Requiem
Manuel Cardoso
Luis Cardoso (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Arbeiderspers, cop. 2004 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : CARD |
31/12/2004
Het ligt misschien al te zeer voor de hand om over migratie te schrijven in termen van 'overtocht', maar voor de Oost-Timorees Luís Cardoso heeft het beeld vele betekenissen, die fundamenteel verbonden zijn met de geschiedenis van zijn land. Je vindt de hele socioculturele geschiedenis van Oost-Timor terug in Kroniek van een overtocht, het autobiografische verhaal van Cardoso en zijn vader.
Al in de openingsscène van Kroniek van een overtocht steekt het hoofdpersonage, Cardoso zelf, op weg naar het ziekenhuis in Lissabon waar zijn vader op sterven ligt, de Taag over, "omdat het zo naar vroeger smaakte". Dat 'vroeger' verwijst o.m. naar een latere scène in het eerste hoofdstuk, wanneer zijn familie de overtocht maakt naar het eiland Ataúro, waar de vader-verpleger tewerkgesteld wordt. Het is een van de weinige langere scènes in dit boek, en de angst voor de zee van de Timorezen wordt er levendig uitgebeeld in het personage van de balling Simão. De auteur geeft hiermee aan dat de 'overtocht', de interne migratie als gevolg van koloniale beslissingen, een essentieel onderdeel is van het leven op Oost-Timor. Het beeld moet ook figuurlijk begrepen worden, als de 'overtocht' van een traditioneel leven naar een modern bestaan. De auteur beschrijft de ontwrichting, angst en eenzaamheid die hiermee gepaard gaan, maar ook de positieve kanten: het ontstaan uit de vermenging van volkeren van een nieuwe cultuur en uiteindelijk nationaal bewustzijn, iets wat hij meteen illustreert met een andere balling op Ataúro, een Afrikaan, rijke smokkelaar en verspreider van subversieve ideeën, die op verdoken wijze de vertelkunst van de jonge Cardoso zal stimuleren.
De vader, wiens dood in 1990 het verhaal omkadert, is een trouwe ambtenaar van de kolonie, en later een fervent aanhanger van de UDT, de pro-Portugese partij die in de jaren '70 strijd leverde met het FRETILIN. In 1986 emigreert hij naar Portugal, in de hoop beloond te worden voor zijn jarenlange inzet. Zijn zoon studeert en werkt dan al enige jaren in Lissabon. In Oost-Timor had hij het koloniale onderwijs doorlopen, in verschillende plaatsen en scholen, en telkens beschrijft Cardoso deze veranderingen als overtochten. Hij passeerde o.m. in het befaamde jezuïetenseminarie in Dare, waar zovele toekomstige onafhankelijkheidsstrijders werden opgeleid -- de auteur benadrukt later in zijn boek hoe diep de invloed van het katholieke missieonderwijs gaat bij deze politieke figuren. Aan het onderwijs houdt de jongen een paradijselijk beeld van het moederland over. De overtocht naar het paradijs draait echter voor zowel vader als zoon op een bittere teleurstelling uit. De zoon/auteur belandt in een mentale crisis, niet goed wetend hoe hij zich moet opstellen tegenover de nieuwe politieke situatie in Oost-Timor na de Anjerrevolutie. Ook deze crisis wordt beschreven in termen van een 'overtocht', heel mooi uitgebeeld in zijn bezoek aan het rangeerterrein Entroncamento, dat niet beantwoordt aan zijn beeld van een knooppunt tussen volkeren, maar een verlaten oord is, "waar ze wat er nog restte van het Imperium afvoerden". Een bijna magisch-realistische ontmoeting met mauberes ('vriend', in de koloniale tijd een pejoratieve benaming voor de inlandse, 'primitieve' Timorezen, maar door het FRETILIN aangenomen als geuzennaam), bevrijdt hem van zijn twijfels. Met de oprichting van een culturele maubere groep engageert hij zich voor de onafhankelijkheidsstrijd. Het beeld 'overtocht' krijgt hier een laatste betekenis als de fundamentele politiek-ethische keuze die elk individu maakt in zijn 'levenstocht'.
Dit boek is een autobiografie, maar geen eenvoudig te begrijpen, chronologisch verhaal van een individueel leven. De auteur heeft vooral aandacht voor de context waarin zijn jonge leven zich afspeelde, zodat we veel geschiedenis krijgen, veel beschrijvingen van het land, veel aspecten van het sociale leven, in het bijzonder de geplogenheden van het koloniale gezag en onderwijs. De auteur houdt dit allemaal kernachtig en gebruikt overvloedig veel metaforen en lokale (Tetum) woorden. Hoewel het twee jaar voor de onafhankelijkheid van Oost-Timor werd gepubliceerd, moet het boek gelezen worden als een van de eerste literaire werken van een jonge natie, een bijdrage tot de collectieve herinnering, geschreven door een bij de strijd betrokken persoon; dat kun je aflezen uit de grote hoeveelheid details en namen. De vele appendices die vertaler Piet Janssen toevoegde (voetnoten, een glossarium, een chronologie en een nawoord) zijn nodig om het verhaal goed te begrijpen, al blijven er enkele duistere passages. In de eerste hoofdstukken reflecteert de auteur over de hybride cultuur van Oost-Timor: de verder levende traditionele gebruiken, volksgeloof en genezingsrituelen; de Portugese invloed die, ondanks het feit dat Oost-Timor een verwaarloosde uithoek van het Portugese wereldrijk was, heel ingrijpend was; de nieuwe, levendige, gemengde stadscultuur van Dili. In de latere hoofdstukken schetst de auteur een licht ironisch en scherp portret van de ideologische en gewelddadige strijd die losbreekt onder de Oost-Timorezen na 1974. Hoewel woordvoerder van het Maubere-verzet in Portugal, behoudt hij een zekere kritische afstand tegenover de linkse dogma's en de verering van Xanana Gusmão.
Kroniek van een overtocht was de eerste roman van Luís Cardoso, en het eerste deel van een trilogie waarvan de andere delen al verschenen zijn in het Portugees: Olhos de Coruja, Olhos de Gato Bravo (2001) en A Última Morte do Coronel Santiago (2003). Naast zijn historische waarde voor de jonge, Portugeestalige literatuur van Oost-Timor, mag ook de beschouwende en beeldrijke stijl van deze autobiografische tekst geprezen worden. [Chris Bulcaen]
Dr. J. Kroes
Dit verhaal omvat de autobiografische geschiedenis van de auteur, die in 1958 werd geboren in het oostelijke deel van het eiland Timor, de voormalige Portugese kolonie die na 1974 door Indonesië werd geannexeerd en sinds 1999 onafhankelijk is. Hij beschrijft zijn levensverhaal dat zich deels afspeelt op Oost-Timor en deels in Portugal, waar hij zich als student heeft gevestigd. Het geeft een goed, zij het persoonlijk beeld van de geschiedenis van dit tamelijk onbekende eiland in de Indische Archipel en de culturele relatie met het moederland Portugal. Het boek is geschreven als een roman, heeft dit ook als ondertitel, maar mag zeker niet als fictie worden beschouwd. Dit blijkt ook uit de voorwoorden en het nawerk dat door de vertaler is toegevoegd, bestaande uit een overzichtskaart, toelichtende noten, een lijst met woorden, namen en afkortingen, een chronologisch overzicht van de geschiedenis sinds 1522, het volksgeloof, de Portugeestalige literatuur van het eiland en een korte literatuuropgave. Vrij kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.