Naar de stad : de mooiste korte verhalen van de 21ste eeuw
Sanneke Van Hassel
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij, 2017 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : VANH |
Maria Vlaar
te/ep/08 s
Landa, de hoofdpersoon in Sanneke van Hassels tweede roman Stille grond, is een perfectionist. Ze maakt op haar computer lijstjes van 'ideeën voor haar toekomst' en surft internet af op zoek naar de juiste kleertjes en voeding voor haar baby. Van Hassel maakt van Landa een nogal saaie muts, die controle wil hebben over haar omgeving. De roman speelt zich af in Rotterdam, de rauwe industriestad met opvallende architectuur en de nummer-1 haven van Europa, waar tegenwoordig de rechts-populistische politieke partij Leefbaar Rotterdam de grootste fractie in de gemeenteraad is. Die partij is opgericht door Pim Fortuyn in 2002, en heeft nauwe banden met de PVV van Geert Wilders. De linkse PvdA, die vroeger de absolute meerderheid in de raad had, is met burgemeester Ahmed Aboutaleb de sterkste tegenkracht van Leefbaar Rotterdam. Dezelfde zwart-wittegenstelling heeft Van Hassel terug laten komen in haar roman.
Kakkerlakken
Landa woont in een luxeflat voor tweeverdieners, 'Domus Aurea', 'gouden huis' geheten, genoemd naar het paleizencomplex van de krankzinnig wrede Romeinse keizer Nero. Maar het lijkt eerder een gouden kooi: Landa zit gevangen in haar beeld van hoe een moeder moet zijn. Tijd voor haar zieke moeder in het verzorgingshuis heeft ze niet, ze houdt zich uitsluitend bezig met spulletjes inkopen en de zorgen om haar baby Cato. Doodmoe wordt ze ervan, en daar helpt de lavendelgeurverstuiver van de Vereniging van Eigenaren in de lifthal niets aan. De grootste zorg bevindt zich in het uitzicht vanuit haar raam: daklozenopvang Smallenburg. Ze ergert zich aan de rommelige containerachtige gebouwtjes en de bijbehorende waardedaling van hun huis, en is bang voor de confrontatie met de onaangepaste en soms rumoerige bezoekers.
Rotterdam heeft een lange traditie van daklozenopvang; de Pauluskerk, vlakbij het Centraal Station, verzorgde vanaf 1980 de beroemdste opvang voor drugsverslaafden en dakloze vluchtelingen in Nederland. 'Overwin het Kwade door het Goede' is de lijfspreuk van die kerk, uit de brief van Paulus aan de Romeinen. En dat is nu net wat Johannes, de sociaal werker van Smallenburg en tweede hoofdpersoon in Stille grond, voortdurend probeert. Hij is een christelijke boerenzoon, een authentieke man die zich volledig inzet voor de daklozen en drugsverslaafden. Rondom Smallenburg heeft hij een moestuin gemaakt, waar de bezoekers van de opvang mogen helpen. Als ze tuinbeurten doen of andere activiteiten ondernemen, krijgen ze punten waarmee ze 15 euro uit de gesubsidieerde kas kunnen verdienen.
Ziedaar de dramatische tegenstelling optima forma: een verwende jonge vrouw die slechts tobt over haar eigen zielloze leventje, en de oudere man die zich als een halve heilige opoffert voor anderen. 'Het gaat erom wat je samen tot stand brengt, wat je doet voor en met anderen', laat Van Hassel Johannes denken, terwijl Landa op een inspraakavond waarop de omwonenden hun gal kunnen spuwen over de overlast door Smallenburg verzucht dat 'er in deze stad te veel rekening wordt gehouden met een paar mensen die er een puinhoop van maken'. Landa wil dat de aandacht gaat naar mensen 'met wie het goed gaat', naar zichzelf dus. Ze vindt gehoor bij de Volkspartij, een literaire kloon van Leefbaar Rotterdam, waar de bezoekers van Smallenburg 'kakkerlakken' worden genoemd.
Veilig eiland
Tot ver over de helft van de roman is Van Hassel bezig deze tegenstelling uiteen te zetten en te illustreren in de korte, beschrijvende zinnetjes waar zij een meester in is; pas daarna lijkt de boel te gaan schuiven en het (Romeinse) drama te ontluiken. Van Hassel portretteert fraai een aantal bezoekers, zoals de uitgeprocedeerde en dakloze asielzoeker Wahid, die onder zijn trui een tablet bewaart die 's nachts als 'een kruik tegen zijn buik' ligt, maar zij lijkt niet door te durven pakken met haar hoofdpersonen. Landa en Johannes onderzoeken wel 'het Kwade', dat natuurlijk verschillende gezichten heeft; zo voelt Johannes liefde voor een verslaafde vrouw die leeft in een crimineel milieu en flirt Landa met de leider van de Volkspartij die alleen maar populistische oneliners en seksistische grapjes te berde brengt (waarbij het de vraag is of iedere rechtse politicus zo aan het clichébeeld moet voldoen). Beiden blijven echter op hun veilige mentale eilandje. Slechts één keer ontspoort Landa, te weinig om echt van haar te gaan houden of haar te gaan haten.
Het blijft te schematisch en te keurig in Stille grond. Niemand verdiept zich werkelijk in het Kwade en het Goede, niemands wereldbeeld kantelt. Waarschijnlijk is dat hoe de hedendaagse werkelijkheid is, en wil Van Hassel ons precies dát zeggen. Maar in literatuur kun je nu juist onder het oppervlak wroeten, het fantastische en de verbeelding toelaten, en het onverwachte laten gebeuren.
De Bezige Bij, 220 blz., 19,99 € (e-book 12,99 €).
Persis Bekkering
ob/kt/07 o
De woorden duiken ook op in Stille grond, de tweede roman van Sanneke van Hassel. Landa, pas moeder geworden, woont in een luxe nieuwe flat in het centrum van Rotterdam. Voor de deur ontsiert een geïmproviseerde daklozenopvang een braakliggend veldje dat in haar ogen een gezellig park had moeten worden. Aan huis gekluisterd, met het kind aan de borst, wordt Landa steeds obsessiever in haar strijd tegen de opvang. 'Ik zou mijn tijd er niet in steken', zegt haar workaholic echtgenoot. Landa: 'Laat maar.'
De twee woorden vatten precies het probleem in de levens van Landa (Van Hassel) en Karlijn (Van Marissing) samen. Beiden zijn moeder in de grote stad, Landa in Rotterdam, Karlijn in Amsterdam. Het huis is tot strijdtoneel verworden, want over de buitenwereld voelen ze geen macht.
Stille grond maakt weinig indruk: Landa is te schematisch neergezet, te veel het cliché van de webshoppende jonge moeder aan een kookeiland, die het liefst niet opendoet als haar hardloopvriendinnen haar overvallen met flessen witte wijn ('dat wordt weer kolven').
Renée van Marissing schreef een intiemer en subtieler portret. De hoofdpersoon is tegenstrijdig, vermoeiend, lief. En eenzaam: in gedachten zit ze regelmatig aan de bar van The Beanery, de beroemde installatie van Edward Kienholz in het Stedelijk Museum. Daar deelt ze haar problemen met een oude vrouw aan de bar. 'Dame', zegt deze troostend, 'jij hebt jezelf buitenspel gezet.'
Toch overtuigt ook Van Marissing niet helemaal. Het drama had scherper gekund, Karlijn heeft geen échte moeilijkheden. Aan mooie zinnen en gevoelige observaties geen gebrek, maar wat is het probleem eigenlijk? Wat is dat precies, jezelf buitenspel zetten, en waarom is dat erg? Karlijn zou antwoorden: laat maar. Terwijl niet vaak op zo'n tedere, genuanceerde manier over moederschap geschreven wordt.
Renée van Marissing: Parttime astronaut
***
Atlas Contact; 176 pagina's; € 19,99.
Sanneke van Hassel: Stille grond
**
De Bezige Bij; 224 pagina's; € 19,99.
Alice Grob
Landa is haar baan kwijt en zit de hele dag thuis met haar baby. Tegenover haar appartement in Rotterdam is een daklozencentrum gekomen met een moestuin, geleid door de zachtmoedige Johannes. Landa ziet op die plek liever een parkje en zint op actie, o.a. door aan te pappen met een populistisch gemeenteraadslid. Beide hoofdpersonen doen iets onverwachts, waardoor ze uit hun comfortzone vallen. Sfeervol geschreven roman met de spanningsboog van een kort verhaal. Voor een roman blijven er iets te veel losse eindjes, maar schrijven kan Van Hassel wel. Na een aantal korte verhalenbundels is dit haar tweede roman.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.