In het belang van het dier : over het welzijn van dieren in de veehouderij
Francien H. De Jonge (Auteur), Eric A. Goewie (Auteur)
Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt magazijn
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Van Gorcum, 2000 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 633 JONG |
Besprekingen
31/12/2001
'Je bent wat je eet'. Wie daar stil bij staat, krijgt bij het lezen van dit boek allicht een wee gevoel in de maag. We hebben als huisvee levend vlees geselecteerd, met de klemtoon op 'vlees'. De beschamende vraag of er nog een leven voor het dier overblijft, is dringend aan de orde. De wilde nicht van onze legkip, het Bankivahoen scharrelt in groepjes van twee tot vier vrouwtjes met een haan de kost bijeen. Ze hebben een complex sociaal leven in een uitdagende omgeving. Het wilde zwijn trekt een groot deel van zijn dag op foerageertochten. Zwijnen smeden hechte banden met groepsgenoten en hebben een sterk geheugen over vriend en vijand. Net als een hond nog altijd de wolf door zijn aderen voelt jagen bij het zien van een haas, zo hebben ook de legbatterijkip en het vleesvarken een deel van hun wilde erfenis niet verloren. Onder de artificiële selectiedruk van de mens zijn hun lichamen fabrieken geworden, maar daarbinnen schuilen hun oerbehoeften. De zeugen in een modern varkensbedrijf slijten hun leven in een metalen kooi. Tweemaal per jaar produceren ze zo'n tien jongen per worp. Hun poten kunnen amper nog de last aan van het te zware lijf met de ongeproportioneerde spieren. Na twee intensieve kweekjaren hebben ze een waslijst gezondheidsproblemen doorworsteld en zijn ze opgebruikt, daar waar een gezonde varkensmoeder normaal 15 jaar leeft. Gelijkaardige problemen stellen zich in alle takken van de intensieve veeteelt. We pleiten tegenwoordig voor het toevoegen van enkele centimeters leefruimte per legkip, of voor een sociale huisvesting van het varken, maar dat is dweilen met de kraan open. Het basisprobleem is structureel: de intensieve veeteelt moet worden afgebouwd. We staan niet op de grens van het toelaatbare maar zijn er al over. Het kweken van dieren werd een industrie waarbij kosten gedrukt en de productie verhoogd moeten worden, steeds verder duwend op het scherp van de snee ten koste van het dierenwelzijn.
De auteurs van In het belang van het dier geven aan op welke manier de intensieve veehouderij het dierenwelzijn schaadt. Ze geven cijfers en feiten (we praten over 14 miljoen onverantwoord lijdende varkens in Nederland alleen al) en onderstrepen de economische onderbouw van de huidige gang van zaken. Ook mogelijke praktisch en structurele verbeteringen worden aangekaart. De twee wetenschappers van de Wageningse Universiteit schetsen de welzijnsproblematiek bij de moderne veeteelt genuanceerd. Ze hebben het o.m. over de mens-dierrelatie in onze maatschappij, over dierenwelzijn, diervriendelijke systemen, de achterliggende productiefilosofie en ze geven hun visie op het beleid. Meer dierenwelzijn betekent onvermijdelijk meer kosten per dier en het is de vraag of de doorsnee consument dat wel wil betalen. Maar, stelt iemand voor, Vader Staat zou de bewuste consument kunnen belonen door vlees dat onder goede welzijnscondities is geproduceerd, goedkoper te maken, net als bij de stimulans bij het invoeren van de loodvrije benzine indertijd. De ideale consument zou dringend moeten vragen naar meer diervriendelijke producten, een vraag waaraan de producent zich noodgedwongen zou moeten aanpassen. Biologische veehouders dragen de banier en kunnen de economische haalbaarheid van een ethisch aanvaardbare veeteelt testen. Maar ook hier dreigt grootschaligheid roet in het eten te gooien. Wanneer supermarkten zich op de bio-markt storten, zien we de dier- en milieuvriendelijke aanpak weer gauw verwateren.
De auteurs richten zich vooral op Nederland, maar we kunnen de lijn doortrekken naar België. Voor de geïnteresseerde lezer worden de bronnen duidelijk vermeld en relevante literatuur aangeraden. De wat dor wetenschappelijke en voorzichtige manier waarop de toch wel spectaculaire problemen worden aangebracht, illustreert de complexiteit van het probleem. In België kent iedereen de moordend verregaande gevoeligheden in de vleesindustrie. Dit boek biedt stof voor bezinning voor elke vleeseter, boer of politicus. [Hilde Vervaecke]
Ing. A. de Vries-Boekestein
Er komt steeds meer belangstelling voor het welzijn van dieren in de steeds intensievere veehouderij. In dit boek wordt ingegaan op onder andere de ontwikkelingen in de veehouderij (koeien, varkens, kippen), consequenties hiervan voor de dieren, het beleid enz. De pluimvee- en varkenssector worden in een bijlage nog apart belicht. Het woord- en taalgebruik is niet eenvoudig ('vaktaal'). De spaarzame zwart-witfoto's zijn niet illustratief voor de tekst. Het boek heeft een uitgebreide literatuurlijst en elk hoofdstuk wordt afgesloten met een conclusie. Door de wetenschappelijke opzet en inhoud zal het boek boven het niveau van de doorsnee-lezer liggen, maar mensen die qua studie of beroepsmatig met het onderwerp bezig zijn, vinden in het boek veel nuttige gegevens.
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.