Kaddisj voor een kut
Dimitri Verhulst
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Pluim, 2021 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : VERH |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Pluim, 2021 |
VOLWASSENEN : ROMANS : VERH |
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Uitgeverij Pluim, 2021 |
VOLWASSENEN : ROMANS : VERH |
Dirk Leyman
ru/eb/20 f
Het is een op zijn zachtst gezegd grillig (schrijf)parcours dat Dimitri Verhulst (48) de laatste jaren bewandelde. Over De pruimenpluk (2019), het zowel koldereske als treurige relaas over rivaliserende liefde en kluizenaarschap, waren de meningen verdeeld. Helemaal mis ging het met Onze verslaggever in de leegte (2020), zijn weliswaar pittige "zelfbeklaagzang in kots kruis mineur". In dat "logboek van een ondergang" gaf hij opening van zaken over zijn excessieve drank- en drugsgebruik en een verkrachtingsaantijging. Het stond garant voor uit de klauwen lopende mediaheisa én flink wat publicitair bochtenwerk. Je kreeg stellig de indruk van een auteur die de trappers kwijt was. Zelfs zijn fanbase slonk zienderogen.
Tot Verhulst begin 2020 resoluut Gent de rug toekeerde en met zijn geliefde Isabelle in de Charentes ging pleisteren. Daar lijkt weer meer rust in het hoofd van de ongedurige auteur geslopen. Dat zou je kunnen afleiden uit de uitgebalanceerde én mooi op tempo gehouden novelle In weerwil van de woorden. Hier herontdekken we opnieuw de lenige en met taal stoeiende Verhulst, die het pompeuze effectbejag en de potsenmakerij grotendeels uit zijn woordenboek schrapte. Ja, er rijst een ongedwongen, authentieke schrijfdrang uit deze pagina's op, al verkent de voormalige Libris Literatuurprijswinnaar nu niet meteen fonkelnieuwe horizonten.
Toegegeven, de nogal getelefoneerde naam van het hoofdpersonage, tandarts Pol Verholst, wekt reserve. En ook het thema lijkt nogal vergezocht: panische angst voor het openen van brieven, valt die aandoening werkelijk serieus te nemen? Maar wacht even. Natuurlijk herinneren we ons uit De helaasheid der dingen dat Verhulsts eigenste vader postbode was, 'lang voor dit beroep ging betekenen dat men voornamelijk dozen met schoenen aan huis leverde'. Wel vaker gaf Verhulst blijk van een bovenmatige obsessie met het Belgische postwezen en zijn gechronometreerde misprijzen voor de facteur.
Ook in deze kleine roman stuit je op gemanicuurd geweeklaag over hoe 'dit nobele ambt vandaag is gedegradeerd tot iets van niets'. Verhulst kan er niet bij dat 'de beoefenaars van deze professie hun taken zelfs uitvoeren in korte broek, met sportschoenen aan in de meest onmogelijke kleuren. Of op flipflops, nog aan toe. Het hoort niet.' Wat hem tot deze briljante zin noopt: 'De knieën van een facteur moeten een mysterie blijven.'
In weerwil van de woorden is in feite een kleine ondergangsfabel, een miniatuur over een in het nauw gedreven heerschap. Eersterangsgetuige zijn we van Pol Verholsts panische angst voor alsmaar opdringeriger brievenpost. Excessief uitstelgedrag vertoont deze man die aan de kost komt door 'met zijn vingers in andermans spuugbak' te zitten en zich toelegt op de 'monden van de minderen'. Maar post negeer je zomaar niet, die 'wringt zich door het kleinste gat. Raakt het niet door een gleuf, dan wringt het zich door de telefoonmodem. Post, geloof me, houdt vol. Het is een strijd die je verliest.' Hoeft het gezegd dat de fobie zodanige proporties aanneemt dat de belastingaanslagen zich ophopen, ontzetting uit zijn woonst dreigt én de gevangenis wacht? Zelfhulpgroepen brengen geen baat, het kapotkauwen van de enveloppes evenmin.
Verhulst giet In weerwil van de woorden in een soort laconieke biecht, vol grimmige scherts, een genre waarin hij zich thuis voelt. Freewheelend loodst hij ons door het weinig opbeurende leven van Verholst. Zet je daarbij schrap voor hoogst plastische tandartstaferelen, waarbij zelfs een tomatenplant wortel schiet in een verwaarloosde kies.
Ondertussen worden er royaal dwarsige tegeltjeswijsheden in het rond gestrooid. 'Geluk is niet voor iedereen weggelegd, anders zou het geen geluk zijn, en rechtspraak is niet rechtvaardig, want de betere advocaten moet je kunnen betalen'. Ook psychologen krijgen van Verhulst menige optater. Het gaat van een 'stelletje bètaboeren' tot te mijden 'wekelijkse kwebbelsessies' met 'de pissoloog'. Verhulsts aandrang tot makkelijke woordspelingen (let ook even op 'kakapipitalisme') kent geen remmingen. Daartegenover staat de herintroductie van prachtige woorden als 'fliederfladderen', 'politoeren' en 'morsepiep'.
In deze met autobiografische elementen opgetuigde novelle, waarin zich ook een vaderode schuilhoudt, keert Verhulst terug naar zijn wrang-komische corebusiness. Meer zelfs, terug zijn de stilistische bravourestukjes met succulente zinnen die na talloze salto's weer elegant op hun pootjes belanden.
Uitgeverij Pluim, 88 p., 12,99 euro.
Peter Jacobs
ru/eb/20 f
Vele recensenten vallen in herhaling. Daar doe ik niet graag aan mee, maar ik vrees dat ik in het geval van de nieuwe Dimitri Verhulst niet anders kan.
Lengte doet er in de literatuur niet toe, maar de jongste jaren trekt de schrijver van De helaasheid der dingen wat te vaak een sprintje. Verhulst heeft er de benen voor, maar hij staat nu wel echt mager.
In weerwil van de woorden is het verhaal van een man die bang is van post. Hij stapelt de enveloppen ongeopend op in en om zijn huis. Tot de samenleving ingrijpt.
Het gaat immers niet om brieven, maar schrijvens, facturen, aanmaningen, herinneringen, recommandés. Het ligt voor de hand dat de man zich op die manier isoleert. Zijn gedrag smeekt om deurwaarders en bedieners van dwangbuizen.
In de psychiatrie is het vertellen van je leven een therapie. Pol Verholst doet mee. Hij blijkt de zoon te zijn van een postbode uit de tijd van toen - die zich dus onderweg nog lazarus mocht drinken. Om een kort verhaal korter te maken: de pa van Pol verslikte zich uiteindelijk in zijn gebroken kunstgebit en de zoon besliste slag om slinger tandarts te worden, met als specialisme de identificering van lijken.
In die tijd begon zijn relatie met de post te ontsporen. Pol geeft zelfs zijn naam aan de fobie: de ziekte van Verholst (zie 'Verholst, ziekte van'). (Die verschilt maar één letter met Verhulst, een opzichtige val, natuurlijk, voor die lezers en recensenten die in alles graag een autobiografisch element zien.)
Veel aan dit verhaal is herkenbaar en toch vreemd, tragisch en tegelijk hilarisch. Verhulst bespeelt het hele humorregister, van flauw grappig tot grimmig cynisch. Hij gromt en grolt als voorheen, zet clichés dik in de verf, bouwt indrukwekkende zinnen en bedenkt neologismen als het hem uitkomt - hier vooral van het pipikakagenre ( pissoloog en kakapipitalisme). Verhulst zoals het te verwachten en te voorzien was. Met alliteratie en rijm, gevoel voor klank en ritme.
In weerwil van de woorden is een knap geschreven, onderhoudend verhaal van amper 80 bladzijden, dat je in minder dan een uur leest. Je kan het een novelle noemen, maar dat schrikt volgens de overlevering kopers af. Een roman mag je dit werk met zijn vrij abrupte einde zeker niet noemen. Het lijkt wel een schrijfopdracht van Te Gek!?, de organisatie die het taboe rond geestelijke gezondheid wil slopen.
Eigenlijk zou dit boekje beter tot zijn recht komen als onderdeel van een verhalenbundel, naast De pruimenpluk (2019) en meer. Hoe dan ook, bedrogen wordt de lezer niet. In weerwil van de woorden is zeker het lezen waard.
Pluim, 88 blz., 12,99 €.
Bo Van Houwelingen
ru/eb/27 f
Als er een officiële benaming bestaat voor de angst voor de kleur geel (xanthofobie), de angst voor kippen (alektorofobie) of de angst voor gerechtigheid (dikefobie), waarom dan geen mooie naam voor de angst voor het openen van post? Dimitri Verhulst heeft er een verzonnen: de ziekte van Verholst, vernoemd naar het personage uit zijn novelle In weerwil van de woorden. Deze Pol Verholst zit thuis, tussen de stapels ongeopende brieven en vertelt over de rol van post in zijn leven. Die begint mooi - een brief van het meisje Marie, geschreven in een krullerig handschrift - en eindigt dramatisch met onbegrijpelijk geformuleerde post van instanties. Verhulst is op zijn best als hij ergens op kan foeteren en ditmaal is dat op de gekmakende rompslomp van de moderne, kille bureaucratie. Brieven bestaan niet meer: 'Er was alleen nog post. Blafferige berichten in kromtaal, gericht aan een mens waar de afzender niets om gaf.' Het niet openen van de enveloppen is een daad van verzet. Een vermakelijk pamfletje, deze novelle, opdat wij onthouden dat vroeger, toen de mensen elkaar nog brieven stuurden, alles beter was.
Pluim; € 12,99.
(ms)
ru/eb/16 f
★★★★☆
Pol Verholst is een tandarts die er uit angst voor de post mee gestopt is zijn brieven te openen. We verklappen maar meteen de afloop van dit groteske verhaal: van de post kun je niet winnen, Pol Verholst zal worden weggebracht naar een cel of een psychiatrische instelling.
We krijgen zijn speurtocht naar de oorsprong van zijn brievenfobie te lezen. Erg serieus pakt Verholst die speurtocht niet aan (het is toch maar om straks de psychologen bezig te houden). Hij serveert allerlei splinters uit het verleden van de tandarts, die vaak losjes met het fenomeen post verbonden zijn. Verhulst gebruikt Verholst om een aantal dolle verbeeldingstrips te maken, maar stopt hem ter verwerking ook stukjes autobiografie toe. Zo is ook de vader van Verhulst een postbode, een échte postbode, geen leverancier van schoenendozen.
Dimitri Verhulst roept ongegeneerd nostalgisch een wereld op die niet meer bestaat, verweert zich met woorden tegen dingen die hem niet aanstaan. Het is een genot de meanders van dit verhaal te volgen, dat drijft op schrijfplezier.
Lang kun je hem niet nalopen, 'In weerwil van de woorden', vanaf vandaag in de winkel, is een slanke novelle. Dat is niet erg, bij Dimitri Verhulst weet je dat hij de volgende al aan het schrijven is.
Jan van Bergen en Henegouwen
Dimitri Verhulst (1972) is gelauwerd schrijver van een groot aantal romans (waaronder het boekenweekgeschenk 2015: ‘De zomer hou je ook niet tegen’), korte verhalen, gedichten, essays en toneel. Verhulst trok zichzelf na een interview in HUMO (februari 2020) over zijn boek ‘Onze verslaggever in de leegte’ een jaar terug uit de publiciteit. Deze beslissing en de ervaringen daarna hebben onmiskenbaar hun beslag gekregen in deze korte roman. Tandarts Pol Verholst - zoon van een postbode - lijdt aan postvrees. Als gevolg van het langdurig niet openen van zijn post leeft hij in isolement (alles is reeds afgesloten) en hij wacht op het moment dat ze hem komen halen en daarmee verlossen. Zolang hij wacht, doodt hij de tijd door te vertellen hoe het zover is gekomen. Dit boek is een echte Verhulst. In de bloemrijke taal die we van hem kennen, schetst hij het tragische leven van Verholst; scherp, maar humoristisch en met een zeker mededogen. Een prachtig boek over hoe angst greep krijgt op het leven van mensen en dat uiteindelijk weet te ruïneren.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.