Hoe ik Hitlers getuige werd
Peter Keglevic (Auteur), Irene Dirkes (Vertaler), Lucienne Pruijs (Vertaler)
Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Thomas Rap, 2017 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : KEGL |
ARhus - afdeling Rumbeke
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Thomas Rap, 2017 |
VOLWASSENEN : ROMANS : KEGL |
Besprekingen
Lopen voor Hitler
Maria Vlaar
ua/an/05 j
Adolf Hitlers laatste weken in de bunker in Berlijn, waarin hij trouwde met zijn vriendin Eva Braun en zelfmoord pleegde, blijven tot de verbeelding spreken. De Oostenrijker Peter Keglevic (67) speelt ze opnieuw af in een vuistdikke roman met een verrassend perspectief: de Joodse onderduiker Harry die zich niet wenst neer te leggen bij zijn lot. Hij is hardloper en wordt per ongeluk uitverkoren mee te doen aan een 1000-kilometer-loop voor de Führer, dwars door Duitsland. De wedstrijd wordt gefilmd door Leni Riefenstahl en de winnaar heeft de eer Hitler persoonlijk te feliciteren met zijn verjaardag; nummer 2 mag op een motorfiets rekenen. De renners, een wonderlijk groepje deserteurs plus vier nagenoeg identieke modelsporters uit de partij, verliezen onderweg bijna al hun tegenstanders.
Harry, die in de roman nog een aantal namen krijgt als hij van onderduik naar onderduik door Europa trekt, komt uit een gegoede tandartsenfamilie die Joods zijn bagatelliserend 'de ziekte' noemt. Zijn vader heeft een keer Hitlers gebit gereviseerd - hét moment om hem te doden. Maar dat was voordat men wist waartoe hij allemaal in staat zou zijn. Het interessante morele dilemma van Keglevic is echter dat ook nádat alle kwaad geschied is, Harry de man niet doodt -- en niet omdat hij onwetend is. Onderweg van Hitlers buitenhuis in Berchtesgaden naar Berlijn via Passau, Neurenberg en Leipzig, manoeuvrerend tussen de laatste bastions van de nazi's en het oprukkende Amerikaanse leger, komen de hardlopers namelijk niet alleen stromen vluchtende Duitse burgers uit kapotgeschoten steden tegen, maar ook dodenmarsen uit de concentratiekampen.
Keglevic heeft vele historische wetenswaardigheden over Hitlers laatste levensmaand en bestaande figuren vermengd met ingrediënten als de 'wandelende Jood' en nog veel meer en in een komische setting gepresenteerd. Dat is gewaagd, maar niet helemaal geslaagd. Het boek bezwijkt onder de research, en sommige personages hangen slechts van feiten aan elkaar; Riefenstahl bijvoorbeeld is een karikatuur. Een satirisch sprookje dat bezwijkt onder pretenties, overdaad en ongeloofwaardigheid, maar tegelijk bewondering oproept vanwege de reikwijdte, durf en onvoorspelbaarheid. Ik verklap niet het slot door te schrijven dat Keglevic Harry portretteert als stokoude man in een New Yorkse kapperszaak, als vitale overlever, voor wie de oorlog nog altijd voortduurt. Zoals ook Hitlers laatste weken nog lang zullen voortduren in de verbeelding van schrijvers.
Vertaald door Irene Dirkes en Lucienne Pruijs, Thomas Rap, 575 blz., 24,99 € (e-boek 11,99 €). Oorspronkelijke titel: 'Ich war Hitlers Trauzeuge'.
Norma Montulet
Debuutroman van regisseur Peter Keglevic die na een loopbaan als boekverkoper een succesvol filmregisseur werd. Het boek begint met een epiloog in New York in 2015. Daarna begint het verhaal op 1 april 1945. De joodse Paul Renner wordt door regisseuse Leni Riefenstahl uitgekozen voor een rol in haar verfilming van de jaarlijkse hardloopwedstrijd Wij rennen voor de Führer. Die wedstrijd is duizend kilometer lang en loopt dwars door het Derde Rijk. Het Duitse Rijk is aan het instorten, maar de hardlopers laten zien dat je nooit moet opgeven. Paul Renner, die aan de leiding gaat, komt in Berlijn in de bunker van Hitler terecht, die daar op dat moment met Eva Braun trouwt. Hij is getuige van hun huwelijk. Ondanks het absurde thema, uitgesponnen in een roman van meer dan 500 bladzijden, slaagt Keglevic erin om de aandacht van de lezer vast te houden, door de komische, tragikomische en liefdevolle beschrijvingen van zijn Duitsland.
Lopen voor de Führer
Annemieke Hendriks
em/ec/09 d
Willen we het wel weten? Hoe een Joodse jongeman in april 1945 tot getuige werd gebombardeerd bij het bunkerhuwelijk van Adolf Hitler en Eva Braun? 'Hoe ik Hitlers getuige werd': het lijkt de titel van een schelmenroman. Wie het boek koopt om olijk door de ondergang van het Derde Rijk te worden geloodst, wordt bediend. Duizend kilometer lang voert gelegenheidshardloper Harry Freudenthal, voor zijn arische medelopers Paul Renner, de lezer met taboevrije grappen, heftige gebeurtenissen en erotische escapades.
Maar de mooiste passages in het romandebuut van Peter Keglevic hebben een heel andere toon dan deze overdadige ondergangsslapstick. Het zijn Freudenthals herinneringen, die boven komen terwijl hij door het kapotgebombardeerde Duitse Rijk rent. In onbewaakte ogenblikken blikt hij terug op zijn Berlijnse jongensjaren 1933-1945, op de 'harteloosheid en de barbarij' van alledag waaraan hij stukje bij beetje zijn hele Joodse familie- en bekendenkring verliest. De moddervette boektitel 'Hoe ik Hitlers getuige werd' zet de lezer, in dit opzicht, op het verkeerde been.
Harry Freudenthal is in 1945 een overlevende: 'Ik ren dus ik ben'. In 2015 is hij nog steeds overlevende, en meent dat de tijd rijp is om zijn grote geheim prijs te geven: hij was Hitlers huwelijksgetuige.
Keglevic speelt een fascinerend spel met fictieve en feitelijke gegevens, met verzonnen karakters en historische personages. De ik-figuur, Harry Freudenthal, is bedacht. Op 1 april 1945 verschijnt deze joodse Harry, om zich een alibi te verschaffen, met vijftig anderen aan de start van de jaarlijkse 'Paasloop voor de Führer'. Vanuit het Beierse Berchtesgaden gaat het in twintig etappes van vijftig kilometer naar Berlijn: duizend kilometer hardlopen voor het Duizendjarige Rijk.
De winnaar mag Hitler aldaar op 20 april persoonlijk met zijn verjaardag gaan feliciteren. De tweede prijs is een BMW-motor met zijspan. Die wil iedereen dus winnen. Harry Freudenthal wil echter overleven. Hij schikt zich in zijn lot om eerste te worden. Mederenners, steuntroepen van vooral de Bund Deutscher Mädel, en het begeleidende filmteam zullen hem dan minder snel laten creperen. (NB Dit feit vermelden, dat Freudenthal eerste wordt, geeft niks weg van de plot. De twist wordt in het boek - een raamvertelling - al snel duidelijk.)
Lopen voor de Führer: zulke sportevenementen bestonden daadwerkelijk. Alleen deze grote Paasloop 1945, met een bijeengeraapt restantje deelnemers in zig-zagkoers om de oprukkende Amerikanen te ontlopen, is bedacht. Echt is daarentegen Leni Riefenstahl. Keglevic lijkt de 'rijksfilmregisseuse' zo uit de Berlijnse Olympiade 1936 te hebben weggeplukt. In haar film Olympia heeft ze, nu weer fictief, Harry Freudenthal al in haar verpletterende marathonbeelden vereeuwigd. 'Iedereen' komt elkaar in dit boek telkens weer tegen. En zo ziet Leni Harry aan de start in Beieren terug. Ze zal hem tot in Berlijn met haar camerahoogstandjes op de hielen zitten, commanderend om 'meer ellebogen!' en 'ogen open!'
De figuur Leni Riefenstahl kan tegelijk model staan voor het dubbele gevoel dat Keglevic' spel met feit en fictie achterlaat. Zijn loopbaan als succesvol televisieregisseur en zijn decennialange recherche voor dit boek resulteren in felrealistische beschrijvingen, detailverliefd, conflictgestuurd en taboevrij.
Als Freudenthal de rijksfilmregisseuse terugziet, roept hij uit: 'Leni Riefenstahl! Mijn heldin uit zoveel films.' Volgen opsomming en duiding van die films en verdere overpeinzingen bij de wedstrijdstart. "Ze nam me van top tot teen op, wat de charme van haar loensende blik alleen maar vergrootte. 'Rijksgletsjerspleet', schoot me te binnen - haar bijnaam, omdat ze in haar films in zoveel ijs-, sneeuw- en gletsjerspleten was gevallen." Dan herinnert hij zich dat zijn zus een andere verklaring voor die bijnaam had gegeven: "Riefenstahl neukt met iedereen die haar tot nut kan zijn."
Wat u waarneemt is wat u krijgt: bijna al een filmscenario, met veel dialoog en spektakel - trouwens zeer geïnspireerd vertaald. Aan de ene kant is deze directheid een verademing. Als Oostenrijker is Keglevic (1950) minder verlamd door het politiek-correcte moralisme dat veel films en boeken van zijn Duitse generatiegenoten over (de verwerking van) het Derde Rijk zo saai en voorspelbaar doet zijn. Bij hem maken Ariërs én Joden foute grappen. Zij zijn menselijke vaten vol tegenstrijdigheden. Dat geldt zelfs voor nazicoryfee Leni Riefenstahl, die door de hoofdpersoon dan ook niet simpelweg wordt veracht. Dit alles zet tot denken aan - zelfs bij het soms wat grove effectbejag in de woordkeuze.
Aan de andere kant dreigt de diepere, tragische, reflecterende kant van 'Hoe ik Hitlers getuige werd', die het boek zoals gezegd wel degelijk bezit, geregeld te worden overscheeuwd door eendimensionaliteit van een andere orde: de eindeloze details over mensen en dingen. Freudenthal is soms een wandelende encyclopedie. Zelfs Nederlandse kerkinterieurs komen via zijn herinneringen voorbij, alsmede de delftsblauwe plank die Hitler als geschenk van de Nederlandse Gestapo heeft gekregen. En reken maar dat al die feiten kloppen. Maar moet dat wel, in een roman?
Bovendien heeft het iets ongemakkelijks, Leni Riefenstahl en tal van andere echte nazi-kopstukken en beroemde Duitsers te ontmoeten als marionetten in een verzonnen geschiedenis. Overeind blijft het boek vooral dankzij het absurde gegeven dat een zooitje ongeregeld in april 1945 tegen de stroom in loopt. Terwijl de massa's Berlijn ontvluchten, banen de hardlopers zich via lazaretten, Leni's peptalk en morfine-injecties een weg naar de Rijkshoofdstad, om de Führer nog een pleziertje te geven. Het hardlopen doorkruist het vluchten en sterven. Zo stuit Harry Freudenthal alias Paul Renner op een stoet halfnaakte dwangarbeiders uit Buchenwald, voortgedreven door SS-ers na de ontruimingsactie van het kamp. En bij de Brandenburger Tor wordt hij door sovjetrussisch kanonnenvuur 'begroet'.
De Nederlandse vertaling van 'Ich war Hitlers Trauzeuge' verschijnt nagenoeg gelijktijdig met het origineel. Men verwacht er blijkbaar veel van. Om die verwachtingen niet onnodig teleur te stellen, hier een ongebruikelijk advies. Laat u de laatste 75 bladzijden van de 575 ongelezen. U zult dan mogelijk met gemengde gevoelens het boek dichtslaan, maar althans zonder onnodige ergernis. Want op het moment dat Harry Freudenthal rond bladzijde 500 de Berlijnse Führerbunker betreedt om Adolf Hitler te feliciteren en de boektitel uit te voeren, om dan nog met Eva Braun... nee, bitte, dit willen we niet weten. Grotesk en plat is deze eindspurt in het boek, die daarmee afbreuk doet aan het veelgelaagde voorgaande. 'Kill Your Darlings': als filmmaker had Peter Keglevic dit devies uit zijn branche ter harte moeten nemen.
Vert.: Irene Dirkes en Lucienne Pruijs. Thomas Rap; 575 blz € 24,99.
oordeel
Fascinerend, detailverliefd en taboevrij, maar skip de laatste 75 pagina's.
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.