Melmoth
Sarah Perry
Sarah Perry (Auteur), Natasha Gerson (Vertaler), Roland Fagel (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Prometheus, 2017 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : PERR |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Prometheus, 2017 |
VOLWASSENEN : ROMANS : PERR |
Marnix Verplancke
us/ug/02 a
De enige die echt treurde om de dood van Michael Seaborne was zijn hond. Michael was een laat-negentiende-eeuwse Londense welgestelde burger met een vrouw en een zoon, maar zoals hij zijn hond streelde, streelde hij zijn Cora nooit. Michael had Cora in feite altijd genegeerd, dus toen hij aan keelkanker stierf voelde zij vooral opluchting en affectie voor Luke Garrett, de dokter die hem tijdens zijn laatste maanden had begeleid. "Eerst hier, dan weg, eerst wel, dan niet", zingt haar zoon Francis wanneer hij de ochtend van de begrafenis de trap afkomt. Ook hij wordt niet geraakt door Michaels dood, want Francis is een beetje een rare jongen, die de pluimen in zijn kussen telt, de Fibonaci-reeks opzegt wanneer hij niet kan slapen en blauwe dingen verzamelt, zoals stenen, schelpen en zelfs een lichtblauw buskaartje.
Het eerste wat Cora doet na Michaels dood is verhuizen, naar Colchester, niet ver van de kust van Essex, waar regelmatig fossielen worden gevonden. Ze is weg van de ideeën van Charles Lyell en Charles Darwin en wil dolgraag een ichtyosaurus ontdekken. Familievrienden brengen haar in contact met dominee William Ransome en zijn gezin die even verderop aan het Blackwaterestuarium wonen, de plaats waar volgens zowat iedereen een watermonster de plak zwaait. Het grijpt geiten die aan de waterkant staan te grazen en er is zelfs een meisje verdwenen. Wanneer op school massahysterie uitbreekt, is het voor iedereen wel duidelijk: dat monster is door God gestuurd om de mensheid te straffen. Voor iedereen behalve Cora natuurlijk.
Intellectuele discussies
Dit is het uitgangspunt van Sarah Perry's victoriaanse roman Het monster van Essex, een boek dat niet alleen een verhaal wil vertellen, maar dat ook een beeld wil geven van de uitermate boeiende intellectuele atmosfeer die in 1893, het jaar waarin het boek speelt, in Groot-Brittannië heerste. Er werd toen immers niet alleen over de evolutietheorie gebakkeleid. Het armoedevraagstuk en de positie van de vrouw doken evenzeer op in iedere intellectuele discussie. Tekenend is bijvoorbeeld hoe Cora voorgesteld wordt aan William Ransome, als een vrouw met een bijzonder, misschien wel mannelijk intellect. Schrijnend wordt het dan weer wanneer deze William met zijn aan tbc lijdende vrouw Stella op consult gaat bij Luke Garrett. De dokter zou haar graag behandelen met een experimentele therapie, maar daar wil de dominee niet van weten. Een waar handgemeen dreigt, tot Stella zwakjes tussenkomt en vraagt of zij dan niets te zeggen heeft. Gaat het dan immers niet over haar lichaam? En over haar ziekte? Dat het ook anders kan toont Perry door Cora een lesbische vriendin te geven, Martha, die naar een voordracht gaat luisteren van Eleonora Marx, de dochter van Karl inderdaad en een feministe van het eerste uur.
Door een historische figuur als deze Eleonora Marx te introduceren, geeft Perry haar boek net dat ietsje meer overtuigingskracht. En het toont dat ze haar huiswerk heeft gemaakt. Dat blijkt ook uit de verhaallijn waarin Martha opkomt voor betere leefomstandigheden voor de Londense armen. We moeten stoppen met het uitdelen van aalmoezen, stelt ze, alle mensen hebben recht op een fatsoenlijk dak boven het hoofd en het is onze plicht om hen dat ook te geven, los van hun morele standaarden. Daarmee verwijst Perry naar de sociaal-darwinistische gedachtegang die op het einde van de negentiende eeuw populair was bij de burgerij: de armen waren gewoon de kneusjes van de evolutie. Zij waren gedoemd om het pleit te verliezen. Hen helpen was niet alleen nutteloos, het ging ook nog eens in tegen de wetten van de natuur.
De grote discussie in Het monster van Essex gaat over de tegenstelling tussen wetenschap en religie. Cora gaat er nogal gemakkelijk van uit dat William Ransom het volksgeloof dat dit beest door God gezonden is serieus zal nemen. Ten onrechte zo blijkt, want de dominee is een man van de verlichting. Zijn god is een god van de rede, zegt hij, en niet van nachtelijk gespook. Wanneer God het universum ontworpen heeft volgens een bepaald plan, dan moet de mens dat plan met zijn verstand kunnen achterhalen. In dezelfde adem voegt hij er echter aan toe dat dit universum uit meer bestaat dan louter sterren en atomen. Er is ook zoiets als de liefde natuurlijk, de aantrekking en afstoting van menselijke lichamen. Dat hij die kent blijkt uit zijn houding tegenover Cora. En uit de hare tegenover hem, want beiden zien in elkaar meer dan louter intellectuele gesprekspartners.
Alleen heeft William een vrouw en drie kinderen natuurlijk, en zit Luke Garrett nog steeds op de hand van de schone Cora te wachten. Hoe moeilijk de liefde wel kan zijn blijkt in een van de mooiste scènes van de roman, die speelt tijdens een zomerfeest dat Cora geeft. De oudste dochter van William speelt piano. Stella ziet wat haar man en Cora voor elkaar voelen en weet dat ze niet lang meer te leven heeft. Misschien moet ze die twee haar zegen geven, lijkt ze te denken wanneer ze hen aanmoedigt om samen te dansen. Alle genodigden kijken hoe William Cora bij haar middel neemt en hoe zij haar hand op zijn schouder legt, maar daar blijft het bij. De twee staan even samen op de dansvloer, in een magisch moment, en dan laten ze elkaar weer los en gaan ze uit elkaar.
Sarah Perry is een meester in het weergeven van de ambigue sfeer die over het Blackwaterestuarium hangt, daar waar land, rivier en zee elkaar raken en het altijd een beetje naar verrotting en vergankelijkheid ruikt. Het is een wereld die twijfelt tussen licht en donker en tussen aantrekking en afstoting, zo blijkt. Ook in de liefde.
Roderik Six
us/ug/02 a
We zeggen en schrijven het jaar 1893. Hoewel Cora Seaborne hoort te rouwen om haar pas overleden echtgenoot vergt dat toch enige moeite. Haar man was een sadistische bruut die haar geregeld afranselde. Op zich niet netjes, maar Cora genoot tot haar eigen victoriaanse verwarring stiekem wel van wat billenkoek. Om te ontsnappen aan de plichtmatige rouw reist ze samen met haar autistische zoontje Francis en socialistisch aangelegde gezelschapsdame Martha naar Aldwinter, een kustdorpje dat in de ban is van een zeemonster. De komst van een Londense dame beroert de gemoederen in het plekje: de lokale dominee wordt halsoverkop verliefd op de wereldse deerne en wanneer in haar kielzog ook nog een nukkige arts opdaagt, is het gezelschap compleet. Terwijl kinderen verdwijnen, dronkaards aan de lopende band verdrinken en vee verminkt wordt teruggevonden, kletst het drietal er een eind op los. De dominee wil het bijgeloof van zijn kudde beteugelen, de arts ziet de eerste tekenen van een tbc-epidemie opduiken en Cora dartelt losjes gekleed door het dorpje, waardoor de dominee geregeld zijn boordje moet betasten om niet in zonde te vervallen.
Natuurlijk is het mistig, natuurlijk is Cora afkomstig uit Whitechapel, waar Jack The Ripper hoertjes aan zijn mes reeg, natuurlijk is Francis verslingerd aan Sherlock Holmes, natuurlijk gebeuren er schimmige dingen in oude ruïnes, en natuurlijk wordt in het struikgewas lustig gesmacht en gezucht. Sarah Perry heeft alle gothic-novelclichés uit de fichebak getrokken – onderdrukte seksualiteit, de strijd tussen wetenschap en geloof, bovennatuurlijke fenomenen die de moderniteit op de proef stellen. Niets blijft de lezer bespaard in wat uiteindelijk niet meer dan een kasteelromannetje blijkt. Perry doet een halfslachtige poging om de armoede in Londen aan de kaak te stellen – Martha bindt de strijd aan met huisjesmelkers – , en het is fijn dat ze een vrouwelijk hoofdpersonage kiest, maar helaas lijkt Cora eerder op een wispelturig wicht dan op een feministische speurneus. Op zich geen probleem, maar dan moet Perry in haar nawoord niet pronken met haar feministische research. Als je je dan ook nog eens door allerlei barok taalgebruik moet worstelen, is het leesplezier snel vergald. Al na honderd pagina’s kan dat monster je niets meer schelen, en dat kan niet de bedoeling zijn.
*
Prometheus (oorspronkelijke titel: The Essex Serpent), 416 blz., € 21,99.
Elsje Heuff
Engeland, eind negentiende eeuw: een gevleugelde monsterslang zou in de moerassen bij een dorpje in Essex zijn gesignaleerd. Ongelukken met mens en dier in de omgeving worden aan het monster toegeschreven. De vrijzinnige Londense weduwe Cora gaat met haar autistische zoon en haar socialistische vriendin Martha op zoek naar het monster, en naar fossielen die dan de rage zijn. De plaatselijke dominee met wie Cora bevriend raakt, gelooft er niet in, evenmin als in fossielen en Darwin. Zijn aan tbc lijdende vrouw gelooft in de natuur, de chirurg die verliefd is op Cora zweert bij de wetenschap, en de rijke man die valt voor de socialistische Martha, stort zich op de verheffing van de bewoners van de Londense sloppenwijken. Een bijzonder sfeervolle, goed geschreven gothic novel met interessante, sympathieke personages. Naast fijne vleugjes horror, romantiek en humor heeft de auteur, ook mooi de dan heersende ideeën over wetenschap, bijgeloof en socialisme door het verhaal heen geweven. Zeer onderhoudend, en goed gerecenseerd in de Engelse pers. Haalde de shortlist van Costa Novel Award 2016.
i /ul/22 j
Het precieze verschil tussen denken en geloven ontglipt me altijd', zegt Cora Seaborne in 'Het monster van Essex', de veelgeprezen tweede roman van Sarah Perry. Ze doet deze bekentenis tegen een dominee, die er geen aanstoot aan neemt. We zijn ongeveer halverwege het boek en halverwege hun zeer tumultueuze vriendschap.
Het is 1893 en de rede staat al ruim een eeuw hoog in het vaandel - in theorie. De dagelijkse werkelijkheid is rijker geschakeerd. Dat merkt de Londense Cora wanneer ze als kersverse weduwe aan de kust van Essex terechtkomt. 'Om rust te zoeken', zo heet het. Maar dat zit er niet in: het dorpje Aldwinter wordt geteisterd door een zeemonster. Niemand heeft het daadwerkelijk ooit gezien, maar toch weten de meeste bewoners zeker dat het er is.
Het is een bijna verfrissend soort paniek voor de stadse Cora. Tot voor kort leefde ze onder de continue terreur van haar echtgenoot. En dan is er nog haar zoon Francis, die tegenwoordig het label autisme zou krijgen. Bang voor de zeeslang is Cora totaal niet. Als enthousiast amateur-paleontologe is ze ervan overtuigd dat het dier bestaat, maar ook dat het echt niets te maken heeft met de kleine en grote rampen in het dorp. Wel moet het ogenblikkelijk onderzocht worden. Ploegend door het slijk gaat ze op zoek naar bewijzen.
Is haar standpunt gebaseerd op denken of geloven? Of allebei? Cora filosofeert erover met de dominee, die overigens zeker weet dat het monster totale onzin is. Hun conversaties graven alsmaar dieper in de menselijke geest en hun kwetsbare ego's.
In goede spook- en horrorverhalen is het uiteindelijk zelden de mysterieuze donkere kracht zelf die zo eng is. De vampier, de zombie, de hondsdolle houthakker - ze leveren het plaatje dat nu eenmaal nodig is om uit te kunnen leggen dat je bang bent. De psychoanalyse heeft ongetwijfeld veel te zeggen over welk beeld je precies kiest (een grijnzende clown, een krioelende berg maden, de fallus in welke vorm dan ook, bijvoorbeeld vermomd als zeeslang), maar om het te kunnen overwinnen, moet je iets in jezelf overwinnen.
Dat is niet anders voor de personages in 'Het monster van Essex'. Ze zijn bang voor een veranderende wereld, waarin de onder- en bovenklasse uiteen lijken te drijven. Ze zijn bang voor de dood - en terecht, zeker voor de onderklasse, die zich niet zomaar een dokter kan veroorloven. Ze zijn bang voor God en de eventuele straffen die hij uitdeelt. Ze zijn bang voor de liefde, die nooit eens bij de juiste persoon belandt. Ze zijn bang voor iedereen die buiten de gebaande paden leeft. En al die angsten zijn naadloos te verenigen met die voor een monster dat eeuwen geleden ook al eens langskwam - het staat zelfs in een van de kerkbanken gebeiteld. Het bestaat!
Heel knap laat Perry dezelfde zaken en gebeurtenissen steeds door iemand anders interpreteren. Samen creëren haar personages een steeds concreter waterwezen, dat uiteindelijk het hele dagelijkse leven overneemt, zelfs voor degenen die er niet in geloven. Of dat denken.
Bijzonder is de rol die Perry geeft aan kinderen. De moeilijke Francis, die met zijn 'martelend heldere gehoor' niet tegen prikkels kan, maar behoorlijk opbloeit in dat sinistere kustdorp. De dochter van de dominee, die ontroerend veel verantwoordelijkheid neemt voor haar omgeving. Ze zijn nog jong genoeg om zich niet te laten leiden door de angsten van de volwassenen. Schrijfster Perry, die zich heeft losgemaakt uit het sektarische strict baptism waarin ze opgroeide, levert in hen, maar ook in de vrijgevochten Cora, een mooi pleidooi voor autonoom leven. Voor geloof in eigen denken.
Oordeel : Een mooi pleidooi voor autonoom leven
Vert. Natasha Gerson en Roland Fagel, Prometheus, 432 blz. € 21,99.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.