Duivelskruid
Marita De Sterck
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Querido, 2002 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 7029 |
Annemie Leysen
rt/aa/19 m
Marita De Sterck maakte van schrijven een haast fulltime bezigheid. Ze geeft overigens ook schrijfcursussen, tot in Zuid-Afrika toe. Ze kent haar vak. En dat merk je alweer in haar nieuwste roman. Op kot vertelt in vijftig korte episodes over het wel en wee van zes kotgenoten in een universiteitsstad. Nina arriveert als een schichtig, wereldvreemd eerstejaarsstudentje in het oude huis en betrekt er het goedkoopste, smakeloos ingerichte souterrainkamertje, waarvan het raam alleen maar uitzicht geeft op halve voorbijlopende benen. "Daar zijn kosten aan", mijmert het sprekende huis-met-kennis-van-zaken. En dat blijkt algauw te kloppen. Nina doet vreemd: ze stuurt eindeloze brieven naar haar zus Luna (die overigens nooit worden verstuurd), ze heeft alles dubbel in haar toilettas zitten, ze hangt altijd een handdoek voor de spiegel, heeft een weerzin voor al wat vlees is, is allergisch voor eieren met dubbele dooiers en roept de anderen wakker met haar angstdromen over water, zwemmen en veel maan. Meteen al stelt ze een eerste daad van verzet tegen haar overbeschermende en hygiënische moeder: ze koopt een rat en een kooitje. Daarmee is haar nieuwe bestaan een feit en zijn ook de lijnen uitgezet voor de roman.
Haar raadselachtige gedrag krijgt mondjesmaat een verklaring naar het eind en het rattenthema wordt een rode draad door het boek. Nina had, zo blijkt, een doodgeboren tweelingzusje. Schuldgevoelens en gemis aan affectie van een moeder die niet tegelijk kon rouwen en gelukkig zijn, en al het onbespreekbare en dus verzwegen leed tot gevolg, breken haar zuur op, nu ze voor het eerst op eigen benen staat. Een en ander komt tot een explosie wanneer ratje jongen krijgt en het zielenpootje van het nest verstoot. Nina wil het beestje koste wat het kost in leven houden en stort in elkaar wanneer dat niet lukt. Haar vijf kotgenoten slagen er met veel vriendschap in haar langzaam maar zeker weer overeind te krijgen. Een andere studierichting, een ontluikende relatie, een efficiënte therapeute en toenadering op het thuisfront scheppen nieuwe perspectieven.
De roman zit bijna perfect in elkaar en is met vakmanschap geschreven. Het baldadige studentenleven, de gore keuken en de stinkende badkamer, de meisjesvriendschappen, het is allemaal geloofwaardig beschreven. En toch. Het lijkt me allemaal wat te bedacht en te bestudeerd. De kotmaten studeren precies wat het verhaal nodig heeft: de notoire versierder Bo is als bioloog uiteraard met rattenexperimenten bezig, David heeft voor alles een antropologische verklaring, alternatieve Judith zorgt voor de artistieke verwerking van Nina's probleem, wijze Karim is psycholoog van dienst en Laura houdt de boel luchtig met haar vrolijke gekwek. Ook de rattensymboliek is erg nadrukkelijk in het boek verweven. De jofelheid in het clubje die De Sterck wil opvoeren klinkt wel eens geforceerd en het eindeloze geklets gaat ten slotte enerveren. Keurig afgewerkt allemaal, ongetwijfeld, maar ik mis enige meeslepende weidsheid en echte emotionaliteit in dit wat benepen en rationeel geconcipieerde verhaal.
31/12/2003
Net als in Splinters en in Wild vlees laat Marita de Sterck ook in Op kot in verlies als een rode draad door het verhaal lopen. Een verlies dat diepe sporen achterlaat waaruit je je niet alleen kunt lostrekken.
Voor Nina, de ikverteller in dit verhaal, blijft haar leven traumatisch verbonden met Luna, het doodgeboren tweelingzusje. Toch suggereren de titel, de eenvoudige, mooie cover met de gekende kotbelcodes een al even gekend verhaal. Dat is zeker aanwezig: voor haar eerste jaar geneeskunde komt de supergevoelige Nina op kot bij een andere eerstejaars en enkele kotgetrouwen. Met hun diversiteit, mekaar aantrekken en soms afstoten, zorgen drie jongens en evenveel meisjes voor de gewone kotchaos, studenten- en andere perikelen. Marita de Sterck tekent een aantal personages met veel variatie: een kwebbelende Laura als een open boek, de wat speciale en artistieke Judith, Bo die als toekomstig dierenarts wel behoedzaam met dieren omgaat, maar meisjes minder behoedzaam versiert, Karim als de ideale grote broer en David die als antropologiestudent verrassende verhalen opdist. Voor alle jonge mensen vormt een kotleven een hele overgang naar eigen beslissingen, voor Nina gaat het al vlug om een cruciale fase. Het begint ogenschijnlijk met kleine dingen zoals de beslissing om een tam ratje als kamergenootje te nemen. Dit ratje met de latere nakomelingetjes krijgt zelfs een soort sleutelrol. Maar eigen beslissingen ontwikkelen zich ook tot het tijdig kiezen van een andere studierichting omdat geneeskunde vooral de keuze van haar ouders was en zij, in tegenstelling tot Bo, zich niet voelt leven bij wetenschapsvakken. Wat er precies in Nina leeft, laat ze niet zomaar vrij, dus ook niet naar de lezer toe. Eerder gaat het om voorzichtige signalen en symbolen: haar met water en maan verbonden dromen, gewone brieven aan een zus waarvan later blijkt dat ze niet verstuurd worden, een grijze zwaarmoedigheid in haar, overemotioneel reageren op gehoorde verhalen en feiten... Het vraagt voor Nina veel tijd om haar verhaal bloot te kunnen geven, ze heeft er nooit over kunnen praten, ook met haar ouders niet. De Nina die altijd geleefd heeft met de idee dat ze het leven onmogelijk heeft gemaakt voor die andere helft in de moederschoot omdat zij al de voeding kreeg, onmogelijk ook voor haar moeder die lang niet kon zorgen voor haar. Van bij haar geboorte voelt ze zich in tweeën gescheurd en een beetje total loss. Hoe zouden anderen ook kunnen snappen dat je kunt blijven lijden om het ontbreken van die andere helft die je nooit hebt gekend?
Het verhaal begint en wordt afgesloten met de impressies van het kothuis zelf en op die manier weten we van in het begin dat het nieuwe schachtje volgens het huis in de tocht staat en er blijkbaar heel wat kosten aan zijn. De nodige warmte, steun- en stutwerk komen druppelsgewijs van de kotgenoten zonder dat zij weten waarom Nina zo ingewikkeld lijkt. Dat Nina in het huis letterlijk in een half ondergrondse kamer woont, is niet zonder betekenis. Ze moet zich 'met een rugzak vol stenen' in alle opzichten naar boven worstelen om echt te durven leven. Soms valt zij helemaal terug, maar de kotgenoten trekken haar, ieder op hun manier, altijd wat op. En op het meest beslissende moment, als Nina helemaal onderuitgaat, halen ze haar met een levenloos ratje letterlijk uit de kelder. De bevrijding binnen in haar kan dan een plaats krijgen. Judith geeft er ook artistiek vorm aan.
In 49 hoofdstukjes, eerder fragmentjes, volgen we dit proces mee. Niets is zonder betekenis hier: losse feiten, verhalen, zelfs op het eerste gezicht onbenullige dingen, vormen stukjes van de rode draad. David is direct weg van Nina en in sommige hoofdstukjes is hij de personele verteller. Mekaar vinden gebeurt behoedzaam en wordt op dezelfde manier verwoord, vaak eerder gesuggereerd. Expliciet beschreven liefdesscènes zouden niet bij Nina passen.
Misschien kan niet iedereen voldoende begrip voelen voor Nina's zijn, maar ook als leuk kotverhaal blijft het boek stevig overeind en vormt het een verpozend tegengewicht voor het loodzware in Nina. De typische dingen van een meisjesverbond, mekaar ergeren en nodig hebben, gekke en moeilijke toestanden tussen zes mensen, worden schitterend raak beschreven en hun dialogen vanuit de meest verschillende invalshoeken bezorgen de lezen een waar taalfeest. Goedkoop taalgebruik is nergens aan de orde. De meeste conversaties die wij horen verlopen niet zo sprankelend, alert en ad rem als deze, maar nergens denk je aan onnatuurlijkheid of boekengezochtheid. Wel geven het groepje van zes en de kotbaas soms de indruk van een te ideale minimaatschappij.
Hoe dan ook, voor mij is dit een verhaal om 'u' tegen te zeggen. [Mai Van Loon]
Ineke Kop Jansen
Jeugdroman over het schachtje (1e-jaars student) Nina, een stil meisje dat medicijnen studeert (de wens van haar ouders) en 'op kot' (op kamers) woont in een studentenhuis. Ze raakt in een crisis als een huisgenote de morning-afterpil slikt en haar rat Ib een zwak jong aan haar lot overlaat. Dan blijkt dat ze een groot geheim en een zwaar jeugdtrauma met zich meedraagt. Met de hulp van haar huisgenoten komt ze er bovenop, kiest voor een literatuurstudie, wordt verliefd op een huisgenoot, leert weer met haar ouders praten en gaat in therapie. Een invoelbaar geschreven, psychologisch verhaal over jongeren die hun eigen keuzes moeten maken in het leven; verwerking van het verleden; het studentenleven; hechte vriendschap en verliefdheid. Originele compositie: het boek begint en eindigt met een hoofdstuk waarin het oude huis vertelt; daartussen worden hoofdstukken in de ikvorm (Nina) - met in cursief brieven aan haar 'zus' Luna - afgewisseld met hoofdstukken over de huisgenoten. In goede stijl geschreven, aansprekende jeugdroman (van Gouden Zoen winnares) voor jongeren vanaf ca. 14 jaar.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.