Van Dale zakwoordenboekje der Nederlandse taal
Cornelis H.A. Kruyskamp
A.H. Nijhoff (Auteur), Andreas Oosthoek (Nawoord)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Cossee, © 2018 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : NIJH |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Vita, 1994 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 6055 |
Persis Bekkering
i /ul/21 j
Niet iedereen herkent in een nieuw boek meteen een klassieker. Ook de beste critici slaan weleens de plank mis. E. Du Perron doopte zijn pen in vitriool over de roman Twee meisjes en ik van A.H. Nijhoff. In een brief typeert hij het werk als 'geschrijf van cosmopolieterig-doende houten Klara's-met-ideeën-over-saphisme-en-pederastie'. 'God-god, wat een rotrommel!'
Twee meisjes en ik, verschenen in 1931 en decennialang herdrukt, werd bij verschijning geprezen en verguisd. Kritiek was er op de verdorven praktijken die er nogal subtiel in voorkomen, zoals drugs, homoseksualiteit en abortus. Dat hadden ze niet verwacht van de echtgenote van Martinus 'moeder de vrouw' Nijhoff, een van de beroemdste Nederlandse dichters.
De debuutroman is nu opnieuw uitgegeven, met een uitgebreid nawoord waarin de brief van E. Du Perron wordt geciteerd. De tekst is geschreven door journalist Andreas Oosthoek, die de literaire nalatenschap van de familie Nijhoff beheert. Over hem valt trouwens ook heel wat te klagen, maar daarover straks.
Er is nog een verguisd debuut opnieuw uitgegeven, van een andere vrouwelijke auteur. De timing zal geen toeval zijn: De Nijhoffs en ik - of de gevolgen van een genre, Marja Pruis' biografische essayboek over A.H. Nijhoff, dat in 1999 de ondertitel 'of de gevolgen van een huwelijk' droeg. Een boek over het leven van Netty Nijhoff-Wind, zoals A.H. voluit heette, maar vooral een memoire over de zoektocht van een biograaf.
Pruis voert zichzelf gechargeerd op als de onhandige, verlegen biograaf die op weerzin, geheimen, en verbrand archiefmateriaal stuit. Het boek is een omtrekkende beweging om de schrijfster heen, via beschrijvingen van Nijhoffs familieleden, geliefdes en andere figuren. Ze toont zo de onmogelijkheid van het achterhalen van de waarheid in élke biografie. Pruis was eropuit 'het mysterie van een schrijversleven intact te houden', schrijft ze in een terugblik die als voorwoord is opgenomen. Paradoxaal genoeg doet ze dat door zichzelf erin te schrijven.
Een van de meest onwillige subjecten in het boek is een zekere 'Van Dishoek', de ijdele zaakwaarnemer die de nalatenschap van zowel A.H. Nijhoff als haar grote liefde, de Engelse kunstenares Marlow Moss, beheert. Hij geeft niets prijs van de foto's en brieven die hij vermoedelijk bewaart. De naam Van Dishoek is gefingeerd, wat Pruis in de gelegenheid stelt ongegeneerd over hem te schrijven: 'Hij praatte alsof hij te veel tong in zijn mond had.'
Wacht, citeerden we hierboven niet het nawoord van ene Oosthoek?
De kritieken na verschijning van De Nijhoffs en ik zijn vernietigend. Te weinig informatief over Nijhoff. Pruis was in handen van de 'biografiepolitie' terechtgekomen, schrijft ze in het voorwoord.
Spoiler: beide boeken zijn bij herlezing niet meer shockerend, en dat lijkt goed nieuws.
Van Pruis kennen we de persoonlijke toon, de openheid, obsessies en angsten, die omwille van de literatuur altijd een beetje gefictionaliseerd en daarom juist niet narcistisch zijn. In bundels als Kus me, straf me en Genoeg over mij - confessies van een ervaren schamer vormt de persoonlijke anekdotiek, die gespiegeld wordt aan literaire voorbeelden en die nooit zonder humor is, de aantrekkingskracht. Dat De Nijhoffs en ik geen echte biografie is, doet er niet meer toe.
De hedendaagse lezer kan evengoed nauwelijks over de verdorven moraal van Twee meisjes en ik vallen. De weemoedige, tedere roman gaat over de bijzondere vriendschap tussen een oudere huisarts (Bill) en twee jonge meisjes, die aan het begin van het boek nog kinderen zijn: Juan en Ann. Een oudere man die met twee kleine meisjes op pad gaat zou nu trouwens wél een schandaal zijn, maar in het boek reageert niemand daar vreemd op.
Het verhaal wordt verteld door Bill, er gaan twintig jaar voorbij. De meisjes worden volwassen. Ann trouwt met de dandy Cyril. Cyril valt op mannen. Juan en Bill zijn beiden verliefd op Ann; ook Juans lesbische liefde wordt slechts gesuggereerd.
Vonden onze voorouders dát nou zo heftig? Bill zelf is juist overdreven moralistisch, op het verstikkende af. Niet waar het de seksualiteit van zijn vrienden aangaat, wel wat betreft hun persoonlijke keuzes. Iedere keer als Ann of Juan iets van plan is wat in Bills ogen tegen hun welzijn of geluk ingaat, meldt hij zich weer met een bezoekje en dringt aan het niet te doen. Waar bemoeit hij zich mee?
De heruitgave van Nijhoffs klassieker is vooral van belang in het licht van Pruis. Haar hybride biografie wordt rijker als je ook de roman hebt gelezen. Alles grijpt in elkaar. Netty Nijhoff geloofde niet in het mythische schrijverschap, ze was praktisch, leefde het liefst in de schaduw. Ze wilde niet geduid worden, wat Pruis dan ook niet lukt. Tegelijkertijd was Nijhoffs leven wel bijzonder en interessant: het open huwelijk met Martinus, de reizen, de homoseksualiteit en de beroemde vrienden als Gertrude Stein en Mondriaan. Haar persoonlijkheid rechtvaardigt Pruis' speurtocht.
Zowel Pruis als Nijhoff is bovendien sterk in verhullen. In Twee meisjes gebeuren de belangrijkste dingen tussen de regels door. Verhullen doet Pruis ook, door informatie weg te laten en door personages bijna karikaturaal weer te geven. Niet als postmodern verstoppertje spelen, maar omdat dat de werkelijkheid beter in beeld brengt.
In haar woorden schemert de taal van Nijhoff door, wat ze niet expliciteert. Ze valt dus samen met Nijhoff, juist door ongrijpbaar te zijn. Net zoals elke biografie in feite een projectie is van de biograaf zelf.
Dat Pruis' debuut destijds zoveel kritiek kreeg, net als dat van Nijhoff, is in dat licht misschien wel een cadeau geweest.
ROMAN
A.H. Nijhoff: Twee meisjes en ik, Cossee; 320 pagina's; € 19,99.
***
ESSAY
Marja Pruis: De Nijhoffs en ik - of de gevolgen van een genre, Nijgh en van Ditmar; 224 pagina's; € 19,99.
****
Redactie
De roman waarmee A.H. Nijhoff (1897-1971) debuteerde in 1931. Zij publiceerde relatief weinig maar schreef gedurende haar hele leven. Als schrijfster genoot zij in haar tijd enige bekendheid, maar nu wordt zij toch vooral herinnerd als vrouw van de dichter Martinus Nijhoff en de schrijfster van 'Twee meisjes en ik'. Algemeen werd aangenomen dat het het werk van een man betrof. Op intieme toon doet zij verslag van de vriendschap van de arts Bill, die als verteller optreedt, met twee meisjes, Ann en Juan. Hun relatie ontwikkelt zich tot een moeizame driehoeksverhouding, waarin zij langzaam ten onder gaan. De roman staat bekend als een in zijn tijd unieke roman, intelligent, cosmopolitisch, met een onburgerlijke kijk op huwelijk en liefdesverhoudingen, waaronder die tussen vrouwen. De heruitgave is des te aardiger omdat A.H. Nijhoff een vrijgevochten bestaan leed, waarvan zij, zoals ook al tijdens haar leven werd aangenomen, op eigenzinnige wijze in haar werk verslag heeft gedaan. Met voorin een opdracht en achterin noten en een uitgebreid nawoord van Andreas Oosthoek met een aantal zwart-witfoto's.
Jann Ruyters
i /un/23 j
Een nieuw boek van Marja Pruis - romanschrijver en essayist met een scherpzinnige, soepele pen - is altijd spannend, ook als het eigenlijk een 'oud' boek is. 'De Nijhoffs en ik - over de gevolgen van een genre' is een herziene editie van Pruis' debuut 'De Nijhoffs of de gevolgen van een huwelijk', nu voorzien van een nieuwe inleiding en een biografische appendix inclusief noten.
Dat debuut werd twee decennia geleden niet enthousiast ontvangen. Integendeel. Critici reageerden sceptisch op haar biografische schets van Netty Nijhoff, echtgenote van Martinus, een enkeling zelfs hatelijk. Die negatieve kritieken verrasten Pruis, schrijft ze in de nieuwe inleiding. Ze had met de vorm, een kruising tussen memoir en biografie, wel geëxperimenteerd, maar in dit literaire, persoonlijke portret van een ten onrechte vergeten schrijfster bepaald geen reden voor controverse gezien.
Dat die controverse er wel kwam, had met het genre te maken, concludeert ze nu. 'De Nijhoffs of de gevolgen van een huwelijk' was een making-of, meer een verhaal over het schrijven van een biografie dan een biografie zelf.
In navolging van andere vernieuwende biografische studies (zoals 'The Silent Woman' van Janet Malcolm over Sylvia Plath) waarin de biograaf zelf prominent aanwezig was, voerde ook Pruis in haar tekst een ik-figuur op, een alter ego, een wat onhandige biograaf die in haar speurtocht naar de feiten van het leven van Netty Nijhoff op weerstand, twijfels, tegenspraak en onwillige getuigen stuit. Dat overkomt veel biografen, alleen deze biograaf deelde niet alleen haar ontdekkingen maar juist ook die vergeefse omzwervingen en frustraties met de lezers.
En dat waren er nogal wat bij Netty Nijhoff. Zij schreef enkele romans (de bekendste is het opnieuw verschenen 'Twee meisjes en ik') en leidde na haar kortstondige huwelijk met Martinus een spannend leven met minnaressen in verschillende landen. Van dat leven liet ze weinig sporen na, ze vernietigde veel brieven en aantekeningen; onvoltooide manuscripten raakten zoek. Ook de enige nazaat van de Nijhoffs, de tijdens Pruis' speurtocht al overleden zoon Faan, gooide een briefwisseling van zijn ouders in het vuur.
Restte de wel nog levende zaakwaarnemer van de Nijhoffs, door Pruis 'Van Dishoek' gedoopt, een wichtigmacher die de biograaf het idee geeft dat hij nog van alles interessants in de kluis heeft liggen, maar weigert iets van dat materiaal aan haar af te staan. "Iemand die zijn leven legitimeert met dat van een ander, daar dan bovenop blijft zitten en nooit met iets komt", aldus de geïrriteerde en gefrustreerde onderzoeker.
Juist die meermaals over haar project twijfelende, soms wanhopende 'ik' riep ergernis op bij de critici. Misschien ook omdat deze biograaf niet alleen op hindernissen stuit, maar op sommige momenten een wolf in schaapskleren is, getuige haar vileine oordelen over enkele geïnterviewden: de onwillige zaakwaarnemer ('hij praatte alsof hij teveel tong in zijn mond had'), de voormalige minnaar van zoon Faan, Albert Mol ('jammer van die lange tanden die hem iets van een bever geven'), Nijhoffs tweede vrouw actrice Georgette Hagedoorn ('schalks en koket gedrag waarmee een mooie vrouw het lang ver schopt maar dat zich op een dag tegen haar keert').
Het zijn het soort scherpe waarnemingen en spannende terzijdes waar deze schrijfster erg goed in is, maar die in deze biografische schets soms ook nog iets bedachts hebben.
Dat was toen. Herlees je het boek nu dan constateer je dat Pruis in dat binnenstebuiten keren van het traditionele genre van de biografie, en in het naar voren schuiven van het 'ik' van de biograaf, haar tijd juist ook vooruit was.
Pruis nu: "Ik wilde laten zien dat een getuigenis nooit op zich staat maar altijd een belang dient. Dat iedereen lijdt aan kortzichtigheid en dat ook de blik van de biograaf gekleurd raakt."
Een kern diept deze subjectieve biograaf expres niet op en het einde laat ze open, maar ondertussen brengt ze via via de ongrijpbare Netty Nijhoff toch voor je tot leven; via getuigenissen, interviews, en het meest via portretten van de anderen in haar leven; stuk voor stuk aansprekende 'personages'.
Pruis schetst de loyaliteit van Netty jegens de ontrouwe Martinus en hoe ze na hun huwelijk (een moetje) snel weer ieder huns weegs gingen, maar op verzoek van Netty toch 34 jaar getrouwd bleven. Ze wijdt een hoofdstuk aan 'de heilsoldate', Martinus' tot het katholicisme bekeerde moeder die anders dan zijn dominante uitgeversvader hem tot het dichterschap aanspoorde. Ze vertelt over de lesbische liefdes van Netty: de Italiaanse Maria met wie ze een pension voerde in Settignano en de androgyne kunstenares Marlow Moss met wie ze in Cornwall woonde (de locatie van 'Twee meisjes en ik').
Pruis vertelt ook over de verschillende versies van het einde van die liefdes. Ze duidt Netty Nijhoffs extreme hang naar schoonheid en, in een roerende lyrische passage, haar vermogen om in mensen 'de zachtheden te zien'.
Als je geïnspireerd door deze levendige biografische schets ook Nijhoffs roman 'Twee meisjes en ik' leest, valt die wel een beetje tegen. Het is een melancholieke en broeierige roman, bij de eerste verschijning in 1931 omstreden vanwege de suggestie van homoseksualiteit en het vele overspel. De mannelijke verteller ontmoet tijdens een vakantie in Cornwall twee meisjes met wie hij, hoewel bijna twintig jaar ouder, in een levenslange driehoeksverhouding zal belanden. Alleen die heimelijk hunkerende, gekwelde verteller, het Lolita-achtige thema van vergeefs verlangen en zelfdestructie, de soms omslachtige zinnen hebben nu toch wat ouderwets.
Pruis' tekst is aanstekelijker. Ze laat je uitkijken naar meer en nog veelomvattender biografieën, van alle Nijhoffs, van Marlow Moss, van de heilsoldate en van Albert Mol. En eigenlijk ook van Marja Pruis zelf.
Marja Pruis, De Nijhoffs en ik, of de gevolgen van een genre. Nijgh & Van Ditmar; 221 blz. € 19,99.
A. N. Nijhoff, Twee meisjes en ik. Cossee; 314 blz. € 19,99.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.