Legende van een zelfmoord
David Vann
David Vann (Auteur), Arjaan van Nimwegen (Vertaler), Thijs van Nimwegen (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Bezige Bij, 2017 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 14152 |
Vicky Vanhoutte
il/pr/21 a
Alle boeken van David Vann zijn Griekse tragedies, dooraderd met geweld, altijd veroorzaakt door mannen. Klare lucht zwart had een kolfje naar zijn hand moeten zijn. In zijn jongste roman grijpt de Amerikaanse auteur terug naar de mythe van Medea en plaatst het verhaal 3.250 jaar terug in de tijd, in een uitloper van de bronstijd. Al op de eerste pagina stinkt het naar dood. Medea staat op het schip de Argo, haar broer ligt 'uiteengereten aan haar voeten'. Die broer heeft ze eigenhandig afgeslacht, stukken van zijn lichaam gooit ze in zee om haar vader af te schrikken. Ze is op de vlucht met haar geliefde Jason en zijn Argonauten, naar Iolkus, waar Jason koning wil worden.
Toch is het niet zozeer liefde wat Medea drijft. Ze wil een 'koningin zonder koning' zijn. Daartoe moet ze de oude wereld vernietigen en een nieuwe scheppen, één waarin vrouwen geen slaaf meer zijn en regeren zonder mannen. Zij, de priesteres van het duister, zal de meest gehate onder de vrouwen zijn, maar wel de meest waarachtige.
Vermoeiende vervreemding
De mannen komen er, zoals altijd bij Vann, slecht vanaf. De Argonauten zijn een bende stelende zuiplappen, Jason is 'een man zonder bloed, zonder hartslag, zonder gevoelens'. Geweld, macht en onderdrukking zijn het bloed dat door hun laffe lijf stroomt. Afslachten wil Medea ze, verscheuren, verslinden.
Als Medea de 'slachter van koningen' is, dan is Vann de slachter van de gangbare grammatica. Hij ontbeent ze, versnijdt en verminkt ze en schrijft voornamelijk elliptische zinnen, ontdaan van het werkwoord 'zijn'. Niets is zeker voor Medea, wil hij zeggen, ze begeeft zich op onbekend terrein. Maar wat vorm en inhoud moet laten versmelten, wekt vervreemding op. Het is vermoeiend en vooral enerverend, je snakt naar een zin die af is.
Bovendien wordt de reis van Medea's geboortegrond Colchis naar Iolkus ellendig lang gerekt. 'De Argo als een soort slak, hij sleept zich zo traag voort dat het bijna niet te zien is', schrijft Vann. Het geldt evenzeer voor zijn proza. De eerste 160 pagina's, bijna twee derde van het boek, gebeurt er nauwelijks wat. Herhaalde kanttekening: 'Medea, is het nog ver?' 'Ja, nog héél ver.'
Bloed en ingewanden
Als Medea eindelijk in Iolkus aankomt, wordt ze tot slaaf gemaakt. Zes jaren verstrijken, waarin ze broedt op een meedogenloos, listig plan om koning Pelias uit de weg te ruimen. Ze schakelt daarvoor twee van zijn dochters in, die hun vader op gruwelijke wijze vermoorden en in stukken snijden. Een slasher wordt het, waarin bot versplintert, vlees rondspettert en het bloed en ingewanden regent. Vann kan prachtig schrijven over geweld. De tergend trage doodsstrijd van een afgeschoten hert in Goat Mountain is adembenemend ontroerend. In Klare lucht zwart werkt de slachtpartij voornamelijk op de lachspieren.
Zodra Pelias in een kookpot terechtkomt, slaan Medea, Jason en hun twee zonen op de vlucht. Ze belanden in Korinthe, waar Jason ogenblikkelijk aanpapt met de dochter van koning Kreon. En dus ruimt Medea ook haar uit de weg, samen met haar vader. Daarmee tekent ze haar doodvonnis en ook dat van haar zonen. Een laatste offer zal ze moeten brengen, het zwaarste. Jarenlang heeft zij verslonden, nu wordt ze zelf verscheurd, tussen haar verlangen een koningin zonder koningen te zijn en haar moederliefde. Nooit zal ze vrij zijn als een koning, zolang ze moederdier is. En dus vermoordt ze haar eigen kinderen, liever dan hen te laten vermoorden door Kreons mannen. Ze 'kust hem terwijl het mes hem doorsnijdt, omhelst hem krachtig zodat hij weet dat hij niet alleen is, dat ze van hem houdt', schrijft Vann als Medea, wreed en teder tegelijk, haar zoontje Promachus de keel afsnijdt. Het zijn de mooiste zinnen in het boek.
Vertaald door Arjaan en Thijs van Nimwegen, De Bezige Bij, 240 blz., 19,99 €. Oorspronkelijke titel: 'Bright air black'.
J. Hodenius
In de dertiende eeuw voor Chr. helpt Medea, priesteres van Hekate en tovenares, de Griekse held Jason het Gulden Vlies te veroveren. Daarvoor doodt ze haar broer en verraadt haar vader en volk. Ze vlucht met Jason, op wie ze verliefd is, op het schip de Argo. Hij belooft een koningin van haar te maken, net als de door haar bewonderde vrouwelijke farao Hatsjepsoet. De bekroonde Amerikaanse schrijver (1966) ziet zichzelf als een neoklassieke schrijver en zijn romans als vermomde klassieke tragedies. Het is dan ook niet verwonderlijk dat hij in deze roman Medea als onderwerp neemt, gebaseerd op het bekende toneelstuk van Euripides (431 v. Chr.). De auteur schildert in korte, staccato zinnen vol (soms nogal brute) zintuiglijkheid de gebeurtenissen vol verraad en bloedlust door de ogen van de gevreesde Medea. Hij weet op bewonderenswaardige wijze haar paradoxale mythische, nuchtere en vrouwelijke kijk tot leven te wekken, inclusief haar oerwereldlijke woede en wraakgevoelens als Jason zijn belofte niet nakomt. De beschrijving van de reis op de Argo is geïnspireerd op de reis die de auteur met archeoloog Cheryl Ward maakt op een nagebouwd Egyptisch schip.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.