De vriend
Sigrid Nunez
Sigrid Nunez (Auteur), Maaike Bijnsdorp (Vertaler), Lucie Schaap (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Atlas Contact, 2020 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : NUNE |
Dwight Garner
te/ep/12 s
Wat scheelt eraan (What Are You Going Through) is de opvolger van De vriend, die in 2018 de National Book Award in de VS won. Die roman had een grote hond op de cover, deze een kleine kat. Wat scheelt eraan van Sigrid Nunez is een korte roman, die zich in het heden afspeelt. De hoofdvraag luidt: als een terminaal zieke vriendin je vraagt bij haar te zijn als ze de pillen inneemt die een einde aan haar leven zouden maken, zou je dan ja of nee zeggen? Beide antwoorden houden morele gevaren in.
De terminaal zieke vriendin in de roman doet denken aan Susan Sontag, die Nunez kende en over wie ze schreef in haar boek Sempre Susan. Het personage in haar roman is een intimiderende schrijfster, die in New York City leeft. Voor de chemotherapie had ze een mooie bos haar. De naamloze vriendin is ook net zoals Sontag een criticus van de 'cultuur van de ziekte'. Over de opvatting dat kanker een kans op spirituele groei biedt, zegt ze: "Je wilt toch niet doodgaan terwijl je deze prietpraat hoort?"
Op sommige dagen maakt de vriendin zich zorgen dat haar dood pijnlijk zal zijn, op andere dagen vreest ze dat het hooguit vervelend wordt. Ze verwondert zich over de grillen van het bestaan. Ze wil een leuk huis vinden om in te sterven.
De roman bevat droefenis. Hij is ook best grappig. We stuntelen ons een weg naar de dood, net zoals we ons overal naartoe stuntelen. Is het lomp om langer dan de bedoeling is te blijven rondhangen? Een toekijker beschrijft de twee vriendinnen als personages in een sitcom, 'Lucy and Ethel Do Euthanasia'.
De eveneens naamloze verteller is een schrijver van middelbare leeftijd die er op een eigentijdse manier niet in slaagt werk gedaan te krijgen. We komen weinig over haar te weten. Ze is, zoals de onthechte vertellers van Rachel Cusk, gericht op de verhalen van anderen, mensen die ze tegenkomt in de fitness, in haar appartementsblok of elders.
Veel van de verhalen die ze hoort en overpeinst gaan over ouder worden, vooral bij vrouwen. Een vrouw die ooit voor mooi doorging, zegt: "Je begint bepaalde dingen op te merken. Hoofden draaien zich niet meer om als je voorbijkomt, mensen die je ontmoet herinneren je gezicht niet meer. En dat wordt je nieuwe leven, je vreemde nieuwe leven: een doodgewone, onaantrekkelijke persoon met een alledaags, onmemorabel gezicht."
kampvuur op de noordpool
De roman heeft het ook over kinderen. Wat als je er één hebt dat je gewoon niet aardig vindt? We lezen over het Sontag-achtige personage en haar dochter: "Genoeg twistappels tussen ons, grapte mijn vriendin, om er een mand mee te vullen."
Net zoals De vriend raakt de roman omzichtig de #MeToo-beweging aan. Erop wijzend dat Einstein niet vies was van wat racistische stereotypering in zijn privéschrijfsels, merkt het Sontag-achtige personage op: "Tot zover de relativiteitstheorie."
Fox News komt ter sprake. De oude buurvrouw van de verteller zegt tegen haar: "Was het echt denkbaar dat de Amerikanen voor de hoogste functie in het land, voor de machtigste positie op aarde, iemand zouden verkiezen die zo manifest ongeschikt en zo onbeschaamd immoreel en corrupt is, iemand die liegt elke keer als hij zijn mond opentrekt en zo onwaarschijnlijk incompetent is?"
De persoon die de vrouw in gedachten heeft, is Hillary Clinton. Haar zoon is bang dat Fox een chip in haar hersenen heeft ingeplant.
Een ander personage is een intellectueel die het land rondreist om lezingen te geven over humanitaire onderwerpen en over de opwarming van de aarde, waaraan volgens hem niets meer te doen valt. We hebben onze kansen verkwanseld.
Bijna dood zijn lijkt in de roman op voor een kampvuur op de Noordpool zitten: je gezicht gloeit, dankzij je vrienden, maar je voelt je rug niet.
"De echte reden waarom ik bereid was mijn vriendin te helpen was dat ik wist dat ik in haar plaats gehoopt had precies hetzelfde te kunnen doen wat zij nu wilde doen", zegt de verteller. "Ik zou niet kunnen ontsnappen aan het gevoel dat dit een soort repetitie was, dat mijn vriendin me de weg toonde."
Niet alles werkt in Wat scheelt eraan. Hier en daar zwalpt de roman. Er zijn uitweidingen over een mysterieroman die de verteller aan het lezen is die zoals de stofzuiger in 'Yellow Submarine' zichzelf opzuigen en verdwijnen.
Maar over deze wijze roman kun je zeggen wat de verteller zegt over Make Way for Tomorrow, de film uit de tijd van de Grote Depressie die ze samen met haar vriendin bekeek: 'Hoe triestig het ook is, een mooi verteld verhaal beurt je op.'
Atlas Contact, 224 p., 22,99 euro.
Kathy Mathys
te/ep/19 s
Slapstick
Een vriendin van de verteller lijdt aan een ongeneeslijke vorm van kanker. De zieke noemt haar conditie liever fataal dan terminaal, want dat laatste doet haar denken aan luchthavens. Aan bucketlists heeft ze een hekel. Ze vraagt aan de verteller om haar bij te staan tijdens de laatste weken van haar leven. Op zich een redelijke vraag, ware het niet dat de stervende euthanasie wil plegen en daarbij de hulp wil van haar vriendin.
Deze roman verdient een schoonheidsprijs voor het ingenieuze opzet. Nunez stoffeert het verhaal met weetjes die niet alleen verband houden met de thematiek, maar ook resoneren met gebeurtenissen. Sterven, hoe doe je dat? Het is een vraag die voortvloeit uit die andere: oud worden, hoe doe je dat? Nunez gaat ongemakkelijke waarheden niet uit de weg. Toch is haar toets licht en bevat deze roman tal van slapstickmomenten. Geen wonder dat de vriendinnen zo graag naar Buster Keaton kijken. Ook erg grappig is dat we in brokjes de plot van een detectiveroman geserveerd krijgen die de verteller aan het lezen is.
Het is hoogst wonderlijk hoeveel thema's de schrijver bestrijkt in een boek van amper meer dan tweehonderd bladzijden zonder dat ze zich bezondigt aan oppervlakkigheid. Is deel één van Wat scheelt eraan voedsel voor de geest, dan raakt het tweede deel vooral het hart.
De titel heeft Nunez ontleend aan Simone Weil. Die schreef: 'Naastenliefde komt in al haar facetten uiteindelijk op niets meer of minder neer dan in staat zijn de ander te vragen: “Wat scheelt eraan?”' 'Naastenliefde, nog zo'n thema dat Nunez hier tegen het licht houdt, net als vriendschap. Het meest ontroerende wat ze over dat laatste te vertellen heeft is dat je zeker weet dat iemand je vriendin is wanneer ze het haar uit je gezicht houdt tijdens het kotsen. Nunez heeft het niet over misselijkheid van de chemo, maar over een dronken nacht uit de jeugdjaren van de vriendinnen. Dit is een boek dat je het liefst meteen wil herlezen om het daarna uit te lenen aan al je beste vrienden.
Vertaald door Maaike Bijnsdorp en Lucie Schaap, Atlas Contact, 215 blz., 22,99 €. Oorspronkelijke titel: 'What you are going through'.
Suzanne Weusten
ru/eb/20 f
Een vrouw krijgt een ongebruikelijke vraag van een doodzieke studievriendin. De vriendin wil een einde aan haar leven maken. De pillen liggen al klaar, ze zoekt alleen nog iemand die haar gezelschap houdt en kan ingrijpen als er iets misgaat. Ze moet zeker weten dat het lukt.
De vrouw, die ook nog tweede keus is - de beste vrienden durfden niet -, zegt verbijsterd ja. Maar dan zijn we al op de helft van het boek. Daarvoor volgen we de verteller, een schrijfster, op weg naar de stad waar haar vriendin in een kankerkliniek verblijft. Ze logeert in een Airbnb en gaat 's avonds naar de lezing van een hoogleraar die, zo ontdekken we later, haar ex is. Hij houdt een streng betoog over de dreigende ondergang van onze beschaving en vraagt zich zelfs af of we wel moeten doorgaan met kinderen krijgen. En zo begint de roman met een uiteenzetting van de schade die de mens aan de aarde heeft toegebracht. Meedogenloos beschrijft ze de hoogleraar die, zoals zoveel oudere witte mannen, de uitstraling heeft van een roofvogel: 'spierwit haar, haviksneus, dunne lippen, priemende blik.'
Intussen dist de schrijfster associatief verhaaltjes op: over de eigenaresse van de Airbnb, wier bolle en slappe gezicht iets babyachtigs heeft, zoals je wel vaker ziet bij oudere vrouwen. En over de seriemoordenaar in de thriller op haar nachtkastje, die zijn vrouw wil vermoorden maar in plaats van haar twee anderen wurgt, omdat zij er met een minnaar vandoor is.
Zo zijn er nog meer uitstapjes in deze ingenieus gecomponeerde vertelling. Zoals het verhaal van de 'ooit mooie vrouw' die de verteller steeds in de sportschool tegenkomt en die inmiddels lelijk, dik en grijs is geworden. En verbitterd: 'Het ergste is het van de achterkant, zei ze. Ik kan echt niet uitstaan hoe ik er van achteren uitzie.'
Voordat we weer terug zijn bij de doodzieke vriendin, krijgen we nog een treurig en bij vlagen hilarisch verhaal over de eenzame buurvrouw van 86, bij wie de schrijfster af en toe langsgaat met koffie en muffins. Deze vrouw, die vroeger feministisch was, klaagt, scheldt en schreeuwt alleen maar. De schrijfster is bang voor haar, maar blijft haar bezoeken, al was het alleen maar omdat ze daarna het gevoel heeft dat ze een goede daad heeft verricht.
De personages in Nunez' roman hebben geen naam; ze zijn de ex, de vriendin, de buurvrouw, de zoon, de dochter. Dat creëert afstand, maar suggereert tegelijkertijd een universele geldigheid. Ze staan model voor een bepaald type mens. Nunez versterkt dit nog door sommige protagonisten nadrukkelijk in een hokje te plaatsen, bijvoorbeeld in de categorie 'boze witte oude mannen' of 'verbitterde oude vrouwen'.
Sigrid Nunez, die voor haar vorige roman De vriend de National Book Award for Fiction kreeg toegekend, schrijft lichtvoetig over treurige onderwerpen. Ze onderzoekt de gebeurtenissen met een filosofische blik, geïnspireerd door schrijvers zoals Henry James, Virginia Woolf en Ingeborg Bachmann. In lijn met die laatste legt ze vooral de relatie tussen mannen en vrouwen onder een vergrootglas.
Eindigheid en naastenliefde zijn de hoofdthema's van het boek. De eindigheid van het leven, maar ook de vergankelijkheid van schoonheid en liefde. Hoe kan het toch, peinst de verteller, dat ze de man die zo vriendelijk naar haar lachte in de metro, niet herkende? Hij was toch ooit de grote liefde in haar leven? Het doet haar denken aan de andere ex die ze laatst in een restaurant zag: 'In één ademtocht weer teruggezet naar de jaren van hartstocht en verdriet.' Waarom voel ik niets meer, vraagt ze zich verwonderd af. Hoe kan het toch dat er niets meer is waar vroeg alles was.
Het thema naastenliefde wordt subtiel uitgewerkt in de ongemakkelijke en moeizame relaties van de personages. De aanvankelijk stroeve band tussen de schrijfster en haar vriendin, de getroebleerde verhouding van de doodzieke vriendin met haar dochter en de onbeholpen manier waarop de trainer in de sportschool contact maakt met de schrijfster. 'Wat scheelt eraan', vraagt hij, en, als zij moet huilen: 'Wat erg, kan ik iets voor je doen?' Ze raakt geïrriteerd door de clichés waarin hij spreekt, maar, schrijft ze: 'Het was niet zijn schuld dat onze taal uitgehold is, verruwd en doodgebloed, waardoor we altijd suf reageren of sprakeloos staan tegenover elke emotie.'
Wat zeg je tegen mensen die iemand hebben verloren? Hoe verwoord je zelf het grootste verdriet in je leven? De taal is ontoereikend. 'Hoe hard we ook ons best doen om de belangrijkste zaken in woorden te vatten, het blijft balletdansen op klompen.' Maar, om bij deze beeldspraak te blijven, hier danst de schrijfster met de fijnste balletschoentjes. Ze vindt zelfs de woorden om de paradoxale werkelijkheid voelbaar te maken. Toen ik het boek dichtsloeg, wist ik niet alleen dat de trieste episode met haar vriendin op weg naar de dood de gelukkigste tijd in haar leven was. Ik begreep het ook.
****
Uit het Engels vertaald door Maaike Bijnsdorp en Lucie Schaap.
Atlas Contact; 224 pagina's; € 22,99.
Drs. Madelon de Swart
Een oudere vrouw vertelt over de ontmoetingen die ze in een bepaalde periode heeft. Ze gaat naar New York om een studievriendin, die een kankerbehandeling ondergaat in het ziekenhuis, op te zoeken. Ze logeert via Airbnb bij een gastvrouw die moeite heeft met haar rol, gaat ‘s avonds naar een lezing van een arrogante journalist die later haar ex blijkt te zijn en denkt over het contact met haar oude buurvrouw thuis. De zieke is eerst vrij positief over de toekomst, schat haar kans op 50% omdat de behandeling lijkt aan te slaan. Maar als het later slecht gaat en ze terminaal is vraagt ze de vertelster om hulp bij het beëindigen van haar leven. Niet bij zelfdoding, dat is al geregeld, maar bij het regisseren van haar laatste dagen: verblijfplaats, reis, hotel, muziek enz. Schoorvoetend zegt de vertelster ja. Dit is de achtste roman van de Amerikaanse schrijfster (1951) wier vorige ‘De vriend’ (‘The friend’) werd bekroond met de National Book Award. Ook dit is een prachtige, goed vertaalde roman die vooral 50+ vrouwen aan het denken zal zetten over leven en dood, de zin van het leven, relaties, boeken, cultuur.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.