Mijn kinderjaren in de Provence
Marcel Pagnol
Marcel Pagnol (Auteur), Marianne Kaas (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Geus, © 2017 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 14000 |
Marijke Arijs
us/ug/11 a
In onze contreien is Marcel Pagnol (1895-1974) vooral bekend van Manon des sources. De overbekende Provençaalse dramafilm werd door de cineast 'verboekt' en zijn 'verboeking' werd weer verfilmd door Claude Berri, die er een van de grootste kassuccessen uit de Franse filmgeschiedenis van maakte. Alles wat Pagnol aanraakte, veranderde vroeg of laat in goud, maar dit prachtige epos was niet zijn meest lucratieve werk. Dat waren de Herinneringen aan mijn kindertijd, die om een duistere reden nooit eerder in het Nederlands zijn vertaald. Het eerste deel, De gloriedagen van mijn vader, ligt nu eindelijk in de boekhandel.
De succesvolle toneelschrijver en cineast was 62, had een zitje veroverd in de Académie Française en werd in één adem genoemd met Alphonse Daudet, Frédéric Mistral en Jean Giono, toen zijn kindertijd begon op te spelen. Het damesblad Elle verzocht hem een stukje te plegen over zijn prilste jeugdjaren en Pagnol kreeg de smaak goed te pakken. In een paar maanden tijd kwamen maar liefst twee boeken tot stand, die een overdonderend succes werden. De gloriedagen van mijn vader ging in één maand ruim 50.000 keer over de toonbank en Een kasteel voor mijn moeder voerde in 1958 de bestsellerslijsten aan. Het derde deel, Le temps des secrets, zag het licht in 1960, en het onvoltooide manuscript van Le temps des amours werd postuum gepubliceerd. De eerste twee delen werden met succes verfilmd en verstript.
Liedje
De gloriedagen van mijn vader opent met de geboorte van de schrijver, vijf jaar voor de eeuwwisseling, in het Zuid-Franse dorpje Aubagne. Het is een tekst met weinig pretenties, waarschuwt de auteur bescheiden, 'niet meer dan een verslag van een voorbij tijdperk, een liedje waarin een kind uiting geeft aan liefde voor zijn ouders'. Het relaas van zijn eerste levensjaren moest tegelijk een hommage worden aan zijn vader. Joseph Pagnol, onderwijzer aan een openbare school, was een fervente antiklerikaal en een vurig verdediger van de republikeinse waarden. In die tijd hadden kwekelingen de ziel van missionarissen. Franse schoolmeesters leefden als heiligen en 'hun moraal was even onverbiddelijk als die van de eerste puriteinen'.
Toen het gezin voor het eerst de zomervakantie doorbracht in de heuvels van La Treille, ging voor de kleine Marcel een heel nieuwe wereld open. Daar, in dat aards paradijs aan de voet van de Garlaban, 'begon de sprookjeswereld en ik voelde hoe in me een liefde ontstond die voor het leven zou zijn'. In het kielzog van het gezin maken we de epische tocht naar hun vakantieverblijf, sjokkend achter een boerenkar. Het huis heette La Bas-tide Neuve, 'maar nieuw was het al heel lang'. In die opgeknapte bouwval braken de mooiste dagen van zijn leven aan. De achtjarige stadsmus uit Marseille dartelde er de godganse dag door de garrigue. Jaren later zou hij in die woestenij zijn eerste films komen draaien. Ook zijn liefde voor de taal dateert uit die tijd. In een opschrijfboekje legde de jongen een verzameling fraaie woorden aan. De lezer kan er een aardig mondje Provençaals van opsteken.
Lavendel
In de zondoorstoofde Provence van Pagnol zingen de cicaden oorverdovend, geurt het bedwelmend naar lavendel, tijm en rozemarijn, en is de garrigue een belofte van eindeloos avontuur. Het klinkt als een ansichtkaartenidylle, maar in het lieflijke landschap spelen zich taferelen af van onbeschrijflijk dierenleed. De boeren in de Midi mishandelden hun muildieren met overgave en de kinderen legden zich toe op het folteren van insecten. De gruwelijke marteldood van een bidsprinkhaan wordt in geuren en kleuren beschreven. Na 'dit zo schattige kinderlijke vermaak' krijgen zijn broertje en hij genoeg van hun entomologische studie en ontdekken ze hun ware roeping: oorlog en indiaantje spelen, waarbij de kleine Paul meermaals per dag wordt gescalpeerd. De mens is van nature wreed, wist de auteur, 'kinderen en wilden leveren daar dagelijks het bewijs van'.
Tegenwoordig ligt jagen voor je plezier onder vuur, maar De gloriedagen van mijn vader wordt complexloos beëindigd met een gedenkwaardige jachtpartij, waarbij vader Joseph met een meesterschot een stel steenpatrijzen uit de Provençaalse lucht knalt. Zijn glorieuze prestatie dwingt diepe eerbied af in het naburige dorp. En het is tegelijk een mooie revanche op oom Jules, die geen gelegenheid laat voorbijgaan om zijn zwager te kleineren. Het gekissebis van de antiklerikale onderwijzer met de katholieke bon vivant, met zijn jagerslatijn, zijn sterke verhalen en zijn leugens om bestwil, is een van de charmes van het boek, dat drijft op levendige dialogen, een scheut hartverwarmende humor en onversneden nostalgie. Het is nu al uitkijken naar het tweede deel, Een kasteel voor mijn moeder, dat volgend jaar pas verschijnt. En mocht uitgeverij De Geus kans zien om in één moeite door Manon des sources in vertaling te brengen, dan kan de zomer van 2018 niet meer stuk.
Vertaald door Marianne Kaas, De Geus, 192 blz., 18,99 € (e-boek 10,99 €). Oorspronkelijke titel: 'La gloire de mon père. Souvenirs d'enfance'.
Wineke De Boer
te/ep/09 s
De memoires van de filmmaker zijn door de literaire kritiek nooit helemaal serieus genomen. Het is waar dat het een erg particulier verhaal is, over de voorlijke 8-jarige die hij toen was. 'Opeens viel het me op dat het lopen mijn moeder niet zo gemakkelijk afging, vanwege de Louis XV-hakken van haar knooplaarsjes.' Marcel haalt het koffertje met de espadrilles van zijn moeder van de wagen waarop hun spullen zijn geladen en blijft bij haar wanneer ze van schoenen wisselt. 'Het deed me plezier om te zien dat haar kuiten steviger leken.'
Maar nu, bijna 115 jaar ná deze zorgeloze zomer van voor beide wereldoorlogen, heeft dit egodocument een historische waarde gekregen. We lezen over de manier waarop de Franse middenklasse in die tijd vakantie vierde. De meubels die bij een uitdragerij worden gekocht en opgeknapt, de kar met het muildier waarmee ze die meubels vervolgens naar de villa in de heuvels brengen, de uren lopen, de indianenavonturen die Marcel met zijn jongere broertje Paul beleeft in de enorme tuin en de kraan met stromend water in de keuken, een novum in die tijd. Niet diepzinnig, wél leuk.
***
Uit het Frans vertaald door Marianne Kaas.
De Geus; 192 pagina's; € 18,99.
Menno Gnodde
Dat het verleden mettertijd romantisch ingekleurd raakt, is niet uitzonderlijk. Ook Marcel Pagnol (1895-1974; romans, toneel, films; 1946: lid Académie française) siert in de vierdelige autobiografische romancyclus 'Souvenirs d'enfance' zijn Provençaalse jeugdjaren met verve op. In dit soepel gestileerde eerste deel (1957) getuigt Pagnol over het kind dat hij niet meer is, het 'toneelfiguurtje' van vroeger, 'opgelost in het niets'. Eerstgeborene van de vier kinderen uit het huwelijk van zijn vader Joseph, onderwijzer, met moeder Augustine, naaister, beleeft hij een onbekommerde, voorlijke jeugd in Saint-Loup vlakbij Marseille en voelt hij zich innig verbonden met de sprookjesachtige ruigte rond het vakantieonderkomen La Bastide neuve, een opgeknapte bouwval. Het geslaagde jachtavontuur aldaar van zijn antiklerikale vader en katholieke oom Jules verbeeldt een glorieuze oerbeleving, hun terug naar de natuur. Naast persoonlijk getinte herinneringen bieden de memoires vooral een vertederd eerbetoon aan zijn familie. Deel twee 'Een kasteel voor mijn moeder' verschijnt in 2018.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.