Zonder mij
Philippe Claudel
Philippe Claudel (Auteur), Manik Sarkar (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij, 2019 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : CLAU |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij, 2019 |
VOLWASSENEN : ROMANS : CLAU |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij, 2019 |
VOLWASSENEN : ROMANS : CLAU |
Marijke Arijs
te/ep/06 s
Philippe Claudel houdt van verandering. De gevierde Franse schrijver en cineast wisselt zijn monumentale turven als Grijze zielen en Het verslag van Brodeck graag af met werk van kortere adem. De ene keer is zijn toon wat melancholischer en de andere keer wat luchtiger. Dat niet iedere verandering een verbetering is, blijkt ten overvloede uit Onmenselijk, een 'hedendaagse zedenroman' die veel heeft van een verhalenbundel. Het uitgaafje is van een heel ander kaliber dan Archipel van de hond, zijn roman over de migratiecrisis die vorig jaar in Nederlandse vertaling verscheen. De vijfentwintig korte verhalen, die losjes aan elkaar zijn gehaakt, drijven op verontwaardiging over de gang van zaken in de wereld, want Philippe Claudel is boos. Hij heeft het helemaal gehad met het egoïsme, de hebzucht en de consumptiedrang van zijn medemens.
Zijn personages heten Morel, Legros, Dupond, Durand of Grosjean en niets onmenselijks is hen vreemd. Ze huizen in vrijstaande woningen, houden barbecues op zaterdag en werken door de week allemaal bij het Bedrijf, dat samen met de Bank de wereld regeert. Ze zijn zo blasé dat ze van gekkigheid niet meer weten wat te verzinnen om hun verveling te verdrijven. De een koopt voor zijn vrouw drie mannen als kerstcadeau. 'Voor iedere opening een.' Zijn eega is er niet blij mee en dus worden de mannen levend begraven in de tuin. De ander zet zijn echtgenote te koop op een veilingsite. In hun vrije tijd gaan ze zich te buiten aan folteringen en andere wreedheden, leven ze zich uit in sm, strippoker en partnerruil, stappen ze in het huwelijksbootje met een berin of laten ze zich pijpen door speciaal daarvoor getrainde vissen. Het zijn fratsen die je verwacht van een enfant terrible als Michel Houellebecq, maar niet van een menslievende humanist als Philippe Claudel. Zo'n grimmige kijk op onze hedendaagse zeden en gewoonten zijn we niet van deze zachtzinnige auteur gewoon.
Bedroevend
Tal van wereldproblemen komen voorbij en ze worden stuk voor stuk doorgetrokken tot in het groteske. Vakantiegangers brengen voor de lol rubberbootjes met vluchtelingen tot zinken op de Middellandse Zee. 'Het is het mooiste moment van de dag'. Armen worden massaal samengedreven in stadions en gedeporteerd naar concentratiekampen. 'Veel beter zo.' Doodgevroren daklozen worden door galeriehouders verkocht als kunstwerken voor tweehonderdduizend euro het stuk. 'Uniek exemplaar'. Op een zelfmoordfeestje wordt een kandidaat-zelfmoordenaar die zich op de valreep heeft bedacht door zijn teleurgestelde collega's naar de andere wereld geholpen. En voortaan moet iedereen zijn dierbare overledenen opeten, want dat is beter voor het milieu dan begraven of cremeren. De vergrijzing, armoede, daklozen, gemengde huwelijken, verkeersagressie, het klimaat, migratie, transgenders, transhumanisme, seksuele slavernij, het klimaat, negationisme, antisemitisme, kannibalisme… Claudel heeft over alles zijn zegje, maar komt niet verder dan gênante cafépraat. 'Joden houden van reizen. Net als negers.' Ouderen vormen een probleem, 'want waar laat je ze. Ze planten zich niet voort maar worden toch talrijker.' 'Met armen is het net als met ouderen. Er komen er steeds meer.'
De ijskoude, bikkelharde wereld uit deze bundel lijkt verdacht veel op de onze, want het is bedroevend met de mensheid gesteld. We worden met de dag onmenselijker en het is de taak van de literatuur om dat aan de kaak te stellen, vindt Claudel: 'Onze samenleving is geen samenleving meer. We zijn eilanden die bij elkaar in de buurt liggen.' Het is geen boodschap om vrolijk van te worden, maar we kunnen er maar beter om lachen dan om huilen, volgens de schrijver, die naar eigen zeggen iets wilde doen tussen de Lettres persanes van Montesquieu en het satirische blad Hara-Kiri in, met een vleug Rabelais erbij. Zijn bedoelingen zijn nobel, maar zijn poging tot satire is jammerlijk mislukt. De gedesillusioneerde, door en door cynische auteur pakt uit met een ongewoon scabreuze kwajongenshumor, maar zijn absurdistische grappen en grollen zijn vaker vulgair, smakeloos en flauw dan grappig. Zelfs zijn vertrouwde elegante stijl moest eraan geloven. De lezer moet het doen met ultrakorte staccato zinnetjes en een ongezouten taal, recht voor zijn raap. Aan mooischrijverij laat Claudel zich deze keer niets gelegen. Weg met de poëzie. Want dichters 'raken aan de drank en sterven krankzinnig. En bovendien worden ze niet gelezen.'
Vertaald door Manik Sarkar, De Bezige Bij, 128 blz., 17,99 € (e-boek 9,99 €). Oorspronkelijke titel: 'Inhumaines'.
Roderik Six
us/ug/21 a
Kerstcadeautjes, altijd moeilijk. De verteller in Onmenselijk koopt voor zijn vrouw drie mannen. ‘Voor elke opening één.’ In afwachting van middernacht ketent hij ze aan de kerstboom, maar ondanks de kleurrijke strikken en haar voorliefde voor seksuele uitspattingen, is de vrouw des huizes niet opgezet met haar presentje: ‘Waarom zit er een zwarte bij?’ De man begraaft het drietal dan maar in de tuin. ‘Kerstdag is een van de leegste dagen van het jaar. Die vat in zijn eentje de gehele verbijstering van het bestaan samen.’ Wederom geen vrolijke kerstfeest.
Later gaat de verteller bij een collega langs die in zijn kelder een jacuzzi heeft gevuld met vissen die getraind zijn in fellatio. Beste pijpbeurt ooit, zo blijkt. Nog een andere collega heeft een nieuw spel bedacht: bureauvoorwerpen van een snelwegbrug gooien en hopen dat ze ongelukken veroorzaken. Het eindigt met kettingbotsingen en discussies over de spelregels: levert een kantelende vrachtwagen evenveel punten op als een motorrijder die de berm in knalt?
Bizar, dat is het eerste woord dat bij je opkomt als je de nieuw verhalenroman van Philippe Claudel leest. Bagger is het tweede. Claudel verzamelde door de jaren heen een trouwe lezersschare met fijnzinnige romans over het donkere menselijke bestaan. Boeken als Grijze zielen (2003) en Het verslag van Brodeck (2007) luidden zijn internationale beroemdheid in maar blijkbaar wilde de Franse schrijver zijn publiek – en zichzelf? – eens wakkerschudden. Weg met de diepgravende psychologie, weg met de stilistische subtiliteiten. Welkom staccatoratelzinnen, welkom ranzigheid.
Op zich valt vernieuwingsdrang aan te moedigen – niets zo saai als een auteur die een succesformule herhaalt – maar deze radicale omslag kun je alleen maar als een mislukking bestempelen. Welwillenden zouden in Onmenselijk een parodie op Michel Houellebecq kunnen ontwaren – alle elementen, van bestialiteit tot neoliberaal nihilisme, zijn aanwezig – maar de absurdistische platitudes missen doel: ‘Op een dag hebben we jood gegeten. Joden houden van reizen. Net als negers. Maar ik heb liever Roemeen aan het spit.’ Dat is grappig noch shockerend, het type zattenonkelpraat dat aan de feestdis op een pijnlijke stilte wordt onthaald. In die zin is Onmenselijk alsnog het ideale geschenk voor die ene oom maar voor de rest wekt dit onding vooral plaatsvervangende schaamte op.
De Bezige Bij (oorspronkelijke titel: Inhumaines), 160 blz., € 17,99.
C.H.M. Beijer
In op het oog normale levens van mannen, werkzaam bij een bedrijf, voltrekken zich in gewone situaties als een lunchpauze, een avond met vrienden, kerstfeest of een vakantie, bizarre en wrede voorvallen, waarin absurditeit, sadisme en seksualiteit hoogtij vieren. Zo huwt een man een berin, wordt een kerstman gefolterd, zijn bootvluchtelingen een vorm van amusement en is een doodgevroren dakloze een kunstwerk. In elk van de 25 korte hoofdstukken van deze kleine roman ligt het perspectief bij een naamloze ik-verteller, die in korte zinnen en een kale stijl gevoelloos verslag doet van een groteske gebeurtenis die hij als vanzelfsprekend voorstelt. Daarachter gaat een felle aanklacht schuil tegen de cynische, geperverteerde mens die het aan ethiek, moreel handelen en menselijkheid ontbreekt. Deze moderne zedenschets van de gelauwerde Franse auteur (1962), die met zijn roman ‘Grijze zielen’ (2004) in Nederland doorbrak, vormt in stilistisch opzicht een breuk met zijn eerdere werk. Maar waar het om wreedheid van mensen gaat, is zijn jongste roman thematisch verwant aan ‘Het verslag van Brodeck’ (2008) en waar het om moreel handelen gaat verwant aan 'De archipel van de hond'*.
Hanna De Heus
te/ep/21 s
Philippe Claudel is uitermate politiek correct, maar publiceert nu een schokkende satire met louter foute personages. Dat klinkt vreemd, maar is het niet meer als je zijn boek leest. Al eerder liet de Franse bestsellerauteur en regisseur (1962) zien dat hij erg begaan is met het lot van vreemdelingen en vluchtelingen. In 'Het verslag van Brodek', dat genomineerd werd voor de Prix Goncourt, laat hij zien welke ellende een vreemdeling, die in een klein dorp gaat wonen, over zich heen krijgt. In 'Archipel van de Hond', zijn voorlaatste roman, toont hij dat de westerse mens vaak volkomen blind is voor het lijden van vluchtelingen.
In 'Onmenselijk' doet Claudel er een flinke schep bovenop. Hij legt de mechanismes waardoor uitsluiting langzaam ontstaat niet meer bloot, zoals hij in deze eerdere boeken deed, nee, hij toont een maatschappij waarin deze uitsluiting al een feit is. Cru, onsubtiel, absurd. Niemand geeft tegengas. Niet het menselijke wordt politiek, zoals in de vorige romans, maar het politieke wordt teruggebracht tot het menselijke, wat leidt tot een shockerende beschrijving van het leven van een man, diens gezin en zijn collega's. Nogal een schok voor wie van Claudel een milde mainstream route gewend is, maar wat mij betreft wel een rake satirische uitvergroting van onze grimmige werkelijkheid.
Zo gaat het gezin op vakantie naar een vakantiedorp dat in handen is van Het Bedrijf, de firma waar de man werkt. 's Avonds wordt er een boottocht georganiseerd. Op zee wordt er naar rubberbootjes met vluchtelingen uitgekeken. 'Kinderen, mannen en vrouwen staan dicht tegen elkaar aan. Zwart. Dicht op elkaar gedrukt. Boven op elkaar. Pikzwart. En bejaarden. Ook zwart.' En dan: 'We maken enorme golven zodat ze gaan slingeren en omslaan. Als ze kapseizen, juichen we. We kijken naar de lichamen in het water. Sommigen zinken meteen. Anderen zwemmen. Die zwemmers zinken uiteindelijk ook. Hun doodsstrijd is langer. Ze zijn niet de gelukkigsten.'
Even verderop is er sprake van een etentje bij een collega, die aan het spit geroosterde Jood op het menu heeft staan: 'Met een Spaanse rioja was het lekker maar ook niet meer dan dat.' Hij heeft liever de wildsmaak van Roemenen. En al het andere dat in het boek geschranst wordt: foie gras, oesters, kalkoen, kaas.
En zo is er de ene bizarre, gruwelijke situatie na de andere. De man begint tegen een kale collega met kanker over diens vroegere haardos. Arme mensen blijken opgesloten te zijn: 'Voor een keer heeft de regering het goed gedaan.' Iemand organiseert een zelfmoordfeestje maar als hij op het laatste moment terugkrabbelt, hebben de genodigden het gevoel genept te zijn en dwingen hem alsnog met geweld tot zelfmoord. Ergens duikt een Arabier op: 'Ongetwijfeld uit de voorsteden. Die mensen leven graag in lelijke buurten.' In mijn achterhoofd zie ik dit boek verfilmd met Ricky Gervais in de hoofdrol.
Claudel heeft voor het genre parodie en daarbinnen voor een ironische toon gekozen. Het resultaat is keihard, maar pakt overtuigend uit. Zijn schrijfstijl sluit erop aan. Geen vraagtekens en geen aanhalingstekens bij het gesproken woord, zodat alles er nog een graadje onderkoelder staat. Volkomen droge gesprekken over de vreselijkste onderwerpen passeren de revue. Zoals de man die met zijn collega in de garage aan diens auto sleutelt en dan opeens iets gedroogds ziet liggen: 'Wat zijn dat. Dat. Ja. Foetussen. Van wie. De drie rechts van mijn vrouw. De andere twee van mijn dochter. Je dochter. Tweelingen zoals je ziet. Was ze zwanger. Ja. Ik heb het niet expres gedaan. Ik dacht dat ze mijn vrouw was. Zulke dingen gebeuren in het donker.'
Tussendoor komt Claudel met korte beschouwingen, vaak one-liners, die even wat rust in de vaart van het boek brengen: 'Kerstdag is een van de leegste dagen van het jaar. Die vat in zijn eentje de gehele verbijstering van het bestaan samen.' Dat zijn zinnen om bij stil te staan.
Na lezing blijft het akelige gevoel hangen dat de groteske uitvergroting van dit familieleven, helemaal niet zo overdreven is. Claudel geeft de westerse samenleving een inkt- en inktzwarte maar lezenswaardige zedenschets ter overdenking.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.