Een sprookje : roman
Jonas T. Bengtsson
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Koppernik, © 2018 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : BENG |
Marnix Verplancke
2/ei/30 m
'Als je van plan bent om zelfmoord te plegen, doe het dan hier in het appartement. Drink een glas slaapmiddel leeg of koop een pakje scheermesjes. Maar spring niet ergens vanaf. De kinderen in deze flat hebben al genoeg gezien.'
Dat krijgt Sus te horen van de politie nadat ze de avond voordien opgemerkt is op het dak van het flatgebouw waar ze woont. Sus is negentien, al ziet ze er eerder twaalf uit. Haar vader zit in de gevangenis en haar broer ligt in het ziekenhuis met een granaatscherf in het hoofd, een souvenir uit het Midden-Oosten. Sus leeft in een harde wereld vol geweld en drugs, en ze wil maar één ding, een revolver, om haar vader neer te leggen wanneer die vervroegd vrijkomt.
Dus gaat ze joints dealen in een school en test ze zichzelf dagelijks. Ze moet immers hard worden. Iedere ochtend geeft ze zichzelf een opdracht. Vechten tegen de zwaarste jongens van haar Kopenhaagse achterbuurt, of op het kalmste moment van de dag een weegschaal stelen. Ze wil immers haar gewicht in het oog houden, aansterken en stoerder worden. Daarvoor koopt ze energierijk voedsel, zoals eieren van batterijkippen, die zweren op hun poten hebben en wier snavel verdwenen is door het eindeloze pikken tegen het ijzerdraad van hun kooi. Zielig, vindt ook Sus, maar waarom zouden die kippen het beter moeten hebben dan de kinderen in haar flat? En zo koopt ze ook een klein katje, omdat ze zichzelf wil verplichten het de kop af te snijden.
Jonas T. Bengtssons vorige roman Een sprookje was niet om mee te lachen. Met Sus gaat hij voort op dat elan. Ook dit boek is een rauwe en meedogenloze hedendaagse fabel over opgroeien in een wereld zonder toekomst, een wereld die je veracht in de hoop die verachting te kunnen upgraden naar haat en uiteindelijk woede, omdat die woede de enige remedie lijkt tegen de angst. Sus is een vuistslag in je gezicht, maar wel een vuistslag die ongelooflijk veel deugd doet.
Drs. A. van Dijk
Sus, een androgyn meisje, is negentien maar lijkt twaalf. Ze brengt haar dagen door met het roken van joints, denken aan joints en stelen van de dingen die ze in het dagelijks leven nodig heeft. Om geld te verdienen voor joints gaat ze dealen. In de pauzes van middelbare scholen is ze op het schoolplein te vinden, en haar drugshandel floreert. Sus' vader zit in de gevangenis; hij heeft haar moeder vermoord. Haar broer is teruggekomen uit Afghanistan met een granaatsplinter in zijn hoofd en ligt op de intensive care. Sus heeft een project: haar vader vermoorden. Om zich mentaal voor te bereiden, haalt ze een katje in huis. Haar messen liggen klaar om het beestje om te brengen, maar eerst moet ze het beestje groter en sterker maken, anders is de oefening te makkelijk. De lezer krijgt ongemerkt sympathie voor de genadeloze Sus, het tragisch ontspoorde kind. Deze roman is de tweede in het Nederlands vertaalde van de Deense auteur (1976). De eerste, 'Een sprookje' (2015), gaat eveneens over een kind in de zelfkant van het leven
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.