Gedichten voor de kleine reus
Peter Holvoet-Hanssen
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Polis, 2018 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : POEZIE : HOLV |
Paul Demets
2/ei/23 m
Blauwdruk
'het hart is groot genoeg, de ruimte is te klein'
dat zong de zeereus en geen lied stilt onze pijn
Goleman vermomd als noodlot slaat weer toe
roet en vloed, de driesprong is de tweespalt moe
als een weggevaagde stad klinkt onze tijd
de geur van zomerregen leert ons dit refrein
vel de boom, de dikke boom
vark de slachter, blauw de koe
maak van profiteurs gehakt
gooi die homo van het dak
steek die thuisloze in brand
schakel uit dat nepverstand
verdraaid vernuftig was het dichtersconcentraat
verfraaid met witte humor, zwarte honingraat
afstand ik-ik-jij en nu de spreektaalgeit
het oude hondje zet zich schrap, wil niet meer voort
nog hangt de zonnegloed de wolken aan een koord.
vierde statie
gratie heen
zo steunt leed
op moeders been
Peter Holvoet-Hanssen
Volg de magiër
Zoals in zijn vorige bundels neemt Peter Holvoet-Hanssen ons in Blauwboek mee op een reis die vol verrassingen zit. Hij is de gids die nu en dan opduikt om ervoor te zorgen dat we niet verloren lopen. Hij structureert zijn oeuvre maar hij zorgt ook voor ontregeling. Door de ondertitel 'gedichten voor de grote reuzin' verbindt Holvoet-Hanssen zijn nieuwe bundel duidelijk met de vorige, Gedichten voor de kleine reus (2016). Het blauw is de kleur van de lucht, maar ook van het water. We kunnen er een niet te stelpen verlangen in lezen om te ontsnappen aan het alledaagse in het fantasmatische. Maar net zo goed als een fascinatie voor en een bezwering van het lijden en van de dreigende vergankelijkheid, waarvoor de poëzie niet op veilig mag spelen, zoals blijkt uit het gedicht 'Blauwdruk'. Het maakt deel uit van een beklemmende reeks 'kruisweggedichten'.
Holvoet-Hanssens poëzie in deze bundel doet denken aan het late werk van Paul van Ostaijen. De beeldenrijkdom en het ritme betoveren en bezweren, ontroeren en brengen je aan het lachen. Misschien is het omwille van de dreigende Goleman, die dichterbij komt in het gedicht dat ik koos, dat Holvoet-Hanssen deze bundel als zijn 'poëtisch testament' omschrijft. Om de zoveel tijd kondigt de dichter een ommezwaai in zijn poëzie aan. Hier is immers sprake van een programmatisch dichterschap: Holvoet-Hanssen reflecteert voortdurend over zijn positie als dichter in de maatschappij en binnen het poëzielandschap. Maar ophouden zal deze unieke dichter niet. Want een taalmagiër als hij geraakt alleen maar uitverteld wanneer hij zijn laatste adem uitblaast. Blauwboek laat zien dat Holvoet-Hanssen, ondanks de blauwzucht door de kou van de dreigende vergankelijkheid, heel sterke longen heeft.
Gedichten voor de grote reuzin, Polis, 101 p., 19,99 Euro
Jeroen Dera
il/pr/06 a
Wat doen Harald Blauwtand, Blauwbaard, Speed Queen Wasmachien, de Geit met Duizend Jongen en het Hondje Skip samen in één bundel? Een rationeel antwoord op die vraag is niet nodig, want Peter Holvoet-Hanssen (57) heeft eclecticisme tot grondbeginsel van zijn poëzie verheven. Over zijn nieuwe bundel Blauwboek. Gedichten voor de grote reuzin schrijft hij, in de ballade van de fictieve Gérardie Byarvoi: 'een talisman met veel gezichten/ zo moet mijn Blauwboek zijn'.
Wie een poëziebundel aanduidt als een talisman, drukt daarmee het geloof uit dat gedichten ons kunnen beschermen tegen onheil en gevaar. Tegelijkertijd gaat dat gevaar van Holvoet-Hanssens schrijven uit, want hij zet in zijn bundel nogal wat op het spel. 'Ware poëzie is rebellie', schrijft de dichter militant, en in andere regels trekt hij actief ten strijde tegen gedichten die een veilige cocon vormen waarin hun maker zich risicoloos verwondert over de wereld.
'Bespaar mij de spruw der herkenbaarheid', hoont Holvoet-Hanssen, en: 'spiets de rolmopspoëzie'! Zijn eigen 'muziekdoosgedichten' passen niet in een potje met zuur, maar spatten en spartelen alle kanten uit, vol bombastische regels en intertekstuele referenties. Enigszins megalomaan heet het op de achterflap zelfs dat Blauwboek 'niets minder dan de lont van een brandbom' is.
Wrakhout
Die lont werd alvast aangestoken in Holvoet-Hanssens vorige bundel, Gedichten voor de kleine reus (2016), het eerste deel van een triptiek waarin Blauwboek het tweede luik vormt. Zoals Yves T'Sjoen onlangs liet zien in de essaybundel Bundels van het nieuwe millennium, gaat Holvoet-Hanssen in zijn oeuvre voortdurend de dialoog aan met zijn eigen werk, dat hij vormgeeft als een expeditie of hellevaart waarin de dichter als rondreizende minstreel fungeert. Ook in Blauwbloek zijn de verwijzingen naar eigen werk talrijk - zo stond het gedicht 'Rozenbloedje' eerder in Spinalonga (2005) en is de 'Jalalabad Blues' 'gepuurd' uit De reis naar Inframundo (2011). Wie deze nieuwe Holvoet-Hanssen ten volle wil appreciëren, kan kortom niet om de complete Holvoet-Hanssen heen.
Los van die zelfrecycling is Blauwboek een ongemeen gulle bundel, waarin de dichter alle remmen losgooit. Holvoet-Hanssen stort zijn associaties ongebreideld over ons uit, met zinderende regels als 'Waarheid achter de sterrenval die ons als mieren plet,/ ik ben onooglijk, zo zing ik u aan - gij Goleman, STOP/ om dit piepkleinste zandkorreltje uit uw ogen te wrijven'. In de woordenstroom sleurt de dichter helaas ook het wrakhout van flauwiteiten met zich mee, bijvoorbeeld in overbodige rijmpjes als 'Regenlied' ('hij huppelt door goten/ en druppelt in sloten'). Als ware poëzie rebellie is, dan had de dichter zulke spielereien wat meer mogen doseren.
Tegelijkertijd is juist die kitscherige rijmelarij moeilijk uit Holvoet-Hanssens poëtische universum weg te denken. De dichter laaft zich aan een kosmisch vitalisme dat hier en daar de Verzen van Hendrik Marsman overtreft: 'het zilverwerk van de nacht klettert op het dek'. Holvoet-Hanssens levensdrift is zo onbegrensd, dat zelfs de dood in zijn wassende verzen wordt meegezogen. Ook als we op een draaikolk afstevenen, zo suggereert de poëzie in Blauwboek, hebben we de taal nog om ons aan op te trekken. Geen wonder dat Holvoet-Hanssen, een 'verdwaalde tijdmachine die raast achter het tuinhek', gretig met het werk van bewonderde voorgangers speelt. J.H. Leopold is niet uit de bundel weg te denken, om over Paul van Ostaijen nog maar te zwijgen. 'Melopee' resoneert in de memorabele regel 'een pistolet op de grond schoof over de vloer naar de piano'.
Onverzettelijk
En toch spreken zelfs uit Blauwboek, een bundel met een onverzettelijkheid die aan het werk van H.H. ter Balkt doet denken, reserves ten opzichte van wat de poëzie vermag. 'Achmatova's branding is verzand', schrijft Holvoet-Hanssen: langzamerhand verliest de poëziezee terrein. Blauwboek mag zich dan wel aankondigen als de aangestoken lont van een brandbom, maar bij de brandbom van de eenentwintigste-eeuwse werkelijkheid steekt de bundel toch schril af. In de 'Jalalabad Blues' (waarin de Arabische kreet 'yalla!' doorklinkt) probeert de dichter de oorlog te bezweren ('angst uit Kandahar, krijg vleugels'), maar natuurlijk haalt die oproep niets uit: 'in Gaza speelde een kind zich dood'. Geen wonder dat de muze haar minstreel uiteindelijk een 'stoethaspel' noemt die dood mag vallen: zelfs met bombastische poëzie sla je op het toneel van de werkelijkheid geen deuk in een pakje boter.
Desondanks schrijft Holvoet-Hanssen door. In het gedicht 'Niemandsland', dat lijkt te verwijzen naar de aanslag tijdens het concert van Ariana Grande in Manchester op 22 mei 2017 ('die avond werd een jong concertpubliek opgeblazen') gebiedt hij ons zijn voorbeeld te volgen:
doop je pen in de door de nacht gewassen inkt
hang het vers nog niet te drogen het vallen van de vink
open je lodderoog voor alles wat je tegenkomt
Er zit een zekere dubbelheid in deze regels. Ze zijn een oproep tot literaire reflectie in een tijd waarin de nacht gevallen is, maar er is ook sprake van een vink die valt: de zangvogel of de bard die de dichter Holvoet-Hanssen is, wordt stilaan een bedreigde diersoort. Toch laat de dichter de poëzie ook hier overleven, al was het maar via de verwijzing naar Vondels 'Kinder-lijck' (met daarin de regel 'd'ydelheden hier beneden/ uitlagt met een lodderoogh'), die ook op de aanslag op het jeugdige publiek in Manchester betrokken kan worden.
Of de branding nu is verzand of niet: voor Holvoet-Hanssen is een leven met concessies simpelweg niet mogelijk. 'De wereld is alles of niets', schrijft hij vol vuur - en daar hoort ook een 'vertrumpt intermezzo' bij, waarin de wantoestanden in Aleppo, Mosul en de Sahel voorbijkomen. Blauwboek sluit de ogen niet voor deze ontwikkelingen, maar probeert ze te bezweren met het vitalisme van de poëzie als talisman. De dichter houdt de wind in de zeilen, ongeacht de omstandigheden: 'mijn boot een kletse kloot de zeilen zijn bebloed/ maar ik ga hier niet zeuren zeker niet'.
De vraag blijft natuurlijk of zijn lezers dat optimisme delen, of dat Holvoet-Hanssen een dolende zeevaarder is die in zijn eentje de grote reuzin trotseert.
Polis, 120 blz., 19,99 €
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.