Oma Wiegelwaggel vertelt haar kleinkinderen Sam en Silke verhalen over haar vader kapitein Jonas Frederikson. Sam en Silke gaan bij hem op bezoek om een walvisoor te halen. Vanaf ca. 9 jaar.
Negen verhalen rond de dood, telkens ingeleid met een motto. In het eerste verhaal probeert Jozef tevergeefs de verbeten grimas van zijn 87-jarige vrouw te fatsoeneren, die net is overleden. Van wederopstanding is sprake in het tweede verhaal, waarin de auteur op stap gaat met de schrijver Georges Simenon in diens geboorteplaats Luik. Of een verdronken matroos, die via een foto terugblikt op zijn leven en een leraar Engels die een berg wil beklimmen en de dood in de ogen ziet.
Plouvier neemt de lezer mee naar zijn jeugd en naar zijn stamkroeg, naar het dorp van zijn heimwee en naar een berg in Wales, naar het Antwerpen van de jaren zestig en naar de sleepboot uit zijn zeemansjaren. Brieven, dagboekfragmenten, reisimpressies en bedenkingen. Melancholie loopt als een rode draad door dit egodocument.