Het enige kind
Guadalupe Nettel
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Ailantus, 2010 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 5908 |
31/12/2010
Geen binnen en geen buiten
Het gebeurt niet alle dagen dat een voortreffelijk debuut zomaar uit de lucht komt vallen. Met haar eerste roman scoort Guadelupe
Nettel (°1973), de jonge Mexicaanse auteur van De gast, meteen hoge ogen. Het levensverhaal van Ana, de onzekere vrouw die rusteloos
op zoek is naar zichzelf, leverde haar in 2009 de Duitse Anna Seghers-prijs op en schept verwachtingen voor de toekomst. Het boek toont
immers aan hoe vingervast zij weet om te gaan met de inconsistentie van elke dag en de soms dwaze absurditeiten van ons bestaan.
Mexico-stad. De jonge vrouw Ana wordt van kindsbeen af in haar binnenste 'bewoond' door een ongenode gast, die zij 'Het Ding' noemt en die op de ene of andere manier het negatieve spiegelbeeld van haarzelf kan worden genoemd. Veel komen we verder niet te weten over deze vreemde parasiet, alleen dat hij het licht schuwt en dat, mocht hij haar ooit in zijn macht krijgen, hij Ana zou veroordelen tot de diepste duisternis. Het Ding is altijd bij haar, soms afstandelijk en respectvol, soms opdringerig en gretig, maar steeds onder de vorm van een omineuze dreiging. Het heeft zich toegang verschaft tot alles wat zich ophoopt in haar psyche, het negatieve eerst, en stalkt haar, op één uitzondering na: de innige band die haar verbindt met haar enige broer Diego laat het onaangeroerd. Diego heet iemand te zijn 'uit een kalme, vreemde wereld, veel ondoorgrondelijker dan het universum waar Het Ding uit voortkwam'. Ana is gebiologeerd door de jongen, maar helaas, op negenjarige leeftijd sterft de knaap, 'druppelsgewijs', om het te formuleren in de woorden van Ana ('Het is jouw schuld', beweert Het Ding). Niet eens veel later voltrekt zich een nieuwe ramp: haar vader leert een andere vrouw kennen en verlaat voorgoed het ouderlijk huis. Deze indringende gebeurtenissen wegen zwaar door op het gemoed van het dan opgroeiende meisje, dat zich somber afvraagt hoelang het nog zal duren eer Het Ding ook haar laat verdwijnen zoals het met haar broer heeft gedaan. Het wordt een strijd tussen licht en donker, en net op dat moment komt Ana min of meer toevallig in contact met de wereld van de blinden. Hun wereld is er een waarin eenzaamheid en duisternis overheersen ? de biotoop van Het Ding ? en precies daarom voelt Ana zich ertoe aangetrokken. Want om haar beul te bevechten, zo beseft ze, moet ze hem eerst leren kennen. Die speurtocht doet haar belanden in de onderwereld van de metro, waar de blinden aan zet zijn en allerhande snode plannen beramen om zich te ontdoen van de onderdanige gehoorzaamheid die hen is opgedrongen door hun 'bazen'. Zo zetten ze een actie op om kiesbrieven met stront te vullen en in de stembureaus achter te laten. Maatschappijkritiek? Ana wordt door alles wat ze met de blinden beleeft flink dooreengeschud en raakt zich bewust van haar eigen verval. Ze zwalpt tussen het besef van eigen falen, de aanmatiging die uitgaat van Het Ding, en het bevrijdingssyndroom van de blinden. Uiteindelijk leidt dit tot het aanvoelen dat het bestaan een voortdurend afbrokkelen is, het steeds opnieuw verliezen van stukjes leven. Onder de grond in de metro is dat het geval, maar misschien nog méér daarboven: 'De geuren van de stad zijn veranderd in een unieke, misselijkmakende stank. Mexico is niet meer van ons'. Opnieuw een maatschappijkritische noot? Het is niet echt zeker. Er heerst te veel verwarring in het hoofd van Ana en in het opgevoerde scenario daaromheen om duidelijk de ware doelstellingen van de auteur te traceren. Wel worden door alle misverstanden en ontkenningen heen de contouren duidelijk van wat Ana van de blinden te leren heeft : zichzelf bevrijden uit de stompzinnigheid van een bestaan-in-verval zonder perspectief is zeker één van haar opdrachten, het nastreven van een innerlijke rust 'waarin geen binnen is en geen buiten, geen vrijheid noch opsluiting' een ander.
Ana beslist op het einde van haar ik-verhaal dat vanaf nu de metro haar thuis zal zijn. Ze belt haar moeder om te zeggen dat ze een paar weken wegblijft, 'misschien wel maanden of jaren'. Het moet wel zijn dat ze deze ontvoogding ? haar verlichting! ? bij de blinden koestert als nooit tevoren en dat haar
leven daardoor helemaal in de juiste plooi valt,
want uit de laatste regel van het boek blijkt dat haar vroegere inwendige belager, Het Ding, nu goede maatjes met haar is geworden: ze luisteren samen naar het rumoer van de metro's die aankomen en vertrekken.
Tot zover het verloop van de gebeurtenissen. Het zal de lezer wel opgevallen zijn dat het geen sinecure is om het verhaal accuraat samen te vatten en een plaats te geven. Buiten kijf staat dat het Nettel erom te doen is de ontwikkeling van de persoonlijkheid van Ana, haar strijd met licht en donker, met binnen en buiten, op de voet te volgen en te ontleden. Die ontwikkeling vertrekt van een inherente gespletenheid die zij meedraagt ingevolge de permanente aanwezigheid van Het Ding, haar negatieve spiegelbeeld. Naarmate Ana de volwassenheid nadert, wordt de aandrang om Het Ding te bestrijden door het wezen ervan te leren kennen, meer en meer op de voorgrond gebracht. In de duistere metro-omgeving vindt ze alle ruimte voor de heikele zoektocht naar de verborgen roerselen in haar eigen ik. Maar hoe dit proces precies verloopt en waar het in uitmondt, blijft enigszins confuus. Als geen ander hanteert Nettel de tegenstrijdigheid, de inconsistentie als wapen. Wil dit boek een kritiek zijn op de Mexicaanse samenleving ? vooral dan die in Mexico-stad ? of is het gewoon het resultaat van een doorgedreven individuele introspectie? Het is niet meteen duidelijk. Feit is dat de auteur ? bewust of niet ? Ana's innerlijke gesteldheid op een verwarrende manier ten tonele voert. Nu is Ana wel degelijk verward, maar het tentoonspreiden van verwarring helpt de lezer weinig vooruit bij het interpreteren van het verhaal.
Toch spreekt dit boek zeker aan. Het is geschreven in een fluwelen taal, die perfect aansluit bij het innerlijk proces van zelfontleding. Nettel doet geen enkele moeite om het verhaal te belasten met gekunstelde constructies of literaire knepen, maar vertelt in alle soberheid ? soms weliswaar met een pseudofilosofische uitweiding ? over de dingen die Ana beroeren of de ? soms absurde en groteske ? gebeurtenissen waar ze bij betrokken geraakt. Het wettigt hoge verwachtingen. [Hugo Van Hoecke]
W.H.A. Bulnes-Coenders
Debuutroman van de Mexicaanse schrijfster (1973). Het is het verhaal van een jonge vrouw, Ana, die bang is dat een slechte kracht in haar (de gast uit de titel) haar leven beïnvloedt. Ze is bang dat vroeg of laat de gast haar leven zal overnemen. Ana vermoedt dat de gast een kwade rol heeft gespeeld bij de dood van haar geliefde broertje Diego. Ana groeit op tot een onzekere vrouw die zich op geen enkele manier durft bloot te geven. Ze werkt in een blindeninstituut als voorlezer. Daar leert ze El Cacho kennen, een zwerver met een been. Hij introduceert haar in het ondergrondse metro- en bedelaarsnetwerk. Het boek beschrijft een vaarwel aan de wereld van het zien en een ontmoeting met het universum van de blinden, maar ook met het ondergrondse gezicht van de stad Mexico. De personages zijn bijzonder, maar lijken geen plek in de wereld te vinden. Het verhaal wordt in de ik-vorm verteld; als lezer voel je de angsten en ervaar je de geheimen van Ana. Een emotionele en intense roman. Paperback; kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.