Serres & oranjerieën : de sierlijke creaties van Luc D'Hulst
Ivo Pauwels
Hans Hulst (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Meulenhoff, cop. 2008 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : Myanmar 945.6 |
31/12/2008
Een strip met een titel als Birma lijkt zich duidelijk aan te dienen als een stripdocumentaire, maar Guy Delisle kaatst dat label af en wijst resoluut op de autobiografische strekking van zijn album. Niettemin zitten er documentaire kantjes aan deze strip, waardoor je toch inzicht in de politiek en cultuur van Myanmar verwerft. Delisle weeft die kantjes bondig in, in wat een opvallend lichtvoetig stripalbum is van hoog 'familiekiekjes'-gehalte.
Een grafische roman kun je Birma ook al moeilijk noemen, al is er natuurlijk een grote variatie aan narratieve vormen in dat genre, naast een gebrek aan een eensluidende definitie. Hoewel het album volumineus is, ontwikkelt Delisle geen lange verhalen, maar schetsen van een paar pagina's, soms zelfs van een enkele pagina. De onderwerpen zijn kleine voorvallen uit zijn leven in Rangoon, waar hij een jaar verbleef, zorgend voor zijn zoontje, terwijl zijn vrouw werkte voor Artsen Zonder Grenzen. De voorvallen zijn divers van aard: het leven met een peuter, typische aspecten van het expatriate leven, werken in gebrekkige omstandigheden, allerlei interculturele misverstanden, het ondraaglijke klimaat van Birma en natuurlijk ook de invloed van de politieke onderdrukking op het dagelijkse leven. Een enkele keer tekent Delisle een langer verhaal, zoals wanneer hij eindelijk "het veld" mag bezoeken, de streek in het oosten waar AZG-Frankrijk werkt. Typisch genoeg heeft hij het in die vijftien pagina's vooral over zijn eigen ongemakken (de lastige busreis, koorts, een stofje in het oog) en ontdekkingen (een brandweerkazerne met oude, Japanse modellen).
De kleine 'kronieken' van Delisle (in het Frans heet dit album Chroniques Birmanes, en de auteur is eigenlijk niet zo gelukkig met de Nederlandse titel omdat die te veel een documentaire suggereert) nemen de vorm aan van gags. De schetsen dragen een titel en beginnen met een losstaand grappig of sprekend openingsbeeld. Delisle werkt altijd naar een grappig of sprekend eindplaatje toe. Humor en een lichtvoetige toon komen steeds bovendrijven. In een van de weinige stukjes waarin Aung San Suu Kyi ter sprake komt, verzorgt Delisle wel een knappe pagina met informatie en een krachtige verbeelding van het huisarrest (ik ga er hieronder nog op in), maar gaat daarna verder met een grappige fantasie over zijn eigen mogelijke opstelling tegenover dat huisarrest. Ook de tekenstijl van Delisle is die van een cartoonist: een eenvoudige, vrij strakke lijn waarin de kleinste kromming of hoek een wereld van verschil maakt. Hij tekent zichzelf en zijn zoontje wel als de simpelste figuurtjes ? hun gezichten zijn resp. een rechthoek met grote neus en een peer. De Birmezen worden iets gedetailleerder en realistischer getekend. Om een rijker beeld te bekomen vult Delisle de cartooneske personages aan met meer achtergrond (architectuur en landschap) en allerlei grijswaarden.
Net zoals in cartoons probeert Delisle zoveel mogelijk woordloze beelden en sequensen te tekenen (zie ook zijn heerlijke, sarcastische albums Aline et les autres en Albert et les autres en de kinderstrips rond het figuurtje Louis (staaltjes ervan en ook uit ander werk vallen te bewonderen op zijn gloednieuwe webstek www.guydelisle.com)). Vanuit zijn vroeger werk in de animatie ? wat overigens ter sprake komt in dit album wanneer hij enkele Birmezen avondlessen geeft in animatie ? weet hij zijn vrij stramme figuurtjes veel dynamiek te geven. Woordloze kaders en beweging komen prachtig tot uiting in de schets 'Waterfestival'. Net voor het regenseizoen begint, zegenen de Birmezen elkaar door een beetje water in elkaars nek te gieten. Het is een vorm van rituele reiniging, die op straat al eens de vorm van puur hozen en spuiten aanneemt. Het festival was voor Delisle een aangename verrassing en dat weet hij uitstekend over te brengen. Het plezier en het water spatten van de pagina's, Delisle brengt dynamiek en vaart in zijn eenvoudige kadertjes. Het toewerken naar een sprekend eindpunt ? na eindelijk een zoveelste zegening te hebben vermeden, kan hij moeilijk het oude besje haar beurt misgunnen ? is opnieuw goed geslaagd. Het is geen vergezocht of erg origineel eindbeeld, maar wel kernachtig. Zulke beelden komen er veel voor in dit album, vooral waar het de uitbeelding van de Birmese cultuur en politiek betreft. De censuur van de media bv. verbeeldt hij krachtig in de gag 'Censuur à gogo'. Hij geeft wat uitleg over de werking van de censuur, toont een eenzame werknemer aan de slag, vertelt over recente evoluties en eindigt met het sprekende beeld van een krant met alleen maar gaten. Het hierboven aangehaalde huisarrest van Aung San Suu Kyi beeldt hij simpel en krachtig uit d.m.v. een leeg, wit huis met een eenzaam poppetje erin.
Bondigheid kenmerkt Delisles aanpak van het documentaire gehalte van zijn stripalbum. Met wat hijzelf "een uitgebreide ansichtkaart" (zie 'Zozolala' 160, juni 2008) noemt, wou hij in de eerste plaats een leuk album maken dat toch ook de nodige informatie en kritiek bevatte. Summier is het wel, sprekend heel vaak, maar ook wel eens, bv. in het geval van de Birmese oppositie, te vlug afgehandeld. Zoals al aangestipt, raakt Delisle nooit helemaal los van zichzelf. Hoewel niet altijd even interessant, is dat wel een eerlijke opstelling. Delisle had bij het begin van zijn verblijf in Birma helemaal niet de bedoeling er een stripalbum over te maken, en ging dus ook niet gericht op zoek naar informatie en materiaal. In zijn positie als expatriate huisman in een zo repressief land als Birma, kom je nu eenmaal niet veel dingen te weten. Delisle is ook wel zo slim om het ontluisterend contrast tussen zijn 'naïeve' positie en de erge werkelijkheid, alsook de momenten waarin hij dat contrast weet op te heffen, in de verf te zetten. Beide vertelstrategieën komen bv. voor in de scènes gewijd aan de lessen animatie die hij geeft aan vier Birmezen.
Waar hij op politiek vlak nogal karige informatie verwerkt in zijn strip, slaagt Delisle er wel in een levendig en boeiend beeld van de Birmese cultuur te schetsen: het algemene straatbeeld, de alledaagse sociale verhoudingen en culturele gewoontes, het alles doordringende boeddhisme, absurde kanten van het repressieve regime etc. In die zin is zijn album goed te vergelijken met een recent Nederlands boek, een echte documentaire over Birma, In de schaduw van de generaals. Journalist Hans Hulst is ook via zijn persoonlijke achtergrond bij Birma betrokken geraakt, na zijn huwelijk met een Birmese vluchtelinge. Hij maakt gebruik van zijn familiebanden om dieper in het land te dringen, maar gaat ook gericht op zoek naar oppositieleden, verzetsstrijders en wantoestanden. Maar net zoals bij Delisle komen de autobiografische en culturele aspecten het opvallendst naar voren. Dat is opnieuw het gevolg van de aard van het repressieve regime dat niet veel bewegingsruimte toelaat, in contrast met de open houding van het volk. In het boek van Hulst lees je wel veel meer concrete feiten en geschiedenissen dan in de strip van Delisle, maar in het schetsen van de sociale en culturele aspecten zijn ze goed vergelijkbaar. In dat opzicht mogen we Birma van Guy Delisle wel een geslaagde stripdocumentaire noemen.
[Chris Bulcaen]
B.C. Meulenbeld
Verslag van en aanklacht tegen de systematische onderdrukking van het Birmese volk door de militaire kliek die de macht al 45 jaar in handen heeft. De generaals regeren zonder scrupules, het volk uitmergelend en zichzelf verrijkend. Hulst, die Birma meermalen bezocht, was eind 2007 als een der weinige westerse journalisten aanwezig toen het volk, inclusief boeddhistische monniken, massaal de straat op ging om te protesteren tegen repressie en economische malaise. Het verzet werd genadeloos neergemaaid. Hij creëert een kader door inlevend en met kennis van zaken te schrijven over zijn gevarieerde ontmoetingen met Birmezen binnen en buiten het land. Een verhaal over een onderdrukte samenleving vol armoe, (noodzakelijke) corruptie, repressie en facties, maar altijd ook een flakkerende hoop. Met landkaartje, bron- en literatuurvermelding, afkortingenlijst en verklarende woordenlijst.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.