Menselijke voorwaarden
Junpei Gomikawa
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Van Oorschot, 2018 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : GOMI XXL |
Joris Van Casteren
rt/aa/03 m
Jacques Westerhoven, die onder meer Haruki Murakami vertaalde, is er tien jaar mee bezig geweest: het in het Nederlands omzetten van het kolossale, tussen 1956 en 1958 gepubliceerde magnum opus van de buiten Japan onbekende auteur Junpei Gomikawa, pseudoniem van een zekere Shigeru Kurita (1916-1995).
'Waar vind je zo'n idioot als ik die zonder enige garantie dat het ooit wordt gepubliceerd een manuscript van een half miljoen woorden gaat produceren?', schrijft Westerhoven (70), gevraagd naar zijn motieven.
Sinds 1975 woont hij in Japan, waar hij bij toeval terechtkwam: zijn visum voor de Verenigde Staten verliep, hij zocht een tijdelijke verblijfplaats in de regio. Thans is hij emeritus hoogleraar Amerikaanse letterkunde aan de universiteit van Hirosaki, 700 kilometer ten noorden van Tokio.
Begin jaren tachtig wees een Japanse collega hem op de in zes banden gevatte semi-autobiografische oorlogsroman Ningen no joken, dat Westerhoven als Menselijke voorwaarden zou vertalen.
Westerhovens collega vertelde dat Menselijke voorwaarden een geweldige sensatie was geweest, bijna veertien miljoen exemplaren werden ervan verkocht, cineast Masaki Kobayashi draaide er een negen uur durende trilogie van.
Aangespoord door de collega worstelde Westerhoven zich door de eindeloze karakterbrei. Toen hij het boek uit had, had hij ongeveer de helft ervan begrepen, zegt hij. Het monsterwerk bleef hem intrigeren, in de jaren negentig ging hij het gevecht nog tweemaal aan.
In 2006 was het zo druk op zijn werk dat hij reguliere vertaalklussen tijdelijk opschortte. 'Omdat ik niet helemaal op mijn lauweren wilde gaan rusten, besloot ik in een doldrieste bui om Menselijke voorwaarden te gaan vertalen.'
Dat gebeurde voornamelijk 's avonds en in de weekeinden. Als hij vastliep, wat vanwege de vele dialecten in het boek regelmatig gebeurde, vroeg hij zijn Japanse echtgenote om hulp.
In 2015 was een eerste versie klaar, die hij naar verscheidene Nederlandse uitgeverijen stuurde. Hij verwachtte eigenlijk niet dat ze zouden toehappen - groot was zijn verwondering toen uitgeverij Van Oorschot in maart 2016 liet weten tot publicatie te willen overgaan.
Bij Van Oorschot hadden ze nog nooit van Gomikawa gehoord, wat niet vreemd is aangezien het boek ondanks de spectaculaire verkoop nooit in het Engels of een andere westerse taal is verschenen; wel zijn er vertalingen in het Chinees, Russisch en Koreaans geweest.
In niet-Aziatische kranten is welgeteld één interview met de auteur te vinden. In de Canberra Times van maart 1958 vertelt Gomikawa dat hij, net als hoofdpersoon Kaji in het boek, tijdens de Tweede Wereldoorlog woonde en werkte in het door Japan geannexeerde Mantsjoerije - tegenwoordig deel van China.
Als pacifistisch ingestelde intellectueel probeerde hij aan de mobilisatie te ontkomen toen in 1937 de Tweede Chinees-Japanse Oorlog uitbrak, maar hij moest tenslotte toch dienst nemen in het Kwantung-leger, dat op brute wijze de orde handhaafde in Mantsjoekwo; de marionettenstaat die Japan in 1932 in Mantsjoerije vestigde.
Tijdens de oorlog streed hij tegen de oprukkende Sovjet-Unie, de heilstaat die hij vanwege zijn marxistische sympathieën juist zo bewonderde.
Gomikawa ontsnapte verschillende keren aan de dood en werd in 1948, illusieloos en fel anticommunistisch, naar Japan gerepatrieerd, waar over het verleden werd gezwegen en de vooroorlogse militaire machtsstructuren intact waren gebleven.
Hij begon aan het boek, op aandringen van zijn vrouw, die in een naaiatelier ging werken zodat hij zijn levenswerk kon voltooien. Na acht jaar zwoegen was het klaar, met het handgeschreven manuscript liep Gomikawa uitgeverijen plat. Afwijzing volgde op afwijzing, hij wilde opgeven maar zijn vrouw dwong hem door te gaan. Ten slotte hapte San-Ichi Publishing toe. 'I felt silly because I knew that particular company was specialised in printing communist books', zegt Gomikawa in het interview.
Zestig jaar na publicatie verschijnt Menselijke voorwaarden nu voor het eerst in het Westen, in Nederland nog wel. In Japan is het niet zo bekend meer als destijds; volgens Westerhoven omdat Gomikawa wegens de hoge verkoopcijfers door gevestigde Japanse auteurs als Tanazaki vulgair werd verklaard; iets waar hij tot aan zijn dood verbitterd over was.
Die kritiek is misschien wel begrijpelijk, in Menselijke voorwaarden worden bepaald geen literaire strapatsen uitgehaald. Het is een lineair verhaal over de ijzingwekkende lotgevallen van Kaji en zijn geliefde Michiko die elkaar in een staalfabriek hebben leren kennen.
Ruim 1.400 pagina's lang volgen we hen, vanaf het moment dat Kaji als idealistische humanist die oorlog verafschuwt naar de ertsmijn van Laohuling wordt gestuurd, in 1943, totdat hij twee jaar later als een van de weinige overlevende soldaten, aan een rampzalige zwerftocht huiswaarts begint, op zoek naar Michiko.
De pacifist van weleer moet moorden om te overleven, maar het brute nihilisme van zijn wapenbroeders, die zich martelend en verkrachtend door het boek bewegen, aanvaardt Kaji niet. Hij verwerpt de richtlijnen uit het omstreden soldatenhandboek. 'Laat u niet vernederen door levend gevangen te worden genomen', staat daarin onder meer.
Een mensenleven weegt minder dan een ganzendonsje, is tijdens de oorlog een populair Japans gezegde. Anders dan de anderen weigert Kaji te geloven dat de ziel van een harakiri-pleger rechtstreeks naar Yasukuni gaat, een omstreden schrijn in Tokio waar ook een standbeeld voor kamikaze-piloten is opgericht.
Menselijke voorwaarden bewijst - en daarom is de kritiek van Tanazaki cs onterecht - dat een boek geen literaire hoogstandjes hoeft te bevatten om hoge literatuur te kunnen zijn. Gomikawa's ondubbelzinnige verteltrant is uiterst effectief: verbeelding is overbodig, die zou de onvoorstelbare gruwelijkheden waar dit magnifieke epos bol van staat een glans verlenen die ze niet verdienen.
Lelijkheid, is Gomikawa's boodschap, valt het best met lelijkheid te beschrijven. Binnen die lelijkheid kan onverwacht poëzie ontstaan, bijvoorbeeld als Kaji vanuit zijn schuttersputje, waar een Russische tank overheen rijdt, een rechterarm ziet liggen die hem 'beslist vele malen had gesalueerd'.
****
Uit het Japans vertaald door Jacques Westerhoven. Van Oorschot; 1.432 pagina's; € 69,99.
J. Hodenius
Eerste Nederlandse, zelfs westerse vertaling van deze semi-autobiografische, episch-realistische anti-oorlogs- en (nogal melodramatische) liefdesroman (1956-58), het magnum opus van de Japanse auteur (pseudoniem van Shigeru Kurita, 1916-1995). De bestseller is een aanklacht tegen de Japanse agressie in de strijd tegen de Russen tijdens de Tweede Wereloorlog, met als decor de vazalstaat Mantsjoerije. De auteur onderzoekt of iemand ‘onder bepaalde voorwaarden nog wel mens kan zijn’. Dit aan de hand van de morele neergang van Kaji (en zijn geliefde Michiko). Als linkse pacifistische humanist in tijden van patriottisme leeft hij met een duivels dilemma. De voor de autoriteiten dwarse en koppige Kaji probeert onder corrupte en onmenselijke omstandigheden – eerst als personeelschef in een ertsmijn in het Kwantung-leger en later na ontsnapping uit een Russisch krijgsgevangenkamp tijdens een fatale zwerftocht huiswaarts – vergeefs vast te houden aan zijn idealen, maar moet uiteindelijk toch moorden. Het werk werd meesterlijk verfilmd door Masaki Kobayashi (1959-61; 9 ½ uur). Met enkele verhelderende bijlagen, zoals aantekeningen, tijdlijn en kaart.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.