Ongekende liefde
Vamba Sherif
Vamba Sherif (Samensteller), Ebissé Rouw (Samensteller)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Atlas Contact, 2018 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : SHER |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Atlas Contact, 2018 |
Thema: diversiteit 3.1.DIV |
Koen Vidal
ru/eb/07 f
Waarom een boek waarin alleen maar Belgische en Nederlandse zwarte auteurs aan bod komen?
Laten we die vraag even uitstellen en aanvatten met de belangrijke mededeling dat Zwart een sterk boek is geworden. Met rijke, eerlijke, soms pijnlijke getuigenissen en met verhalen die doen wat in het echte leven - en zeker op sociale media - zo moeilijk lijkt: een natuurlijke band scheppen tussen de Lage Landen en Sub-Sahara-Afrika.
Op het gevaar af onterecht beschuldigd te worden van favoritisme, illustreren we dit even met het verhaal dat Dalilla Hermans schreef over een massagesessie die haar niet zozeer esoterisch genot, dan wel buitensporig veel stress bezorgde. En dat had alles te maken met het feit dat Hermans' gedachten op hol sloegen omdat ze zich afvroeg wat de witte masseuse van haar zwarte huid zou vinden. 'Dan duikt de gedachte op dat haar handen wit zijn en de huid die ze aanraakt zwart.'
Een bezorgdheid die erg gevoelig ligt - witte mensen maakten in het verleden regelmatig opmerkingen over Hermans' donkere huid: soms flatterend, soms beledigend, soms ergens onbestemd ertussenin. 'Dat heeft ervoor gezorgd dat de huid, die mijn fragiele binnenkant eigenlijk zou moeten beschermen tegen gevaren van buitenaf, aanvoelt als iets wat me aanvalt. Ik denk dat ik mijn zwarte huid daardoor soms voel branden in al dat witte licht eromheen. (...) Ik heb haar nodig om te kunnen leven. Ik wil haar afstropen zodat ik kan leven.'
Bevrijdende vertellingen
Dankzij dit intieme en ook wel grappige korte verhaal krijgen we al een eerste antwoord op de vraag waarom 20 zwarte auteurs zich zonodig en groupe moesten afzonderen in een boek: het levert gewoon prima, bevrijdende vertellingen op.
Bovendien is het belangrijk dat de lezer, voor hij/zij in Zwart duikt, nog een belangrijke voorafgaande opmerking meekrijgt: de deelnemende schrijvers zijn geen zwarte isolationisten maar mensen die al hun hele leven actief meedraaien in de superdiverse, fascinerende, ingewikkelde, frustrerende samenleving van de Lage Landen. Het gaat hier om schrijvers, journalisten, onderzoekers, politici en opiniemakers die al een parcours aflegden.
Wat je wel kunt zeggen, is dat al die zwarte schrijvers op hun weg al behoorlijk wat builen, kneuzingen en verwondingen opliepen. Elk op hun manier beschrijven ze hoe ze op die muur van vooroordelen, misverstanden, goedbedoelde betutteling en soms plat racisme stuitten. En al te goed herkennen ze die momenten waarbij van hen verwacht wordt om zich in een Vlaams of Nederlands sjabloon te wringen en hun Afrikaanse weefsel af te werpen.
En dat was/is voor allen een vermoeiende, uitputtende ervaring. Dat je witte medemensen moet uitleggen dat je liever niet met 'neger', 'halfbloed' of 'mulat' wordt aangesproken. Dat je steeds minder zin hebt om complimentjes over je 'prima Nederlands' met een dankbare glimlach te beantwoorden. Dat witte Belgen en Nederlanders zo goed als niets weten over Patrice Lumumba en de Rwandese genocide. En dat ze Liberia pas ontdekken als er in dat land ebola uitbreekt.
"Daarom was het belangrijk om een literaire vrijhaven te scheppen", zegt schrijfster en historica Heleen Debeuckelaere, medebezielster van het videokanaal Black Speaks Back. "Een plek waar we in alle vrijheid onze verhalen konden vertellen. Waar niemand raar opkeek bij onze 'gekke' Afrikaanse kronkels. Dankzij dit boek kunnen wij diep gaan en hoeven we niet langer rekening te houden met de wensen van een wit publiek.
"Want dat is toch wat de meesten van ons ervaren als ze voor klassieke kranten en tijdschriften schrijven. Op de redacties werken amper gekleurde mensen, wat maakt dat wij moeten beantwoorden aan een vooropgesteld idee van journalistiek. Het feit dat we dat keurslijf in deze verhalenbundel konden loslaten, zorgt voor een verrijking en het maakt ook duidelijk dat wij niet langer outsiders willen zijn maar onze plek in de literaire wereld opeisen."
"En", voegt Debeuckelaere eraan toe, "de verhalen in dit boek willen ook troost bieden aan andere Afro-Europeanen. Want uiteindelijk zijn wij allemaal kinderen van een culturele transactie: in ruil voor de welvaart en de kansen van Europa moesten we allerlei Afrikaanse dingen afstaan: gevoelens, familiebanden, een toekomst, een taal, een sociaal leven, een dorp. Als ik dat zeg, krijg ik soms te horen dat ik dan maar snel naar Rwanda moet terugkeren. Maar zo simpel ligt het niet en daarover gaat het ook helemaal niet. Ik ben in België geboren, maar Rwanda is er altijd geweest. Ik wil geen van beide kwijt."
Krachtenbundeling
Dat deze verhalenbundel tegelijk een krachtenbundeling is, zegt ook Nozizwe Dube, rechtenstudent en tot voor kort voorzitter van de Vlaamse Jeugdraad. "Met dit boek willen we waardering afdwingen. Want het is gek dat in de Lage Landen gedweept wordt met Afro-Amerikaanse schrijver als James Baldwin maar dat de Afro-Euopese schrijvers hun verhalen moeten inslikken. Ook een schrijver als J.M. Coetzee krijgt in Europa alle ruimte om zijn ding te doen en dat heeft toch veel te maken met zijn witte perspectief op Afrika. Wij eisen de ruimte op om vanuit ons eigen perspectief verhalen te vertellen."
Mocht u het nog niet begrepen hebben, het boek Zwart wil een breekijzer zijn dat niet enkel gebruikt zal worden om toegang te forceren tot de literaire ruimte maar ook tot maatschappelijke debatten, de geschiedschrijving en uiteindelijk ook de canon van de Lage Landen.
Debeuckelaere: "Ik ben historica en erger me mateloos aan de manier waarop de Belgische koloniale geschiedenis in het onderwijs wordt weggemoffeld. Eigenlijk kun je de geschiedenis van België niet begrijpen zonder Congo erbij te betrekken. En toch wordt die historie systematisch genegeerd, waardoor we er ook niet mee in het reine kunnen komen. Dat is pijnlijk voor al die mensen die er nauw bij betrokken waren: Congolezen, kolonialen, paters. Die amnesie over het koloniale verleden zorgt er ook voor dat we het heden niet goed begrijpen: de oneerlijke handelsrelaties, migratie, de mentale acrobatie van Afro-Europeanen, enzovoort."
Patrice Lumumbastraat
Nozizwe Dube: "Probeer maar eens een debat te voeren over de wenselijkheid van een Patrice Lumumbastraat of over de standbeelden van Leopold II, als een groot deel van de bevolking nooit op school heeft meegekregen wat Leopold II in Congo heeft aangericht en hoe Lumumba vermoord is. Nagenoeg onmogelijk, te meer omdat in debatprogramma's op televisie vooral witte mensen het hoge woord mogen voeren."
"In die zin zou je Zwart eigenlijk ook als een zelfhulpboek voor witte mensen kunnen lezen", zegt Debeuckelaere half grappend. "Wie de verhalen in dit boek tot zich neemt, zal niet enkel een beter inzicht krijgen in de denkwereld van Afro-Europeanen, maar ook beter in staat zijn om het dominante eurocentristische beeld te nuanceren."
Dat laatste is ongetwijfeld de grootste ambitie van dit boek: een tik uitdelen aan een dominante westerse blik die ervoor zorgt dat veel ideeën, feiten, verbanden én mensen vrijwel onzichtbaar blijven.
Maar eigenlijk drukt de Nederlands-Congolese politoloog en politicus Kiza Magendane die kerngedachte veel beter uit: "Het einddoel is om een land te ontwikkelen dat de innerlijke wil van iedereen de ruimte geeft, zodat iedereen zich kan ontwikkelen tot een burger, een vriend of een ouder die zich buigt over andere zaken dan alleen maar kleur.
"Om het nog scherper te formuleren: over vijftig jaar moet deze bundel overbodig zijn, omdat het normaal zal zijn dat zwarte schrijvers niet in het 'hokje' zwart gebundeld worden en geen beschouwingen over hun lichaam zullen geven. Wij zijn meer dan onze kleur."
Atlas Contact, 208 p., 19,99 euro.
Matthijs de Ridder
ru/eb/02 f
Er is voorlopig weinig positiefs te melden over het Trump-tijdperk. Maar misschien toch dit. De walg van het schaamteloos etaleren van white en male privilege door de Amerikaanse president en diens angstige paladijnen is zo groot dat er bij mensen die al tijden pretenderen weldenkend te zijn een begin van een bereidheid waar te nemen valt om meer dan alleen in woorden afstand te doen van hun gekoesterde privileges. Als witte, heteroseksuele man kan ik rapporteren dat dat nooit vanzelf gaat. Iedereen heeft zo zijn besognes. Je moet stukje bij beetje geduwd worden in de richting van een conclusie die niet opzienbarend is, maar wel ontluisterend, voor jou, en voor je privileges. Wie denkt dat hij of zij de bloemlezing Zwart, samengesteld door Vamba Sherif en Ebissé Rouw, aan zich voorbij kan laten gaan, denkt daarom maar beter snel iets anders. Je meent al te weten wat je moet weten, en toch weet je het nog niet.
Sherif en Rouw zetten de inleiding even realistisch als ambitieus in. Ze beloven in hun voorwoord geoefende pennen en jong, aanstormend talent. Ze spreken bovendien de 'verwachting' én de 'hoop' uit dat Zwart 'het Nederlandstalige literaire landschap voorgoed zal veranderen'. Die hoop koestert zo'n beetje elke bloemlezing waarin een nieuwe groep, stroming of generatie wordt gepresenteerd. Slechts een enkele bloemlezing heeft ook echt blijvende literaire waarde. In zekere zin is het jammer dat Sherif en Rouw dit boek in die traditie hebben geplaatst, want ook als witte, heteroseksuele man zou ik er niet voor terugschrikken om in een recensie over een dergelijke bloemlezing kanttekeningen te plaatsen bij sommige al te onvolgroeide verhalen. In die recensie zou bovendien Atlas Contact een veeg uit de pan krijgen vanwege de gebrekkige redactie van een dergelijk gevoelig project.
Toondoof
Maar Zwart presenteert geen generatie, geen stroming, geen poëtica en zelfs geen politiek idee. De medewerkers hebben verschillende leeftijden, achtergronden, andere ideeën over literatuur. Het enige wat ze objectief met elkaar gemeen hebben, is dat ze een achtergrond hebben in sub-Sahara Afrika. Gezamenlijk presenteren ze geen literair programma, maar een realiteit. Een realiteit die je op voorhand wel zou kunnen beredeneren, maar die je pas een klein beetje kunt ervaren (en dan nog slechts via literaire verbeelding) als je er tekst na tekst na tekst mee wordt geconfronteerd: systemisch racisme. In nagenoeg elk verhaal en elk essay komt het vaak subtiele, maar permanente racisme naar voren, waaraan zwarte en gekleurde mensen blootstaan in een witte wereld. Zelfs als er objectief gezien geen racisme is, zoals tijdens de massagebeurt waarover Dalila Hermans schrijft, is het besef aanwezig anders te zijn. 'En ik heb tijdens mijn eenendertig jaar oneindig veel meer liefde dan haat voor mijn huid gekregen,' bekent Hermans. Haar confronterende conclusie is echter dat ook liefde toondoofheid kan onthullen, zoals in Hermans' liefdevolle herinnering aan haar witte adoptiemoeder die ooit huidkleurig ondergoed voor haar dochter had gekocht. 'Roze, nude, maar niet míjn nude.' Onbewust (en onbedoeld) werd de jonge Dalila er op gewezen dat haar huid eigenlijk geen huid was.
Dit is het verontrustende gevoel dat je overhoudt na het lezen van Zwart: dat witten niet alleen veel kwaad hebben gedaan op momenten dat er kwaad is verricht, maar er misschien wel evenveel schade toegebracht wordt op het moment dat er voorbijgegaan wordt aan de eigenheid van Afropeanen. Neske Beks en Seada Nourhussen krijgen hun ongetwijfeld goedbedoelende witte gesprekspartners bijvoorbeeld maar moeilijk aan het verstand gepeuterd dat hun joviale omgang met hun gekleurde vriendinnen hun medeplichtigheid aan het systemische racisme niet zomaar opheft. Geen kleur zien - zoals progressieven om onbegrijpelijke redenen blijkbaar nogal eens durven te beweren - is het ontkennen van een identiteit en als zodanig ook een vorm van racisme.
Dat laatste is de belangrijkste bewustwording die zich bij het lezen van Zwart op een gegeven moment van je meester maakt: als witte mens kun je je niet alleen moeilijk voorstellen hoe het leven eruitziet zonder al die privileges, je bent zo geprivilegieerd dat je je buiten de discussie denkt te kunnen plaatsen. Op die manier wordt het probleem natuurlijk nooit bespreekbaar, terwijl het onder woorden brengen van de Afropese ervaring juist zo belangrijk blijkt. Voor mensen van kleur zelf, die zoals de verhalen van Clarice Gargard, Olave Nduwanje en Chika Unigwe onderstrepen, vaak tussen twee onverenigbare werelden in vallen. Maar ook voor de maatschappij als geheel, omdat je naar aanleiding van Zwart slechts kunt concluderen dat er in onze contreien, zoals Seada Nourhussen opmerkt, niet alleen geen racismedebat is, maar dat we zelfs nog moeten bouwen aan een vocabulaire om de principes van een toekomstig gesprek vast te kunnen leggen.
Progressieve-witte-mensen-club
En daarmee heeft Zwart de hoge ambities toch grotendeels waargemaakt. Wie de bundel leest, zal niet anders kunnen dan beamen dat er een nieuwe situatie nodig is, een situatie waarin de lidkaarten van de progressieve-witte-mensen-club eindelijk eens ingeleverd worden en we na gaan denken over hoe we onze geschiedenis voortaan zullen gaan vertellen en wat we in dit verband van de literatuur verwachten.
Ook de medewerkers aan Zwart zijn daar nog niet uit. Met uitzondering wellicht van de Soedanese romanschrijver Ahmad Al Malik, die twee prettig gestoorde verhalen bijdroeg die duidelijk in een andere traditie staan, zijn de teksten, zoals Neske Beks over zichzelf opmerkt, van 'een witte, westerse canon doorregen'. Dat is uiteraard niet meer dan logisch. De impact van de bundel is er ook niet minder om. Maar als ik dan toch een een puntje van kritiek zou mogen formuleren, is het dat de bijdragen door de bank genomen wat aan de brave kant zijn, zowel in toon als in de vorm.
Zwart zal heel wat tongen beroeren in literaire middens en - laten we hopen - ver daarbuiten. Maar het gesprek is zoals gezegd pas begonnen. Er is hopelijk meer op komst, inclusief dat ene boek dat niet alleen het Nederlandstalige literaire landschap, maar de Nederlandstalige literatuur voorgoed zal veranderen.
Atlas Contact, 224 blz., 21,99 €.
Wim Bossema
ru/eb/10 f
Hoe mager is de invloed van Afrikaanse cultuur in Nederland vergeleken met Frankrijk of Groot-Brittannië. Franse intellectuelen koesteren al meer dan een eeuw hun omgang met Afrikaanse kunstenaars, schrijvers, dichters en politiek filosofen die in Parijs kwamen studeren, vertelde schrijver Alain
Mabanckou (geboren in Congo-Brazzaville) onlangs tijdens zijn lezing op het literaire festival Winternachten in Den Haag. De kubistische kunstenaars in de jaren twintig, filosoof Sartre in de jaren zestig; de Franse cultuur heeft veel te danken aan een Afrikaanse component. Auteurs als Mabanckou en Marie NDiaye zijn beloond met hoge onderscheidingen voor de Franse literatuur.
Ook in Groot-Brittannië staan auteurs met familiebanden in Afrika en andere voormalige koloniën geregeld op de lijsten met genomineerden voor prijzen als de Man Booker. Amerikaanse universiteiten bestrijden elkaar bij het lokken van schrijvers uit Afrika als 'writers in residence'. Elk jaar komt er een Engelse bundel uit met verhalen en essays van jong talent uit de Afrikaans-Britse gemeenschap.
Nederland is nooit zo gezegend geweest met de inbreng van Afrikaanse intellectuelen, maar eindelijk is er nu ook in Nederland zo'n bundel, met de kernachtige titel Zwart. De auteurs wonen in Vlaanderen en Nederland, sommigen zijn hier gekomen als asielzoekers, anderen als adoptiekind, als student of zijn hier geboren uit Afrikaanse ouders.
Velen spelen een opvallende rol in een groep die zichzelf nog maar een paar jaar als een groep ziet, op zoek naar een positie in een vaak afwijzende Nederlandse samenleving, naar de eigen identiteit en met een kritische blik op de andere, witte Nederlanders. Het groepsgevoel wordt versterkt door woedende reacties van twitteraars, columnisten en politici die zich in hun Nederlandse identiteit bedreigd voelen, rond kwesties als Zwarte Piet, het slavernijverleden en het woordgebruik van blank of wit. Lees daarover de bijdrage van Seada Nourhussen, columnist van Trouw, of van andere auteurs die zijn doorgedrongen tot de gevestigde media, onder wie Clarice Gargard die een column schrijft in NRC, Kiza Magendane die opiniebijdragen in de Volkskrant en NRC publiceerde en Anousha Nzume, auteur van Hallo witte mensen.
Zwart biedt de lezers een onderdompeling in de belevingswereld van deze jonge auteurs, die zich Nederlanders voelen maar ook vreemdelingen. Geen verhalen óver hen, maar uit de eerste hand. De verschillen tussen de bijdragen zijn groot: roerende ego-documenten staan naast polemische essays en literaire verhalen van meer ervaren schrijvers. De samenstellers en de uitgever hebben een poging gedaan voor elke bijdrage een genre aan te geven, maar dat lukte maar matig - in alle genres domineren jeugdherinneringen en persoonlijke ervaringen, of het nu feit of fictie is.
Tegelijk is dat ook de kracht van deze rijke bundel. Die biedt vele invalshoeken voor een gedeelde ervaring: met het uit de mode raken van de multiculturele idealen hebben de nieuwkomers het een stuk lastiger gekregen. Ze vertellen over ervaringen met te lage schooladviezen, over nauwelijks verholen etnisch profileren, over misschien goedbedoelde vragen naar hun afkomst terwijl ze hartstochtelijk Belg of Nederlander willen zijn, de ondertoon die hen kwetst, over psychische problemen die daar het gevolg van kunnen zijn. Het merendeel van de bijdragen zoekt een antwoord op de vraag waar 'alledaags racisme' vandaan komt.
Afrika is in die stukken opvallend afwezig of op de achtergrond. Voor de culturen, de trauma's, de wijsheden en literaire invloed die de migrantenschrijvers uit Afrika meenamen naar Nederland moeten we bij de verhalen van de gevestigde auteurs zijn, als Ahmad Al Malik, Vamba Sherif, Babah Tarawally en Chika Unigwe. Bij hun fictie zwaait er opeens een deur open naar andere werelden. Zij leveren met hun eerdere romans en hun optredens in het land een indringende bijdrage aan wat Mabanckou de 'creolisering' van de westerse cultuur noemt.
Clarice Gargard neemt de lezer mee naar Liberia, in het autobiografische verhaal van een 11-jarige op bezoek bij haar vader die de rechterhand is van de gevreesde rebellenleider, oorlogsmisdadiger en later president Charles Taylor. Het is een huiveringwekkend relaas. De dilemma's en de afschuw van het meisje zijn ook die van de andere Nederlanders, niet alleen omdat Taylor in Den Haag internationaal is berecht, maar omdat Clarice Gargard nu een van ons is.
****
Atlas Contact; 224 pagina's; € 21,99.
Paulien Andriessen
Verhalen, essays en herinneringen van auteurs met ‘wortels’ in Afrika, die nu in Nederland en België wonen. Nederlanders, Belgen, maar toch ook Afrikanen. Er zitten bekende namen tussen, zoals Seada Nourhussen, Dalilla Hermans, de actrice Anousha Nzume, Vamba Sherif en Chika Unigwe. Voor anderen is dit een kans om hun werk te laten lezen. De verhalen gaan over kleur, identiteit, afkomst en het laveren tussen twee culturen. Voor deze auteurs is zwart zijn een centraal thema. Het is verrijkend om te lezen waar deze zwarte mensen in hun leven mee te maken hebben gekregen. In hun thuisland of in Nederland en België. Goed om eens bij stil te staan. Ze schrijven er vlot over, maar ondanks de heftige onderwerpen zijn de verhalen vaak geestig om te lezen.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.