Te veel geluk : verhalen
Alice Munro
Alice Munro (Auteur), Greta Le Blansch (Samensteller), Marja Pruis (Samensteller), Pleuke Boyce (Vertaler), Kathleen Rutten (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Geus, © 2017 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : MUNR |
Dsl
i /un/22 j
In mei overleed Nobelprijswinnaar Alice Munro, de 'meester van het hedendaagse korte verhaal'. Munro schreef al even geen nieuw werk meer, en toen fans daarover jammerden, antwoordde ze even meesterlijk als kort: “Wel, zeg hen dat ze de oude boeken moeten herlezen. Er zijn er genoeg.” Zo geschiedt: Marja Pruis en Greta Le Blansch, moeder en dochter, selecteerden in Familiestukken de volgens hen mooiste verhalen van de Canadese schrijver. In (iets te zeemzoete) brieven leggen ze aan elkaar uit waarom ze welke verhalen selecteerden, maar die inleiding kun je zonder schuldgevoel overslaan, om meteen op te gaan in Munro's 'De kinderen blijven', over een overspelige vrouw die haar kroost achterlaat, of om door te bladeren naar 'Lief leven', een van haar vier autobiografische vertellingen. Zelfs de meest dramatische levens zijn banaal, vertelt Munro ons keer op keer, maar in het meest banale schuilt evengoed een existentieel drama. Of in de woorden van Pruis: Munro was niet geïnteresseerd in simpele anekdotiek, wel in de kern van een mensenleven, in dat ene moment waarop alles anders wordt, in dat fatale inzicht dat net op tijd komt - of juist te laat. (dSL)
De Geus, 400 blz., € 22,50 (e-boek € 9,99).
Joachim Stoop
em/ec/05 d
Bij weinig auteurs liggen lof en afwijzing zo ver uit elkaar als bij Alice Munro: de 86-jarige Nobelprijswinnares wordt weleens de Canadese Tsjechov of de meester van het hedendaagse korte verhaal genoemd, maar ze krijgt net zo vaak te horen dat ze eentonig, langdradig en ouderwets zou zijn. De Nederlandse schrijfster Marja Pruis en haar dochter Greta Le Blansch, die tot het jubelende kamp behoren, stelden een best of van eerder gepubliceerde verhalen samen, `Familiestukken' (De Geus). Wel vreemd dat we via hun onderlinge briefwisseling in de inleiding vernemen hoe ze tot hun hartverscheurende keuzes kwamen, terwijl tien van de elf verhalen ook in de in 2014 verschenen Engelstalige bundel `Family Furnishings' staan. Ondanks een veelvoud aan thema's bij de Canadese schrijfster staan de typische ingrediënten zo goed als vast. Haar van moderniteit ontdane verhalen spelen zich af in een landelijk decor dat bevolkt wordt door zorgvuldig geschetste personages, die even vaak meester als speelbal van hun eigen lot zijn. Het geeft de verhalen een tijdloos karakter, maar het vraagt van de lezer ook tijd en inlevingsvermogen. Munro lezen is een oefening in onthaasting. Met fijnzinnige humor en diepgravende levenswijsheid balanceert ze geduldig op het slappe koord tussen tonen en vertellen. Het slakkengangetje waarmee de levens van haar personages worden getekend en het uitblijven van sensatie werken verraderlijk, want bij Munro is lui lezen tegelijk verliezen.
Ze verkiest precisie en waarachtigheid boven schoonheid, om zich zo voluit te kunnen concentreren op het enige wat er, in de woorden van collega en fan Jonathan Franzen, echt toe doet: `People, people, people.' Of accurater: women, women, women. Mannen worden als eendimensionale karakters opgevoerd en geven meestal een lompe, onsympathieke indruk. Vrouwen zijn daarentegen complexe wezens met onnauwkeurige herinneringen aan hun verleden en specifieke ideeën over hun toekomst. Munro lezen is speels speculeren: verankerd in het heden wordt een episode van dertig jaar geleden ontleed, maar waarom nu pas? Is er een beweegreden die net buiten het vizier van de lezer valt? Blijkbaar kun je je ware aard alleen terugkijkend opdelven. Vaak komt er dan iets naar boven wat Munro snel weer verbergt. Een mogelijk zijpad kan zomaar in een doodlopend steegje veranderen. Zand erover. Zoals bij Lorna in het verhaal `Post and Beam', die op haar trouwdag niet uit angst of geluk huilt, maar omdat het ouderlijk huis dat ze zal achterlaten plotseling zo dierbaar aanvoelt. De lezer krijgt alleen dat detail. Munro lezen is vaak ook zelf Munro schrijven. Het spectaculairste verhaal, `Dimensies', heeft een zeldzaam complexe man als epicentrum. Nadat hij zijn drie kinderen op gruwelijke wijze heeft vermoord, blijft zijn vrouw hem bezoeken in de gevangenis. Vervuld met een hartverwarmende gloed van mededogen luistert ze naar haar echtgenoot. In zijn monoloog, die doet denken aan de illustere misdadiger Moosbrugger in Robert Musils `De man zonder eigenschappen', komt de zelfkennis en het inzicht in de buitenwereld pas op het moment dat die wereld hem als een monster beschouwt. Munro lijkt de essentie van lijvige romans te destilleren tot uitgekiende hapjes waarin het volledige smaakpalet aanwezig is. In het proeven van die amuse-gueules waan je je, net als bij Raymond Carver, die andere grootmeester van het korte verhaal, op trektocht door Noord-Amerika, waarbij je lukraak halt houdt en binnengluurt in woonkamers van doodgewone mensen. Het verschil is dat we bij Carver met de deur in huis vallen, terwijl we bij zijn vrouwelijke tegenhanger langzaam de levens binnenstappen via een veelzeggend detail, een weemoedige terugblik op het verleden of een te lang uitgesteld verlangen. Door het raampje zien we een dove grootmoeder van wie niemand weet wat ze denkt, een Charles Dickenshater die het gevoel heeft in één van zijn romans te zitten, of een vrouw die teleurgesteld is in haar huwelijk. De beelden zijn even herkenbaar als verrassend. Het is één van de grootste troeven van de literatuur: Munro laat je herkenbare dingen aantre en op papier, maar dan mooier of preciezer verwoord.
Theo Vos
Schrijfster en De Groene-recensente Marja Pruis en haar dochter kozen uit de verzamelbundel ‘Family Furnishings’ (2014) hun beste verhalen van de Canadese schrijfster (1931). Hun mailwisseling daarover vormt de sympathieke en informatieve inleiding tot deze bundel. Ondanks haar onderscheiding met de Nobelprijs voor Literatuur 2013 bleef Munro een niet zo bekende 'writer's writer'. Haar verhalen blinken uit door een suggestieve manier van 'ernaast-schrijven': terloops over heftige gebeurtenissen, uitgebreid over bijzaken. Inhoudelijk zijn ze, zoals Pruis treffend karakteriseert: 'op een ingetogen manier wreed'. Een jonge lerares gaat in een sanatorium lesgeven en wordt door de geneesheer-directeur verleid en ten huwelijk gevraagd. Net voor het happy end grijpt de schrijfster kil en nuchter in. Een jonge vrouw wordt neurotisch bewaakt door haar jaloerse echtgenoot. Als ze hem ontsnapt, straft hij haar op een gruwelijke manier. Meedogenloos fileert Munro gewone (voornamelijk vrouwen)levens op liefde, bedrog, teleurstelling, angst en drama. Dat maakt haar werk niet vrolijk, wel razend knap en diepzinnig.
Jann Ruyters
em/ec/16 d
Een grote liefde raak je nooit kwijt, verraad geeft een blijvende knauw. 'Niets verjaart bij Munro', constateert Marja Pruis scherp in de levendige e-mailconversatie met haar dochter Greta Le Blansch, die hun selectie 'mooiste verhalen' inleidt. Pruis en Le Blansch sloegen aan het (her)lezen en selecteerden elf 'Familiestukken' uit het geheel uit korte verhalen bestaande oeuvre van de Canadese Nobelprijswinnares Munro (86). De geselecteerde verhalen zijn al eerder in het Nederlands verschenen. Toch is deze nieuwe bundel welkom. Munro blijft een geval apart, wat ook met de aard van haar verhalen te maken heeft: vrouwenverhalen maar geen 'chicklit', en haar inlijven als feministisch auteur doet haar werk ook tekort. Ze schrijft over vrijheids- en scheppingsdrang, maar nooit alleen daarover, en de vrijheid kost ook wat.
De (helaas ongedateerde) verhalen gaan over moeders (en echtgenotes) die ergens naar een ander leven verlangen, als actrice, als schrijfster, als violiste, maar die dat verlangen nooit hardop formuleren. Dat het leven dat ze leiden niet genoeg is hebben ze zelf niet zo door. En als ze een andere richting inslaan, is dat meer instinctief dan vanuit ambitie. Ze moeten wel. Zoals in mijn favoriete verhaal 'De droom van mijn moeder', waarin violiste Jill helemaal gek wordt van haar huilende babydochter die haar afwijst. Ze laat de zorg noodgedwongen over aan haar schoonzus die zich als een moederdier ontpopt. Het verhaal wordt verteld door de dochter die verslag doet van de verscheurdheid van de moeder die 's nachts gekweld wordt door nachtmerries waarin ze haar baby is vergeten, en overdag door de krijsende baby zelf: "Hoe kan ik beschrijven wat muziek voor Jill is? Het heeft niets met landschap, dialoog of visioenen te maken. Het is meer een soort probleem, dat ze heel precies en gedurfd moet uitwerken en dat ze als haar taak in het leven heeft aanvaard. Stel dan dat het gereedschap waarmee ze aan dit probleem werkt haar wordt afgenomen. Het probleem, in al zijn pracht, bestaat nog steeds, maar zij kan er niet meer bij. Voor haar is er alleen nog de stoep en de blinkende muur en mijn gehuil. Mijn gehuil is een mes dat alles uit haar leven zal snijden wat niet dienstbaar is. Aan mij."
Munro legt bloot wat er schuurt en wringt, maar liefst terloops. Dat het overspel een jonge moeder op de scheiding van haar kinderen komt te staan, meldt ze in 'De kinderen blijven' tussen neus en lippen door. Wat het precies is dat de man in 'Amundsen' beweegt om zijn bruid vlak voor hun huwelijk uit de auto te zetten, krijgen we niet eens te horen. Wel proef je het ongenoegen, de verlamming en verveling die de achtergrond vormen van plots oplaaiende hartstocht.
Echt bevrijdend wordt het niet. Zelfs als een daad wel goed afloopt, zoals in 'Verliefd, verloofd, getrouwd, gescheiden', dan blijft dat impliciet en blijft Munro liever bij de zich over dat geluk verbazende gefrustreerde buitenstaander, wiens wreedheid onbedoeld andermans leven positief veranderde.
Echt vrolijk wordt het ook niet. Mix je 'Munro' met tv-serie 'The Crown', zoals ik de afgelopen dagen deed, dan krijgen haar personages iets tragisch, à la koningin Elizabeth, gebukt onder de tradities, onmachtig om zich echt los te maken en zo vergroeid met hun rol dat ze niet goed in staat zijn eromheen te kijken. Isolement ligt op de loer.
De schrijfster groeide zelf op, schrijft ze in 'Lief leven', in een arm gezin op een boerderij in Ontario, in een huis 'aan het einde van een lange weg, of aan een weg die ik lang vond'. In dat huis dat 'met de achterkant naar het dorp was gekeerd' werd 'aardig wat gedood'. Iets van die afgewendheid van de wereld typeert de sfeer in deze verhalen of ze nu in een vervallen hotel op de prairie of in een suburb in Toronto spelen. Dat ze toch troost bieden komt door de schrijfster door wie je je ook als lezer gezien voelt, zo precies neemt ze waar, ook wat bedekt en tussen de regels blijft.
Selectie Marja Pruis & Greta Le Blansch. Vert. Pleuke Boyce, Kathleen Rutten. De Geus; 398 blz. € 22,99.
oordeel
Munro houdt prachtig impliciet wat schuurt en wringt.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.