Kaddisj voor een kut
Dimitri Verhulst
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Atlas Contact, 2015 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : VERH |
Aanwezig |
Contact, 2007 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : VERH |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Contact, 2007 |
VOLWASSENEN : ROMANS : VERH |
2 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
2 items magazijn |
Contact, 2007 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : VERH |
Kris Jacobs
te/ep/22 s
Amsterdam In Amsterdam is de toplijst van de AKO Literatuurprijs bekendgemaakt, zeg maar de shortlist. Van de zes Vlamingen die op de 'tiplijst' van 25 genomineerden prijkten, heeft er maar een de selectie overleefd: Dimitri Verhulst met Mevrouw Verona daalt de heuvel af. Arnon Grunberg, die eerder dit jaar al de Gouden Uil en de Libris Literatuur Prijs won, houdt zijn kansen op een literaire 'grand slam' met Tirza gaaf.
De overige vier auteurs op de toplijst zijn A.F.Th. van der Heijden (Het schervengericht), Willem G. van Maanen (Heb lief en zie niet om), Frank Westerman (Ararat) en Joost Zwagerman (Transito). Juryvoorzitter en Schipholbaas Gerlach Cerfontaine maakt het winnende boek bekend op maandag 5 november. De winnaar ontvangt 50.000 euro.
Verhulst, vorig jaar genomineerd voor De helaasheid der dingen, was al de jongste auteur op de tiplijst. Mevrouw Verona daalt de heuvel af (Contact) is een novelle over de liefde die hij zelf aanduidt als stationsroman. De oudste kanshebber op de prestigieuze literatuurtrofee is de bijna 87-jarige Willem G. Van Maanen. In het tweeluik Heb lief en zie niet om (Bezige Bij), over de Tweede Wereldoorlog, blijkt vooral dat de mens onder extreme omstandigheden niet kan (en wil) kiezen.
Bij de zes genomineerde werken zitten twee non-fictietitels. Ararat (Atlas) is een persoonlijk relaas van Westermans tocht naar de berg Ararat. Zwagermans Transito (Arbeiderspers) is een grand tour in essays, over de kunsten, maar ook een reeks impressies van de 'ankerplaatsen' waar hij opgroeide.
Het schervengericht (Querido) is onderdeel van A.F.Th.'s romancyclus Homo Duplex. Grunbergs Tirza (Nijgh & Van Ditmar) ten slotte vertelt het verhaal van Jörgen Hofmeester, die alle grip op zijn leven verliest.
Dirk Leyman
ob/kt/11 o
In zijn jonge maar reeds veelbewogen schrijversbestaan mocht Dimitri Verhulst (°1972) zich al met de meest uiteenlopende literaire emblemen tooien. Vanwege zijn sarcastisch mededogen en de tedere anarchie waarmee hij over de gewone man schrijft, zien velen hem als dé echte nazaat van Louis Paul Boon, even geniaal maar met weliswaar kortere beentjes. Andere literaire speleologen beschouwen hem als een ietwat nostalgische heimatschrijver. Verhulst wentelt zich gulzig in de jaren zeventig en tachtig en - ik citeer een recensent - "doet niets liever dan de echo's van vroeger te laten weerklinken". Als een soort conciërge van la Flandre profonde portretteerde Verhulst gruizig de duivensport, de koers, de voetbal, de thé-dansants en dat "op het ritme van een zatte kusjesdans", zoals in de reportagebundel Dinsdagland. Maar Verhulst is ook geëngageerd, zij het dan met een barmhartig cynisme als handelsmerk. Het zijn gaven waarmee hij Problemski hotel perfect in evenwicht hield. Sinds De helaasheid der dingen, zijn eerste bestseller, krijgt Verhulst dan weer het label van beroepschroniqueur van zerpe bierluchten en gore familiale sores (gelukkig vergezeld van een forse snik en een brede grimlach).
Toch heeft Verhulst in wezen een broertje dood aan al die verpakkingen. Hetzelfde kunstje opvoeren interesseert hem immers niet. "Ik hoop dat ik een tienkamper ben", zei hij onlangs in een vrijpostig interview in de Volkskrant, "een beetje zoals Hugo Claus, dat hoop ik te kunnen waarmaken. Ik wil me niet vastpinnen op één stijl. De helaasheid der dingen, daar kan ik er zo nog een paar van kakken. Maar daar heb ik geen zin in."
Met het flinterdunne Mevrouw Verona daalt de heuvel af verstoort Verhulst allicht zonder verpinken het verwachtingspatroon van een boel nieuwbakken fans. Wie zich in een sequel van De helaasheid der dingen had verkneukeld, zal vreemd opkijken van dit bewust maniëristische verhaal. In Mevrouw Verona daalt de heuvel af geeft Verhulst de fijnschrijver en landschapsschilder in zichzelf vrij spel en zijn lange, meanderende frasen schering en inslag. En toch schemert door deze tros weemoedig getinte dorpsbelevenissen een bijna symbolische afspiegeling van zijn nieuwe honk, in een plooi van de Waalse Condroz.
Plaats van handeling in Mevrouw Verona daalt de heuvel af is het onooglijke, half ingedommelde dorp Oucwègne, waar petanqueballen en tafelvoetbal de voornaamste sportprestaties zijn, naast het ledigen van roemers bier. Drie heuvels omkransen er het dal met de dorpskern, want Oucwègne is eigenlijk "een put in de aardkorst, met veel geduld uitgeschuurd door een rivier". Op de top van een van de heuvels woont Mevrouw Verona "in een huis dat koekendozen sieren kon". Samen met Meneer Pottenbakker, een muzikaal begaafde ziel, had ze het huis betrokken op het hoogtepunt van hun dartele verliefdheid: "Ze vreeën de lege kamer vol holle klanken, waarna ze de kreuken uit hun kleren streken en naar de notaris reden." Nu is Meneer Pottenbakker twintig jaar dood en beseft Mevrouw Verona dat ook haar laatste uur heeft geluid. In een plechtstatige openingsscène die zo uit een wijze parabel lijkt geplukt, daalt zij haar heuvel vol herinneringen af en trekt ze zich terug aan de rivier om er te sterven. Ze is vergezeld van haar trouwe hond, want als er iets Mevrouw Verona kenmerkt is het "de volgzaamheid die ze geniet van honden".
Het tafereel werkt als een omlijsting voor de eigenlijke vertelling, die een parade is van al dan niet excentrieke dorpelingen én van mijmeringen over dat vervlogen bestaan. Als lome travellings volgen we Mevrouw Verona's blikken door de achteruitkijkspiegel. Zo zijn er de schetsen van Mademoiselle Lunette, de babbelzieke veeartse die als de nood hoog is ook als mensenarts optreedt of de priester die zijn kerk slechts met zes hoofden ziet bevolkt. Er zijn de hartstochtelijk bevochten veldslagen kickervoetbal, het prangende tekort aan vrouwen in het dorp en de fantasieën van de vrijgezellen over een liefdesnacht met de nog steeds aantrekkelijke weduwe Verona. Stuk voor stuk wijdt Verhulst er bijna ontroerende hoofdstukjes aan. Met veel vertoon maakt hij de cirkel weer rond, niet nadat Mevrouw Verona met een cello haar "duet met de afwezigheid" heeft vertolkt.
En we zijn overtuigd: Oucwègne is het soort plek waar je niet alleen gelukkig, maar ook vrijuit ongelukkig mag zijn, een landschap dat "melancholische buien beter kan opvangen dan welk ander landschap ook". Dit biotoop is Verhulst op het lijf geschreven en af en toe is zelfs het Reetveerdegem uit De helaasheid der dingen niet zo veraf als het schijnt. Het is de verteltoon die gewoon zo drastisch verschilt, véél statiger én breedsprakeriger is. Onvermoeibaar spint Verhulst guirlandes van woorden, zodanig dat je wel eens aan de taalbouwsels van Pjeroo Roobjee moet denken, die even hoogstaand en dynamisch over akkefietjes kan fabuleren.
Lezen in Mevrouw Verona daalt de heuvel af is als rondwandelen in een aangeharkt bloemenperk met wellustig begroeide pergola's. Met een mierzoet geduld én merkbare liefde voor zijn creaturen schrijft Verhulst de vertraagde tijd naar zich toe. Soms schurkt hij dicht tegen een soort pointillistische schoonschrijverij aan. Maar wanneer de zinnen al te zeer hun eigen krolse loop volgen, roept de auteur ze vakkundig tot de orde. Ergens beschrijft hij een rivier die haar "weg gaat in kalligrafische krullen, in sierlijke majuskels waarvan men sinds het gebruik van het schrijfklavier haast geen weet meer had". Misschien betrapt hij op dat moment zijn eigen woordbronstige novelle. Tenslotte rekruteert Verhulst zijn pracht graag uit de vergeten registers van de taal én jaagt hij de lezer regelmatig naar de encyclopedie. Want weet u nog wat 'kossems', 'overscharig vee', 'speitelingen' of 'merkeldagen' zijn?
> Debuteert in 1999 met de autobiografische verhalenbundel De kamer hiernaast. Wordt meteen ingehaald als een groot stilist.
> In 2001 verschijnt Niets, niemand en redelijk stil over de zoektocht naar zijn 'Miserlou' en Liefde, tenzij anders vermeld, zijn poëziedebuut. Het zijn twee boeken over liefde met een zwart nagelrandje.
> De absurdistische roman De verveling van de keeper (2002) krijgt een zuinig onthaal.
> Breekt door met Problemski Hotel (2003), grimmig-komische, literaire reportages uit een asielzoekerscentrum. Een rij vertalingen volgt. Schrijft voor De Morgen en toont zich van alle markten thuis.
> Bundelt in Dinsdagland (2004) kleurrijke Belgische reisreportages 'van een thuisblijver'.
> De roman De helaasheid der dingen komt uit begin 2006 en handelt over zijn potsierlijke jeugd vol gestileerde onsmakelijkheden. Wordt in Nederland als voortrekker van de Belgische nieuwe schrijversgeneratie gezien. Een geslaagde passage in De laatste show maakt het boek mee tot een bestseller.
> De helaasheid der dingen wordt in 2007 verfilmd door Felix van Groeningen (Steve + Sky).
Matthijs de Ridder
ob/kt/20 o
Vorig jaar bestormde Dimitri Verhulst de boekentoptienen met zijn onweerstaanbare De helaasheid der dingen . Hij verklaarde toen dat hij zich na dat succes eens ging zetten aan een grootser opgezet boek. In dat boek zou hij al zijn gal uitspuwen en het zou nog een beetje ruwer zijn dan Célines Reis naar het einde van de nacht . Zover is het nog niet. Maar terwijl de lezer wacht op dat boek vol woede en misprijzen, kan hij dit smachten wat draaglijker maken met Mevrouw Verona daalt de heuvel af , een novelle waarin de onvergankelijke liefde centraal staat.
Wie Dimitri Verhulst volgt, maakte al eens kennis met Mevrouw Verona. In de gedeeltelijke voorpublicatie die onder de titel Houcwègne' verscheen in de bloemlezing Gelezen en goedgekeurd (2005) heette zij weliswaar nog Mevrouw Larouge, maar veel is er niet veranderd. Zij is nog altijd de vriendelijke dame die ooit met haar kersverse echtgenoot in Oucwègne (de H is inmiddels verdwenen) is komen wonen en op een mooie dag besluit te gaan sterven aan de oever van de rivier.
Mevrouw Verona is een zonderlinge verschijning in Oucwègne. Ze is niet van daar'. Ze is import, ze is een Vlaamse en bovendien een muzikante. Desondanks is ze in de loop der jaren een gerespecteerde inwoner geworden. Ze drinkt haar pint in de oude katholieke cinema en klimt daarna, net als alle ouder wordende burgers, weer naar haar huis op de heuvel. Die heuvel heerst. Wie fit genoeg is, kan de tocht naar het café en het leven in het dal gerust ondernemen. Wie zijn krachten verliest, zal eenmaal voor altijd afdalen en zijn laatste adem uitblazen bij de rivier.
Niet dat de inwoners van Oucwègne daarmee zitten. Zwaarwichtigheid ligt niet in hun natuur. In het kleine dorpje in de Ardennen wint de wijsheid van het volk het ruim van de wetenschap. Het steriele van een ziekenhuis is iets dat zij liever mijden, de noodzakelijke ingrepen worden verricht door de veearts en het hospitaal geldt als een nutteloos uitstel van het onvermijdelijke. In Oucwègne legt smetteloos wit het af tegen geeldoorrookt.
Het is ondertussen een bekend thema in de boeken van Verhulst. Zonder dat hij de beschaving iets verwijt, portretteert hij met liefde het ploeterende leven van mensen die zich moedwillig en zonder berouw een zeker comfort ontzeggen. Er spreekt een soort onbegrijpelijke vrijheid uit, die tegelijkertijd dwingend en bevrijdend is. Bevrijdend is het alvast voor de mensen die dit leven ondergaan. De rivier die in dit boek de dood symboliseert, heet niet voor niets Gemontfoux ( je m'en fous ').
Of het ook Mevrouw Verona niets kan schelen is maar de vraag. Sinds het voortijdige overlijden van haar geliefde echtgenoot is die verdwenen liefde het enige wat haar bezighoudt. Ondanks het enorme tekort aan vrouwen in het dorp en de herhaalde avances van de eenzame mannen blijft zij de toegewijde echtgenote van haar gestorven cellist. Die lotsverbondenheid geeft haar iets puurs dat in Oucwègne, dat zich aan incest en volksfeesten overgeeft, al gauw onwerkelijk wordt, maar net zo goed deel uitmaakt van het leven aldaar.
Op dit punt blijkt waarom mevrouw Larouge wel mevrouw Verona móest worden. In plaats van te verwijzen naar een licht ontvlambare vamp die achter een Larouge' schuil zou kunnen gaan, verwijst zij naar de heilige Verona. Deze volksheilige wachtte volgens de legende haar leven lang op een bericht van haar geliefde broer en maakte zich ondertussen dienstbaar aan de armen.
Het pure dat uit de eeuwige verbondenheid voortkomt, is niet de enige, maar wel de belangrijkste overeenkomst tussen de legende en Mevrouw Verona daalt de heuvel af . In dit licht kun je deze novelle een eigentijdse volkslegende noemen over de mogelijkheid van de eeuwige liefde in een wereld die niet perfect is.
Opmerkelijk genoeg staan die imperfecte wereld en het bijna heilige leven van mevrouw Verona niet tegenover elkaar. In Verhulsts boek maakt het schone wonder van de liefde juist deel uit van het bestaan dat zich hardnekkig onttrekt aan het leven-zoals-het-hoort.
Voor wie nu bang is met een stichtelijk heiligenleven te maken te hebben: geen paniek. Het een en ander is verpakt in aanstekelijk proza, zoals je dat van Verhulst mag verwachten. Het verhaal krijgt nooit een moraliserende zwaarte. Daar zorgt de wonderlijke stijl van Verhulst voor. Trefzekere volzinnen, waarin meer en meer archaïsche woorden en wendingen opduiken, wisselt hij vakkundig af met originele formuleringen (ergens heeft sneeuw bijvoorbeeld ,,kraakbeen'') en helaas af en toe met overtrokken beeldspraak. Het geeft het zeemzoete uitgangspunt van de novelle zijn aantrekkelijke, frisse en tegendraadse voorkomen.
Nu mevrouw Verona haar heuvel is afgedaald en Dimitri Verhulst op een ingetogen manier heeft verteld wat hij in De helaasheid der dingen zo hilarisch verwoordde, is wellicht het mededogen op. Dat zou betekenen dat de lezer zich mag gaan opmaken voor een verwoestende storm. De tegendraadse schrijver zag tot op heden de schoonheid van het leven nog in, maar heeft al eens beloftevol gedreigd om daar in de toekomst niet al te veel rekening meer mee te houden.
Annick Vandorpe
2/ei/12 m
'Een put in de aardkorst, met veel geduld uitgeschuurd door een rivier', dat is Oucwègne, een gehucht van 39 zielen, waar het verhaal zich afspeelt. Op een van de drie heuvels die het dorp telt, woont de hoogbejaarde Mevrouw Verona. Op een koude februaridag legt ze een houtblok in de haard. Niet zomaar een houtblok, maar het laatste blok dat haar man, wijlen Meneer Pottenbakker, gekapt heeft. Van Mme Lunette, de lokale dierenarts die ook als huisarts fungeert, had hij toen al vernomen dat hij zou sterven. Voor hij zich verhing, vergaarde hij nog zo veel mogelijk hout voor zijn beminde, 'warmte die hij met zijn armen had willen schenken'. Als Mevrouw Verona het laatste blok in de haard legt, besluit ze dat ook haar tijd gekomen is. Ze roept de hond, gaat de deur uit en daalt de heuvel af. Zo treedt ze de vriesdood tegemoet - de nacht valt, het is ijskoud en ze weet dat ze de heuvel niet meer op raakt.
Dorpsbewoners
Terwijl Mevrouw Verona de dood afwacht beneden aan de rivier Gemontfoux - u ziet, het verhaal is niet van humor gespeend - krijgt de lezer een terugblik voorgeschoteld op haar leven in de vorm van anekdotes over Oucwègne, zijn bewoners en al hun eigenaardigheden.
Verhulst slaagt er wonderwel in om van een droevig gegeven - man pleegt zelfmoord, vrouw blijft alleen achter in een geïsoleerd dorp - een verhaal te maken dat tot blijheid stemt. Zware kost vertelt hij even tussendoor ('Hoewel zijn vader zich op vrij jonge leeftijd aan een tak had opgeknoopt, bezat Meneer Pottenbakker aandoenlijk weinig verstand van bomen') en met veel zin voor humor. De karaktertekeningen van de dorpsbewoners zijn vaak uiterst vermakelijk. Zo is er bijvoorbeeld Robert, een oude, sigarenrokende man 'die zich zonder gleufhoed geen houding weet te geven'. Hij is vaak aan te treffen in de kantine van de oude dorpscinema. Voor zich uitgestald ligt dan telkens zijn sigarendoos. 'Dat Robert zijn sigaartjes voor zich uitstalde had iets masochistisch, aangezien hij op het sigarenbandje van elk exemplaar het exacte tijdstip had genoteerd waarop hij het zou aansteken.' Of Rosetta Courthéoux, de uitbaatster van de kruidenierswinkel die alles aan de man kan brengen, van 18 jaar oude ingeblikte haring ('aan een Zweed, traditioneel gesteld op een maaltijd van bedorven vis') tot luiers die dateren van de tijd dat er in Oucwègne nog baby's werden geboren en die gretig worden afgenomen door incontinent geworden dorpsbewoners.
Liefde
Maar wat nog het meest bijdraagt tot de toonzetting, is de liefde van Mevrouw Verona voor Meneer Pottenbakker die overal uit spreekt, een liefde die nog altijd springlevend is jaren na de dood van Meneer. Het verhaal is dan ook één ode aan de onverbrekelijke liefde. Trouwens, de naam 'Verona' verwijst naar de heilige Verona die liefde te over had.
De kers op de taart is de prachtige, beeldrijke taal. Verhulst schrijft in een barok, statig Nederlands - elke bladzijde telt wel een archaïsme -, weet elk woord zorgvuldig te kiezen en goochelt met alliteraties en metaforen. Bij momenten lijkt het alsof we poëzie lezen. Hoofdstuk 5, een liefdesverklaring van de stervende Meneer Pottenbakker aan Mevrouw Verona, is zelfs een waar gedicht.
Met 'Mevrouw Verona daalt de heuvel af' heeft Verhulst een verhaal neergezet om te koesteren en (om het à la Verhulst te stellen) keer op keer te savoureren.
Redactie
De Vlaamse dichter en schrijver Dimitri Verhulst (Aalst, 1972, auteur van onder andere 'Problemski Hotel', 'De Helaasheid der dingen' en 'Godverdomse dagen op een godverdomse bol') beschrijft in deze novelle een oude vrouw die op een koude winterdag bewust de berg waarop zij woont, afdaalt om in de kou te sterven. In onnavolgbaar mooi Zuid-Nederlands beschrijft Verhulst in prachtige miniatuurtjes haar herinneringen aan hoogst merkwaardige mensen en gebeurtenissen in het kleine Franse dorpje waar zij met haar man jaren geleden vanuit de grote stad is komen wonen. De schitterende, makkelijk leesbare novelle kan een ruim publiek aanspreken. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.