Het leven anno nu
Anthony Trollope
Anthony Trollope (Auteur), Marijke Loots (Vertaler), Maarten 't Hart (Inleider)
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Uitgeverij IJzer, © 2017 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : TROL |
Hans Bouman
ua/an/13 j
Toen Trollope, in het kader van een reorganisatie van de posterijen in Zuid-Engeland, veel moest reizen, knutselde hij een draagbaar schrijftafeltje in elkaar. Zo schreef hij het grootste deel van zijn roman Barchester Towers (1857), het tweede deel van de romancyclus The Chronicles of Barsetshire, in de trein.
Onder de titel De torens van Barchester is deze roman nu in het Nederlands verschenen, tot tevredenheid van Maarten 't Hart, die sinds jaar en dag de lof van Trollope zingt en het voorwoord mocht schrijven.
Een verschil tussen Trollopes werk en dat van victoriaanse collega's als Dickens, George Eliot en Charlotte Brontë is dat hij over zijn eigen tijd schreef. De torens van Barchester is een mooi voorbeeld. In de jaren 1850 speelde in de Anglicaanse kerk een richtingenstrijd tussen de zogeheten High en Low Church, ook wel de katholieke versus de gereformeerde stroming binnen de Church of England genoemd.
Trollope zag hierin een mooie insteek voor een satirische roman over manipulatie, ambitie, kleingeestigheid, naïviteit, opportunisme en andere, immer fascinerende menselijke eigenschappen. De torens van Barchester bewijst dat hij daarin groot gelijk had. De strijdpunten mogen dan geen mens meer interesseren, de verwikkelingen en machinaties die eruit volgden zijn van alle tijden.
De roman is dermate dichtbevolkt dat drie pagina's wie-is-wie zijn toegevoegd, maar de kern wordt gevormd door een handvol personages. Om te beginnen is er aartsdecaan Grantly, die op de eerste pagina's van het boek aan het sterfbed zit van zijn vader, de bisschop. Grantly maakt goede kans zijn vader als bisschop op te volgen, maar na een kabinetswisseling blijken zijn kansen verkeken.
De nieuwe bisschop, Proudie, blijkt een karakterloze figuur die onder de plak zit bij zijn vrouw. Het zijn mevrouw Proudie en de nieuwe kapelaan, Obadiah Slope, die aan de touwtjes trekken. Beiden vertegenwoordigen de gereformeerde stroming in de Anglicaanse kerk en hebben manipulatie tot kunst verheven. Ze trekken samen op, totdat hun belangen blijken te botsen, wat aanleiding is voor nog veel meer manipulatie.
Obadiah Slope, wiens naam en achterbaksheid doen denken aan Uriah Heep uit David Copperfield (1850), is een van de dankbaarste personages. Hij is minder een slijmjurk dan Heep, maar net zo'n gladjakker. Kil, gewetenloos, ambitieus, maar op fatale momenten blind voor de emoties en intelligentie van anderen. Trollope beschrijft Slope met dickensiaanse plastiek: 'Zijn gezicht heeft bijna dezelfde kleur als zijn haar, misschien nog net iets roder: het lijkt een beetje op rundvlees - maar rundvlees van slechte kwaliteit, zou men zeggen.'
Andere belangrijke personages zijn de zachtaardige Septimus Harding, die zijn baan als regent van het armenhuis is kwijtgeraakt door een krantenschandaal, domheer Vesey Stanhope, die tegen zijn wil uit Italië wordt teruggeroepen en diens flirterige dochter.
Uit dit geheel kneedt Trollope een onderhoudende, naar goed 19de-eeuws gebruik soms wat breed uitgesponnen plot, waarin humor en venijn ruimschoots aan bod komen. Zowel de kerk als de journalistiek krijgen er stevig van langs; zoveel is er in 161 jaar nou ook niet veranderd.
****
Uit het Engels vertaald door Marijke Loots en van een voorwoord voorzien door Maarten 't Hart. IJzer; 528 pagina's; € 29,95.
Theo Vos
Als de geliefde bisschop van Barchester sterft, verwacht iedereen dat zijn zoon, aartsdiaken Grantly, hem zal opvolgen. Maar door een politieke wisseling van de wacht, valt de keus op een vertegenwoordiger van de gereformeerde stroming in de Anglicaanse kerk, bisschop Proudie. Qua leiderschap een slappeling, met als gevolg dat zijn dominante vrouw samen met de nieuwe kapelaan Obadiah Slope probeert alles wat binnen haar ambitiescope ligt te manipuleren. Tot zij tegenover elkaar komen te staan bij de benoeming van een nieuwe regent voor het armenhuis, waar de goeiige Septimus Harding door een krantenhetze moest opstappen. Dat is alleen maar de hoofdlijn van deze heerlijk breed uitgesponnen 'dickensiaanse' roman met achterin een handzame lijst van personages voor als je de draad even kwijt bent. Want natuurlijk heeft dit verhaal allerlei zij- en bijlijnen die samen een humoristische, om niet te zeggen vileine satire vormen op kerk en maatschappij, waarbij ook de journalistiek een gevoelige veeg uit de pan krijgt. Maarten 't Hart leidt het aanstekelijk enthousiast in.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.