Zwart licht
María Gainza
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Podium, © 2018 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : GAIN |
Marijke Arijs
il/pr/06 a
Beschouwingen over kunst kunnen behoorlijk slaapverwekkend zijn, maar niet bij María Gainza. De Argentijnse kunsthistorica pleegt al jaren bijzonder genietbare stukken voor allerlei binnen- en buitenlandse bladen. Geen dorre kritieken voor fijne luiden, maar onderhoudende teksten waarin schilderijen en hun makers vakkundig tot leven worden gewekt, met een vlijmscherp oog voor details, want daar heeft Gainza een zenuw voor. Het is een gave, zo'n manier van kijken, vooral als het je broodwinning is. Het idee voor haar romandebuut ontstond tijdens een museumbezoek, uit verontwaardiging over de saaie bijschriften bij de tentoongestelde werken en de ongeïnspireerde teksten in de catalogus.
De heldin van Oogzenuw is een kunsthistorica uit Buenos Aires, precies zoals de schrijfster, maar de hoofdrol wordt vertolkt door Alfred de Dreux, Cándido López, Hubert Robert, Gustave Courbet, Mark Rothko, Josep Maria Sert, El Greco en vele anderen, bien étonnés de se trouver ensemble. Al deze schilders hebben hun aanwezigheid in het boek alleen aan de persoonlijke smaak van de auteur te danken. Hun doeken worden netjes gelinkt aan hun biografie, die op haar beurt weer associaties oproept met het verhaal van de vertelster en haar puissant rijke Argentijnse familie, die finaal aan lager wal is geraakt.
Wat is de grootste gemene deler tussen het postimpressionisme van Toulouse-Lautrec, de esthetiek van het verval van Hubert Robert en het realisme van Gustave Courbet, die zich dooddronk in de oudejaarsnacht van 1877? Wat heeft Mark Rothko, die zelfmoord pleegde en eindigde 'in een rood zwembad zo groot als zijn schilderijen', gemeen met de Argentijn Cándido López, bijgenaamd 'de eenarmige van Curupaytí', of met zijn landgenoot Augusto Schiavoni, die zijn laatste dagen sleet in een krankzinnigengesticht? Hun levensverhalen lopen niet zelden verkeerd af, want verliezen is eleganter dan winnen. Dood, waanzin en verval liggen voortdurend op de loer. De schrijfster strooit kwistig met weetjes en verwijzingen naar de wereldliteratuur, alsof de roman hooguit een excuus is om haar boekenwijsheid te etaleren. Maar net wanneer je je ergernis over haar citeerwoede voelt opkomen, komt de aap uit de mouw en valt de puzzel in elkaar. En dat is maar goed ook, want 'bij een onjuiste toediening kan kunstgeschiedenis dodelijk zijn als strychnine', weet de vertelster. Haar gevoel voor humor en zelfrelativering zijn gelukkig nooit ver weg.
Eenmansleger
Al die kunsthistorische anekdotes roepen episodes op uit het privéleven van de vertelster, want daarin ligt de sleutel tot dit ogenschijnlijk vrijblijvende gekeuvel. We maken kennis met haar ouders, haar echtgenoot, haar dochter, haar oudste broer en haar excentrieke oom en vernemen alles over haar vliegangst, haar zwangerschap, haar oogkwalen en haar dokters- en museumbezoek. Joost mag weten waarom ze dat allemaal vertelt. De dingen in deze wereld zijn ambigu en 'alles is altijd voor ten minste tweeërlei uitleg vatbaar'. Wellicht zijn al die schilderkunstige uitweidingen hooguit een voorwendsel, want 'je schrijft iets om iets anders te vertellen'. Over haar onvermogen om de echte wereld aan te kunnen bijvoorbeeld. De heldin typeert zichzelf niet voor niets als 'een eenmansleger dat op een paar meter van de vijand beseft dat het zijn bajonet is vergeten'. Het heeft allicht iets te maken met overlevingsinstinct. Dat voert haar steevast naar musea 'zoals mensen in de oorlog schuilkelders opzoeken'. De meeste tijd brengt ze zoek in het Museo de Bellas Artes in Buenos Aires, waar je een rondleiding kunt doen met haar boek in de hand.
De vertelster is er zich terdege van bewust: in de kunst draait alles 'om het verschil tussen mooi vinden en gegrepen worden'. En gegrepen word je. Het stendhalsyndroom ligt voortdurend op de loer. Behalve in sterke verhalen is María Gainza niet te kloppen in oneliners en schudt ze verrassende beelden uit haar mouw alsof het niets is: haar auto is haar 'privédenkkamertje', haar maag keert 'zich om als een goedkope paraplu in de storm' en Picasso hamsterde schilderijen 'alsof het Coca-Cola in de woestijn was'. Oogzenuw is een origineel debuut op de grens tussen roman en verhalenbundel, fictie en non-fictie, waar een mens nog wat van opsteekt ook. De elf hoofdstukken vormen samen een ongewoon levendig memento mori, dat in de vertaling van Trijne Vermunt net zo sprankelt als het origineel. Ars longa, vita brevis. Het leven is kort, maar de kunst blijft, dat zou zomaar eens de boodschap van deze veelbelovende debutante kunnen zijn.
Vertaald door Trijne Vermunt, Podium, 192 blz., 19,99 €. Oorspronkelijke titel: 'El nervio óptico'.
Arjan Peters
ru/eb/24 f
Dat gaat kennelijk in het Spaans, of in elk geval in Zuid-Amerika, gemakkelijker: pendelen tussen fictie en non-fictie, en tussen de eigen biografie en die van bewonderde kunstenaars, met humor en eruditie. De Mexicaanse Valeria Luiselli (1983) heeft er vanaf haar debuut Valse papieren furore mee gemaakt. Ongetwijfeld heeft de belezen María Gainza (1975) uit Buenos Aires, die werkt voor kunsttijdschriften, daar verheugd kennis van genomen. Zij kan het ook, laat ze zien in El nérvio optico uit 2014, dat nu is vertaald als Oogzenuw: op een volkomen natuurlijke manier schrijven over schilders waarvan ze doeken kent die ze niet uit haar hoofd krijgt, onnadrukkelijk iets vertellen over hun levens, en dan zonder inleiding overstappen op aangrijpende verhalen uit haar persoonlijk leven - over oma, een broer, een oom, een vriendin of zichzelf.
Waarom zouden we willen weten dat haar moeder nooit iets weg kon doen nadat ze op jonge leeftijd ineens had moeten verhuizen, dat María aan vliegangst lijdt, dat ze een ambitieuze vriendin heeft die ze nooit echt heeft leren kennen, en dat ze een excentrieke oom had die jaarlijks op het platteland op bezoek kwam en dan een fooi gebruikte om de trein te laten stoppen waar hij maar wilde, bij voorkeur in een weiland.
Dat zijn meestal heus aardige anekdotes. De verhalen die we daarnaast horen over de kunstenaars Dreux, Courbet, Toulouse-Lautrec en Schiavoni zijn eveneens de moeite waard. Maar wat Oogzenuw tot een spectaculair boek maakt, is de achteloosheid waarmee María Gainza deze verhalen in één beweging met elkaar kan vermengen. Kunst is geen extraatje in het leven, of een territorium dat je pas mag betreden nadat je er examen in hebt gedaan: wie goed kijkt, vindt altijd wat, zou het adagium van Gainza kunnen zijn.
Die achteloosheid is een symptoom van een fenomenale stijl. Onderweg naar haar dertien jaar oudere broer in San Francisco, met wie ze nooit een hechte band heeft gehad, leest Gainza in een tijdschrift dat zenuwcellen tot vermenigvuldiging in staat zijn. Onze geest is niet onveranderlijk.
'Als dat waar was', schrijft ze, 'waren mijn broer en ik allebei niet meer de personen die we vroeger hadden gekend. De kans bestond dat onze nieuwe persoonlijkheden eindelijk wél bij elkaar zouden passen.'
Vlak na de kennismaking valt al de eerste ongemakkelijke stilte, en als ze een banier aan een gevel ziet dat een El Greco-expositie aankondigt, vraagt ze of hij zin heeft naar binnen te gaan. Hij kijkt wel uit. Hoe verder bij God uit de buurt, hoe beter, is zijn devies. Opgelucht gaat ze alleen naar binnen, 'maar zodra ik de zaal betrad, wist ik weer dat naar El Greco's werk kijken een gevecht is met jezelf'. Even is de broer uit het zicht, maar terwijl ze uit de doeken doet waarom El Greco intrigeert én irriteert, weet je dat die broer niet weg is en dat het verhaal over haar en hem nog afgemaakt moet worden - dat we pas helemaal begrijpen nadat we de voorgeschiedenis er bijgeleverd hebben gekregen.
Dat monteren is Gainza's specialiteit. En passant kan ze ook corrigerende tikken uitdelen. Picasso, de lafaard, hield in 1908 een banket voor de schuwe schilder Henri 'le Douanier' Rousseau, en zei achteraf dat het een grap was. 'Dezelfde Picasso die vervolgens Rousseaus hamsterde alsof het Coca-Cola in de woestijn was en zich twintig jaar later, toen hij zijn Guernica moest schilderen, opsloot in zijn atelier om in het geheim De oorlog van Rousseau te bestuderen, al zou hij dat nooit openlijk toegeven.'
Hoe weet ze zoiets? Het zal intuïtie zijn. Daar kan de Argentijnse inderdaad blind op vertrouwen.
****
Uit het Spaans vertaald door Trijne Vermunt. Podium; 188 pagina's; € 19,99.
Roderik Six
rt/aa/07 m
Zijn eigen productie is uitgedund tot – toegegeven: zeer goeie – gedichten en kunstessays, maar Cees Nooteboom blijft een naarstig ontdekker van de wereldliteratuur. Nu prijkt lof van zijn hand op de cover van Oogzenuw , het debuut van de Argentijnse schrijfster en kunsthistorica Maria Gainza. Dat mag niet verbazen: net als Nooteboom vermengt ze in haar essayistische verhalen kunst met persoonlijke anekdotes – of hoe artistieke schoonheid en het bittere leven elkaar in evenwicht houden. Daarbij vermijdt ze geijkte paden. Zo ontkracht ze tijdens een bezoekje aan de oogarts – haar ooglid blijft onbedaarlijk trillen – een aantal mythes over Mark Rothko en toont ze aan dat jachttaferelen en zeegezichten als die van Gustave Courbet wel degelijk het figuratieve mantelstuk overstijgen. Maar het zijn de persoonlijke verhalen die overtuigen. De kilte waarmee ze over haar ontaarde halfbroer schrijft, de gemene ondertoon in haar verhaal over haar verloren vriendin, de zelfkritiek op haar eigen luiheid: het is menselijk, al te menselijk. Gelukkig is er kunst als balsem, in dit geval in de vorm van topliteratuur.
****
Podium (oorspronkelijke titel: El nervio óptico), 186 blz., € 19,99.
Marijke Laurense
rt/aa/24 m
Ik beken: ik wantrouw verhalen over kunst. Ze gaan me iets te vaak over hoe fantastisch je het getroffen kunt hebben met je eigen goede smaak. Wat je dan vooral bewijst door anderen af te schilderen als grofbesnaard of, nog erger, als snobs - de Franse socioloog Pierre Bourdieu wijdde er zo'n veertig jaar geleden al een dikke studie aan.
Dus als de Argentijnse kunsthistorica María Gainza (1975) haar debuut 'Oogzenuw' opent met een verhaal over hoe een nog jonge en hoogst gevoelige zzp'ster een 'vlak en gekunsteld glimlachend' (uiteraard!) Amerikaans stel van middelbare leeftijd rondleidt in de privécollectie van een zelfvoldane vrouw met een messcherpe haviksneus, bittere lijntjes om haar mond en een ivoren sigarettenpijpje, zitten we al meteen midden in de karikaturale contrasten. Jong versus oud, zacht versus hard, gevoel versus geld, echt versus nep.
Even verderop in het verhaal stelt Gainza esthetische ontvankelijkheid tegenover de onverschillige pronkzucht van de rijke elite, voor wie een huiveringwekkend jachttafereel van de Franse schilder Dreux in de eetzaal indertijd vermoedelijk even onzichtbaar is geweest als beige behangpapier. En dan vaagpraat als: 'Dreux schiep beelden waar geen ruimte is: alleen stoffelijke aanwezigheid.' Bij zo'n zin vraag ik me ernstig af of ik mijn (en uw) tijd verder wel aan dit boek wil verdoen.
Toch ben ik blij dat ik 'Oogzenuw' niet heb weggelegd. Want behalve als haar hyperkritische moeder ter sprake komt, heeft Gainza na deze valse start gelukkig geen negatieve referentiepunten meer nodig - ze volgt gewoon haar eigen, stille weg door de kantlijn van de kunst. Bovendien heeft ze me ondertussen al verleid met haar beeldende taal: een butler die als een aal tussen het meubilair doorglijdt, een maag die zich omkeert als een goedkope paraplu in de storm, ontvoerd worden door een zacht donzen dekbed, het museum als schuilkelder... Bijna elke bladzijde biedt wel een fraaie vondst, hoewel er soms ook akelig mottige clichés langs fladderen, zoals de overbekende buikvlinders.
'Oogzenuw' maakt nieuwsgierig. Om te beginnen naar een aantal bekende en minder bekende schilders die bij Gainza om de hoek in musea in Buenos Aires hangen, met werk dat u niet altijd ogenblikkelijk tevoorschijn zult kunnen googelen. Om je door kunst te laten overdonderen, blijk je als vliegangstige Argentijnse heus niet naar het buitenland te hoeven, ook al beweert je mondaine moeder nog zo stellig van wel. Gainza beschrijft de veldslagen van de Zuid-Amerikaanse Cándido López, de ruïnes van Hubert Robert (het enige onderwerp waarover ze geen ruzie krijgt met haar moeder), de katten van de Japanse Tsuguharu Fujita. De paarden van Toulouse-Lautrec, de luchtballonnen van Rousseau tot en met het religieuze werk van El Greco. Ze vertelt over de glorie en ondergang van de makers en - de grootste charme van dit boek - spiegelt hun werk en leven aan haar eigen levenspijn als ondeugdelijke dochter uit een Zuid-Amerikaans patriciërsgeslacht in verval.
Het oogt aanvankelijk als los haakwerk hoe Gainza bijvoorbeeld herinneringen aan eenzame blowtjes 'zo dun als dennennaalden' op het strand linkt aan Courbets 'Storm op zee' en diens succes en alcoholische dood. Om dan over te stappen naar een vervallen, tochtig landhuis, waar 's nachts een excentrieke nicht schichtig door gangen doolt, de muren beplakt met zeeblauwgroene collages en wegglijdt in de waanzin van 'de weerlichten in haar hoofd', terwijl haar baby elders in het huis onophoudelijk ligt te krijsen. Maar vergis u niet: hoe naïef en machteloos de vertelster ook in het leven lijkt te staan, haar verhalen zitten sluw en spannend in elkaar, ook als je al gauw kunt voorspellen dat onder alle schimmel en stof natuurlijk alleen maar meer aftakeling ligt te wachten.
Tot slot: mocht uw portemonnee of duurzame levensstijl niet stroken met een vliegreis naar de musea in Argentinië, kijk dan op YouTube naar María Gracia Chiaradia's diavoorstelling 'El nervio óptico', met daarin alle schilderijen die in Gainza's boek voorkomen, tipt mederecensent Cees Nooteboom in De Groene Amsterdammer. Helaas zijn de afbeeldingen soms verre van scherp - misschien een taak voor uitgeverij Podium? Maar voor de echte ervaring zult u dus toch op pad moeten. Naar Buenos Aires. Of doe als de schrijfster: ga gewoon naar een museum, park of wachtkamer bij u in de buurt. Na Gainza's boek ziet u gegarandeerd iets dat op uw eigen oogzenuw zal werken.
Vert. Trijne Vermunt. Podium; 191 blz. € 19,99
oordeel
Vergis je niet: Gainza's verhalen zitten sluw en spannend in elkaar.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.