51 manieren om de liefde uit te stellen
Erik Lindner
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Van Oorschot, © 2018 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : POEZIE : LIND |
Paul Demets
2/ei/23 m
Als een fotograaf ontleedt Erik Lindner in zijn werk de natuurelementen en de ruimte die hij observeert. Hij vertaalt het driedimensionele van de werkelijkheid naar het tweedimensionele van het gedicht op een pagina. Wie nauwkeurig toekijkt, ziet hoe er van alles gebeurt in zijn nieuwe bundel Zog. In de titelreeks observeert de ik-figuur de kust, de natuurelementen en alle schoonheid en lelijkheid die daar met elkaar een gevecht aangaan, met het zon en het water als hoofdrolspelers: 'de zon opent een kamer in de lucht / verlicht de toppen van de zee // de fel beschenen kamer verdwijnt in een gloed / de nacht zet in.'
Lindner maakt van die observaties existentiële ervaringen. De dingen verzetten zich of geven mee en lijken zich daardoor in een universum tussen het materiële en het menselijke te bevinden. Niet verwonderlijk in dit opzicht dat Lindner gefascineerd is door industriële gebouwen, zoals in de reeks 'Seraing'. De derde versregel in dit gedicht zorgt bijvoorbeeld voor verwarring: 'Op een onbetreden hoogte zo schijnt / een balk van zonlicht de fabriek in / grijpt je hand in het fijne stof in de reling'. Grijpt de zon de hand of doet ze dat zelf?
Lindners gedichten zijn randervaringen. Nog het meest en sterk beklemmend in het langere gedicht 'Man in het water', waarin een vrouw een dode man opnieuw tot leven lijkt te willen wekken: 'het wordt ochtend het licht trekt op / als de vrouw zich naar het water buigt / met haar open mond de vijver opdrinkt'. Lindner gaat in Zog op zoek naar oervormen en verhoudingen. Wat een scherpe taallens heeft deze dichter.
Van Oorschot, Amsterdam, 59 p., 17,99 Euro.
Miel Vanstreels
Deze bundel bestaat uit vier cycli en twee aparte gedichten. Een daarvan is geschreven naar aanleiding van 'een eenzame uitvaart' van een man die verdronk in een Amsterdamse vijver: 'je benen drijven over de zachte bodem / tussen drabbige vlokkende modder / het water is koud en je jas dijt uit'. De dichter (1968) neemt de lezer mee naar onder andere de zee, een verlaten fabriek, een meer met roeiers, een mistig landschap en schildert in taal wat hij ziet. Een vers opent met: 'Water dat ik moet kunnen zien / om mezelf kwijt te raken'. Dat lijkt nodig om te kunnen observeren: 'Wolken die de diepte van de zon wegnemen / wind die met schuim de kade wast'. Mooie registraties zijn het: 'het zonlicht dat nauwelijks meer de golven raakt / maakt repen in het zand'. Of: 'Op een onbetreden hoogte zo schijnt / de balk van zonlicht de fabriek in / grijpt je hand in het fijne stof in de reling'. De titel 'Zog' kan op meerdere manieren geïnterpreteerd worden: meelopen in het zog van de dichter (en zijn kijkaanwijzingen volgen) zou er een kunnen zijn.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.