Trooststeen
Johanna Nilsson
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Afijn, 2003 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : NILS |
31/12/2003
<4>Niettegenstaande Mosland vanuit een kindperspectief, een ikperspectief (van Sebastian), geschreven is, is het onverdoken gegroeid vanuit een volwassen blik op het kind, een bijna gekwetste heimzieke blik. Dit blijkt uit treffende zinsneden die volwassenen als verloren gelopen mensen typeren, als mensen die de lust van het leven kwijtspeelden, door het lot of hun eigen stommiteiten en zich daardoor verbitterd in egoïsme terugtrekken. Hun kinderen, zoals de hoofdpersonages Robin en Sebastian, moeten dan zichzelf én hun ouders van de existentiële ondergang redden. Deze kinderen worden door de volwassen onbeholpenheid in een fantasiewereld gedreven. Die fantasiewereld ontplooit zich in een mysterieus bos nabij het vakantiehuisje van Sebastians ouders. Het is een plek waar Robin en hij echt thuiskomen, waar ze bemind willen worden. Vanuit die volwassen stem tussen de regels spreekt een leegte, eenzaamheid waarin alle personages verstrikt raakten. Kinderen zijn vaak obligate eenzaten, fluistert Nilsson van tussen de woorden, de gecreëerde beelden en sferen van dit verhaal. De constructie van het verhaal waarin twee jonge eenzaten elkaar vinden in de eenzaamheid is pijnlijk vernuftig doordacht. Als een secuur geslepen diamant. De kinderen worden niet minder eenzaam maar minder alleen in hun eenzaam zijn. Op die manier wijdt Robin Sebastian in haar droomwereld, Mosland, in. Het is een wereld die ze voor zichzelf creëerde om de tragische verdrinkingsdood van haar moeder te verwerken. Door de verstrengeling van realiteit en fantasie in de kinderhoofden zeer geloofwaardig, met surrealistische sterkte, te construeren, verwoordt Nilsson die vlucht in de fantasie als een noodzakelijke vlucht uit de (gebeurde) realiteit. Een vlucht die telkens botst met de zich opdringende werkelijkheid. Wanneer het bos vuur vat, grijpt Nilsson deze kans om de kinderen door ruige maar warmhartige rocksterren te laten redden. Hierdoor trapt ze in een cliché van formaat maar weet dit matig overtuigend in haar verhaal te passen. Robins drankverslaafde vader komt zijn dochter met tranen in de ogen opzoeken net als de bezorgde ouderblikken die boven Sebastians gezicht hangen. Maar hoe lang nog tot Robins vader haar weer opsluit en aan het zuipen slaat? Hoe lang zal de verliefde opwelling van Sebastians ouders duren alvorens ze elkaar weer lopen uit te foeteren? Het ziekenhuis dient zich aan als een warme halte in hun eenzaamheid. Nilsson omhult verlatenheid in een uitgezuiverde woordenpracht. Een schitterend vertaalde literaire parel met vlijmscherpe randjes (en weinig verrijkende illustraties).
TEKSTFRAGMENTEN MOSLAND
- "Ik sloop de trap op en duwde de deur van mama's en papa's kamer open. Ze sliepen met hun ruggen naar elkaar toe.
Mama had een lichtblauwe nachtjapon aan en drukte haar kussen hard tegen haar bovenlijf. Haar lange donkere haren bedekten een deel van haar gezicht. Ik kon zien dat ze gehuild had.
Papa ook. Zijn wangen waren nog nat. Hij droeg zijn donkergroene pyjama. De pyjama die was gekrompen in de was en die eigenlijk veel te klein was. Maar in een andere pyjama slapen kon hij niet, had hij gezegd. Hij lag met opgetrokken knieën.
Het leken wel twee grote kinderen, vond ik. Twee kinderen voor wie ik moest zorgen. Ik wist alleen niet hoe ik dat het beste kon doen." (p. 10)
- "Het was ook prettig om over Robin te waken. Ik had het gevoel dat ze me nodig had. En ik bedacht dat dat wel het allerbelangrijkste is, dat iemand je nodig heeft. Daarna dacht ik aan mama en papa en ik voelde een steek van pijn. Want ik verlangde er ook naar dat iemand over mij zou waken.
Iedereen heeft iemand nodig. Iemand die over je waakt. Alle kleine mensen. Alle grote." (p. 20-22)
- "Daarom zagen ouders misschien niet dat hun kinderen pijn leden. Omdat ze wilden geloven dat alles goed ging. Ze geloofden er zo sterk in dat ze ten slotte dachten dat ze het bij het rechte eind hadden. En daarom moesten de kinderen wegvluchten naar Mosland." (p. 64)
- "Ik kroop naar een hoek van de kamer om na te denken. Hoe ik me ook het hoofd brak, ik kon niets bedenken om uit de kamer te ontsnappen. Ik viel in slaap en in mijn droom zag ik Robin in haar hut liggen, hongerig en koud, klein en bang. Ze zat onder de schrammen, aan de buitenkant en aan de binnenkant.
Niet alleen haar huid was stuk, ook vanbinnen had ze wonden.
Verlangen, heette een van die wonden.
Een andere heette Eenzaamheid.
Een derde heette Verdriet.
Ook Pels kwam in mijn droom voor. Hij lag naast Robin en rolde zijn staart om haar heen. Toen hield ze op kou te lijden en viel eindelijk in slaap.
Daarna werd ik wakker." (p. 85)
- "Haar stem werd zwakker, loste op in de duisternis. Ze sliep. Ik ging naast haar zitten en probeerde te slapen, maar vond geen rust. Er was iets wat voortdurend aan me rukte. De angst misschien. Of het warme, opgewonden gevoel dat zich van me meester maakte als ik bij Robin was of alleen maar aan haar dacht.
Ik wist dat dit gevoel een naam had. Een groots en mooi woord." (p. 96)
[Els Van Steenberghe]
J. Staal
Sebastian brengt de zomer door in een huisje in het bos. Zijn ouders maken regelmatig ruzie. Om daar niet mee geconfronteerd te worden gaat Sebastian het bos in. Daar ontmoet hij een raadselachtig meisje dat zich Robin noemt. Ze woont in een boomhut en leeft in een fantasiewereld waarin figuren als de Vogelvent en Ada een rol spelen. Ada is volgens haar een zeemeermin die zich in allerlei soorten dieren kan veranderen. Gaandeweg gaat ook Sebastian in deze sprookjeswereld geloven. Die wordt bedreigend als de Vogelvent hem fysiek belaagt. Uiteindelijk blijkt aan Robins fantasiewereld een traumatische ervaring ten grondslag te liggen. Haar vader en moeder maakten ruzie in een boot. Moeder viel overboord, Robins broer probeerde haar te redden, beiden verdronken. De Vogelvent is Robins vader die naar haar op zoek is. In potentie aardig verhaal waarin fantasie en werkelijkheid zich op een aangrijpende, poëtische manier vermengen. Helaas is het nogal vlak opgeschreven, nergens komen de personages los van het papier. Met beklemmende, sterk gestileerde zwartwittekeningen van Tine Duyvejonck. Vanaf ca. 10 jaar.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.