Historisch onderzoek naar de ware opstelling van het Vaticaan ten opzichte van racisme en nazisme voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog, op basis van tot dusverre onbekende archiefstukken.
Via een fictief gesprek tussen een journalist en een kardinaal op rust, tracht de auteur de situatie van de katholieke Kerk te analyseren en stelt hij een koers voor om uit de crisis te geraken die ze doormaakt.
Niet alleen de kerken lopen leeg, ook in de Vlaamse pastorieën is het stil. Nochtans gaat er in Rome nog altijd geen belletje rinkelen. 2010 is door het Vaticaan uitgeroepen als het Jaar van de Priester; het rolmodel voor de priester van de volgende generaties is men gaan zoeken bij een Franse priester uit de 19de eeuw. Ligt de toekomst van de kerk in het verleden? Zou men niet beter kiezen voor een Eeuw van de Leek? Is een eucharistieviering zonder gewijde priester ondenkbaar? Als men het evangelie mag geloven, is niet de clerus maar Christus de hoeksteen van de kerk, en de eucharistieviering het centrale sacrament. Waarom blijven de katholieken dan in de waan dat men niet aan de mis en de klassieke priester mag raken? Is de tijd niet gekomen om dit misverstand in vraagt te stellen? Moet het godsvolk niet dringend de draad zelf opnemen?
In dit boek wordt machtsmisbruik door kerkelijke autoriteiten aan de kaak gesteld met het oog op de opbouw van een waardevolle Kerk die mensen boeit en vertrouwen schenkt.