagen om 's nachts in donker zeewater te springen. Pas toen ze onder het wateroppervlak zat, herinnerde ze zich weer dat ze zich niet kan oriënteren op vreemde plekken, een gevolg van de ziekte uit haar kindertijd. Een vriendje wist haar net op tijd te redden.
Ik ben ik ben ik ben is een autobiografie in zeventien hoofdstukken. Elk deel draagt als titel het lichaamsdeel dat in gevaar was. Maggie O'Farrell, schrijfster van zeven romans, brengt hiermee voor het eerst een non-fictieboek uit. Ze vertelt niet chronologisch. Zo komen we pas in het voorlaatste hoofdstuk te weten wat er nu precies voorviel toen ze acht jaar oud was. De schrijfster brengt geen verhaal van oorzaak en gevolg, wel een versnipperd portret van de vrouw die ze is geworden en van het kind dat ze was. Ondanks die versnippering is Ik ben ik ben ik ben makkelijk te volgen. Bovendien is het interessant om de lijnen die door elkaar lopen - het moeilijke kind, de rusteloze tiener, de beproefde moeder - met elkaar te verbinden.
Mannelijke agressie
Het is opvallend hoe vaak ze het slachtoffer werd van mannelijke agressie. In het openingshoofdstuk ontsnapt ze ternauwernood aan een man die enkele dagen later een jonge vrouw verkracht en vermoordt. Verder zijn er nog momenten waarop ze wordt belaagd door mannen. Ze wijst niet op dit patroon, laat de woorden voor zich spreken. Minstens zo schokkend als het fysieke mannelijke geweld is het gedrag van de arts die haar behandelt tijdens haar zwangerschap. Doordat ze als kind encefalitis opliep, is de motoriek van O'Farrell niet helemaal in orde. Ze botst vaak tegen dingen aan, kan afstanden niet goed inschatten. Artsen hebben haar altijd verteld dat ze enkel kon bevallen met een keizersnede. De behandelende arts neemt haar niet serieus, noemt haar een aansteller en zo komt het dat O'Farrell en haar baby bijna overlijden tijdens wat begint als een natuurlijke bevalling.
Het bijzondere aan dit boek is dat het een levendig beeld schetst van wie de schrijfster is. Een rusteloze ziel is ze, iemand die enkel door te schrijven of te reizen tot zichzelf komt. Ze schetst het Wales van haar kinderjaren, een plek waar ze zo snel mogelijk weg wil, haar huwelijk met auteur William Sutcliffe. Erg aangrijpend is het slothoofdstuk waarin niet het leven van de schrijfster maar dat van haar dochter wordt beproefd.
De stijl is levendig. Het water van de zee lijkt op zwart teer, zoals het haar verstikt. Toch een kanttekening: de structuur van de hoofdstukken is telkens vrijwel identiek. De schrijfster gooit de lezer meteen in de bedreigende situatie. Dan neemt ze gas terug en volgt er veelal een herinnering. Daarna keren we terug naar het moment van de dreiging.
Ik ben ik ben ik ben is een autobiografie die je zin geeft in het leven, die veel thema's in zich draagt ondanks de lens waardoor de schrijfster kijkt.
Vertaald door Lidwien Biekmann, Nijgh & Van Ditmar, 272 blz., 21,99 € (e-boek 12,99 €). Oorspronkelijke titel: 'I am, I am, I am'.
J. Hofte
Doordat de auteur op jonge leeftijd dicht bij dood komt vanwege haar ziekte (Encefalitus) en daarna volledig herstelt, ontwikkelt ze een honger om alles uit het leven te halen dat erin zit. Dus wandelt ze over afgelegen bergpaden, springt van hoge kademuren, reist ze alleen rond en vertelt ze op meeslepende wijze hoe dun de scheidslijn tussen leven en dood kan zijn. In zeventien verschillende hoofdstukken, alle genoemd naar het betreffende lichaamsdeel, behandelt ze haar bijna-doodervaringen op een niet-chronologische wijze, waardoor je als lezer verrassende overlappingen tegenkomt. Haar ervaringen variëren van dwaasheden tot toeval en pech, tot aan onthutsende gebeurtenissen die diepe sporen nalaten. De auteur heeft zeven romans op haar naam staan en schreef dit memoir voor haar dochter, die heftige allergische aanvallen heeft, zodat zij zich niet alleen voelt in het weerstaan van de dood. Hoewel de ervaringen uniek lijken (we ontmoeten immers niet allemaal een moordenaar of zitten in een neerstortend vliegtuig), laten ze toch zien dat ze in ieders leven voor kunnen komen. Duidelijke druk; voorzien van enkele decoratieve illustraties.
Elke Geurts
rt/aa/03 m
We denken er liever niet al te vaak aan. Onze sterfelijkheid. Maar in 'Ik ben ik ben ik ben', de titel komt uit 'The Bell Jar' van Sylvia Plath, drukt de Ierse schrijfster Maggie O'Farrell ons zonder mededogen met onze neus op dat onherroepelijke feit.
We zijn vaak dichter bij de dood dan we denken en hoe vaak zijn wij - en onze geliefden en kinderen - er eigenlijk maar net aan ontsnapt? Hoe vaak scheerden wij zonder dat we het wisten rakelings langs die afgrond? Hoe vaak is het niet voorgekomen dat die vrachtwagen ons net niet raakte? Als u dit leest, is het al die keren in elk geval nét goed gegaan.
O'Farrell heeft zeven romans op haar naam staan, met 'Ik ben ik ben ik ben' waagt ze zich voor het eerst op het autobiografische pad. Ze heeft haar levensverhaal opschreven aan de hand van zeventien bijna-doodervaringen.
"Ieder van ons heeft amnestie gekregen, leeft in geleende tijd, we plukken de dag, ontlopen ons lot, glippen door het oog van de naald, en we weten niet wanneer het zwaard zal neerdalen."
De zeventien hoofdstukken hebben allemaal een onderdeel van het lichaam als titel met daarachter een jaartal, zozoals Hals (1990) Longen, (1988) en Ruggengraat, benen, bekken, buik hoofd (1977).
Het verhaal van de achttienjarige tiener die op een dag besluit in haar eentje te gaan wandelen. Op een verlaten pad staat een man die haar opwacht en een eindje met haar meeloopt. Hij doet de riem van de verrekijker om haar hals. Een week later wurgt hij een andere wandelaarster met de riem van zijn verrekijker.
Het verhaal van de zestienjarige die bijna verdrinkt in de kolkende zee, maar op het nippertje wordt gered door een jongen die verliefd op haar is. Het jonge kind dat besluit thuis weg te lopen en bijna verongelukt. De eenentwintigjarige vrouw die naar Hongkong vertrekt om een nieuw leven te beginnen en net in dat vliegtuig zit dat bijna neerstort maar nog net een noodlanding maakt. Een vrouw die bijna overlijdt tijdens haar eerste rampzalige bevalling in een onderbezet ziekenhuis. Het verhaal van een meisje met de kinderziekte encefalitis waarvan niet verwacht wordt dat ze die gaat overleven.
Het laatste hoofdstuk vond ik het meest aangrijpend, adembenemend zelfs, en misschien is dat ook wel zo omdat het hier niet over haarzelf ging, maar over haar dochter?
Waarschijnlijk refereert dit hoofdstuk aan een nog grotere angst dan die van de eigen sterfelijkheid: het overlijden van je eigen kind.
In dit verhaal overlijdt haar dochter bijna aan anafylaxis; een aangeboren immuniteitsstoornis. Het meisje heeft last van levensbedreigende allergische reacties op zo ongeveer alles. De specialisten hebben hun op het hart gedrukt altijd in de buurt van een goed ziekenhuis te blijven. En ook al letten ze altijd op, een keer gaat het natuurlijk mis.
Het probleem is nu dat ze geen ziekenhuis kunnen vinden. Ze zijn in Italië, zitten in de auto, weten niet waar ze zijn, volgens de navigatie op het dashboard ploegen ze door het niets. En met elke minuut die verstrijkt, verdwijnt er meer leven uit hun dochter.
Het is met een enorme vaart en spanning geschreven, we zitten bij haar terwijl we het lezen, we hebben het stervende meisje op schoot.
"De ademhaling van mijn dochter is oppervlakkig, moeizaam, haar lippen zijn opgezwollen, haar huid is vlekkerig en lijkbleek. Haar tere gelaatstrekken zijn ingezonken, opgezet, verkrampt. Ze omklemt mijn handen, maar haar ogen draaien weg. Ik raak haar wang aan, ik noem haar naam. Blijf wakker, zeg ik, blijf bij ons."
Maggie o'Farrell schrijft scherp, in retrospectief en in een aangename bespiegelende en beeldende stijl. De structuur is niet chronologisch. O' Farrell is een lemniscatisch denker en schrijver, die met terugwerkende kracht - en met een vooruitziende blik - betekenis geeft aan alles wat er gebeurt. Ze suggereert verbanden, waardoor er met dit zeer originele memoir een vrij compleet beeld ontstaat van haar leven.
Als je dit boek dichtslaat besef je weer even hoe fragiel het leven is, dat we geen tijd te verliezen hebben, maar er beter nu het beste van kunnen maken.
Vert. Lidwien Biekmann. Nijgh en Van Ditmar; 272 blz. € 21,99
oordeel
Verrassend memoir; bespiegelt scherp en beeldend.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.