Twitch en de vlucht van de ijsvogel
M.G. Leonard
Maria De Vogel (Auteur), Tineke Meirink (Illustrator)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Holland, cop. 2003 |
Woord Jeugd Gedichten : DEVO |
31/12/2003
Bij versjes voor baby's en peuters denk ik meteen aan de oude bakerrijmen. Daar probeert de schrijfster bij aan te sluiten door de herhalingen en de nonsenswoorden, maar vaak komt ze niet verder dan wat melige lievigheid. Met troetelwoordjes als 'rollebollen', 'lodderig liedje', 'konkelefoezen', 'kleine kodeine' of 'lief kokkelbijntje' roept ze een sfeer op van tederheid tussen moeder en baby, maar als ze daar nog woordjes als 'mijn zijdetje zacht', 'mijn meesje mijn musje' of 'een boeketje van zacht roze vingertjes' aan toevoegt, wordt alles wel erg roze. Soms leidt de lievigheid tot flauwiteiten als "op een bankje gezeten / gymnastiekjes gedaan" of "'t is het licht, / het licht dat glanst in haar rossige haar, / het licht dat je ziet in haar ogen zo blauw en zo licht, / 't is een vrolijk gezicht". De herhalingen storen hier en het ritme loopt mank, wat in meer versjes het geval is. Een dieptepunt is 'Ruigerok de reus'. Voor een dergelijk verhalend gedicht is de vormbeheersing van de schrijfster duidelijk ontoereikend: "Zijn moeder, die heel veel / van hem houdt / zei gisteren: / m'n lieve reuzenkind / wat ik nou zo jammer vind / dat ik op een ladder / moet gaan staan / om je een reuzenkusje te geven". Geregeld is de taal te gezocht: zogenaamd komt ze vanuit een kind, maar de volwassene klinkt overduidelijk door: "Van buiten ben ik klein, / zei Paul, / maar van binnen ben ik groot, / [...] / ik til de zwaarste vrachten / als ik kijk naar mijn gedachten". Deze versjes missen de speelsheid van die van een Miep Diekmann, de magie van de poëzie van Ienne Biemans en de ongekunsteldheid van bakerrijmen. Veel blijft er niet over. [Jan Van Coillie]
Hannie Humme
Bundel versjes en wiegeliedjes voor baby’s, peuters en jongste kleuters waarin onzinwoorden, klank en ritme een belangrijke bijdrage leveren aan het plezier dat jonge kinderen zullen beleven bij het voorlezen en zingen. De thema’s van de gedichten liggen dichtbij de belevingswereld van dreumesen en peuters: angsten, spelen, dagritme, vriendschap, ouders enz. De gedichtjes zijn wisselend van lengte en vorm. De auteur heeft in het taalgebruik getracht veel afwisseling aan te brengen door het gebruik van verschillende literaire middelen: begin-, binnen- en eindrijm, alliteraties, spreekwoorden en metaforen. Meestal heeft dit goed uitgepakt, een aantal malen liggen de versjes niet prettig in het gehoor. 'Nee, griezelbomen / je kunt niet bij mij komen' rijmt weliswaar maar loopt niet lekker, mede veroorzaakt door de foutieve grammaticale constructie. De zwartwitte tekeningen zijn eenvoudig en stralen warmte, liefelijkheid en vrolijkheid uit die passen bij de versjes. De bundel is al geschikt voor baby’s en kunnen voorgelezen worden tot de kleuterleeftijd. Bij een twaalftal versjes is eenvoudige bladmuziek opgenomen voor piano of blokfluit. In deze 'serie' verschenen o.a. 'Stamp, stamp olifant' van Mieke van Hooft en 'Eén been, stokkebeen' van Paul Biegel*.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.