Leven en wandel van Zorbás de Griek
Nikos Kazantzákis
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Wereldbibliotheek, © 2018 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : KAZA |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Westland, 1978 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : KAZA |
Bo Van Houwelingen
i /ul/07 j
Maak kennis met 'het everzwijn' alias 'de draak'; de geweldenaar die zijn vrouw als voetveeg gebruikt, zijn dochter uit zijn ogen verbant en zijn zoon opvoedt tot tiran. Oftewel: maak kennis met Kapitein Michalis - absoluut het minst sympathieke hoofdpersonage van de Griekse maestro Nikos Kazantzakis (1882-1957). Van hem kennen we de joviale Zorbás de Griek uit de gelijknamige roman en de zachtmoedige Manoliós uit Christus wordt weer gekruisigd - klassiekers die al eerder door de Wereldbibliotheek werden uitgegeven.
Kapitein Michalis (uit 1953, en nu meesterlijk vertaald door vaste vertaler Hero Hokwerda) is van een veel norser kaliber. Dat het Griekse eiland Kreta al eeuwen onder gezag staat van het Osmaanse rijk is voor de verbitterde Kapitein een bron van wrevel, hoewel de Turken en de Grieken al jaren gebroederlijk samenleven. Uiteraard blijven de Kretenzers toch azen op de vrijheid van hun eiland. Vrijheid of de dood is hun onverbiddelijke leus.
Het is rustig op Kreta. De lente van 1889 is daar en de bewoners van Grote Vesting (hoofdstad Herakleion) schudden de winter van zich af. Op straat ontvouwt zich een opgewekt en levendig stadsgebeuren zoals alleen Kazantzakis dat beschrijven kan, met talloze markante figuren, liefdevol satirisch neergezet. Vrouwe Pinelopí nodigt haar man uit voor een picknick ('dan kan jouw mufheid ook 'ns wat uitwaaien'), de koster luidt de kerkklokken, de muezzin roept op tot gebed, Thrasaki, het zoontje van de Kapitein, wil bij wijze van kattenkwaad een meisje ontvoeren ('voor dit soort akkefietjes is hart nodig'). Maar onder die stadse gemoedelijkheid broeit het: 'Zoals telkens weer de lente aanbrak, met de lentegrond die warmer werd en zich roerde, net het vee dat gespannen was van de overtollige kracht die nergens heen kon, zo vergramde ook het hart van de Kretenzer.'
Het begint allemaal met een grap. De broer van Michalis sjouwt een ezel naar de moskee om hem daar Mohammed te laten vereren. Als Michalis daarop wordt aangesproken door de Turkse heer Noury-bei maakt de Kapitein zich kwaad en rijdt hij met paard en al een Turks koffiehuis binnen om stennis te schoppen. Dat is Noury-beis eer te na en dus besluit hij dat dit het moment is om een oude familierekening te vereffenen. Van de ene moord komt de andere en ja hoor, daar breekt de opstand van de Kretenzers al uit.
Familie-eer, intriges, verraad, machismo, wraak, nationalisme, héél veel sterke verhalen, geroofde vrouwen, brute gevechten, de koppige strijd voor een verloren zaak en dat alles nog gecompliceerd door bloedbroederschap en de obsessie voor een femme fatale: dit is het beste van Game of Thrones en Joseph Roths Radetzkymars in één roman, met Kapitein Michalis als onbetwiste aanvoerder.
Alhoewel, soms raken we de Kapitein een heel hoofdstuk kwijt - alsof Kazantzakis óók even geen zin meer had in die nurksheid - en volgen we wat aimabelere figuren zoals de charmante Kapitein Polyxingis of de filosofische neef Kosmás.
Maar het belangrijkste personage is Kreta zelf, dat als levende vrouw beschreven wordt: ze zucht, rilt, beeft, strekt zich uit en wacht op verlossing. Waar vrouwen in de romans van Kazantzakis vaak óf lelijk en lomp zijn óf knap en sletterig, is Kreta groots, puur en krachtig. Ze geurt naar salie en tijm, haar stevig gebouwde, zonverbrande lichaam rijst op in de golven, haar baaien liggen te stralen 'nu eens wit en zandig, dan weer ruig steil en bloedrood'.
Voor háár vechten de Kretenzers. Ook Kazantzakis heeft het eiland van zijn jeugd - zijn grote liefde - willen redden. Niet door de wapens op te pakken maar door haar in deze roman met onsterfelijke woorden te omkleden.
****
Wereldbibliotheek; 542 pagina's; € 39,99.
Willem Nijssen
De derde grote roman van de auteur (1883-1957) is minder bekend en werd wisselender ontvangen dan ‘Leven en wandel van Zorbas de Griek’* en ‘Christus wordt weer gekruisigd’** (‘The Last Temptation of Christ’). Beide romans werden ook succesvol verfilmd. Ze werden eerder opnieuw (en zeer goed) vertaald in 2015 en 2016 door Hero Hokwerda. Die vertaalde nu ook deze roman. In kleurrijke, ietwat barokke en bij vlagen humoristische stijl wordt het persoonlijke leven van ‘kapitein’ Michalis vermengd met de geschiedenis van Kreta. De kapitein is dan ook geen scheepsgezagvoerder, maar de aanvoerder van een cel van vrijheidsstrijders. Kreta hoorde in de 19e eeuw niet bij Griekenland maar bij het Osmaanse rijk. De Griekse (christelijke) meerderheid wou aansluiting bij het nieuwgevormde Griekenland, de Turkse (moslim) minderheid kon voor behoud van haar privileges terugvallen op een sterk leger. Dat leidde tot meerdere opstanden en een ervan (die van 1889) is het decor van de roman. Een bloemrijk tijdsbeeld en vooral een inkijk in een tragische persoon en lijdend volk. Met nawoord van de vertaler.
Alle Lansu
i /ul/28 j
Wie deze zomer in de heuvels en de oude havenstadjes van Kreta z'n ontspanning zoekt, zal er niet bij stilstaan dat het lieflijke eiland tot het begin van de twintigste eeuw een kruitvat was, het decor van uiterst gespannen verhoudingen tussen de Kretenzers (christenen) en de Turken (moslims) die het sinds 1669 bezet hielden, met talloze wrede geweldsuitbarstingen vandien. Vooral in de negentiende eeuw voerden de eilandbewoners een felle strijd voor hun vrijheid, dat wil zeggen: de aansluiting bij Griekenland, die pas in 1913 plaatsvond.
Wie tijdens zijn vakantie iets wil proeven van die geschiedenis, heeft een stevige kluif aan de onlangs vertaalde klassieker 'Kapitein Michalis' (1953) van Nikos Kazantzakis (1883-1957), misschien wel de grootste Griekse schrijver sinds Homerus. Kazantzakis situeert zijn roman anno 1889 in en rond de hoofdstad Megalokastro (Grote Vesting, tegenwoordig Heraklion), maar het verhaal is eigenlijk een mengelmoes van al die andere, steeds weer neergeslagen opstanden in de negentiende eeuw.
In wezen is de roman een hommage aan de eeuwige onverzettelijke vrijheidsdrang van de Kretenzers, verpersoonlijkt in de figuur van de weerbarstige guerillaleider Michalis. Een macho die in zijn wispelturigheid gevreesd wordt door vriend en vijand. Hij worstelt uiteindelijk nog het meest met zichzelf en de hartstochten die in zijn woeste ziel woelen - zoals zijn haat-liefdeverhouding met zijn al even onverzettelijke Turkse tegenstrever Nouri Bey, en zijn onweerstaanbare begeerte voor diens bloedmooie vrouw Emine die hem hinderlijk afleidt van zijn plichten als bevrijdingsstrijder.
Dit epos over de Kretenzische opstand tegen de Turkse overheersing lijkt anno 2018 misschien een ver-van-mijn-bed-show, maar dat wordt het nooit. Gewoon omdat Kazantzkis zo'n goeie schrijver is: niet alleen in het gelaagde portret van Michalis, maar ook in de ijzersterke scènes waarin hij de kleinere intermenselijke drama's en intriges schetst en ze zo een universeel en tijdloos karakter verleent. En in de sfeervolle, zintuiglijke beschrijvingen van het dagelijks leven in de stad, en de lyrische schetsen van het landschap waarin ook de hedendaagse bezoeker nog veel zal herkennen - niet in de laatste plaats door het oeroude talent van de Grieken om het leven te vieren met eten, drinken en dansen.
Het is een rauwe, harde, gewelddadige wereld die Kazantzakis hier neerzet, maar zijn roman is ten diepste een liefdevolle hommage aan het eiland waar hij geboren en getogen is, en aan een manier van (over)leven die hem met de paplepel is ingegoten.
In het voorwoord schrijft Kazantzakis dat hij 'al te goed' heeft begrepen dat "de waarde van de mens is: naar het onmogelijke streven en wéten dat hij daarnaar streeft. En er zeker van zijn dat hij het bereiken zal, omdat hij er zeker van is dat, als hij de moed niet verliest, als hij niet naar de sermoenen van de logica luistert, maar zijn ziel niet laat kisten en in geloof verdergaat en koppig achter het onmogelijke aan blijft jagen, dat dan het wonder geschiedt waar het vleugelloze gezonde verstand nooit enig vermoeden van zou kunnen hebben: het onmogelijke wordt mogelijk" - waarbij aangetekend dat dit niet alleen van toepassing is op de bevrijding van Kreta, maar geldig is voor het leven zelf.
Dit is Kazantzakis ten voeten uit: een humanist met een onverwoestbaar geloof in de mogelijkheden van de mens. Een aanstekelijk geloof dat hij nog het best wist te vertolken in zijn beroemdste roman 'Leven en wandel van Zorbás de Griek', die drie jaar geleden in een nieuwe vertaling werd uitgebracht. Het verhaal van de confrontatie tussen een intellectuele ik-verteller - onmiskenbaar het alter ego van de schrijver - die de raadsels van het bestaan langs de weg van het denken tracht te ontrafelen en de ongeletterde en gelouterde levenskunstenaar Zorbás die elke dag van zijn leven probeert te vieren alsof het de laatste is.
Wie zich tijdens zijn Griekse vakantie het liefst onderdompelt in een zee van levenslust, kan zich nauwelijks een inspirerender boek wensen dan dit.
Vert. Hero Hokwerda Wereldbibliotheek; 542 blz. € 40,-.
oordeel
Wie zich graag aan levenslust laaft, kan zich geen inspirerender boek dan dit wensen
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.