Terug op de plaats die ik nooit heb verlaten
Tobias Schiff (Auteur), Arnon Grunberg (Inleider)
Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
EPO, 2017 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : GESCHIEDENIS : 928.8 SCHI |
ARhus - De Munt magazijn
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
EPO, 1999 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 928.2 SCHI |
Besprekingen
Een Antwerpenaar in de kampen van het Derde Rijk
Joseph Pearce
rt/aa/08 m
Op 14 januari 1995 keerde Tobias Schiff (1925-1999) voor de tweede keer terug naar Auschwitz. Ook aanwezig was Jean-Luc Dehaene, de toenmalige eerste minister van België. De premier vroeg de oud-gevangene om het Gouden Boek te tekenen. 'Ik ben terug op een plaats die ik nooit heb verlaten', schreef Schiff.
Veertien maanden had hij er samen met zijn vader Moshe opgesloten gezeten. Zijn vader werd bij een selectie op 14 januari 1944 uit zijn barak gehaald en vergast. De exacte naam en datum noemen is van cruciaal belang: het beitelt niet enkel de herinnering in, het legt ook voor altijd vast dat de miljoenen onschuldigen die werden vermoord geen nietszeggend nummer op een dodenlijst waren, geen cijfer van een statistiek, maar mensen met een toekomst, met plannen en verlangens en verwachtingen. Hartsvrienden. Oogappels. Geliefden.
In Terug op de plaats die ik nooit heb verlaten getuigt Tobias Schiff aangrijpend over zijn 33 maanden in de kampen van het Derde Rijk. Zijn getuigenis werd in '97 voor het eerst uitgegeven. De tekst was een bewerking van zijn gesprek met filmregisseur Jean-Marc Turine in 1988. Monsieur S., zo heette de documentaire. De bewerking en verdere uitwerking (Schiff liet zich daarbij niet onbetuigd) diende een doel: de getuigenis een 'grotere literaire zeggingskracht' meegeven.
In deze derde druk eist Arnon Grunberg in zijn voorwoord nadrukkelijk de aandacht van de lezer op. Twee bedenkingen springen daarbij in het oog. Eerst maakt hij korte metten met de wijdverbreide opvatting dat kampliteratuur zich moet ontdoen van literaire middelen als ze beschouwd wil worden als authentiek. Die 'smetvrees' is onterecht, aldus Grunberg. 'De schrijvende getuige staat weliswaar in dienst van het verifieerbare feit, maar zij bestaat eveneens bij de gratie van de literatuur.' Primo Levi? Imre Kertész? Jean Améry? Tadeusz Borowski? Ze zijn zowel bevoorrechte getuigen als ontzettend knappe schrijvers.
Voorts haalt Grunberg uit naar diegenen die hun neus ophalen voor alweer een verhaal over joden en hun Holocaust. Wanneer houdt dat gezeur eindelijk op? Grunberg trekt fel van leer. "Denk (...) over de hedendaagse pogingen om de naoorlogse orde te ontmantelen, een orde die men alleen kan ontmantelen als men de lessen van de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust vergeet of zodanig relativeert dat het relativeren vergeten is geworden."
Morele plicht
Zijn waarschuwing is in deze populistische tijden meer dan ooit op zijn plaats. In Duitsland vervloekte Björn Höcke, fractieleider van de AfD in de deelstaat Thüringen, onlangs de verlammende herinneringspolitiek en noemde hij het Berlijnse Holocaust-monument het monument van de schande. Partijvoorzitster Frauke Petry slaagde er niet in om Höcke uit de partij te zetten. Tegelijk vonden in 2016 bij onze oosterburen 3.500 gewelddaden tegen vluchtelingen en asielcentra plaats.
Het gaat Grunberg dus om meer dan de herinnering aan de Holocaust. Wie die barbarij uit zijn geheugen wist, veegt ook zijn verantwoordelijkheid voor een fatsoenlijke samenleving weg. Het is met andere woorden onze morele plicht om de herinnering levend te houden, zodat we blijven onthouden tot welke wreedheden de mens zich kan verlagen.
Enorme literaire kracht
Voor Grunberg straalt de tekst van Tobias Schiff een enorme literaire kracht uit. Toch geeft hij toe dat er een probleem is. Valt zijn getuigenis eigenlijk in een genre onder te brengen? Het is geen roman, het zijn geen memoires, het ziet er eerder uit als een lang gedicht in parlandostijl, een monoloog misschien, maar dan een waarin de spreker in dialoog gaat met zichzelf en met iedereen die hij in de kampen tegenkomt.
Bovendien worden de zinnen schijnbaar willekeurig over de bladspiegel uitgestrooid en zijn alle leestekens (op de aanhalingstekens na) geschrapt. Was het de bedoeling om de structuur van een gedicht na te bootsen? Of om de spontaniteit te onderstrepen?
Hoe dan ook, de getuigenis van Schiff beklijft, onder meer door diens confrontaties met de beulen. Zo is er Oberscharführer Rakers, met wie Schiff een duel aangaat dat zo gedurfd is dat het elk moment met de dood van de gevangene kan eindigen. De moed om zijn eigen lot in handen te nemen, had Schiff uit de allerlaatste woorden van zijn vader geput. "Herinner u Jozef", had die gezegd. Een verwijzing naar een verhaal uit de Hebreeuwse Bijbel, waarin Jozef de avances afwijst van de vrouw van Potifar, een hoveling van de farao. Schiff begreep waar het om ging: een goede levenshouding is "meester zijn over situaties om zelf te beslissen".
De afscheidsscène tussen vader en zoon is overigens van zo'n hartverscheurende schoonheid, eenvoud en diepgang dat alleen al deze bladzijden dit boek boven talloze andere getuigenissen over de Holocaust uittillen. Andere scènes vallen dan weer op door hun bezwerende cadans. Hier wijkt de spreektoon voor een ietwat geforceerd aandoend ritme, alsof de getuige op een podium is geklommen en zijn publiek als in trance toespreekt.
Terug op de plaats die ik nooit heb verlaten ontroert en confronteert in even grote mate. 'Wie luistert naar een getuige, wordt zelf een getuige', aldus Elie Wiesel, in 1986 winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede. Het is een van twee citaten die de tekst van Schiff voorafgaan.
IJdele hoop? Of een blijk van vertrouwen in de mensheid?
EPO, 216 p., 19,90 euro.
Redactie
Tobias Schiff (1925-2000) overleefde diverse Duitse concentratiekampen omdat hij Duits sprak, door zijn jeugd en overlevingsdrift, zijn positieve instelling en een dosis geluk. Opgepakt toen hij zeventien was en bevrijd op zijn twintigste. Hoewel: bevrijd... Hij reisde door Belgie͏̈ om op scholen spreekbeurten te geven. Hij ontving daarvoor de prestigieuze prijs van de Vlaamse Gemeenschap. In '88 en '95 werden ten behoeve van een film reeksen gesprekken met hem gevoerd. Deze televisiefilm 'Monsieur S.' duurt slechts 26 minuten, tevoren zo bepaald. Om de gesprekken niet bij voorbaat zo in te perken dat wellicht het essentiële van 33 maanden gruwel verloren zou gaan, werden ze op de band opgenomen en later bewerkt, waardoor ze grote literaire zeggingskracht kregen. De opvallende lay-out maakt het bijna tot 'visuele poëzie': de elf hoofdstukken geven een doorgaande stroom herinneringen. De aanvullende foto's en noten maken het nog waardevoller. Kortom: beslist niet 'zomaar een oorlogsboek'! Normale druk, brede marges.
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.