Rivieren
Martin Michael Driessen
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Uitgeverij Van Oorschot, 2017 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : DRIE |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Van Oorschot, 2017 |
VOLWASSENEN : ROMANS : DRIE |
Dirk Leyman
em/ov/22 n
Onmodieus proza, het bestaat nog. Proza dat niet luchtig meewaait met de heersende windrichtingen in boekenland maar soeverein en krachtig op eigen poten staat. Proza waarin ambacht, verbeelding én een bijna ouderwets vertelplezier de dienst uitmaken, ingebed in een ingenieuze plot. Martin Michael Driessen is er de gepatenteerde leverancier van, zo blijkt uit zijn nieuwe (als een komedie aangekondigde) roman De pelikaan.
Gewone luitjes in een ingedommeld Adriatisch kuststadje in ex-Joegoslavië doen er elkaar de duivel aan. Ze verzeilen in een boosaardige houdgreep als gevolg van wederzijdse afpersing zonder het aanvankelijk van elkaar te beseffen. Het leidt tot een vertelling die - net als in zijn drieluik Rivieren - het aanschijn van een dwarse allegorie of een pittige parabel krijgt. Vanaf de eerste pagina's weet Driessen je te bekoren. Niet het minst door de glasheldere stijl, opgetuigd met indringende beelden.
Sinds Martin Michael Driessen (°1954) in 2016 onverhoeds de ECI Literatuurprijs opstreek, geniet de voormalige opera- en theaterregisseur niet langer het statuut van geheimtip. Lange tijd bleef Driessen diep onder de radar. Hij oogstte pluimen met zijn debuut Gars (1999) en met Vader van god (2012), een curieuze herschepping van het Oude en Nieuwe Testament, en Een ware held (2013). Toch kwam pas met de novellenbundel Rivieren (2016) de grootscheepse erkenning voor deze ex-degenschermer van de Nederlandse equipe.
Valkuilen bij de vleet
Het drieluik, waarin water de handeling op een redeloze, grillige manier voortdrijft, gaf slechts langzaam zijn secreten prijs. "Anders dan de meeste tijdgenoten deins ik niet terug voor exotisme", zo vertelde Driessen onlangs in de Volkskrant over zijn werkwijze. "Ik laat mijn eigen ervaringen aan een lang touw in een diepe put zakken. Ze komen weer boven als vertellingen die niet voor de hand liggen. Ik gebruik mijn verbeeldingskracht om imaginaire maar coherente werelden te scheppen."
En inderdaad. Deze ietwat zelfvoldaan klinkende vaststelling gaat ook op voor De pelikaan. Driessens hoofdfiguren zijn wederom twee mannen. Net als in het verhaal 'De reis naar de maan' uit Rivieren raken hun levens zodanig verstrikt dat ze er niet meer wijs uit raken. De boomlange ex-keeper en postbode Andrej en de bediener van de zieltogende kabelspoorbaan Josip Tudjman gaan elkaar afpersen, ergens in de jaren 80, in een op uiteenspatten staand Joegoslavië na Tito's dood.
Wanneer Andrej (die al langer geld steelt uit opengestoomde enveloppen) ontdekt dat de ongelukkig gehuwde Josip vreemdgaat, besluit hij hem te chanteren. Anoniem. Maar met fotografisch bewijsmateriaal van zijn scheve schaats achter de hand: "De Kodak was zowel zijn wapen als zijn alibi." Reden voor radeloosheid van de "traag denkende" Josip die beseft dat hij in een catch 22 is geduwd.
Tot Andrej domweg overhoop wordt gereden voor het plaatselijke terras en hij in een coma belandt, waardoor onder anderen 'vrienden' als Josip Tudjman zich over hem ontfermen. Josip ontdekt in zijn woning dat de postbode dinars en ponden verduistert. Hij besluit op zijn beurt de brievenbesteller af te persen, zonder dat hij in de smiezen heeft dat Andrej zijn eigenste kwelduivel is. Vanaf dat moment bedrijven ze een soort 'vestzak-broekzakoperatie.' Hoever kun je gaan in elkaar voor het lapje houden?
Driessen zet behoedzaam de bakens uit en spant valkuilen bij de vleet, met oog voor het kleinste vooruitwijzende detail, nog zoiets waarmee hij zich schatplichtig toont aan klassieke auteurs. Met veel gevoel voor decorum comprimeert hij de gebeurtenissen in het slome stadje ("een muurbloempje van de Europese geschiedenis") tot een bijna weemoedige vaudeville. Alsof je naar zo'n krakende Italiaanse film van Ettore Scola zit te kijken of een verhaal van Luigi Pirandello leest, waarin schijn en wezen geestig haasje-over springen. Ontkomen de personages aan hun lotsbestemming? Groeien ze alsnog boven zichzelf uit? Leidt afgetroggeld geld tot iets goeds? Kleine ritselaars zijn het, hun hachje reddend via schimmige zaakjes. Aandoenlijke mannetjes, scharrelaars met onbeholpen levens.
Het wordt nog intrigerender als Driessen zijn protagonisten treiterig een vriendschap opdringt en ze samen whisky gaan heffen of wandelen. Dat is beslist niet de laatste tournure in deze imponerende roman. Prachtig zijn de taferelen waarin beide onaanzienlijke heertjes toch enige autoriteit en macht denken te putten uit hun ambt. En was kleine corruptie niet wijdverbreid in de communistische heilstaat? Veel zinnen onderga je als ware kunststukjes: "Zijn vrouw hield zich gedeisd, maar ze was zo onberekenbaar als een proletariaat kort voor het uitbreken van de revolutie."
Vermorzeld voetvolk
Ook dieren spelen meer dan zomaar een bijrol in deze saga. Laïka, het scharminkelige hazewindhondje met de uitpuilende ogen (dat Andrej zich vergunt met gestolen geld) wordt een goeiige speelbal voor Josips dochter Katharina. Om maar te zwijgen van de pelikanen, symbolen van zelfopoffering, die altijd weer sierlijk neerstrijken aan het Kroatische strand.
Nog meer contouren krijgt deze roman wanneer de Balkanoorlog moedwil, misverstand en machteloosheid op de spits drijft. Zekerheden worden door elkaar geschud, abrupt zijn de stadsbewoners vijanden voor elkaar, en het voetvolk wordt vermorzeld. Driessen steekt nog een tandje bij en zorgt voor een grande finale. In deze absurdistische parabel wedijvert grimmigheid met tederheid en mededogen. Of is De pelikaan toch vooral een fijnzinnige bespiegeling over hebzucht en goed en kwaad? "Je verwachtte altijd goeds of slechts van andere mensen en het was verwarrend als ze het tegendeel deden van wat je verwachtte."
Van Oorschot, 199 p., 17,99 euro.
Maria Vlaar
em/ec/01 d
Een luchtige roman schrijven over een oorlog is een kunststukje dat niet veel schrijvers is toevertrouwd. Vaak voert de moraal, de verontwaardiging of de wreedheid de boventoon. Zo niet bij Martin Michael Driessen (63), die in de tragikomedie De pelikaan de Joegoslavische burgeroorlog beschrijft op een ongewoon lichte toon, zonder vraagstukken van goed en kwaad uit de weg te gaan, bijna zoals Roberto Benigni in de film La vita è bella deed.
Het is 1988. De Socialistische Federale Republiek Joegoslavië vertoont barsten waaruit nationalisme en antisemitisme stinkend beginnen op te wellen, als Driessen (die vorig jaar de ECI Literatuurprijs won met Rivieren) zijn personages voor ons uittekent. De bijna twee meter lange postbode Andrej, vergezeld door de altoos bibberende hazewindhond Laika, is een eenzame en opportunistische allemansvriend die er niet voor terugdeinst om brieven waarin hij geld vermoedt open te stomen aan zijn keukentafeltje. Zijn contragewicht in de roman is Josip Tudjman, veteraan uit de Tweede Wereldoorlog en beheerder van de kabelspoorbaan die van het slaperige Kroatische stadje naar de heuveltop leidt. Boven stond vroeger de orthodoxe kerk maar nu het heldenmonument van de socialistische heilstaat. De meeste dagen vervoert Josip niemand zodat hij rustig op de berg zijn boterhammetje kan eten. Josip is diepongelukkig met zijn norse en jaloerse vrouw en heeft als enige troost een gehandicapte dochter met wie hij puzzelt. Het gebrek aan genegenheid drijft hem ertoe een andere liefdesrelatie aan te gaan die hij zorgvuldig geheimhoudt. Ware liefde, hoopt hij.
Prinses Diana
Driessen laat gedurende de hele roman Andrej en Josip uitgekiend balanceren, zoals het gewicht de wagons van de kabeltrein in tegengestelde richting in beweging brengt. Omstandig en met gevoel voor grappige en toevallige details zet Driessen uiteen hoe Andrej Josip chanteert met foto's van zijn overspelige rendez-vous en vervolgens steeds het geld vergokt, en hoe Josip hem op zijn beurt chanteert als hij achter Andrejs praktijken als openstomende postbode komt. Tegelijkertijd raken de twee mannen ook bevriend, zozeer zelfs dat er vader-en-zoongevoelens ontstaan. Andrej komt puzzelen met Josips dochter, Josip zorgt voor Andrejs hond. Ze gaan elkaar zelfs geld lenen - dat ze zonder het te weten van de ander afpersen. Verraad en vriendschap staan dicht bij elkaar.
Natuurlijk staan de twee symbool voor de geschiedenis van Kroatië, waar ook twee zielen in één borst huizen. Hoe komt het dat bevolkingsgroepen die tot voor kort vreedzaam samenleefden elkaar naar het leven gaan staan? Het goed en het kwaad is bij Driessen als yin en yang: het een kan niet zonder het ander, en bovendien wisselt het steeds van positie. Heb je net sympathie voor de een opgevat, kantelt het verhaal weer. Andrej is helemaal niet aardig, maar verzamelt schattige foto's van prinses Diana en kan het niet verdragen als een vrouw die hij leuk vindt een inktvis in de knoop legt. Josip lijkt alleen voor zichzelf te kiezen, maar verliest zijn baan omdat hij de Servische groenteboer bijstaat die bij een pogrom door een Kroatische militie bedreigd wordt.
Pelikaanbloed
Driessen zet de symboliek af en toe zwaar aan. Zo komt de pelikaan, een christelijk teken dat staat voor zelfopoffering, van verre aangevlogen als het communisme ten val komt en is hij stervend in een dikke laag olie als de oorlog nadert. Als een bomaanslag een borstwond veroorzaakt waaruit het bloed opwelt (zoals de symbolische pelikaan in eigen borst pikt) vertrouwt Driessen kennelijk niet helemaal op de intelligentie van de lezer.
Driessen is geestig zonder op de schaterlach uit te zijn: hij schrijft droogkomisch en beeldend, als de Scandinaviërs Lars Gustafsson en Torgny Lindgren. Je ziet de film zo voor je, zoals bij De 100-jarige man die uit het raam klom en verdween van Jonas Jonasson. De verrassendste passage begint op pagina 154, als het perspectief ineens kantelt en het verhaal twee bladzijden lang vanuit de hond Laika verteld wordt.
Soms is Driessen hyperbolisch: de echtgenote van Josip is zo karikaturaal dat zij een bordkartonnen vrouw wordt, en dan ontroert het niet wanneer ze zegt iedere nacht met opgeschorte rokken op haar man te wachten. Ook het slot, dat opnieuw knap in twee delen uiteenvalt, heeft die dubbelheid. Naast een krachtige scène in de Tweede Wereldoorlog waarin Josips levenslot wordt bepaald - een wisselspoor, want het had maar een haar gescheeld of hij had de zus getrouwd van het meisje met wie hij zo ongelukkig is geworden - verschaalt Josips huidige leven tot ongekende tuttigheid. Maar ook dat hoort misschien thuis in een tragikomedie.
Van Oorschot, 199 blz., 17,99 € (e-boek 9,99 €).
Sam De Wilde
ua/an/02 j
Klassiek vakmanschap, ambachtelijke degelijkheid en sobere sierlijkheid: het zijn lovende woorden, maar je verwacht ze eerder bij het timmerwerk van een goede schrijnwerker dan bij de nieuwe roman van een ECI Literatuurprijswinnaar. Toch zijn het vooral dat soort onmodieus klinkende termen waarmee Martin Michael Driessens nieuwe boek `De pelikaan' geprezen wordt. Sinds Driessen in 2016 uit het niets de ECI Literatuurprijs én de ECI Lezersprijs won met zijn bundel `Rivieren' is de 63-jarige Neder landse auteur dé lieveling van het voltallige recensentengild. De man die in een vorig leven lid was van de nationale schermploeg van Oranje en er ook al een carrière als toneelregisseur op heeft zitten, debuteerde in 1999 op zijn 45ste met de atypische ridderroman `Gars' en voegde daarna nog de bijbelherschrijving `Vader van God' (2012), de novelle `Een ware held' (2013) en de onder het pseudoniem Eva Wanjek gepubliceerde roman `Lizzie' toe aan een oeuvre dat al een tijdje geldt als geheimtip voor literaire ijnproevers. Bij het verschijnen van `De pelikaan' was dat geheime er al goeddeels af. De in communistisch Joegoslavië gesitueerde parabel over twee mannen die elkaar chanteren zonder het van elkaar te weten, is een droogkomische vertelling over het grote onheil dat vaak voortvloeit uit de kleine kantjes van de mens. Het zorgvuldig geconstrueerde boek over goed en kwaad, en hoe die twee soms verrassend dicht bij elkaar staan, duikt terecht met heel wat lofbetuigingen op in vele eindejaarslijstjes, al klinkt die lof soms even ingehouden als het proza zelf. Alsof niemand durft toe te geven dat Driessens klassieke stijl weleens lirt met de grens van de oubolligheid. De auteur speelt ingenieus met het vertelperspectief maar zijn verteller is vaak even betweterig als alwetend. De nogal zelingenomen stem klinkt soms heerlijk grappend ironisch, maar af en toe ook vervelend arrogant. En Driessens meesterlijk soevereine stijl doet je sommige zinnen ademloos herlezen, maar baadt ook iets te vaak in een al te zwaarbeladen symboliek. Die van de pelikaan als een op een misverstand berustend christelijk symbool voor zelfopofering en wederopstanding wordt in de roman tot tweemaal toe uitgelegd, maar de beeld spraak die de lezer zelf moet weten te verklaren, is vaak even voor de hand liggend; net als de immer op en neer gaande kabelspoorweg als metafoor voor het leven. Hetzelfde geldt overigens voor de levenslessen die uit het verhaal getrokken mogen worden. Want wat te denken van de nuloperatie die de wederzijdse chantage van de hoofdpersonages uiteindelijk blijkt te zijn, of van het onheil dat net toeslaat bij plots geldelijk gewin? Als `De pelikaan', hoe vakkundig het ook geschreven moge zijn, één ding bewijst, dan is het wel dat Driessen beter is in het kortere werk. Of zoals hij het zelf vorig jaar in een interview zei: `Met een korter verhaal is het ook makkelijker om feilloos te zijn.' En laat feilloos nu precies het woord zijn dat Driessens `Rivieren' het beste vat. Met amper drie verhalen, novelles eigenlijk, toont de meesterverteller zich daarin de Denis Johnson van de Nederlandstalige letteren. Net als de Amerikaanse auteur van `Train Dreams' heeft Driessen genoeg aan een handvol pagina's om complexe levens hartverscheurend vorm te geven. In `De reis naar de maan', het centrale verhaal uit de bundel, vinden en verliezen twee negentiende-eeuwse Duitse houtvlotters elkaar en de zin van het leven aan de oevers van de Rijn. Maar in tegenstelling tot de dubbele levensloop uit `De pelikaan' weet die uit `Rivieren' intens te ontroeren omdat Driessen hem minder opzichtig gebruikt als kapstok voor ideeën en meer plezier schept in het pure vertellen. Meer nog dan in zijn langere werk bewijst Martin Michael Driessen met zijn korte verhalen dat vakmanschap soms echt meesterschap is.
Herman Jacobs
ua/an/03 j
‘Andrej had (…) zijn rechtervoet op een tros gezet (...). De tros spande zich of hing door, al naar gelang de lome deining in het havenbekken, zodat het leek alsof hij het voetpedaal van een groot nautisch orgel bediende.’ Alleen al voor deze schitterende vergelijking loont dit boek de moeite, maar er is veel meer. Een komedie luidt de ondertitel, een genre dat Driessen wel is toevertrouwd. Het verhaal speelt aan de vooravond van de vreselijke oorlogen in Joegoslavië. Uitgangspunt: postbode Andrej, die gokt en dus om geld verlegen zit, chanteert kabelbaanmachinist Josip met foto’s van diens overspel. Vervolgens komt Josip in de gelegenheid Andrej af te persen – beiden zonder het van elkaar te weten. De verder tournures van liefde, verraad, tot elkaar veroordeeld zijn, oorlog (die breekt ten slotte uit), de dood, het grillige lot: Driessen wikkelt ze elegant af. We zijn allemaal maar mensen, en bijna niemand is helemaal slecht: als je dat zo, in deze twee stomme zinnetjes, opschrijft, is het niets. Componeer er De pelikaan omheen, en het wordt bitterzoet leesgenot dat je nog aan het denken zet ook.
****
Van Oorschot, 200 blz., € 17,99.
Norma Montulet
In deze roman, gesitueerd in het voormalige Joegoslavië, geeft de auteur een mooi, indringend portret van twee mannen. Ze kruisen elkaars pad doordat de een, Andrej, de ander, Josip, probeert te chanteren met foto's die hij gemaakt heeft van een vrijpartij tussen Josip en een andere vrouw. Al gauw ontdekt Josip dat Andrej geld verdonkeremaant, waarmee hij op zijn beurt Andrej weet te chanteren. Noch Andrej noch Josip zijn slechteriken. Ze maken van de gelegenheid gebruik en proberen slechts om zichzelf overeind te houden in een ingewikkelde wereld waar zij weinig van te verwachten hebben. Pakkend geschreven en met een thema dat van alle tijden is: de absurditeit die het bestaan soms aan kan nemen. Martin Driessen (1954) won in 2016 de ECI-literatuurprijs voor zijn novelle 'Rivieren' en dat is niet ten onrechte.
Rob Schouten
em/ov/25 n
Je kunt wel merken dat Martin Michael Driessen (1954), vorig jaar winnaar van de ECI-literatuurprijs met de novellenbundel 'Rivieren', van oorsprong opera- en toneelregisseur is. Zijn roman 'De pelikaan' heeft alles weg van een comedy of errors, het is het vrolijk-bittere verslag van een verscheurd wereldje vol misverstanden.
Joegoslavië, voordat het uiteenviel: in een Kroatisch stadje (Kroatië is dan nog een provincie) leven Andrej en Josip. Andrej is postbesteller, Josip bedient de kabeltrein naar een communistisch heldenmonument op de berg.
Andrej, een boomlange ongetrouwde vent, komt erachter dat Josip, doodongelukkig getrouwd met een helleveeg en vader van een gehandicapt kind, een minnares in Zagreb heeft en begint om zijn eigen gokzucht te bekostigen hem daarmee te chanteren. Josip, die niet weet waar hij het geld vandaan moet halen, ontdekt op zijn beurt dat Andrej geld uit de post verdonkeremaant en begint Andrej te chanteren. Ze hebben allebei hun goede en menselijke kanten maar houden elkaar zonder het te weten in een wurggreep.
Het vergt geen al te grote fantasie om in hun wederzijdse gebondenheid de situatie van Joegoslavië (en elk verscheurd land) weerspiegeld te zien, met verschillende bevolkingsgroepen die elkaar opeens beginnen te belagen, om allerlei, vooral economische (gokken) en sociale (overspel) redenen.
Maar 'De pelikaan' is geen symbolische roman over het kwaad in de wereld, daarvoor is ze te realistisch. De eigenlijke boodschap, als je die erin wilt lezen, luidt vooral: iedereen heeft zijn goede en zijn slechte kanten, en alles heeft zijn redenen en oorzaken. Dat geldt zelfs voor Josips vreselijke vrouw Ljubica die naar Andrej hunkert, en voor de vriendelijke apotheker Schmitt die echter een verklaarde antisemiet is maar die door Josip toch weer om de verkeerde redenen in elkaar geslagen wordt. En als er een aanslag wordt gepleegd denkt iedereen dat de slachtoffers Kroatische soldaten zijn, maar het blijken Servische soldaten die door de Kroaten zijn omgelegd. Ook goed, anders was het andersom gebeurd. Kortom, iedereen heeft boter op zijn hoofd.
Op zeker moment komt Andrej erachter dat hij door zijn vriend Josip wordt gechanteerd, Josip wilde het eigenlijk net opbiechten, maar komt er niet toe omdat de oorlog nu ook hun eigen stadje in de greep krijgt. Andrej ontpopt zich onverwacht als mensenredder en sterft de heldendood, Josip gaat na de oorlog verder met zijn maîtresse, met wie hij, o bittere ironie van het lot, ten slotte in een gokpaleis eindigt.
Zou 'De pelikaan' op het toneel gespeeld worden dan zagen we wellicht achter elkaar aanhollende figuren die elkaar steeds net mislopen, maar dit is een roman en Driessen heeft het theatrale karakter voldoende ingetoomd om geloofwaardig te zijn. Het gaat hem om de algemeen menselijke conditie, de absurditeit en de schoonheid ervan. Hier bijvoorbeeld als Andrej Josip geld wil lenen waarmee deze zijn chanteur, nota bene Andrej zelf, kan betalen: "Het aanbod van Andrej - die hij op het eind van hun vistocht bepaald niet vriendelijk had behandeld - had diepe indruk op hem gemaakt. Je verwachtte altijd of goeds of slechts van andere mensen en het was verwarrend als ze het tegendeel deden van wat je verwachtte. Bij Andrej, met zijn corrupte verleden en egocentrische levensinstelling, had hij zoveel grootmoedigheid niet voor mogelijk gehouden."
'De pelikaan', genoemd naar de wonderlijke pelikanen die het gedoe in het stadje stoïcijns aankijken maar ook op tijd weer naar het zuiden vliegen, is een roman met een onmiskenbaar politiek-maatschappelijke strekking, hij doet daarmee wat on-Nederlands aan, en dat niet alleen omdat hij zich op de Balkan afspeelt. Mij deed hij denken aan werk van de Albanese schrijver Ismail Kadare. Het is anders gezegd, net als de pelikaan uit de titel, een wat vreemde eend in de bijt maar wel eentje die je aan het denken zet met regels als "het was alleen maar menselijk, dacht hij, nu en dan toe te geven. Misschien hadden zelfs corruptie en nepotisme hun goede kanten, in zoverre als ze de onrechtvaardigheid van het bestaan tenminste een wat menselijker gezicht gaven."
In de strakke regie van Driessen komt zo het hele menselijke drama van onrecht en misverstand sprekend tot leven.
Martin Michael driessen schrijft 'Onnederlands'
Volgens zijn uitgever is Martin Michael Driessen 'een buitenbeentje in de literatuur', zo viel een paar weken terug te lezen in een interview in de Volkskrant: 'iemand met fantasie'. Driessen (1954) studeerde Theaterwetenschap en Sanskriet in München en werkte tot 2006 als acteur en theterregisseur in Duitsland. Tien jaar geleden keerde hij terug naar Nederland om zich te wijden aan het schrijven.
Driessen debuteerde in 2000 met het burleske 'Gars', over de avonturen van ridder Gars. In 2013 volgde een satirische bewerking van de Bijbel in 'Vader van God'. Vorig jaar won Driessen de ECI-literatuurprijs voor 'Rivieren', een bundeling van drie verhalen over 'de grillige, niet zelden met geweld gepaard gaande routes die het menselijk bestaan pleegt te volgen. Zin voor zin raak', oordeelde Jaap Goedegebuure in Trouw.
Van Oorschot; 199 blz. € 17,99.
oordeel
Vrolijk-bitter verslag van een verscheurde wereld.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.