In de omgeving van de Cogels-Osylei werd Hans de Booij na een avondje stappen betrapt op wildplassen. Het optreden van de verbaliserende agent was niet in verhouding tot de graad van overtreding. Anderhalf uur lang werd hij met de handen geboeid op de rug door een forse botine tegen de straatstenen gedrukt. Naast een reeks fysieke klachten die hem vandaag nog steeds parten spelen, kreeg het gebeuren voor de Booij ook een juridisch staartje: een aanklacht van de stad Antwerpen voor smaad, laster en weerspannigheid.
Henri Baelemans, directeur van een groot bedrijf, is verliefd op Marina, zijn secretaresse. Hij vraagt de huurmoordenaar Sanders om zijn vrouw, Lea, van kant te maken. Sanders aanvaardt, maar doodt de verkeerde. Het lijk is plots spoorloos. Van Malegem, een collega van Baelemans, komt Baelemans vertellen dat zijn vrouw spoorloos is. Sanders meent te zijn ontmaskerd, hij doodt van Malegem. Privé-detective Verbist was getuige van de moord op Mevrouw Van Malegem, Sanders vermoordt hem. Lea komt het bureau binnen. Ze ziet de lijken. Sanders wil haar vermoorden, maar wordt op slag verliefd op haar. Hij vertelt Lea de waarheid. Lea en Sanders willen er samen vandoor gaan, maar eerst moet Baelemans en Marina, de secretaresse, nog uit de weg worden geruimd. Marina wordt het eerste slachtoffer. Dan verschijnt onverwacht specteur Mertens. Hij is op zoek naar de moordenaar. Sanders beschuldigt Baelemans van moord. Bij de ontknoping vallen we van de ene verrassing in de andere. Natuurlijk komt er nog een lijk bij te pas. (cop. VVT)
