The Beatles : de biografie
Bob Spitz (Auteur), Hans E. van Riemsdijk (Vertaler), Michèle Bernard (Vertaler), Rob Kuitenbrouwer (Vertaler)
Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Nieuw Amsterdam, 2017 |
VERDIEPING 3 : FEESTPALEIS : OVER MUZIEK-FILM : 785.73 THE BEATLES XXL |
Besprekingen
31/12/2007
Honderden auteurs hebben de laatste kwarteeuw verwoed geprobeerd de erfenis van The Beatles te kaderen in de epoche van de golden sixties. Niet alleen als incarnatie, maar zelfs als instigator van democratisering en tegencultuur uit die periode. Enige nuance is hier op zijn plaats. Op sociaal vlak waren de Beatles zeker geen pioniers. Zij surften gewoon vaak als eersten op de popgolven van hun tijd. Toch spreekt hun muziek iedere volgende generatie opnieuw aan. Dat komt omdat hun culturele impact nauwelijks te overschatten is. The Beatles waren immers zowel het populairst als het best in wat ze deden. Hun muziek is toegankelijk, maar ongrijpbaar, en net die paradox maakt hun invloed zo verreikend.
Waarom nog een boek over The Beatles na de veelgeprezen Anthology? (Nijgh&Van Ditmar, 2000) Bob Spitz geeft in zijn nawoord zelf het antwoord: omdat de Anthology ? hoewel geredigeerd uit diepte-interviews met de Beatles en hun entourage ? veeleer een 'mythology' was. Veertig jaar na datum kan je van de hoofdrolspelers moeilijk anders verwachten. Wie zich de jaren '60 accuraat herinnert, was er vermoedelijk niet bij, luidt het aloude adagium. Bob Spitz is ook niet de eerste de beste. Hij was manager van Bruce Springsteen en Elton John en schreef verschillende biografieën over popsterren. Artikelen van zijn hand verschijnen met regelmaat in toonaangevende bladen als 'The New York Times Magazine', 'Esquire' en 'The Washington Post'. Zijn boek is het resultaat van meer dan zeven jaar onderzoek en honderden interviews, waaronder met Paul McCartney zelf. Zijn verhaal, hoewel al zovele keren verteld, klinkt fris, zeker in het eerste tweederde van het boek. Spitz omzeilt het probleem van een vierledige biografie door de vier bandleden te behandelen als personages in een roman. Hij introduceert ze geleidelijk aan ? zo duurt het zo'n 100 pagina's eer McCartney in beeld opduikt ? en onderbreekt subtiel de verhaallijn om hun achtergrond te schetsen. Zelf is hij de versluierd aanwezige auctoriële verteller, en wij worden als lezer meegesleurd in het verhaal, dat meer is dan een droge opsomming van de feiten. Ook de structuur zit strak: Spitz' verhaal valt uiteen in drie delen: 'Genade', 'Gekte' en 'Meesterschap', titels die de lading dekken. Want de geschiedenis van The Beatles is mythisch, maar des mensen. Het blijft verbazingwekkend om zien hoe The Beatles ondanks alle hectische omstandigheden, erin slaagden meesterlijke muziek te blijven maken: van in de Dickensiaanse begindagen, over de hysterie van de Beatlemania, tot de hoogoplopende ruzies en zakelijke perikelen die de latere jaren laten lezen als een mislukte soap.
Spitz' grote verdienste is dat hij erin slaagt context te scheppen: hij neemt uitgebreid zijn tijd om het Liverpool van de jaren '40 en '50, waarin de individuele Beatles opgroeiden, te beschrijven, net zoals hij de zotte jaren van de Beatlemania weer tot leven wekt. Hij kadert de rol van de pers in het succes, die The Beatles tot aan de flop van The Magical Mystery Tour opvallend gespaard heeft. Hij toont feilloos aan hoe Lennons gedrevenheid en ambitie The Beatles van de grond kregen, maar McCartney uiteindelijk de betere muzikant en minder grillige organisator werd, en duidt waarom vrouwen, zakelijke blunders, roem en drugs The Beatles en meer bepaald McCartney en Lennon uit mekaar haalden. Hun samenwerking was hoe dan ook altijd een wankel evenwicht op het scherp van de snee. Als lezer vraag je je samen met The Beatles af: wat als het echt begint te snijden? Hoe hou je de kerk in het midden zonder middle of the road te worden? En hoe konden The Beatles in hun nadagen zo prachtig in harmonie blijven zingen terwijl ze zo overhoop met mekaar lagen?
Dit is geen hagiografie. Het is niet mooi om lezen hoe oorspronkelijke bandleden als Stu Sutcliffe en Pete Best uit de band gewerkt worden. Het debacle van het Beatles-imperium Apple komt afgemeten maar sec in beeld. The Beatles worden als mens ? met uitzondering van Ringo Starr ? niet vleiend beschreven: Lennon wordt geportretteerd als karaktergestoord, steeds meer zijn toevlucht in drugs zoekend genie, McCartney als zakelijk brein en egocentrische opportunist, Harrison als gefrustreerde en verbitterde zeur, Yoko Ono als koele bitch. Ook manager Brian Epstein is uiteindelijk als latente homoseksuele zielenpoot een tragisch personage. Los van het feit dat popmuzikanten natuurlijk niet de goden zijn waarvoor het publiek hen verslijt, vervalt Spitz hier soms heel makkelijk in de gekende clichés.
Verrassender is dat Spitz het belang van de latere jaren, waarin de Beatles zich meer en meer in de studio begroeven, reduceert en minder de mateloze experimenteerdrang en de vlagen van genie benadrukt dan het uit elkaar vallen van de Beatles. Toegegeven, de beginjaren worden prachtig beschreven, maar dan lijkt het alsof de auteur in ademnood komt. Of in tijdnood. Of plaatsgebrek heeft. Want waarom wordt een manuscript van 2700 bladzijden teruggebracht tot net geen duizend? Jammer is dan ook dat Spitz occasioneel meandert, wat slaapverwekkende passages oplevert, maar het cruciale dakconcert haspelt hij dan weer af op anderhalve pagina. En waarom eindigt hij het Beatles-verhaal op het exacte moment van de split, terwijl hij hun voorgeschiedenis net zo mooi in kaart heeft gebracht? De laatste tweehonderd pagina's zijn haastwerk en hadden een betere redactie verdiend. Het is niet omdat het Beatles-verhaal in chaos ontaardt, dat je je eigen boek moet laten ontsporen.
Een biografie is evenmin een historische roman. Ondanks Spitz' initiële pretenties, heeft het boek geen literaire waarde. Ook als pure muziekliefhebber blijf je op je honger zitten. Het is een biografie, dus krijg je geen kijk op waar het eigenlijk om draait: de artistieke erfenis. Nergens krijg je inzicht in hoe de songschrijverstandem Lennon-McCartney echt, of net niet, werkte. Bovendien zaten de foto-onderschriften van de oorspronkelijke Engelse editie vol storende fouten, wat veel rabiate Beatles-aficionado4s moord en brand liet schreeuwen. Het boek zou uitpuilen van de foute feiten en missers. En dat na zeven jaar werk. En met die minstens vijfhonderd bestaande boeken over The Beatles. Of misschien net daarom? Want eigenlijk vallen die fouten voor de leek nogal mee. Al kan het natuurlijk niet dat Spitz het rudimentaire 'Run for your life' als laatste song van het in klankbad en songstructuur sterk geëvolueerde 'Rubber Soul' laat opnemen, terwijl die song een overschotje van de sessies voor de plaat daarvoor is. Dergelijke gegevens zijn makkelijk te checken. De fotoredacteur van de vertaalde versie heeft overigens rekening gehouden met de kritieken op de foute onderschriften, maar die helaas vervangen door weinig verhelderende informatie.
Is dit boek, zoals de flaptekst uitbazuint, "de biografie waarop alle fans hebben gewacht. Een groots epos, even briljant als een Beatles-plaat"? Neen, dus, want dan leg je de lat hoog voor jezelf. Spitz is een goeie auteur, maar geen meesterlijke. Hij schrijft over een meesterlijke groep, en je kan hem niet verwijten dat hij in zijn schrijfsels het duizelingwekkende niveau van de Beatles zelf niet haalt. Wel is zijn boek een degelijk werkstuk, dat voor de fan weinig nieuwe inzichten biedt, maar zeker in de eerste helft leest als een spannende pageturner. Maar definitief? Daarvoor is het waarschijnlijk wachten op de driedelige biografie van ultieme Beatles-kenner Mark Lewisohn. Verschijningsdatum: 2016.
[Wouter Bulckaert]
Drs. Madelon de Swart
Deze kroniek van de van 1962 tot in 1969 succesvolle Britse popgroep The Beatles begint met een karakterisering van Liverpool, waarna familie en jeugd worden beschreven van John, Paul en George, en de band The Quarry Men die ze als tieners met anderen vormden. Nadat ze in 1960 The Beatles werden en Ringo in 1962 de groep versterkte, wordt ook hij beschreven. Dan volgt de verdere ontwikkeling van de band, via de eerste successen in 1962 naar Beatlemania, de eerste barstjes, en het einde van de groep in 1969. De ex-manager van o.a. Bruce Springsteen schreef enkele biografieën van popsterren. Deze redelijk vertaalde biografie is goedgeschreven en leest als een roman. Gedetailleerd, met veel leuke anekdotes wordt een goed beeld gegeven van de bandleden, hun wereld, hun leven als Beatle en de ontwikkeling die ze doormaakten. Al had het boek wat kritischer mogen zijn, door de schat aan informatie is het zowel een belangrijk standaardwerk als een uitstekend naslagwerk. Met een katern zwart-witfoto’s, disco- en bibliografie, noten en register.
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.