Het huis aan het meer [prentenboek]
Thomas Harding
Thomas Harding (Auteur), Mechtild Claessens (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Arbeiderspers, 2017 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : GESCHIEDENIS : DUITSLAND 945 |
Peter Jacobs
us/ug/18 a
De Britse journalist Thomas Harding kreeg in 1993 van zijn joodse grootmoeder Elsie twee bruine enveloppen met documenten van haar jeugd in Duitsland. Ze bezochten toen voor het eerst in meer dan vijftig jaar de plek waar zij de zomers van haar jeugd had doorgebracht. In 2013, bijna tien jaar na haar dood, gaat Harding opnieuw op zoek naar haar verloren paradijs in Groß Glienicke bij Berlijn, het huis aan het meer dat haar familie door de Jodenvervolging verloor. Hij vindt de bouwval en ontdekt dat die door de gemeente zal worden afgebroken. Harding besluit de geschiedenis van het gebouw en zijn bewoners uit te spitten om te proberen de ambtenaren van mening te doen veranderen.
Het is verbazingwekkend, bijna ongeloofwaardig, hoe de Grote Geschiedenis steeds rakelings langs het weekendhuis en zijn bewoners scheert. Het huis aan het meer is meteen ook de perfecte evocatie van een eeuw Duitsland geworden. Het verhaal begint op het einde van de negentiende eeuw met de Wollanks, succesvolle grootgrondbezitters en herenboeren in het landelijke dorp Groß Glienicke, die van keizer Wilhelm II een 'von' voor hun familienaam mogen plakken. Na de Grote Oorlog, door de inflatie en de onzekerheden in de prille Duitse democratie, zien ze zich genoodzaakt een deel van hun grond te verkavelen en te verpachten om hun zakencijfer aan te zuiveren. Dan komen de Alexanders in beeld, in het bijzonder dokter Alfred Alexander, de joodse overgrootvader van de schrijver. Het welvarende Berlijnse gezin waarin Elsie opgroeit, mag op een langgerekte strook die tot aan het meer loopt, een weekendverblijf bouwen. De idylle is compleet: het houten huis is eenvoudig, maar heeft met zijn terras, moestuin, boomgaard, tennisbaan en steiger op het meer alles van een hemel op aarde. Er is zelfs plaats voor inwonend personeel. En voor Delfts blauwe tegeltjes uit België.
Meeloper
Het mooie liedje duurt niet lang. Veel Duitsers worden steeds rechtser, en de joden de zondebok. De schoonzoon van Von Wollank is een SA'er. De Alexanders, amper 'drie-dagen-per-jaar-joden', kunnen op het nippertje aan de nazi's ontsnappen en de wijk nemen naar Groot-Brittannië. Hun huis aan het meer blijft achter; de pacht wordt in afwachting van hun terugkeer overgenomen door een andere succesvolle Berlijner, componist en muziekuitgever Will Meisel. Hij profiteert later van de arisering van joodse eigendommen om het huis voor een appel en een ei te 'kopen'. Ook als bedrijfsleider is hij een meeloper van de nieuwe machthebbers.
De geallieerde vliegtuigen die Hitlers Berlijn tot puin bombarderen, razen over het huis aan het meer. Na de oorlog ligt het weekendhuis in de Sovjetzone, terwijl de Meisels in West-Berlijn wonen en daar in nesten zitten. Wills doen en laten onder de nazi's wordt onderzocht; het duurt jaren voor hij zijn volle rechten terugkrijgt. Ondertussen wisselt het huis weer van bewoners; de DDR, die het goed nationaliseert, brengt er op een gegeven moment zelfs twee gezinnen onder, de Fuhrmanns en de Kühnes.
Muur
De rekrutering door de Stasi, de blokkade van West-Berlijn, de Koude Oorlog: ook in Groß Glienicke ontsnappen ze niet aan de omwentelingen. Op 13 augustus 1961 stellen de bewoners vast dat de Muur door hun tuin loopt en hun uitzicht en toegang tot het meer afsnijdt. Maar het weekendhuis overleeft ook het communisme. De verhalen over ontsnappingspogingen, de doping van Oost-Duitse atleten, de val van de Muur, de radicale veranderingen door de hereniging van Oost en West, de Ostalgie en de procedures over het eigendomsrecht van geconfisqueerde goederen mengt Harding met anekdotes over gezinsgeluk en scheiding, over burenruzies en verbouwingen, over kattenkwaad en lawaaioverlast, de eerste televisie, de eerste telefoon. Dat maakt het boek bijzonder menselijk.
Harding geeft zijn relaas epische allures tot in de details. Canadese parachutisten in de oorlog, verkrachtende Sovjetsoldaten bij de Bevrijding, werkloze grenswachters na de Wende, krakers uit ex-Joegoslavië, feestende en zuipende jongeren, neonazi's rond een kampvuur … - die figuranten stofferen het verhaal. Zelfs de foto's, de stambomen van de bewoners, de fascinerende kaarten en plattegronden van het huis over de decennia dragen bij tot de aantrekkingskracht van dit boek.
Het huis aan het meer slaagt in zijn dubbele missie: het is een goedgeschreven, uitermate boeiend boek en een overtuigend dossier tegen de afbraak. Het Alexander-Haus, zoals het weekendhuis nu officieel heet, wordt intussen beheerd door een stichting. Het is een erkend monument. Elsie mag trots zijn op haar kleinzoon. Haar huis aan het meer heeft zijn ziel terug.
Vertaald door Mechtild Claessens, De Arbeiderspers, 446 blz., 22,99 € (e-boek 13,99 €). Oorspronkelijke titel: 'The house by the lake'.
A.P.G. Spamer
Dit boek geeft letterlijk wat het belooft: één huis, vijf families, honderd jaar Duitse geschiedenis. De vijf families wonen achtereenvolgens in een huis aan een meer vlak bij Berlijn. Het werd gebouwd in 1927 als buitenhuis. Een nazaat van de bouwer onderzocht vanaf 2013 wie er hadden gewoond en hoe hun levens eruit hadden gezien. Het is een buitengewoon indringend verhaal geworden. De bewoners leven eerst in de Weimarrepubliek, vervolgens in nazi-Duitsland en de DDR en tenslotte in de Bondsrepubliek. Dat drukt steeds een stempel op hun leven en op het wonen in het huis. De families volgen elkaar op en hebben elkaar daardoor gekend. Ze laten allemaal hun sporen na die aan het huis kunnen worden afgelezen. Vlak bij het huis ligt een dorp en in de nazitijd een klein vliegveld dat in en na de oorlog een niet onbelangrijke rol speelde. Uiteindelijk begint het verval en rond 2014 dreigde het gesloopt te worden. Oud-bewoners en dorpsbewoners redden het en uiteindelijk werd het in 2015 een monument. Een historisch onderbouwd, zeldzaam goed tijdsdocument, boeiend tot het eind. Met foto's in zwart-wit, enkele stambomen, kaartjes en plattegronden, eindnoten, een literatuurlijst en een register.
Paul Van Der Steen
i /ul/22 j
Bij een bezoek aan de bioscoop met de kinderen struikelde Tom Carew toen hij bijna bovenaan een trap was. De 85-jarige viel en duikelde naar beneden. Iedereen verstijfde van schrik. Beneden ging Carew rechtop zitten. Hij mankeerde niets. Als vanzelf had de voormalige 'Jedburgh', Britse speciale eenheden die tijdens de Tweede Wereldoorlog achter de linies werden gedropt, gedaan wat hem was geleerd: bij een parachutistenrol diende je je armen in te trekken en verder totaal te ontspannen.
Carews lijf mocht op dat moment nog in orde zijn, zijn geest liet hem meer en meer in de steek. "Papa's geest is aan flarden, maar zijn lichaam is onverwoestbaar", schrijft dochter Keggie die juist tijdens zijn proces van dementeren in zijn verleden dook. Het verslag van die soms confronterende zoektocht is 'De wereld van mijn vader' (een fletsere titel dan die van het Engelstalige origineel: 'Dadland').
In een andere familiesaga van Britse makelij, 'Het huis aan het meer' (ondertitel: 'Eén huis. Vijf families. Honderd jaar Duitse geschiedenis.'), zag de auteur Thomas Harding bij aanvang van zijn onderzoek nauwelijks meer het lichaam van zijn 'hoofdpersoon', een woning aan de Grosz Glienicker See aan de rand van Berlijn. "Zoals het daar stond, leek het zo onbeduidend, een brokstuk van een of andere vage herinnering. Het stelde eigenlijk niets voor, nauwelijks meer dan het geraamte van een huis." Maar deze bouwval, die op de nominatie stond voor de sloop, had voor Harding ook een ziel. Zijn oma had hem verteld hoe zijn overgrootvader het had laten bouwen, wat voor mooie tijden ze er hadden beleefd, maar ook hoe ze het op de vlucht voor de Jodenvervolging achter moesten laten.
'Het huis aan het meer' en 'De wereld van mijn vader' koppelen particuliere geschiedenis aan grote geschiedenis. In het boek van Harding maken de persoonlijke ervaringen van vijf families die in het Berlijnse huis woonden, tastbaar hoe waanzinnig de historie huishield in Duitsland en haar hoofdstad gedurende de afgelopen eeuw. Bij Carew blijft de grote geschiedenis wat meer op de achtergrond. Zij laat vooral zien hoe een heroïsche rol in de Tweede Wereldoorlog zijn sporen trekt in het leven van een man en zijn familie.
Tom Carew behoorde in 1944 en 1945 tot de kleine teams die in Frankrijk en Burma werden gedropt om daar met het plaatselijke verzet te vechten tegen respectievelijk de Duitse en de Japanse bezetters en die te dwarsbomen met sabotageacties. Vooraf waren ze met harde hand getraind voor hun missies, onder meer in geluidloos doden. Tegelijkertijd waren Carew en zijn maten maar matig voorbereid op overleven in de oerwouden.
Juist in Burma beleefde de Brit met Ierse wortels de tijd van zijn leven. Hij hield van de Burmezen en hun eenvoud. Zij hielden van hem. Met zijn pleidooien voor onafhankelijkheid voor dit volk stuitte Carew, ook wel aangeduid als 'Lawrence of Burma', op verzet van een deel van de gevestigde orde in de Britse Oost. Om zijn 'persoonlijke moed, koelbloedigheid en vindingrijkheid' kon echter niemand heen. Hij ontving de Distinguished Service Order.
In de naoorlogse, meergeordende burgermaatschappij bleek Carew maar moeilijk zijn draai te kunnen vinden. Na zijn afscheid van de overheidsdienst in verre en vreemde oorden kostte het hem moeite om een behoorlijke baan te vinden. Als vader en echtgenoot had hij naast zijn fijne kanten ook behoorlijk wat tekortkomingen. Carew was vaak drukker met het zoeken van oplossingen voor andermans problemen dan met zijn eigen sores en zorg voor zijn naaste gezinsleden.
Dochter Keggie neemt veel ruimte voor het beschrijven van de slagvelden in Frankrijk, in Burma en in haar vaders verdere leven. Zelfs dan lukt het de auteur niet altijd om klaarheid te brengen: de passages over de strijd in de Aziatische oerwouden zijn niet al te soepel geschreven en moeizaam te volgen. De veelvuldige overgangen van oorlog naar naoorlogs en weer terug doen soms ook ietwat krampachtig aan.
Dat Keggie Carew de lezer toch tot het einde toe weet vast te houden, is de verdienste van haar vader. Hij is de gedroomde hoofdpersoon: quite a character, zoals de Engelsen zeggen. Net als zijn talent voor het creëren van chaos je tegen gaat staan, ga je diezelfde eigenschap weer prettig ontregelend vinden. De worsteling van de dochter wordt daardoor voelbaar. Ook zij zit vol verwijten, maar bezwijkt toch keer op keer voor de charme van haar vader. Meer kennis van zijn verleden maakt die complexe liefde alleen nog maar groter.
Hardings 'Het huis aan het meer' is meer een rechttoe-rechtaan-geschiedenis, grotendeels chronologisch verteld. De schrijver/journalist heeft niet de beschikking over een ontwapenende ster als Tom Carew. Hij moet het doen met een hele cast aan personages, figuren uit de vijf families die de woning aan de Grosz Glienicker See bewoonden en de mensen daaromheen. De meeste van hen weet hij met verbazingwekkend gemak tot leven te wekken.
De wonderlijke wendingen van de Duitse geschiedenis grijpen steeds weer diep in. Dat het huis gebouwd kon worden had alles te maken met de financiële nood van de oorspronkelijke landgoedeigenaar in de jaren twintig van de vorige eeuw. Het opereren van diens schoonzoon, fanatiek lid van de SA, leverde weer spanningen op met Hardings Joodse overgrootvader en zijn gezin. Na hun vlucht trok Will Meisel in het huis aan het meer, een muziekuitgever die groot werd door een flink aantal Joodse liedjesschrijvers, maar later met even veel gemak een slaatje wilde slaan uit arisering van Joodse eigendommen in opdracht van propagandaminister Joseph Goebbels. Diezelfde Meisel, na de oorlog aan het werk in het Westen, raakte zijn huis kwijt door de deling van Duitsland. In de DDR-tijd woonden er tijdelijk zelfs twee gezinnen in. De in 1961 gebouwde Berlijnse Muur liep langs het huis. Het kwam te liggen in een speciale, slechts met toestemming te betreden zone.
De laatste Wende (die van 1989) luidde een periode van verval van het huis in. Door het boek heen vertelt Harding van zijn inspanningen om het te redden. Dat lukt hem, zodat niet alleen het boek maar ook het huis aan het meer zelf inmiddels verhaalt over een eeuw Duitse geschiedenis.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.