Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Prometheus, 2017 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : PEET |
ARhus - afdeling Rumbeke
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Prometheus, 2017 |
VOLWASSENEN : ROMANS : PEET |
Besprekingen
Een wolvenkind zonder scrupules
Dirk Leyman
ob/kt/31 o
'Ik kan enkel cavia's voelen, geen mensen', zo laat het vertelpersonage Dochter zich ontvallen. Empathie is niet het sterkste punt van het opgroeiende meisje. Ze leeft in de cocon van haar eigen geest en heeft amper besef van goed en kwaad.
Haar complete leven draait rond de minutieuze zorg voor haar spartelende cavia's. Maar of ze die taak feilloos aanpakt? Een voor een sterven ze, nadat Dochter de dieren 'in hun vanachteren' volpropt met gewassen, kruiden en grassnippers. Nochtans zou ze hen graag zien kweken en vermenigvuldigen. Daarvoor trekt ze op consultatie bij Jonas. Ze koestert een bijna charismatische bewondering voor de iets oudere buurjongen en wisselt met hem regelmatig 'een muizenkus' uit. Hij misbruikt op zijn beurt haar vertrouwen en laat haar sliploos rondjes voor hem draaien. Naïef en verblind weet Dochter niet beter dan dat het zo hoort.
Ook haar vader, met wie ze na de dood (of de vlucht?) van haar moeder in een scharminkelig huis samenwoont, laat haar maar wat aanrommelen. Op school wordt Dochter van het kastje naar de muur gestuurd en loopt ze iedereen voor de voeten. Maar waarom bevindt de verweesde adolescente zich plots in een politieverhoorkamer en is er sprake van een mes en van bloed? Hier is iets vreselijks gebeurd.
Debutante Lenny Peeters (°1975) werkte tien jaar lang aan Dochter en dat merk je. Dit is een voldragen en weloverwogen roman die de lezer vanaf de eerste hoofdstukken op zijn qui-vive zet. Ieder detail spant samen: dit wordt een hoogst onverkwik-kelijk boek.
Morbide scènes
Peeters, die eerder al een paar schrijfwedstrijden won, is niet vies van morbide scènes. Dieren, waaronder ratten en konijnen, krijgen het zwaar te verduren (GAIA-leden, gelieve zich te onthouden). En ook seksueel misbruik loert in diverse varianten aan de horizon. Maar Dochter is niet in staat de gebeurtenissen een plaats toe te kennen of zich ertegen te verzetten. Ze vindt het doodnormaal wat haar overkomt. En ze volgt haar eigen, hoogst ontregelende logica.
Peeters heeft haar taal doelbewust tot het uiterste ontbladerd. Je zou bijna denken dat ze een zusje is van Elvis Peeters, de schrijver die in Wij of in Jacht gelijkaardige gruwelijkheden opdiste met een minimum aan woorden. Ook hier weet zij door die aanpak de shockeffecten te intensifiëren. En natuurlijk moet je ook even aan Lize Spit denken én de tergende seksuele spelletjes tussen pubers in Het smelt.
In Dochter dalen we pagina na pagina af naar een hellegat op aarde. Bij momenten volgt Peeters daarbij iets te slaafs de voorgekauwde regeltjes van de creative-writingcursussen: in haar timing, haar pijnlijk korte zinnetjes en benige dialogen. Ook het overdadig gebruik van verkleinwoorden stoort, al valt dat enigszins goed te praten door de blik van het zwakbegaafde meisje van waaruit ze schrijft. Dochter is nu eenmaal een soort wolvenkind, een ontspoord specimen zonder vastomlijnde moraal. Wie had haar ooit een houvast kunnen aanreiken? Kan er geen hulp meer voor haar baten? Of zijn het de harde volwassenen die schuldig moeten pleiten?
Met zijn onsentimentele en tegelijk suggestieve toon hakt dit schrijnende debuut er diep in. Lenny Peeters' wereld is gedrenkt in het diepste zwart en puilt uit van dood en verderf.
Prometheus, 223 p., 19,99 euro.
Dochter
Marnix Verplancke
ob/kt/04 o
Dochter woont samen met haar vader in een verwaarloosd huisje. Het meisje is licht gestoord, wordt op school gepest en vindt rust en troost bij haar cavia’s, die ze heel graag kleintjes zou zien krijgen. Daarom legt ze hen iedere dag op elkaar en steekt ze met een oorstokje kruiden en grassnippers in hun ‘vanvoren’. Tot ze sterven. Dat ze dat zo moet doen, weet ze van haar oudere buurjongen Jonas, die haar graag zonder slipje ziet dansen. ‘Ga eens tot een bolletje opgekruld liggen,’ zei hij, ‘net als een cavia.’ Waarna hij zijn stokje in haar stak en zij met bloed in haar slipje naar huis trok. Die avond propte ze kruiden en grassnippers in haar vanvoren.
In Dochter geeft Lenny Peeters een beeld van een totaal gedegenereerde wereld waarin seksueel misbruik de overhand heeft. Er wordt incest geïnsinueerd, de huisarts heeft graag dat het meisje over zijn knie wrijft, zeker nu ze ‘bulten’ begint te krijgen en Jonas gaat steeds verder in de exploitatie van zijn buurmeisje. Naarmate de roman vordert, duiken er steeds meer gevangenisscènes op. Het mes dat dochter in de eerste zin van het boek in de grond steekt, heeft bloed gezien, begin je als lezer te beseffen, en het was vast geen caviabloed.
Peeters vertelt haar verhaal vanuit het standpunt van het gestoorde, nimmer oordelende meisje. Dochter lijkt niets shockerend of erover te vinden. Het overkomt haar gewoon. Het onthutsende effect daarvan wordt nog versterkt door de bijzonder efficiënte, spaarzame stijl van het boek: korte hoofdstukken met korte zinnen die je een haarscherp beeld geven van een bizar bestaan. Beter één detail dat je omverblaast dan een karrenvracht langdradige beschrijvingen die je uiteindelijk alleen maar in slaap sussen, lijkt Peeters’ devies. Het resultaat is een roman die tezelfdertijd sprookjesachtig en ranzig rauw is. Een voorbeeld. Om de lokale rattenplaag het hoofd te bieden, vangt vader de dieren, waarna hij hun ‘vanachteren’ dichtbrandt met een gloeiende kachelpook. ‘Het vlees sist’, schrijft Peeters. ‘De rat krijst. Nadien heeft ze dorst. Ik vul een kopje tot aan de rand met water en zet het bij de val. We kijken hoe ze drinkt. Meer hoeven we niet te doen. Het geschreeuw van de dichtgebrande rat die niet kan plassen, jaagt alle andere ratten weg.’
Prometheus, 224 blz., € 19,99.
Marc De Pril
Door het kruisverhoor waaraan een jong meisje, Dochter genaamd, door de politie wordt onderworpen, weet de lezer meteen dat iets ernstigs is gebeurd. Dochter (blijft naamloos) is een puberend meisje dat samen met haar vader in een afgelegen boerderijtje woont en lijdt aan een zware verstandelijke beperking. Dit uit zich in haar spraak, gedachtegang en handelen. Ze heeft één grote passie: het kweken en verzorgen van cavia’s, maar dan wel op haar eigenzinnige biologische wijze. Moeder is overleden bij de geboorte van Dochter. Het gezin heeft het financieel zeer moeilijk. Vader kweekt groenten, planten en kruiden. Het meisje knoopt een vriendschap aan met buurjongen Jonas die haar uiteindelijk ook in de liefde zal inwijden. Maar waarom wordt zij door de politie ondervraagd? Hoofdstuk na hoofdstuk wordt een tipje van de sluier opgelicht. De auteur (1975) weet zich wonderbaarlijk en spectaculair in te leven in de gedachtewereld van Dochter maar vooral ook in haar vocabulaire en gedrag. Pas de laatste zin brengt de ontknoping van deze regelrechte thriller. Deze debuutroman is bekroond met de Bronzen Uil 2018.
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.