Natte dozen : roman
Marnix Peeters
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Hollands Diep, cop. 2015 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : PEET |
Dirk Leyman
rt/aa/18 m
Een overtollige mens, zo kun je het hoofdpersonage van de nieuwe novelle van Marnix Peeters (°1965) typeren. Antoine Guldentops is modaler dan modaal en loopt door zijn schlemielige onhandigheid voortdurend met de kop tegen de muur. De eeuwige vrijgezel heeft een merkwaardig beroep. Hij is trapchauffeur op de luchthaven, een ambacht dat met uitsterven is bedreigd. Trapchauffeurs hoeven immers nog zelden uit te rukken om de passagiers uit de vliegtuigen te hijsen, want de slurven nemen volautomatisch het commando over. Maar de naïeve Antoine beseft te laat dat hij uitgerangeerd raakt. Plichtsgetrouw noteert hij zijn schaarser wordende interventies in een notitieboekje, met 'de optelsom van door mij afgehandelde vluchten en het aantal bediende passagiers': 'Deze aantallen gaan al zeven jaren in dalende lijn.'
Peeters weet van meet af aan sympathie op te wekken voor deze door het leven benadeelde man, die elke vrijdag trouw zijn pita gaat eten in de Ali Baba en verslaafd is aan zijn golden-oldies-singlescollectie, en vooral het nummer 'Apache' van The Shadows. We kennen immers allemaal wel zo'n grijze muis die ergens in een vergeten kantoortje zijn zitvlak op de proef stelt.
Peeters heeft fijne voelsprieten voor zulke sukkelende drommels, onweerstaanbaar aangetrokken als hij is tot kapseizende levens: "Ik heb een geweldige interesse voor losers en Antoine is weer zo iemand die het eigenlijk niet haalt", zegt hij daarover in Metro. Maar liet Peeters in zijn eerdere romans De dag dat we Andy zijn arm afzaagden (2012), Natte dozen (2013) en De tenondergang en ongelooflijke wederopstanding van Eddy Vangelis (2014) de oneerbiedige grappen en de smeuiigheid regeren, hier gaat hij veel geserreerder te werk. Daar kan hij mee uit de voeten. Aanvankelijk hangt er zelfs een nostalgisch sfeertje over dit kleine, in 54 korte hoofdstukken opgedeelde verhaal, dat Peeters aan zijn derde uitgever in drie jaar wist te slijten.
Haast schrijnend zijn Antoines bezoeken aan zijn 90-jarige aftakelende moeder. Zij kan slechts enigszins bedaren door de singles van Mireille Mathieu, al heeft ze in feite een nieuw gehoorapparaat nodig. Maar ja, 'dat is als nieuwe banden steken onder een wrak'.
Antoine is nauwelijks opgewassen tegen de druk van zijn omgeving en belandt in zeven sloten tegelijk. Hij laat zich op sleeptouw nemen door Norbert, die hem voor de kar spant van de Getuigen van Jehovah. En wanneer pita-uitbater Hussein hem wil koppelen aan zijn afzichtelijk besnorde zuster Soraja, nemen de gebeurtenissen helemaal een groteske wending. En dan zwijgen we nog over de opdringerige nymfomane Egguerrand, van wie 'de blauwgeaderde borsten uit de omknelling van de stof vallen' en 'de paarse tepels zo groot zijn als vuisten'. Seksuele slapstick à la Eddy Lipstick, waar Peeters graag een vette klodder aan toevoegt: 'Ik wil uw soupape zien. Of ik er iets moet bijblazen.'
Zijsprong
Storend is wel dat Peeters niet altijd het juiste taalregister weet te kiezen - hij weifelt tussen gekuist Vlaams, een archaïsch soort Nederlands of opgepimpte spreektaal. Toch toont hij met De trapchauffeur dat hij ook zonder luidruchtige paukenslagen en vuurwerksalvo's de aandacht kan vangen. Door de ingehouden toon en het strakke ritme raak je ingesponnen in het troosteloze bestaan van Antoine. De conclusie is pijnlijk: 'Ge zijt altijd gekloot.'
Het boekje, mooi vormgegeven door Studio Jan De Boer - lag al een tijdje te sluimeren in portefeuille. Wellicht blijft het een eenmalige zijsprong. Want veelschrijver Peeters kondigt voor augustus alweer scabreuze seks en schandaal aan. Niemand houdt van Billie Vuist wordt "een extreem vettig boekje (...) met pastoors die in Pataya gaan poepen", zegt hij in een interview. "Want in de zomer is het toch weer tijd voor vettigheid, want vettig is goed hé."
DIRK LEYMAN ■
Jos Damen
‘De trapchauffeur’ is geen spetterende titel voor een roman. Het helpt ook niet als blijkt dat de rode draad in dit boek het levensrelaas is van Antoine Guldentops, een man die op de luchthaven vliegtuigtrappen af- en aanrijdt. Toch is Marnix Peeters (1965) er met humor en inlevingsvermogen in geslaagd om een mooi verhaal neer te zetten. Peeters is ook werkzaam als journalist (Humo en De Morgen), en dat is aan de stijl te merken: met korte felle vegen en in prettig Vlaams schildert hij het weerbarstige leven van zijn hoofdpersoon Antoine: een simpele baan, liefde voor The Shadows en verkeerde vrienden: snackbaruitbater Hussein en Jehova's getuige Norbert. Dat moet allemaal mis lopen, en dat doet het ook, mede door twee vrouwen die zo ongeveer aan hem opgedrongen worden. Peeters wordt wel ‘de nieuwe Brusselmans’ genoemd, maar met evenveel recht noemt men hem een variant op Urbanus of op slapstick-klassiekers. Overdreven, droogkomisch en makkelijk leesbaar. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.