Het bouwen van een zenuwstelsel : een memoir
Margo Jefferson
Margo Jefferson (Auteur), Pauline Slot (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij De Arbeiderspers, © 2017 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : JEFF |
Margriet Oostveen
em/ov/18 n
Wie geen zin heeft in gedoe over 'wit privilege', wie 'wit privilege' schromelijk overdreven vindt of modern gezeur uit de hoek waar de enge linkse mensjes wonen, moet Negroland van Margo Jefferson eens lezen. De term komt er niet in voor. Wel 'zwart privilege'.
Negerland, ja: aan politiek correcte taal doet de auteur niet. Ze is zelf zwart en o, wat zijn er toch veel kleuren zwart: 'Ivoor crème, beige, graan, leer, mocassin, kalfsleer, café au lait, en de blekere tinten van honing, amber en brons zijn het best.' Dan volgt droogjes: 'In het algemeen geldt voor vrouwen dat de donkere huidskleuren, zoals walnoot, chocoladebruin, zwart en zwart met blauwe tonen niet zijn toegestaan.'
Niet zijn toegestaan: deze passage gaat over schoonheidsidealen in het gesegregeerde Amerika van de jaren vijftig. En daarin discrimineerden zwarte Amerikanen evengoed.
Negroland is nu, twee jaar na verschijning, in het Nederlands uitgegeven voor de autobiografische reeks Privédomein van De Arbeiderspers. De logische vertaling 'Negerland' werd kennelijk toch te aanstootgevend bevonden. Daarom blijft het boek in volledig Nederlandse zinnen uitsluitend reppen over 'negroland': overdreven voorzichtigheid, zal blijken.
'Een autobiografie', staat op het omslag van deze vertaling. Klopt ook niet, dit zijn memoires. De Engelstalige memoir is een in Nederland onderontwikkeld genre, wat jammer is en zou moeten veranderen. Terwijl autobiografieën vaak te compleet willen zijn over personen wier leven ook niet altijd interessant was, is de memoir op zijn best juist selectief. Een goede memoir zet een lampje op een thema, zoals Jeanette Walls deed in Het glazen kasteel. Dat boek laat onvergetelijk goedgemutst zien hoe het is om op te groeien als white trash in een doodarm blank Amerikaans gezin met onverantwoordelijke ouders. Omdat Walls het bedrieglijke perspectief van het argeloze kind koos.
Het thema van Margo Jeffersons Negroland is juist haar opvoeding in de kleine, geïsoleerde maatschappij van de zwarte Amerikaanse hogere klasse, grotendeels geportretteerd tijdens de segregatie van de jaren vijftig: 'Binnen ons ras waren wij de zelfbenoemde aristocraten.' Ook Margo Jefferson, tegenwoordig met de Pulitzer Prize bekroond cultuurcriticus bij The New York Times, wil streng ordenen: 'Het is te gemakkelijk om pijnlijke herinneringen op te diepen als je over je eigen leven schrijft. Je rangschikt je grieven, toont ze op hun voordeligst.' Door die koele controle imponeert haar boek het meest.
Jeffersons voorouders behoorden tot de eerste vrije negers na de slavernij. De eersten die leerden schrijven, die de best opgeleide bedienden werden, de eersten die huizen konden kopen, studeerden, scholen, clubs, kerken en kranten stichtten en verenigingen voor goede doelen oprichtten. Het zelfbewustzijn van deze voorhoede loog er niet om. Ze noemden zichzelf 'het Getalenteerde Tiende Deel'. Dat klinkt nu aanmatigend, maar ging aanvankelijk vooral over de noodzakelijke voortrekkersrol van die nog maar kleine groep bevoorrechten bij de emancipatie van andere zwarten. Een rol die de zwarte aristocratie doordrongen van verantwoordelijkheidsgevoel op zich nam. Zij mochten niet falen, 'de minste vorm van falen zou tegen ons ras worden gebruikt'.
Vader Jefferson was hoofd van de afdeling kindergeneeskunde van Provident, het oudste zwarte ziekenhuis van Amerika in Chicago. Margo's moeder bewoog zich daar als 'socialite' in de hogere zwarte kringen. Weekenduitjes met het privéjacht op Lake Michigan. Zomerkampen voor intelligente artistieke kinderen, zoals Margo. De familie Jefferson behoorde tot de eerste zwarte gezinnen in Chicago die in het chique blanke Hyde Park mochten komen wonen, de buurt waar het huis van de Obama's stond voordat Barack tot president werd gekozen. Mochten, want de progressieve blanke bewoners die deze voorzichtige eerste stap heel nobel van zichzelf vonden, maakten wel degelijk onderscheid tussen 'wenselijke' en 'onwenselijke negers'. Wenselijke negers dienden zich precies zo te gedragen als zij.
Maar naarmate de echte gelijkwaardigheid van blank en zwart in Amerika langer uitblijft, laat Jefferson zien, krijgt ook het zelfbewustzijn in Negerland een minder verheffende kant en doet ook daar de hooghartigheid haar intrede: 'In Negroland beschouwden wij ons als het derde ras, ergens tussen het gros van de negers en de blanken van alle klassen in.' Voor gelijke kansen in gesegregeerd Amerika moest je beter zijn dan iedereen. En de zwarte elite in die exclusieve wereld van discrete rijkdom, ingetogen stijl, eruditie en perfecte manieren verordonneert al snel aan anderen hoe ze zich dienen te gedragen: 'Te veel van ons doen niet hun best (...) Zulke negers maakten het moeilijk voor ons allemaal. (...) Wij waren de dupe van hun nalatigheid.'
Dan breken de jaren zestig aan en neemt Black Power de burgerrechtenbeweging over. Plotseling is de zwarte elite niet meer het beste wat de zwarte geschiedenis te bieden had, maar vertegenwoordigt ze met haar blanke manieren 'de verloedering van Het Ras, een foute mutatie'. Opeens heet het dat het Getalenteerde Tiende Deel zich al die tijd heeft laten gebruiken als 'onderdrukkers' van de zwarte gemeenschap.
Wat een tragiek. Margo neemt een afro.
En haar nette zwarte vriendin met steiler haar neemt zoals veel zwarte vrouwen in die tijd zelfs een afropruik, omdat ze anders door haar politieke kennissen niet meer serieus wordt genomen.
Emancipatie heeft zoveel verstikkende kanten. Margo Jefferson laat ze allemaal zien, maar ontkent ook niet hoe Black Power haar uiteindelijk toch enigszins heeft bevrijd. Want ze kreeg weliswaar kansen waarvan veel blanke Amerikanen niet durven dromen, maar wil als jongvolwassene toch lange tijd dood. Nog steeds ziet ze wekelijks een psychotherapeut.
Waarom? Omdat ze altijd moest stilstaan bij 'RAS', denkt ze. Omdat ze de angst niet goed genoeg te zijn voor 'haar RAS' dagelijks kreeg toegediend zoals andere kinderen levertraan.
En 'wit privilege'? Dat is deze angst niet kennen, maar dat zegt ze niet. Dat begrijp je tegen die tijd zelf wel. Wat trouwens niet noodzakelijk hetzelfde is als altijd beter af zijn dan mensen met een donkere huidskleur, zoals Margo Jefferson genuanceerd laat zien.
Nee, Negroland heeft een term als 'wit privilege' helemaal niet nodig om duidelijk te maken wat het is. Wat een wijs boek.
****
Uit het Engels vertaald door Pauline Slot. De Arbeiderspers; 250 pagina's; € 24,99.
Dr. Nelleke Manneke
Autobiografie in de reeks 'Privé-domein', waarbij de maatschappelijke positie van de auteur bepalend is geweest voor haar identiteit. De Amerikaanse Pulitzerprijswinnares (1947) maakt in haar jeugd, in de jaren vijftig en zestig, deel uit van Negroland, een klasse van zwarte, hoog opgeleide inwoners, levend in welvaart, aan wie kleurlingen een voorbeeld moeten nemen. Ze beschouwen zichzelf als het ‘derde ras’, ergens tussen blank en zwart in. De meeste blanken zien hen echter als ‘negers’: indringers bij wie een arme en onderdanige positie past. Margo groeit samen met haar zusje op in Chicago; haar vader is kinderarts, haar moeder is lid van de zwarte beau monde. De familie spiegelt zich voortdurend aan de blanke middenklasse. Het grote rolmodel van de zusjes is Audrey Hepburn. Huidskleur, haren, neusvormen en lippen worden alle dwangmatig afgezet tegen het blanke, onbereikbare ideaal. Aan het eind van de jaren zestig zoekt Margo haar eigen identiteit. Het boek is impressionistisch van opbouw, maar biedt een scherpe analytische blik op het verleden. Met eindnoten en fotokatern met dertien zwart-witfoto's.
Paul Van Der Steen
em/ov/04 n
Menig hartstochtelijk betoog voor integratie of assimilatie van minderheden verliest de realiteit uit het oog. Meedoen wordt vaak voorgespiegeld als een sprookje: voor wie echt wil opgaan in de samenleving verandert alles. Als bij toverslag.
In werkelijkheid bestaat er een onduidelijke schemerzone. Voor wie zich weet op te werken tot geprivilegieerde posities gaan nieuwe werelden open. Bewust of onbewust schept dat verplichtingen. Deze leden van minderheden mogen niet meer falen van zichzelf. Ze willen klasse uitstralen, excelleren, het niet verpesten voor anderen, alle bestaande vooroordelen weerleggen.
"We wisten wat er van ons werd verwacht", schrijft de Amerikaanse Margo Jefferson, dochter van een medisch specialist en een sociaal werkster, in 'Negroland. Een autobiografie'. "De zwarte bevoorrechten moesten op hun hoede zijn: van onbesproken gedrag, maar niet arrogant, zelfverzekerd en toch dienstbaar, waardig maar niet aanmatigend." Jefferson kreeg van huis uit mee dat zij en de andere leden van de zwarte voorhoede het verder hadden geschopt dan de meeste blanken die op hen neerkeken. Maar de boodschap erbij was dat dit nooit erkend zou worden door dezelfde blanken met hun vanzelfsprekende voorrechten. "Wij zijn negers van de hoogste klasse en Amerikanen van de hogere middenklasse", prentte Jeffersons moeder haar dochter in. "Maar de meeste mensen beschouwen ons als Gewoon Negers."
'Negroland' noemt Jefferson dit milieu, waarvan de leden prestatiegerichter waren dan de gemiddelde Amerikaan maar waar de Amerikaanse droom begrensd was. Eigenlijk kon je elk moment (terug) op je plaats worden gezet.
Jefferson schopte het desondanks tot een vooraanstaand theatercriticus voor gerenommeerde media. Ze won er zelfs de Pulitzer Prize mee. Inmiddels doceert ze als professor al weer jaren schrijven aan de Columbia University School of Arts.
'Negerland' luidde de oorspronkelijke titel voor de Nederlandse vertaling. Na kritiek van Trouwredacteur Seada Nourhussen veranderde de uitgeverij dat. 'Neger' (nigger) is een scheldwoord. Het onvertaalbare 'Negro' heeft een emancipatoire bijklank. 'Negroland' dus. Elders in het boek is het woord 'neger' -merkwaardig genoeg- wel gehandhaafd.
Jeffersons analyse is niet helemaal nieuw. De zwarte burgerrechtenstrijder W.E.B. du Bois (1868-1963) zag al in wat het lot van de leden van de voorhoede was. De meeste Amerikanen zagen hen als indringers en poseurs die probeerden te ontsnappen aan hun natuurlijke plaats in de lagere sociale en biologische orde. Ze droegen een geschiedenis met zich mee waarin ze op wrede wijze van hun eer beroofd werden. Niemand die dat kon ontkennen. Tegelijkertijd beschouwden ze de periode van slavernij en de daarop volgende vernederingen graag als het verleden, waar ze zich aan hadden ontworsteld. Nee, spraken ze zichzelf toe, "ik heb hard genoeg gewerkt om mijn geregelde leven te mogen leiden - om mijn professionele verplichtingen te vervullen, mijn sociale aspiraties na te streven, te zorgen voor mijn gezin. Ik wil niet steeds denken aan Hen als Wij."
De grote waarde van Jeffersons impressionistisch aandoende, maar op de juiste momenten scherp analyserende terugblik zit in haar perspectief. Ze behoorde niet alleen tot een overgangsklasse. Ze werd volwassen in een overgangstijd. De burgerrechtenbeweging manifesteerde zich. Rond het moment dat Jefferson en haar leeftijdsgenoten volwassen waren, lieten ook de radicalere organisaties zoals Black Power zich gelden. Dat leidde tot nieuw zelfonderzoek: "We hadden genoegen genomen met een leven als ingekookte witte kopie, en de bloeiende zwarte cultuur verloochend in een poging te bewijzen dat we de liturgie van de blanke beschaving doorgrondden, terwijl die aannam dat wij in geen enkel aspect van hun leven of geschiedenis de top konden bereiken."
Het oude moeten werd ingeruild voor een nieuw moeten. De door ouders meegegeven raad om geen onrust te stoken werd ingewisseld voor de drang om vooral onrust te stoken, opgelegd door progressieve leeftijdsgenoten. Wie wilde nu voor ouderwets en behoudend doorgaan?
Feitelijk kwamen velen, zeker de vrouwen, bij het afwerpen van de oude bescheidenheid ook in een nieuw niemandsland terecht. Meisjes, die hadden meegekregen 'niet makkelijk' te zijn (tegen de vermeende zwarte promiscuïteit), vielen nu niet zelden ten prooi aan foute, gewelddadige mannen.
Soms was dat wat werd meegegeven tijdens de opvoeding ver weg. Na de moord op Martin Luther King in 1968 voelde Jefferson wel respect voor de dominee, maar zijn dood bewees voor haar tegelijkertijd dat de weg van geweldloosheid tot niets leidde. Wat de media rellen noemden, zag zij als opstanden. Waarom zouden zwarten twee keer zo goed hun best moeten doen om als fatsoenlijk te worden aangemerkt, terwijl alle rechten automatisch toevielen aan blanken - zelfs als ze zich niet naar behoren gedroegen?
Jefferson beschrijft hoe een vriendin en zij tijdens een gesprek in 1993 tot de conclusie kwamen dat de recente dood van Thurgood Marshall hun weinig deed. Terwijl de man voor de generatie van hun ouders gold als hét voorbeeld van zwarte emancipatie: de achterkleinzoon van een slaaf schopte het tot lid van het Amerikaanse Hooggerechtshof. Het overlijden van Audrey Hepburn een paar dagen eerder maakte gek genoeg wel veel bij hen los. Noem het gerust jeugdsentiment. De blanke actrice voorzag jonge zwarte vrouwen van een onhaalbare droom: even bekoorlijk, vertederend en guitig zijn als Hepburn en tegelijkertijd een Europees soort klasse uitstralen. Van die oude idoolverering was jaren na de sixties en seventies dus nog wat over. Zo liet ook het voorgespiegelde in Ebony, tijdschrift voor zwarte Amerikanen, sporen na. Jefferson noemt ze "kronieken van succes en bewondering, nagestreefd, bereikt, gedwarsboomd, ontzegd. Sociologische sprookjesboeken".
De wil om steeds maar weer haar geconstrueerde zelf te willen demonteren zit diep bij Jefferson. Net als het gevoel uiteindelijk te falen. Stukje bij beetje lukt het steeds beter om er van los te komen en gewoon haar leven te leven.
Het origineel van haar boek werd gepresenteerd als 'A memoir'. De ondertitel van de Nederlandse vertaling luidt: 'Een autobiografie', gepresenteerd in de reeks Privé-domein. Dat wekt verwachtingen die het boek niet helemaal waarmaakt. Jeffersons persoonlijkheid wordt grotendeels verengd tot twee van haar vele identiteiten: huidskleur en sekse. Als lezer zou je best nog meer te weten willen komen. Toch valt de keuze van de auteur te billijken in het licht van het verhaal dat ze kwijt wil. Dat de vlag de lading niet helemaal dekt, doet weinig af aan het belang van haar betoog.
Vert. Pauline Slot. De Arbeiderspers; 250 blz. € 24,99.
oordeel
Grote waarde zit in Jeffersons perspectief.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.