Macht en onmacht van de Vlaamse beweging
Hugo Schiltz
Hugo Schiltz (Auteur), Henri-Floris Jespers (Nawoord)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Meulenhoff/Manteau, 2008 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : SCHI |
31/12/2009
Over de doden niets dan goeds. Maar dan wel alleen als er iets goeds te melden valt. Op mijn werktafel ligt al enkele weken Het gesloten schrijn, een klassiek uitgevoerd boekje waarop de naam Hugo Schiltz (1927-2006) prijkt. De man was advocaat en politicus, en schopte het, ondanks een valse start, van gemeenteraadslid tot minister. De rode draad, vergeef me de verkeerde kleur, door zijn bestaan was de Vlaams-nationalistische reflex.
Het gesloten schrijn bevat Schiltz' nagelaten gedichten. Dat het gedichten zijn, wordt op de cover, in een verantwoording, een nawoord én op de flaptekst expliciet vermeld. En toch noteert Schiltz zelf, in een 'Bericht aan de lezer' (geschreven in 1989): "Dit is geen dichtbundel. [...] Het is geen demonstratie van poëtische ambities noch een poging om plaats te nemen in de galerij der schone letteren. Daarvoor is de aanwijsbare stijlinvloed van de grote dichters die behoorden tot het klassieke pakket van de collegejaren te nadrukkelijk. Het is een poëtisch verpakt levensverhaal en dito meditatie, met hiaten en een zwaar overwicht van de periode waarin mens- en maatschappijbeeld vaste vorm krijgen." Eigenlijk wil Schiltz zeggen dat van de in totaal 65 teksten in het boek er maar liefst 44 uit de periode 1945-1948 dateren. Oftewel "de periode waarin mens- en maatschappijbeeld vaste vorm krijgen". De man was toen tussen 18 en 21 jaar jong.
Hierna volgen enkele ongedateerde passages, waarna we onverwacht meteen in 1974 en 1975 aanbelanden, telkens één bladzijde. Ook uit 1990 werd één gedicht geselecteerd en uit 2001 nog eentje. Kortom, de lezer krijgt hier een boek in handen dat bijna uitsluitend teksten bevat die zestig jaar of ouder zijn. Uiteraard is dit geen bezwaar als de verzen goed zijn. Maar dat zijn helaas ze niet. "Een jonge dwaas zag eens de sterren branden, / in d'avond vol van ongestilde pijn, / toen weer zijn droom op d'harde wereld strandde / omdat zijn hart nooit wou tevreden zijn. // Vermetel is hij d'ijle tocht begonnen / op d'hoge paden van de klare nacht, / waar hij zichzelf een liefde had verzonnen / en in zijn waan een jong geluk bedacht." (blz. 10) Deze ronduit geforceerde, puberale strofen schreef de achttienjarige Schiltz: inhoudelijk noch technisch hoogstaand, niet interessanter dan om het even welke andere 18-jarige verzenbrouwer in die tijd schreef. En zelfs mocht dit van enig talent getuigen, dan is er de vraag waarom het nodig was hiervoor in 2008 bomen te laten sneuvelen. Omdat de man ooit minister was? Spelen commerciële motieven? Ik kan me nauwelijks voorstellen dat dit boekje verkooprecords zal breken. Wellicht heeft dit voor de familie een sentimentele waarde. Misschien heeft dit voor de politieke volgelingen van Schiltz een historische waarde. Zeer zeker heeft dit voor poëzieliefhebbers geen enkele waarde.
Schiltz wist dat hij geen dichter was, dat hij slechts een dilettant was, daarvan getuigt zijn 'Bericht aan de lezer'. Op Valentijnsdag 2001 sloeg hij op dat vlak onbewust spijkers met koppen in een achtregelig tekstje waarboven hij de titel 'Geliefde' plaatste: "Hoor het ruisen / van mijn daden / het is voor jou / Mijn woordeloos lied / want woorden / zijn zoals gewaden / zij tooien / maar spreken niet." Voor Schiltz waren woorden zoals gewaden. Voor een dichter zijn ze als voedsel en zuurstof. Als Hugo Schiltz mijn vader was geweest, had ik me tegen deze publicatie verzet. [Frank Pollet]
Gerard Oevering
Hugo Schiltz (1927-2006), politicus en Vlaams-nationalist, Belgisch Minister van Staat, stond aan de wieg van het federalisme in België. In de voor hem pijnlijke, eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog schreef hij poëzie, wat aan slechts weinigen bekend was. Deze bundel is een ruime selectie uit zijn gedichten. Ze beschrijven in traditionele versvorm politieke en persoonlijke ervaringen. Uit de gedichten blijkt zijn idealistische grondhouding. Hij had niet de bedoeling een poëzievernieuwer te zijn, al was hij een man van het woord. Deze anekdotische verzen tonen zijn vermogen om op aansprekende wijze autobiografische momenten zuiver vast te leggen. Hij stond stevig in de literaire traditie van de jaren twintig en dertig. Verscheidene gedichten, zeker als ze zeer persoonlijke emoties uitdrukken, ontroeren door de openhartige zegging. Dat hij de gedichten publicabel achtte, blijkt uit het voorwoord dat hij schreef in 1989 voor de zeer beperkte selectie ‘Memorandum’. Met een voorwoord van Schiltz, een nawoord van de bezorger Jespers en een verantwoording.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.